Je zult het weer veel horen deze dagen. Of het nu is in uit 1984 met George Michael en Sting, uit 1989 met Kylie Minogue, uit 2004 met Chris Martin en de Sugababes, of van vorig jaar met One Direction en Sinéad O’Connor, minstens één keer ga je neuriën: ‘Feed the world / let them know it’s Christmas time.’

Misschien komen daarbij ook beelden in je op. Waarschijnlijk beelden van hongerlijdende zwarte kindjes.

Het driejarige meisje Birhan Woldu, het gezicht van de hongersnood tijdens het Live Aid-benefietconcert in 1984.

Het is ruim dertig jaar geleden dat Bob Geldof zijn Band Aid-lied ‘Do They Know it’s Christmas?’ schreef, na het zien van een schrijnende over de hongersnood in Ethiopië. De single werd een hit. Het Live Aid-benefietconcert werd wereldwijd live bekeken door meer dan anderhalf miljard mensen en haalde op de dag zelf al aan donaties op. De toeschouwers zagen optredens van muzikanten als Queen en Bob Dylan, maar ook beelden van uitgemergelde Ethiopiërs, waaronder het driejarige meisje Birhan Woldu, het gezicht van de

De aangrijpende combinatie van hulpeloze Afrikaanse kinderen en heldhaftige westerlingen bracht Live Aid vele malen meer op dan verwacht. Maar Live Aid versterkte ook het stereotype van Afrika als een plek van droogte, leed en honger, waar de bevolking passief op hulp En het vestigde het iconische beeld van het ultieme slachtoffer: een hulpeloos kindje met een hongerbuikje en vliegjes in de ogen.

Waar is het hulpeloze slachtoffertje gebleven?

Of het nu uit Ethiopië komt, uit Syrië of uit Bosnië, het smekend kijkende, hulpeloze slachtoffer is verankerd in ons collectieve geheugen. We verwachten dat het ons aanstaart als een hulporganisatie een beroep doet op onze vrijgevigheid.

Verrassend genoeg komen in de huidige campagnes van ontwikkelingsorganisaties zulke beelden niet vaak meer voor. Dat zag Mirjam Vossen, (co-)auteur van twee boeken over ontwikkelingssamenwerking, tijdens naar reclameuitingen van humanitaire organisaties. Zij analyseerde 169 advertenties, spotjes en posters die van 2011 tot het voorjaar van 2014 verschenen in de Nederlandse media.

‘Humanitaire organisaties gaan tegenwoordig over het algemeen heel bewust om met het soort beelden dat zij gebruiken’

In slechts 15 procent van de onderzochte advertenties waren slachtoffers te zien die duidelijk bedoeld waren om medelijden bij de toeschouwer op te wekken. Zelfs bij de noodhulpcampagnes, die het toch moeten hebben van heftige beelden, kwam het zielige slachtoffer in minder dan de helft van de gevallen voor.

Aase Kretzschmar, communicatiemanager bij brancheorganisatie Partos, kan de bevindingen van Vossen alleen maar bevestigen. Partos wil humanitaire organisaties stimuleren om kritisch na te denken over het soort beelden dat zij inzetten, maar veel druk lijkt daar niet meer voor nodig. ‘Humanitaire organisaties gaan tegenwoordig over het algemeen heel bewust om met het soort beelden dat zij gebruiken.’

Wat er gebeurt als een organisatie toch terugvalt op clichébeelden van hulpeloze slachtoffers, werd duidelijk in 2012, toen Save the Children het campagnefilmpje ‘Firdaoussi’ op de buis bracht. Ziehier:

YouTube
Bekijk hier het filmpje ‘Firdaoussi.’

Een stortvloed aan verontwaardiging volgde, voornamelijk afkomstig uit de sector zelf. De kritiek: het filmpje geeft geen enkele aandacht aan lokale context, gaat alleen voor het opwekken van medelijden en tast daarbij de waardigheid van de afgebeelde kinderen aan. Vakblad Vice Versa beschreef Firdaoussi als ‘de van deze tijd’ en beeldvormingsorganisatie riep Save the Children in een open brief (tevergeefs) op om het filmpje terug te trekken.

Save the Children-directeur Holke Wierema voelde zich vervolgens genoodzaakt om in de massale kritiek te pareren. Het conflict culmineerde in een formele klacht bij Partos, de eerste klacht over een campagne die in behandeling is genomen. De indiener, activist Frank van der Linde, vond dat het filmpje Partos’ schond, die ook door Save the Children is ondertekend.

Uiteindelijk werd de klacht ongegrond verklaard, maar de hevige discussie die het filmpje teweegbracht maakt een ding duidelijk: dit soort beelden hebben geen plek meer binnen de nieuwe humanitaire beeldvorming.

