Ergens boven mijn hoofd loopt een rat. Dus stop ik de uiteinden van mijn klamboe stevig onder mijn matras. Vannacht slaap ik bij en haar familie. Zij wonen in Korail: een van de grootste sloppenwijken van Dhaka, de explosief groeiende hoofdstad van Bangladesh.

Om een beter zicht te krijgen op het leven in de sloppenwijk, blijf ik af en toe een nacht bij Arju slapen. Op zulke avonden kleur ik met Arju’s jongste dochter, kijk ik met haar zonen tv en baan ik mij een weg door de bergen rijst die mij worden voorgezet. Stelt Arju me daarna voor aan allerhande buren, winkeliers en marktkooplui uit de nabije omtrek, met wie ik in mijn beste Bengaals haperende gesprekjes voer onder het genot van ontelbare glaasjes mierzoete thee.

Logeren bij Arju komt er indirect op neer dat ik ook bij haar buren logeer, met wie ze een kookplaats, toilet, wasplek en piepklein stukje aardoppervlak deelt. Het komt me voor alsof ik met de voltallige bevolking van Korail in een reusachtige tent overnacht. Een tent waar bijna niemand lijkt te slapen.

Het woord dat Korail het best omschrijft is dan ook ‘muurloos.’ De afscheidingen tussen mensen en hun huizen zijn marginaal en provisorisch. En wat houden ze nou eigenlijk tegen? Niet de kakkerlakken, de ratten, de muskieten, de hitte, het water, het stof en het geluid.

Dit gebrek aan solide muren heeft ook een voordeel. Het maakt Korail tot een plek waar de ander per definitie toegankelijk is. Tot een plek waar buren elkaar bijstaan, waar ze zowel nood- als ongedwongen met elkaar samenleven.

Want een sloppenwijk is meer dan een verzameling wankele huizen tussen het vuil. Het is in de eerste plaats een gemeenschap, een wereld op zich, die wonderbaarlijk genoeg vaak functioneert.

Graag neem ik jullie ermee naartoe om te laten zien wat privacy hier betekent en hoe groot het sociaal vangnet is. Maar eerst: het ontstaan, het werken en leven in de wijk.

Een taxiboot die heen en weer pendelt over het meer. Foto: Hollandse Hoogte

Het ontstaan van de sloppenwijk

Sinds het begin van de jaren negentig werkt Korail als een magneet op de gestage stroom migranten van het platteland. Mensen die Dhaka een van de snelst groeiende ter wereld maken. Alhoewel niemand precies weet hoeveel inwoners Korail herbergt. Naar schatting wonen er zo’n 100.000 mensen tussen de grijzig glinsterende stukken golfplaat. Sommige bewoners hebben hun land verloren als gevolg van overstromingen of riviererosie. Anderen hopen simpelweg op meer werk en een beter inkomen in de Uiteindelijk willen de meesten terugkeren naar waar ze vandaan komen.

In 2012 woonde één derde van de stadsbewoners uit ontwikkelingsgebieden in sloppenwijken. Dat zijn ruim 862 miljoen mensen

Overal ter wereld wemelt het van dit soort gelukzoekers. Meer dan de helft van de totale wereldbevolking woont inmiddels in steden, zo claimen En 70 procent van die stedelijke bevolking leeft in ontwikkelingslanden. In 2012 woonde zodoende één derde van de stadsbewoners uit ontwikkelingsgebieden in sloppenwijken. Dat zijn ruim 862 miljoen mensen.

Sloppenwijken als Korail zijn het onbedoelde bijverschijnsel van de aanzuigende die steden overal ter wereld uitoefenen op kapitaal en arbeidskracht. Voor de hordes werkzoekers die vanaf het platteland naar de stad trekken, is zo’n wijk een gunstige bestemming.

Foto: Allesandro Grassani/Hollandse Hoogte

Waar de bewoners werken...

Korail ligt op een steenworp afstand van twee van de welvarendste buurten van Dhaka, waar veel vrouwen werk vinden als schoonmaakster. Een andere belangrijke werkverschaffer is de textielindustrie. Een kleurrijke, saamhorige sliert van jonge vrouwen trekt elke ochtend te voet naar een nabijgelegen fabriek.

