In 2007 sprong een Frans meisje van zeventien genaamd Gaelle Caroff van een brug bij het Amsterdamse wetenschapsmuseum NEMO. Zelfmoord.

Het was een triest bericht, dat normaal gesproken zou verdwijnen in vergetelheid. Maar haar vrienden verklaarden tegenover de politie dat Gaelle psychedelische paddenstoelen op had. En dat veranderde de zaak.

Een buurtbewoner die vloeiend Frans sprak en fel tegen drugs was, wist het nummer van de moeder van het meisje te achterhalen. Ze gaf het door aan twee journalisten van dagblad De Pers, die het gretig optikten. Gaelles moeder vertelde aan de journalisten dat ze de Nederlandse staat verantwoordelijk hield voor de verkoop van de paddenstoelen, en daarmee indirect voor de dood van haar dochter.

Ineens leken er constant paddo-incidenten te zijn.

Elk incident werd breed uitgemeten in de media. Het schokkendste betrof een man die zijn hond in een busje in stukken zou hebben gesneden. Nadat de kranten dit nieuws met grote koppen hadden gebracht, bleek het toch een beetje anders te zitten: de dader had paddo’s genoemd als excuus voor zijn daad, maar bleek ‘gewoon’ psychotisch te zijn.

Incidenten met alcohol in het uitgaansleven waren er dagelijks, maar die waren niet interessant. Paddo’s wel, want het enige dat de meeste Nederlanders ervan wisten was dat je er van zou doordraaien.

Eén paddo-dode en de minister trok ten strijde

CDA-minister Ab Klink kwam direct in actie. Hij wilde paddo’s verbieden en liet zijn ministerie van Volksgezondheid een advies schrijven. En toen dat advies luidde dat het verbieden van paddenstoelen een ‘onevenredig zwaar middel’ zou zijn in vergelijking met hoe vaak er daadwerkelijk ‘paddoproblemen’ waren, legde Klink het naast zich neer.

Foto: Wessel Baarda

Het verbod kwam er gewoon.

Klink maakte tientallen soorten paddenstoelen opeens illegaal in Nederland. Het verbod ging zo ver, dat zelfs de klassieke rood-met-witte-stippen vliegenzwam werd verboden.

Nou ja, in de politieke werkelijkheid dan. Eigenlijk verbood Klink maar de helft: de knolletjes van paddo’s (waar je net zozeer van gaat trippen) zijn nog wel gewoon te koop, net als de sets waarmee je thuis paddo’s kunt kweken.

Gebruikers blij, smartshops blij. De media waren alweer bezig met comazuipen en pillen op dansfeesten - en ondertussen kon Den Haag doen alsof het ‘probleem’ was ‘opgelost’.

Pillen zijn verboden, alcohol koop je bij de AH

Of het nou om paddo’s, cannabis of xtc gaat: het Nederlandse drugsbeleid wordt al jaren op deze manier bepaald. Het is een rituele dans tussen de maatschappij - die af en toe ineens verontwaardigd is over drugs - en de overheid, die verantwoordelijk wil overkomen. Onze overheid doet alsof ze drugsgebruik streng veroordeelt, maar weet ook dat ze drugsgebruik nooit tot nul kan terugbrengen.

Foto: Wessel Baarda

Zo ontstond in de loop der jaren een scheve situatie: slechts een paar drugs als nicotine en alcohol worden gewoon in de supermarkt verkocht, andere zijn verboden. En hoewel de makers van illegale drugs niet worden gedoogd, worden gebruikers dat doorgaans wel.

Cannabisteelt is verboden, maar als je betrapt wordt met minder dan vijf planten, hoef je niet naar de rechter.

Xtc wordt afgepakt, maar bij het bezit van minder dan vijf pillen word je in Amsterdam niet vervolgd.

Heroïne wordt gezien als een gruwel, maar langdurig verslaafden krijgen het gratis van de overheid.

Ondanks al die vage paradoxen is Nederland gek genoeg nog steeds een van de meest verlichte landen op dit gebied. Op de meeste plekken in de wereld moet je als gebruiker namelijk ook vrezen voor je vrijheid, en dat hoeft in Nederland niet. Vrijwel nergens word je als drugsgebruiker zo goed geholpen en vrijwel nergens heb je zo weinig te vrezen van de politie.