Die nieuwe beeldvorming keert zich tegen de slachtofferbeelden, de en de neerbuigende, neokoloniale blik op ontwikkelingslanden. Weg van LiveAid. Het huidige credo? De waardigheid benadrukken van mensen die getroffen zijn door armoede en rampen, hun veerkracht laten zien. Met hulporganisaties als ‘ambassadeurs van het zelfdoen,’ aldus de slogan van OxfamNovib.

Volgens Kretzschmar laat je mensen zo niet alleen in hun waarde, maar geef je ook een realistischer weergave van ontwikkelingssamenwerking anno nu, waarbij termen als accountability and community-based steeds belangrijker zijn geworden. Kretzschmar: ‘Dat paternalistische beeld, dat zijn we allang niet meer. We werken samen, we zijn gegrond in de samenlevingen daar.’

Een ondervoed kind in de Centraal-Afrikaanse Republiek in 2014. Foto: William Daniels

Maar kunnen we wel zonder zielige slachtoffers?

Tegelijkertijd zitten ontwikkelingsorganisaties in een krappe markt. Ondanks het al jaren relatief hoge publieke voor ontwikkelingshulp, heeft de sector te kampen met enorme bezuinigingen, waardoor de vier reuzen van de Nederlandse ontwikkelingssector (Hivos, ICCO, OxfamNovib en Cordaid) verwachten een kwart tot de helft van hun medewerkers te moeten

En dan mag het hulpeloze, zielige slachtoffer een verouderd, onjuist cliché zijn, het Volgens Save the Children leverde het Firdaoussi-filmpje aanzienlijke donaties en nieuwe leden op, waaronder rapper-presentator Yes-R. Save the Children-directeur Wierema verdedigde het filmpje dan ook vanuit ‘de wetten van de markt.’ Of, in de woorden van een openhartige fondsenwerver tijdens een sectorbijeenkomst eerder dit jaar: ‘Het zieligste verhaal levert het meeste geld op. Een andere manier van communiceren brengt het risico met zich mee dat we minder geld

Inderdaad: een reeks van Deborah Small en Nicole Verrochi laat zien dat campagnefoto’s meer medelijden en geld opleveren als de afgebeelde slachtoffers zielig kijken dan als ze neutraal of vrolijk kijken. Een recente Nederlandse studie vond bovendien dat als er ook maar iets van de daadkracht en veerkracht van mensen in humanitaire noodsituaties wordt getoond, toeschouwers gelijk minder medelijden

Een ondervoed kind in Somalië in 2011. Foto: Dominic Nahr / Magnum Photos / Hollandse Hoogte

Het probleem met medelijden

Toch hebben ontwikkelingsorganisaties op de lange termijn geen baat bij het gebruik van meelijwekkende slachtofferbeelden. In 1999 opperde Susan Moeller in haar boek dat een constante stroom aan aangrijpende beelden van leed zonder uitleg en verband met de eigen leefwereld kijkers afstompt. Wat blijft hangen bij het publiek is de hopeloosheid.

De Britse brancheorganisatie Bond een aantal jaren geleden dan ook voor de gevaren van ouderwetse campagnes: humanitaire organisaties moeten beseffen dat passieve slachtofferplaatjes op korte termijn weliswaar geld binnenbrengen, maar uiteindelijk ten koste gaan van publieke betrokkenheid met globale armoede en de ontwikkelingssector.

Er is ook een inherent probleem met medelijden, de emotie waar makers van filmpjes zoals dat over Firdaoussi het van denken te moeten hebben. Medelijden kan aanzetten tot actie, maar het is geen betrouwbare emotie, zegt denker Susan Sontag in haar essay Kijken naar de pijn van anderen. Medelijden sijpelt weg. We zien beelden van een huilend kind, voelen een steek, lopen door en zijn het alweer vergeten. Hoe zielig die ander ook is, als we de context missen, zien we dat niet als ons probleem.

Dat benadrukken ook psychologen George Loewenstein en Deborah Small. In laten zij zien dat de beslissing om iemand wel of niet te helpen voortkomt uit de wisselwerking tussen spontane emotionele reacties (zoals medelijden) en rationele morele afwegingen. De impuls om goed te willen doen, is vooral te danken aan die spontane emotionele reacties. Rationele afwegingen volgen vaak pas achteraf, die kunnen de eerste vonk in zinvolle banen leiden en enige bestendigheid geven. Sontag: ‘Ons mededogen is zowel een brevet van onschuld als van onmacht. In dat opzicht kan het (al onze goede bedoelingen ten spijt) een irrelevante – om niet te zeggen ongepaste – reactie zijn. Het is onze taak om ons meegevoel met degenen die lijden onder een oorlog en een moorddadig politiek regime terzijde te schuiven en na te gaan hoe onze voorrechten zich verhouden tot hun lijden, hoe ze – hoewel we daar liever niet bij stilstaan – wellicht direct verband houden met hun lijden, zoals de rijkdom van enkelen de armoede van anderen kan betekenen. Voor deze taak leveren de pijnlijke, ontroerende beelden slechts een eerste vonk.’

