Op een dag gebeurde er iets wat jarenlang het mooiste was wat er gebeurde in het asielzoekerscentrum. In onze gang kwam Jelena, een Russisch meisje, te wonen. Ze was bloedmooi. Ze leek op Ze kwam plotseling, als een bliksem.

Meteen veranderde het asielzoekerscentrum in het allerchicste paleis ter wereld. Haar schoonheid verzachtte alles. Ik stond in de keuken vlak bij de gang en wachtte tot zij de douche uitkwam. Ik had haar als een blonde bliksemschicht met een toilettas in de vrouwendouche zien verdwijnen, toen ik een irritante stem achter me mijn naam hoorde roepen.

‘Ze is mooi, hè?’ Ik wilde Kadhem niet laten zien dat ik stiekem naar de vrouwendouche keek, want dat was niet respectvol en zeer onaardig.

‘Ja, ze is mooi,’ zei ik schouderophalend.

‘Erg mooi?’ vroeg hij.

‘Erg mooi.’

Illustratie: Cliff van Thillo

Het voelde alsof de vrouw in mijn keel geduwd was en ik haar of moest doorslikken of uitspugen, ik kreeg het benauwd. Jelena leek op een snelkookpan, de laatste fles water in de woestijn, op de tandarts in het weekend of een kurkentrekker in een bos. Een bevrijding.

Haar bestaan in het asielzoekerscentrum maakte alles mooi. Haar schoonheid was Russisch, haar gezicht rond, haar lippen dik en rood en ze had blonde krullen. Alle asielzoekers waren verbaasd: hoe was zij ontsnapt aan de pooiers, loverboys en meisjeshandelaren? Alle mannen en jongens in het asielzoekerscentrum liepen achter haar aan. Er werden vele verhalen om haar heen bedacht. Een daarvan was dat ze een besmettelijke seksueel overdraagbare aandoening had of dat ze met iedereen die haar twintig gulden gaf naar bed ging of dat ze de vriendin was van de grootste hasjsmokkelaar in Rotterdam. Veel asielzoekers beweerden dat zij in haar kamer waren geweest. Ze sprak Engels met een Russisch accent en herhaalde Engelse woorden, die ik grappig vond, zoals incredible. Soms kwamen de Engelse lettergrepen als een puzzel uit haar mond en moest je ze bij elkaar zoeken om te begrijpen wat ze bedoelde: ‘I want happenis deep in my geart and I need credit for that.’

Illustratie: Cliff van Thillo

Iedereen had respect voor haar als ze aanwezig was. Dan was ze de machtigste, de mooiste, de heiligste, de liefste. Maar als ze afwezig was, was ze een smerig hoertje. En niet alleen asielzoekers respecteerden haar, ook de Nederlanders die in het asielzoekerscentrum werkten. Ze behandelden haar nooit als een asielzoeker. Met mijn eigen ogen zag ik een man van de vreemdelingenpolitie naar haar glimlachen en haar groeten. Hij stond even stil om met haar te kletsen. En dat was anders absoluut onmogelijk in het asielzoekerscentrum. Ze opende de deur van haar kamer tussen halfnegen en halftien om naar buiten te komen met een gezicht met de slaap er nog in. Gelukkig was haar kamer O124 tegenover de keuken. Daarom bakte ik tussen halfnegen en halftien eieren of maakte ik thee om haar in haar zebrapyjama naar de douche te zien lopen met haar toilettas in haar hand. Met de tijd moest ik het gasfornuis bij de deur en niet te ver de keuken in steeds vroeger reserveren, want steeds meer asielzoekers gingen eieren bakken en thee maken tussen halfnegen en halftien ’s ochtends.

‘Je wacht op haar, hè?’ zei Kadhem. ‘Je moet de omelet omdraaien, anders brandt hij aan, zoals jij vanbinnen door dat Russische schatje.’ Ik knikte, terwijl ik de omelet omdraaide. ‘Jij wacht op haar. Zainab wacht op de ambtenaar van de IND die haar dossier heeft. Iedereen wacht,’ zei hij met een trotse stem, alsof hij niet bij het wachten hoorde.

‘En jij, waar wacht jij op?’ vroeg ik hem.

‘Geld van mijn broer in Dubai om de beste advocaat in te huren. Ik zal die verblijfsvergunning krijgen en hier weggaan en jij zal bij mij komen wonen, man. Niet alleen jij, Semmier, maar ook die Russische van kamer O124 en die Afrikaanse met het beste kontje ooit in kamer B80 en die Roemeense met de lekkerste tieten van G31, de Tsjetsjeense met de lekkerste… lekkerste… mooiste ogen van B27, de Chinese met de gladste benen van G43 en de Iraanse, ach, die Iraanse in G50, ach. Jammer genoeg kunnen we die Afghaanse van B65 niet meenemen, anders slacht haar broer ons af.’ Hij noemde alle jonge vrouwen met hun kamernummers één voor één op.

‘Als je alle vrouwen mee naar huis neemt, heb je een heel asielzoekerscentrum nodig, en een crèche ernaast,’ zei ik tegen hem. Hij lachte hard. Als hij lachte werd hij meteen kleiner, want dan liep zijn trots leeg.

Meer lezen?

Van Irak naar Nederland met een vals paspoort, deze roman neemt je mee In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment een: zijn aankomst met vals paspoort op Schiphol. Lees het fragment hier terug Waarom alle oudere Irakezen op twee dagen geboren zijn In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment twee: zijn zesenhalf uur durende verhoor. Lees het fragment hier terug Het tegenwicht voor de IND en het COA? De achtjarige docent Sanne In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment drie: Nederlandse les van de achtjarige Sanne. Lees het fragment hier terug Rico heeft wel papieren (en leert ons hoe rijk Nederland is) In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment vier: de hond die wel papieren had. Lees het fragment hier terug Zo ziet een asielzoekerscentrum er van binnen uit In mijn nieuwe roman Hoe ik talent voor het leven kreeg raakt de Iraakse civiel ingenieur Semmier Kariem gevangen in de Nederlandse asielprocedure. In fragment vijf: negen jaar wachten in een asielzoekerscentrum. Lees hier het fragment terug Meer lezen? Hoe ik talent voor het leven kreeg verschijnt 14 januari bij Uitgeverij Jurgen Maas. Hier lees je er meer over Waarom De Correspondent voorpubliceert uit de roman Hoe ik talent voor het leven kreeg Zeven fragmenten uit de roman Hoe ik talent voor het leven kreeg verschijnen deze weken op De Correspondent. Waarom? Lees daar hier meer over