Vrijwel nergens word je als drugsgebruiker zo goed geholpen en vrijwel nergens heb je zo weinig te vrezen van de politie

Maar kijk verder dan de gebruikers, en het beleid is helemaal niet meer zo verlicht. We geven net als alle andere landen grof geld uit aan de bestrijding van de productie van allerlei soorten drugs. Voor 1990 werd dat vaak gedaan met het argument dat het goed was voor de volksgezondheid. Tegenwoordig is het meest gehoorde argument van justitie dat drugshandel vooral bestreden moet worden omdat het nauw verweven is met criminaliteit.

De politie-invallen bij wietplantages hebben de afgelopen jaren een hoop stoere plaatjes opgeleverd voor de camera’s. Maar rechters begrijpen het beleid niet meer. En dus volgt er in de rechtszaken steeds vaker vrijspraak of het vonnis ‘schuld zonder strafoplegging.’

Dat is een van de redenen dat nu steeds meer burgemeesters pleiten voor een herziening van het softdrugsbeleid. Gisteren nog, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor het uit het illegale circuit halen van wiet. En hoewel vooral handelaren in harddrugs nog wel is het gebruik van drugs er nooit door opgehouden.

Snuiven en slikken is heel normaal, en niet levensgevaarlijk

Ondertussen vraagt bijna niemand zich af of we dat doel nog moeten nastreven: het stoppen van drugsgebruik. Middelen worden bestreden omdat we ooit als samenleving hebben besloten dat drugs per definitie meer slechts dan goeds brengen.

Maar er zijn genoeg redenen om drugs niet zo krampachtig af te wijzen.

Drugsgebruik is in Nederland namelijk doodnormaal - we doen er bijna allemaal aan. Alleen herkennen we het niet: we classificeren het drinken van alcohol als een knus cultureel fenomeen, niet als het gebruik van een ‘bewustzijnsveranderend middel met risico’s’. Lekker dronken worden is gezellig en champagne rondspuiten feestelijk. Maar doe hetzelfde met coke en mensen kijken je raar aan. Het verschil zit in onze morele opvatting over deze middelen.

De illegale drugs als xtc, lsd en cocaïne klinken gevaarlijker, maar zijn dat volgens verschillende classificatiesystemen niet. Toen de hoofdadviseur drugszaken van de Britse overheid dat in 2007 vertelde aan zijn regering, kwam hem dat uiteindelijk op ontslag te staan.

Toen hij claimde dat paardrijden statistisch gevaarlijker is dan het gebruiken van xtc, stelde hij zich te politiek op. Althans: dat vond de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken. David Nutt liet in zijn grafiek zien dat het classificatiesysteem dat de Britse overheid gebruikte voor het bepalen van de illegaliteit van drugs had met de daadwerkelijke schade die de middelen aanrichtten.

Bron: “Drug harms in the UK”, door David Nutt, The Lancet

De drijvende kracht achter de ‘war on drugs’ is het idee dat alle drugs een gevaar zijn voor de volksgezondheid. De daadwerkelijke schade of risico’s die de middelen hebben, lijken vaak geen enkele rol te spelen in de strijd. Internationaal worden miljarden gepompt in het bestrijden van drugs, want drugs zijn slecht en iedereen die ze gebruikt is ziek, zielig of slecht.

Verspreid wat liefde, deal xtc

Dat gaat niet veranderen zolang de samenleving zo blind blijft voor dit centrale probleem. Want gebruikers zijn bang voor stigma’s en houden hun mond, maar zijn achter gesloten deuren helemaal niet negatief over hun drugsgebruik. Ik schrijf nu een aantal jaren over drugs, en het beeld van drugsgebruikers als zielige junks en dealers als rücksichtslose criminelen zie ik slechts sporadisch bevestigd. Mij valt juist op hoe het overgrote gedeelte van de gebruikers zijn of haar gebruik prima in de hand houdt. Of het nou om coke, xtc of lsd gaat.

‘Xtc verkopen is het verspreiden van pakketjes liefde,’ zegt de zachtaardige dealer bij wie ik en mijn vrienden al jaren ‘op de koffie’ gaan. Zijn naam wil hij natuurlijk niet bekendmaken. Hij haalt zijn voldoening uit de vriendelijke sms’jes die hij midden in de nacht ontvangt van mensen die de tijd van hun leven hebben.