Wat er allemaal schuilgaat achter het T-shirt dat je aanhebt Bijna twee jaar geleden stortte het krakkemikkige bedrijvencomplex Rana Plaza in Bangladesh in. Vijf kledingfabrieken, die onze T-shirts en broeken produceren, waren daar gevestigd. 1.138 mensen kwamen om, 2.515 mensen raakten gewond. Ik sprak Shila, een 24-jarige overlevende, en vroeg haar of er sinds de ramp iets is veranderd in de Bengaalse rampfabrieken. Lees het verhaal over de Bengaalse textielindustrie hier terug

Veel mannen verlaten Korail ’s ochtends op een van de vele fietsriksja’s die het straatbeeld van Dhaka tellen. Het onvermijdelijk gedrang in de vroege ochtend door de nauwe straatjes van Korail vormt een voorproefje van de onafzienbare verkeersdrukte die hen de rest van de dag te wachten staat.

Korail is niet alleen te voet of per riksja te bereiken, ook over het water. Het stuk land waarop de sloppenwijk ligt, wordt aan drie kanten omgeven door Banani Lake: een plas stilstaand water waarin een weelde aan vuilnis en afval drijft. Vanaf een kleine haven varen platte bootjes naar de overkant van het meer waar de huurprijzen aanzienlijk hoger liggen. Vervolgens leidt een nauw weggetje vanaf de haven langs allerlei winkeltjes en bedrijfjes: petieterige naaiateliers, theekraampjes, winkels waar afval gerecycled wordt en apotheekachtige handeltjes met een keur aan medicijnen. Een doolhof aan steegjes voert uiteindelijk naar Bou Bazaar: een grote, levendige markt in het zuiden van

Vis wordt verkocht op de markt in Korail. Foto: Allison Joyce/Redux

...en waar ze leven

Op de avonden dat ik bij Arju overnacht, brengen we er geregeld een bezoek aan. Onder de laaghangende luifels is van alles te krijgen: bloederige stukken koeienvlees, nog levende kippen, een keur aan verse groenten en kleurrijke specerijen, en uiteraard de twee hoofdbestanddelen van elke maaltijd in Bangladesh: rijst en linzen.

De gezamenlijke binnenplaats behoort toe aan de vrouwen die in de buitenlucht groenten snijden en vis ontleden, terwijl de kinderen binnen wat aan het studeren zijn

Terwijl we tussen de kraampjes door laveren, fluistert het achter ons ‘bideshi, bideshi,’ buitenlander, buitenlander. Hier en daar stoppen we bij een kraampje of winkeltje en stelt Arju me voor aan een van haar vele kennissen. Ze is bekend in dit deel van Korail vanwege haar met lokale ontwikkelingsorganisaties en politieke leiders: de twee invloedrijkste spelers in de sloppenwijk.

Haar huis bevindt zich een eindje verderop. Een golfplaten deur leidt naar een verharde binnenplaats waaraan een stuk of tien kamers grenzen. In het midden bevindt zich onder een afdakje een kookplek met gasstel. Verderop, in een uithoek, is het gezamenlijk toilet.

De gezamenlijke binnenplaats behoort overdag toe aan de vrouwen die in de buitenlucht op krukjes groenten snijden en vis ontleden, terwijl de kinderen binnen wat aan het studeren zijn. Kamers in Korail zijn klein en worden vaak grotendeels in beslag genomen door een hard tweepersoonsbed dat voor allerhande doeleinden gebruikt wordt: studeren, spelen, slapen, eten en (zeker niet in de laatste plaats) voor tv-kijken.

Het is ook de plek waar ik doorgaans afneem. En erachter kom wat privacy en het sociale vangnet hier betekenen.

Foto: Hollandse Hoogte

Hoe weinig privacy hier betekent

De alomtegenwoordigheid van mensen, ogen en stemmen maakt Korail in eerste instantie een intimiderende plek. Verder vallen de hopen afval, rondzwermende vliegen en open riolen op. Maar zo gauw je ergens gaat zitten om een kopje thee te drinken, ontpopt Korail zich snel tot gezellige buurt. Er is altijd wel iemand om een gesprek mee aan te knopen. Vaak is de thee al betaald voordat het glaasje leeg is. Arm en rijk nemen gastvrijheid in Bangladesh bloedserieus.

Diezelfde gastvrijheid stelt mij in staat zonder aankondiging bij mensen op bezoek te gaan, al heb ik daar in eerste instantie de nodige reserves bij. We kunnen toch niet zomaar bij mensen naar binnen banjeren? Maar mijn tolk Shathy is cultureel niet belast met een allesoverheersend respect voor privacy. Ze loopt dikwijls zomaar ergens het erf op.