Als humanitaire organisaties mensen tot actie en betrokkenheid willen brengen, kunnen zij dus het beste inspelen op gevoel én verstand, met verhalen van die getroffen zijn door conflicten, rampen of armoede. Maar welke alternatieven zijn er dan voor het hulpeloze slachtoffer?

Het alternatief: van zielig naar kwetsbaar

We leggen deze vraag voor aan sociaal psycholoog Anton Dijker, die onderzoek deed naar emotionele en morele reacties op anderen in nood. Hij hoeft niet lang na te denken: ‘Laat de kwetsbaarheid van mensen zien, in plaats van passief slachtofferschap.’ Want iemand die kwetsbaar is, hoeft nog niet zielig te zijn. Ook een stevige kerel kan door omstandigheden in een kwetsbare positie terechtkomen. En kwetsbaarheid is buitengewoon belangrijk voor de mate waarin wij bereid zijn om anderen te

Een zielig slachtoffer wekt vooral medelijden op. Een sterk, maar kwetsbaar mens kan volgens Dijker daarnaast andere, stabielere emoties oproepen, zoals respect voor zijn of haar pogingen zich te handhaven. Als je een krachtig maar kwetsbaar persoon ziet, denk je ook eerder: Welke omstandigheden hebben dit leed veroorzaakt? In plaats van medelijden voel je dan morele verontwaardiging.

En inderdaad, de krachtigste campagnes lijken in te zetten op deze vervanging van zielig door kwetsbaar, van medelijden door verontwaardiging. Zo ging de juryprijs van de IDLeaks-awards voor de beste Nederlandse humanitaire campagne dit jaar naar De Schone Kleren-Campagne. De vrouwen die in dat filmpje aan het woord komen, maken onze kleren, maar dat betekent niet dat zij zielig zijn. Anders dan Firdaoussi hebben zij geen westerse held nodig om hun verhaal te vertellen, ze praten zelf (via een tolk) tot de toeschouwer. Zij stralen kracht uit, maar zijn ook kwetsbaar vanwege hun sociale positie en gebrekkige wettelijke bescherming. Hun strijdbaarheid dwingt ons respect af, hun kwetsbaarheid motiveert ons om iets te doen.

YouTube
Bekijk hier dat filmpje.

Allemaal ingrediënten die we ook in veel andere recente campagnes terugvinden, zoals van of Dit is nieuwe humanitaire beeldvorming die mensen emotioneel kan raken, zonder het te moeten hebben van medelijden. Het zijn campagnes die ons niet aanspreken om zielige slachtoffers te redden, maar om mensen te steunen die zich anders niet kunnen ontplooien: verhalen over misstanden en mogelijke oplossingen, over de verbanden tussen ‘hier’ en ‘daar,’ en over kracht en kwetsbaarheid.

Meer verhalen over hulp:

Hoe zinvol is doneren aan Serious Request? Het is al tien jaar een vast onderdeel van de Nederlandse feestdagen: 3FM Serious Request. Vanaf vandaag zamelen drie radio-dj’s weer miljoenen in voor het goede doel. De vraag is: hoe effectief wordt dat geld besteed? Sanne Blauw en Maite Vermeulen legden de beloftes van het Rode Kruis naast wetenschappelijk onderzoek, op zoek naar een antwoord. Lees hier het verhaal van Maite Vermeulen en Sanne Blauw terug Er was eens een pil die de wereld ging redden Twee weken geleden barstten de ‘Worm Wars’ los. Onderzoekers gingen elkaar te lijf over de vraag of het ontwormen van kinderen nu wel of niet het ultieme medicijn tegen armoede is. Hadden deze hulpmiljarden zin? Lees het artikel hier terug. Red de vluchteling, word bankier op de Zuidas Wat moet je doen om de wereld te verbeteren? Een nieuwe beweging gebruikt een radicaal rationele manier om zulke beslissingen te nemen. Sanne Blauw en Maite Vermeulen vragen zich af: wat kunnen we leren van de zogenoemde effectieve altruïsten? En wat niet? Lees hier het artikel. Het tijdperk van feitenvrije ontwikkelingshulp is voorbij In de afgelopen decennia hebben rijke landen biljoenen euro’s aan ontwikkelingshulp besteed. Hoeveel dat geholpen heeft? Niemand die het weet. Een nieuwe generatie onderzoekers brengt daar eindelijk verandering in. Lees het artikel hier terug. Giro555 haalt miljoenen op, maar verdeelt ze verkeerd (tegen beter weten in) Het geld dat Nederlanders overmaken naar Giro555 wordt niet effectief verdeeld over de tien hulporganisaties achter het gironummer. Er heerst onderlinge strijd. Dat staat in een intern rapport in handen van De Correspondent. Aan de vooravond van de nationale inzamelingsactie voor ebola: wat gaat er mis bij Giro555? Lees hier het artikel