Londen, 1984

Foto: Eamonn McCabe / Getty Images

‘Zoon…?’

‘Ja, pa.’

‘Kom eens even zitten.’

‘Wat is er?’

‘Je moet me één ding beloven.’

‘Wat dan?’

‘Dat je nooit, maar dan ook nóóit cocaïne zult gebruiken.’

‘…?’

‘Beloof je dat?’

‘Ehm, oké.’

‘Je moet speed nemen. Da’s veel beter voor je.’

Aldus een vader tegen zijn zoon, vlak voor diens zeventiende verjaardag. Hun eerste kennismaking – elf jaar eerder - verliep ongeveer even bizar. Tijdens een bezoek aan een van zijn vele drugsdealers voelde pa hoe er aan zijn strakke spijkerbroek werd getrokken. Toen hij omlaag keek, bleek er een zesjarig ventje aan te hangen. Het mannetje sprak de beroemde woorden: ‘Mijn moeder zegt dat jij mijn vader bent.’

Zo gaan die dingen, in het leven van Ian Fraser ‘Lemmy’ Kilmister. Of beter: zo gingen ze.

Afgelopen maandag, vier dagen na zijn zeventigste verjaardag, overleed het belangrijkste boegbeeld uit de hardrock en heavy metal. Een plotseling opgekomen vorm van agressieve kanker maakte een eind aan het leven van de oprichter, bassist en zanger van Motörhead.

Maar wie was Lemmy? Een portret aan de hand van beslissende momenten.

Willekeurige plek ter wereld, backstage, 1975-2015

Elke avond een andere metropool, maar altijd weer dezelfde kleedkamer. Hij zat er meestal alleen, maar had er zijn handen vol. Links een glas Jack and Coke, rechts de hendel van zijn trouwe, eenarmige bandiet die de roadies telkens braaf voor hem meesleepten.

Aan zijn chronische gokverslaving had hij zijn bijnaam te danken. Zodra hij als puber weer eens al zijn zakgeld in de fruitautomaat had gesmeten, ging hij leuren bij zijn maten, of desnoods vage bekenden. ‘Leen me even wat man,’ zei-ie dan. Lend me some. Dat verbasterde tot Lemmy. Het werd zijn merknaam, als frontman van de hardste band op aarde, zoals het officieel is vastgelegd in het Guinness Book of Records.

‘Zanger-bassist,’ dat is een relatief begrip. Het zingen was meer grommen en rochelen. Zijn bas klonk helemaal niet als bas, maar als een bruut sloopkoor van kettingzagen. Met dank aan Jimi Hendrix, bij wie hij nog roadie is geweest. Hendrix wist wel hoe je een muur van geluid moest metselen.

Dat hij überhaupt nog zo lang heeft geleefd, is een medisch wereldwonder

Van je zwakte je kracht maken, het werd zijn handelsmerk. Bij de psychedelische spacerockband werd hij ontslagen - niet vanwege muzikale meningsverschillen, maar door ‘drugssnobisme’: zijn op lsd trippende medebandleden keken neer op zijn amfetaminegebruik. Woedend richtte hij Motörhead op. Een ander woord voor speedsnuiver. Beter dan op hun debuutplaat is een drugsverslaving nooit bezongen, herstel: beschreeuwd. ‘Sunrise, wrong side of another day. Sky high and six thousand miles away.’ Drugsverheerlijking + belachelijk volume = 0,0 hitpotentie. Dat wist hij ook wel. Maar daar ging het hem niet om. Het moest snel zijn, hard en gemeen. Stone Deaf Forever!

En de grap is: ondanks de overdosis aan decibellen zou de jackpot toch nog vallen, uitgerekend met een nummer over gokken: ‘Ace of Spades.’ De beroemdste regels blafte hij avond aan avond vol overgave, vijfenveertig jaar lang. ‘You know I’m born to lose, and gambling is for fools. But that’s the way I like it baby, I don’t wanna live for ever!’

YouTube
Beluister hier ‘Ace of Spades’ van Motörhead.