Zonder uitzondering worden we hartelijk ontvangen. Het maakt niet uit dat de aanwezige vrouwen druk bezig zijn met de voorbereidingen voor het eten, of dat hun man net is thuisgekomen om te lunchen. Er is altijd wel een krukje te vinden waar ik met mijn notitieblokje op mag plaatsnemen. Vaker nog biedt een van de bewoonsters haar kamer en het bijbehorende tweepersoonsbed als zitplek aan. Soms ligt daar nog een ziek of oud familielid te slapen.

Gefascineerd door het overweldigende gebrek aan persoonlijke ruimte in de sloppenwijk, probeer ik het onderwerp ‘privacy’ in mijn interviews ter sprake te brengen. Het begrip laat zich moeilijk vertalen en ik word keer op keer verkeerd begrepen.

Zo ga ik op een dag in gesprek met een groepje (buur)vrouwen, stuk voor stuk gehuld in kleurrijke sari’s. De meesten wonen al zo’n twintig jaar in Korail. Ze beschouwen het gezamenlijke erf met daaromheen de afzonderlijke kamers als ‘één huis.’ Als een van hen weggaat, zorgen de anderen voor de kinderen. ‘Wat als je even alleen wilt zijn?,’ dring ik aan. ‘Als we alleen zijn, denken we aan vroeger. Aan onze moeders, aan onze dochters en aan ons dorp,’ vertelt een van de vrouwen. Als ze daar te lang over nadenkt, voelt ze zich verdrietig. Dan zoekt ze liever het gezelschap van haar buren op.

Samen bespreken de buurvrouwen alle mogelijke onderwerpen: hun kinderen, familiezorgen, geld, de oplopende elektriciteitsprijzen. Pas laat op de avond trekt ieder zich terug in haar eigen kamer, en zelfs dan gaat de deur soms niet dicht. Voor de deuropening wordt losjes een gordijn gehangen.

Kinderen poseren voor de foto. Foto: Hollandse Hoogte

En hoe groot het sociale vangnet hier is

‘We leven hier samen.’ Het is een zin die ik tijdens mijn onderzoek steeds opnieuw hoor. Het verbaast me niet, want als je hutjemutje op elkaar woont, ontkom je niet aan het gezelschap van je buren. Of het nu om de ruimte, douche, toilet of toch al beperkte gas- en drinkwatertoevoer gaat: samen delen is in Korail niet optioneel.

‘Zorgt dat eindeloze delen nooit voor ergernis?’ vraag ik mijn informanten geregeld. ‘Natuurlijk maken we weleens ruzie,’ luidt het antwoord meestal. Maar dat is op het platteland niet anders. Daarbij vallen die strubbelingen in het niet bij de voordelen van het samenwonen

Dat samenleven geen noodzakelijk kwaad is, maar het leven juist lichter maakt omdat het sociale zekerheid biedt, wordt me duidelijk tijdens een gesprek met Raksona. Zij runt een winkeltje dat direct aan de weg grenst en ze serveert voorbijgangers gloeiendhete melkthee.

Terwijl ze in de grote pot thee blijft roeren, vertelt Raksona over de vele uren die ze doorbrengt met haar buren. Ze lopen elkaars huizen binnen zonder te kloppen en lenen elkaar geld in geval van nood.

Raksona is sterk van hen afhankelijk. Vooral sinds ze haar baan in de textielindustrie moest opgeven in verband met nierproblemen. Haar man lijdt aan een hartkwaal en kan het zware werk als riksjabestuurder niet langer aan. Ze hebben nauwelijks directe familie en hun enige zoon is op jonge leeftijd overleden. Gelukkig zijn er de buren.

‘Ik heb niemand’ drukt in Bangladesh een veel tragischer vorm van armoede uit dan ‘ik heb niks’

‘Ik heb niemand’ drukt in Bangladesh een veel tragischer vorm van armoede uit dan ‘ik heb niks,’ schreef de ontwikkelingsdeskundige Joe Armoede wordt niet alleen gekenmerkt door een gebrek aan bezit, ook door het ontbreken van een vitaal netwerk waar je in tijden van crisis op kunt terugvallen.