Foto: Wessel Baarda
‘Xtc verkopen is het verspreiden van pakketjes liefde,’ zegt de zachtaardige dealer bij wie ik en mijn vrienden al jaren ‘op de koffie’ gaan

Er zijn weinig mensen die openlijk over het onderwerp durven te praten. Jammer, want daardoor blijft de drugsscene onzichtbaar en blijft het taboe in stand. Het balanceren van het eenzijdige beeld dat mensen hebben van middelengebruik is nou juist belangrijk om te komen tot een meer realistisch beleid. Als we het over alcohol hebben, denken we ook niet alleen maar aan comazuipen op Koningsdag, maar ook aan het drinken van een gerijpte wijn in een kelder uit de middeleeuwen.

Bij gebruik van veel andere drugs kun je vergelijkbare vergelijkingen maken. Lsd heeft een rijke psychedelische cultuur voortgebracht met invloed op de Beatles en Steve Jobs. Winkels in Amsterdam verkopen eikenhouten coke-kitjes, voor de mensen die hun neus in stijl willen volstoppen. Xtc kan vervuilde rotzooi zijn waardoor een 14-jarige in het ziekenhuis belandt, maar het kan ook een van de mooiste avonden met vrienden opleveren. En zolang de gebruikers van deze drugs dit niet openlijk en zonder gêne durven te zeggen, komt de oorlog tegen drugs nooit ten einde.

Alle drugs legaliseren, is dat slim?

Laatst werd hier op De Correspondent nog voor het ‘toestaan van drugs’. Maar hoe dat er dan uit moet zien, daar wordt nauwelijks over nagedacht. De problemen van de war on drugs worden vaak benoemd, maar de oplossing is niet eenvoudig. Voor elk middel moet de overheid apart beslissen of en hoe ze dat wil reguleren.

Foto: Wessel Baarda

Ik zie drugs vooral als een ‘risicovol cultureel fenomeen’, vergelijkbaar met parachutespringen, gokken en prostitutie. Die zijn ook niet compleet verboden.

Is er een wereld mogelijk waarin alle drugs legaal verkrijgbaar zijn voor recreatief gebruik? Dat wordt de komende tijd de leidende vraag voor mijn zoektocht. Ik ga op bezoek bij producenten, universiteiten, gebruikers en beleidsmakers.

En bij dezen nodig ik iedereen die mij kan helpen bij dit onderzoek met het onderwerp uit om contact met me op te nemen, ook als je het huidige beleid wel prima vindt.

Eerst wil ik onderzoeken waarom drugs überhaupt illegaal zijn geworden, en daarna wil ik specifieke middelen onder de loep nemen. Cannabis, psychedelica en heroïne, bijvoorbeeld. Ook wil ik kijken naar de huidige manieren van reguleren, zoals ons alcoholsysteem, en welke wijze lessen we daar uit kunnen trekken. En daarbij wil ik ook graag over onze grenzen heen kijken. Misschien lopen andere landen nog verder voor.

Hoe meer dit debat wordt gevoed met daadwerkelijke kennis over het onderwerp, hoe groter de kans dat problemen eindelijk eens worden opgelost.

Hoe groter de kans dat er een einde komt aan de criminalisering van honderdduizenden mensen in Nederland. En aan de zinloze jacht op middelen die statistisch niet gevaarlijker zijn dan extreme sports of paardrijden. En wat betreft de middelen die wel gevaarlijker zijn: daarvoor moet vast een betere oplossing te bedenken zijn dan een internationale drugsoorlog.

Hoe die oplossing eruit moet zien en of dat een realistisch idee is, dat ga ik graag onderzoeken.

Red Nederland, legaliseer drugs Politie en justitie besteden zeker de helft van hun capaciteit aan drugscriminaliteit. Aan wietplantages, fietsendiefstallen, autokraken, straathandel en liquidaties wordt zodoende 4,5 miljard euro per jaar besteed. Wat zou er gebeuren als we drugs zouden legaliseren? Lees hier het stuk terug Het debat over drugs kan wel wat geestverruimende middelen gebruiken Het is een grijsgedraaide plaat: ergens valt een dode door xtc en politiek en media buitelen over elkaar heen om te waarschuwen voor het gruwelijke gevaar dat harddrugs heet. Het gevolg: irrationele opinievorming en ad-hocmaatregelen, gebaseerd op gebrekkige beeldvorming. Mogen feiten ook eens meedoen aan het debat? Lees hier de column terug