Dat hij überhaupt nog zo lang heeft geleefd, is een medisch wereldwonder. Door het dagelijkse dieet van drank en drugs was zijn bloed namelijk dodelijk voor normale stervelingen, zo constateerde een arts toen Lemmy kwam informeren naar de mogelijkheden van een (hem door Keith Richards aanbevolen) bloedtransfusie. Omgekeerd zou ‘normaal’ (lees: alcohol- en amfetaminearm) bloed hém weer de kop kunnen kosten.

Rainbow Bar & Grill, Sunset Blvd, Hollywood

Als hij niet op tour was, zat hij hier in de Rainbow. Vanaf het moment dat hij van Londen naar Los Angeles verhuisde heeft hij zijn vaste plek, achterin op een barkruk achter de Photo Play. Bezoekers geloven nooit dat het De Echte Lemmy is, die zowat alle highscores van het gokapparaat op zijn naam heeft staan. Mede daardoor is de kroeg uitgegroeid tot waar bedevaartsoord.

In café The Rainbow in Los Angeles. Foto: Eamonn McCabe / Getty Images

En niet alleen voor fans, óók voor muzikanten. Ook gezaghebbende mastodonten als Metallica, Guns ’n Roses, Anthrax, Slayer en Slipknot noemen hem het icoon van de anti-concessie, de koppige held die altijd trouw blijft aan zijn eigen principes. Hij wees hun de weg.

Lemmy is God,’ zo vatte Nirvanadrummer en Foo Fighter Dave Grohl het samen. Want waar andere rocksterren gaandeweg gierend uit de bocht vliegen, maakt hij altijd gewoon weer een nieuwe plaat, tweeëntwintig in totaal. En die is, zoals achter op het oerlelijke bandshirt staat, gewoon weer ‘louder than anything else.’

Behalve de hardste band op aarde was Motörhead waarschijnlijk ook de lelijkste, al schijnt dat geen Guinness Book of Records-categorie te zijn. Geluk bij een ongeluk: schoonheid is verdacht in zijn genre. Daarom koesterde hij de twee gigantische wratten die dwars door zijn bakkebaarden heen prikten, net als de flaporen die uit zijn cowboyhoed staken.

Foto: Eamonn McCabe / Getty Images

Het heeft zijn heldenstatus alleen maar vergroot. Een afzichtelijke gast die allesverwoestende takkeherrie maakte en het van roadie tot rockheld schopte: dat is een ultiem toonbeeld van troost. Als hij het kan, dan kunnen we dat allemaal. Zo’n leidend figuur was nodig in het genre dat bekendstaat om zijn minderwaardigheidscomplex. Waar ongeïnteresseerde leken klassieke muziek, country, classic rock of kleinkunst normaal gesproken tegemoet treden met verpletterende onverschilligheid, zorgt heavy metal op een of andere manier altijd voor hilariteit. Housers lachen nooit hiphoppers uit, bluesfanaten laten Bachfans ongemoeid, maar om metalheads moet altijd worden gegiecheld.

Toch even een kleine correctie: ze mogen hem dan hebben gezien als de uitvinder van de metal, zelf zag hij dat helemaal niet zo. ‘Remember,’ zei hij altijd aan het eind van iedere show. ‘We are Motörhead, and we play rock ’n roll.’ Het heeft ermee te maken dat hij nog uit de tijd stamde van vóór de rock ’n roll. Zíjn helden zijn: Elvis Presley, Jerry Lee Lewis, Little Richard en Tommy Steele. Maar beter dan The Beatles wordt het nooit. Ze waren de Allerbeste Band Aller Tijden. Hij heeft ze nog gezien toen ze piepjong waren, in Magisch, was het.

Bovendien: hoe hard zijn eigen band ook scheurde, het ging ook om de hooks. Daarom was hij bijvoorbeeld ook fan van ABBA. Ze maakten de perfecte pop, vond hij, want zelfs als je de nummers haat, fluit je ze mee. Om een goed liedje te schrijven, heb je meer nodig dan twee opgestoken middelvingers.