Een studie van twee Duitse wetenschappers, Boris Braun en Tibor Aßheuer, komt tot eenzelfde conclusie. Zij onderzochten in 2009 hoe bewoners van vijf sloppenwijken in Dhaka omgingen met overstromingen. Wat bleek? Hun steunnetwerk bestond voornamelijk uit buren die minder ernstig getroffen waren.

De effectiviteit van dit sociale vangnet vloeit voort uit het onderlinge vertrouwen dat het samenleven in de sloppenwijk kenmerkt. Liefst 96 procent van de uit het Duitse onderzoek verklaarde hun buren te vertrouwen als het gaat om lenen van geld.

Dit sociale vangnet is niet waterdicht. Daarvoor zijn de bedreigingen van het leven in een sloppenwijk te groot en te talrijk. Wegen die tijdens het regenseizoen in een modderstroom veranderen. Riolen die overlopen. Hitte die in de zomer onder de gloeiend hete golfplaten daken blijft hangen en allerlei huidziektes verergert. Vliegen die overal rondzwermen en bij voorkeur neerstrijken op het eten.

Het dagelijkse leven in Korail is een mijnenveld van gezondheidsrisico’s. Of het nou een provisorische gasbrander is die in de fik vliegt, of een uitstekend stuk golfplaat waar mensen zich aan verwonden; een ongeluk zit letterlijk in een klein hoekje. En dan zijn er nog de fragiele huizen die niet altijd tegen weer en wind bestand zijn.

Korail. Foto: Alessandro Grassani/Hollandse Hoogte

Dus: levendig of onleefbaar?

Is de sloppenwijk een tragische plek of een plaats van hoop? Een levendige of onleefbare plek?

Ik heb Korail vooral leren kennen als een plek van tegenstrijdigheden.

Zo waren er dagen dat het gezellige gekeuvel nog nagonsde in mijn oren als ik de sloppenwijk verliet. Op zulke dagen verbaasde ik mij over het doorzettingsvermogen, de levenslust en de grootmoedigheid van de mensen die ik leerde kennen.

Maar er waren ook dagen dat de moed me in de schoenen zonk. Het tragische van de sloppenwijk zit ’m voor mij dan niet in de bergen vuilnis of de kilometers golfplaat, maar in het feit dat bewoners, ondanks hun onmisbare bijdrage aan de economie, als tweederangs burgers worden beschouwd en behandeld. De diensten die Dhaka de rest van zijn burgers aanbiedt, zoals behoorlijke wegen en voldoende afvalcontainers, zijn voor de bewoners van Korail niet beschikbaar. Hoewel ze maandelijks voor huur, water, gas en elektra betalen, hebben ze officieel geen recht op de huizen waarin ze wonen en de goederen waarvan ze gebruikmaken. Het geld verdwijnt veelal in de zak van invloedrijke, lokale figuren die onderling bepalen wie welk land mag Het is onduidelijk aan wie het gebied daadwerkelijk toebehoort. Een ding is zeker: de hongerige vastgoedsector van Dhaka aast al jaren op het lapje waardevolle grond. Altijd is er de dreiging van

Niets markeert deze marginale positie binnen de stad beter dan de enige solide, stenen muur die ik in Korail heb gezien: de muur om de wijk. Ik was getuige van de bouw, die ontelbare kleine straatjes deed doodlopen en vele winkeltjes van de ene op de andere dag deed uitkijken op een blinde muur.

Mijn hoop voor Korail is dat zijn inwoners op een goede dag niet alleen vrijelijk toegang hebben tot elkaar, maar ook tot de rest van de stad.

Korail vanaf het water gefotografeerd. Foto: Hollandse Hoogte

Verder lezen?

In Bangladesh slopen ze onze olietankers met hun blote handen Wat doe je met een afgedankte olietanker van 35.000 ton? Je dumpt hem op de stranden van Zuid-Azië, waar je er nog veel geld voor krijgt ook. Internationale maatregelen om de schade voor het milieu en de gezondheid te beperken, lopen op niets uit. Een verslag vanuit Bangladesh. Lees het verhaal van Dick Wittenberg hier terug Heel Bangladesh leeft achter prikkeldraad en niemand die het ziet Een Indiase grenswacht schoot een 35-jarige veehandelaar dood op de grens met Bangladesh. Dat is geen uitzondering: het hekwerk is een van de bloedigste grenzen tussen twee landen ter wereld. En bijna niemand die er over bericht of er iets aan doet. Een reportage langs de grens. Lees het verhaal van Dick Wittenberg hier terug