Londen, 1967

Dagenlang was hij wakker gebleven. Dit keer niet vanwege de speed, maar door verdriet. Sue was de liefde van zijn leven. Haar vrienden vonden hem een lelijke bleekscheet die met zijn poten van een jonger zwart meisje moest afblijven. Zijn vrienden snapten niet wat hij in ‘zo’n negerin’ zag. Bollocks! Dan maar geen vrienden. Ze waren stapelverliefd en gingen samenwonen. Tot Sue heroïne ontdekte. Hij haatte die troep, maar kon haar er niet van afhouden. Hij was met Hawkwind op pad toen hij het hoorde: verdronken in bad, sky high door de dope.

Maar hoe ruw de bolster ook leek, een enkele keer brak zijn gebroken hart er toch doorheen

Sindsdien heeft hij de liefde afgezworen. In interviews hield hij vol dat spelen in een rockband simpelweg niet samenging met een relatie. Vandaar de strippers, groupies en scharrels. De mythe dat het er tweeduizend waren, heeft hij moeten ontkrachten. Het waren er uiteindelijk zo’n duizend, zou hij later verklaren. Om er aan toe te voegen dat dat best meevalt, voor een eeuwige vrijgezel van bijna zeventig. ‘You do the math.’

Maar hoe ruw de bolster ook leek, een enkele keer brak zijn gebroken hart er toch doorheen. Bijvoorbeeld toen hij voor Ozzy Osbourne de mierzoete Mama, I’m coming home’ schreef. Onbegrijpelijk, zouden de Osbournes later unaniem verklaren: dat iemand die zó ver van hun afstond, hun huwelijksmisère zó goed doorzag. Het album waar het nummer op belandde, verkocht gigantisch. De titel leek zowaar toepasselijk op de afspraak die Lemmy ruim twintig jaar eerder met zichzelf maakte: No More Tears.

Facebook, 28 december 2015

There is no easy way to say this... our mighty, noble friend Lemmy passed away today after a short battle with an extremely aggressive cancer.’

Foto: Jason Nocito / HH

Aldus van Motörhead, maandagnacht. Toegegeven: de Schijnbaar Onsterfelijke werd de laatste jaren wel erg broos en breekbaar. ‘Hallo Eindhoven,’ riep hij in 2013, trillend als een rietstengel en bijna doorzichtig op het metalfest Fortarock in Nijmegen. Op het Duitse Wacken Open Air – ’s werelds grootste hardrockhoogmis – moest hij hetzelfde jaar de show staken.

Ook al kwam het eind in zicht, de grappen bleven. Bijvoorbeeld toen hij verklaarde zijn dagelijkse whisky-cola te hebben vervangen door een wodka-jus: ‘Veel gezonder!’ Maar afgelopen september liep hij in Austin halverwege een nummer van het podium, na ‘I can’t do it’ te hebben gestameld. En toch: een maand later ging de metalcruise Motörboat wél gewoon door. In vijf dagen voer ‘The Loudest Boat In The Wörld!’ van Miami naar de Bahama’s en weer terug, met aan boord dertig oorverdovende bands en een veelvoud aan uitzinnige, schaars geklede headbangers. Lemmy oogde krachtig, schreven recensenten.

En ook al was het dan niet op het podium, Lemmy stierf wel degelijk in het harnas, zo leert de Facebookverklaring: ‘He was at home, sitting in front of his favorite video game from The Rainbow which had recently made its way down the street.’

Lees verder:

Hoe een wereldberoemd muzikant troost vond in het satanisme Selim Lemouchi maakte op 33-jarige leeftijd een einde aan zijn leven. Hij was een overtuigd satanist en oprichter van The Devil’s Blood, een occulte Nederlandse rockband die wereldwijd grote invloed had. Een jaar na zijn dood een terugblik met zijn naasten. ‘Ik reed vaak met hem naar het slachthuis om bloed te halen.’ Lees hier mijn vorige verhaal Wie de wereld wil veranderen moet onredelijk, onrealistisch en onuitstaanbaar zijn Waarom is kritiek op immigratie nu gemeengoed, terwijl je er dertig jaar geleden nog voor werd vervolgd? En waarom lijkt Zwarte Piet nu te verdwijnen, terwijl vijf jaar geleden vrijwel niemand er racisme in zag? Hoe komen, kortom, grote veranderingen in ons wereldbeeld tot stand? Maak kennis met een van de meest verhelderende verklaringen. Lees hier het verhaal van Rutger Bregman terug