Vrienden werden vermoord of moesten vluchten voor hun leven. En nu kwamen ze voor hem en zijn mensen. Dus deed Andrew White (50) wat hij altijd doet als hij een vijand tegenkomt.

‘Ik nodigde de leiders van Islamitische Staat te eten uit.’

De zelfverzekerde priester staat bekend als de dominee van Bagdad en leidt een kerk buiten beschermd gebied. Zijn aanbod deed hij in 2014, toen de terroristische strijdkrachten de stad dreigden in te nemen.

Het antwoord?

‘IS zei: ‘Je kunt ons te eten uitnodigen, maar dan hakken we je hoofd eraf.’ Dus nodigde ik ze niet weer uit!’

Hij barst in lachen uit. Terwijl hij weet dat Islamitische Staat een prijs van 157 miljoen dollar op zijn hoofd heeft gezet.

Waar dit op uitliep? Op belangrijke lessen voor de bestrijding van IS.

Wie White is

Maar eerst: wie is White?

White was arts voordat hij priester werd en zou er nog steeds voor kunnen doorgaan, met zijn kleurrijke vlinderdasje en double-breasted blazer waar een zijden zakdoekje uit steekt.

Maar schijn bedriegt.

De afgelopen twee decennia heeft hij als bemiddelaar gewerkt in Israël en Palestina, Irak en Nigeria. Hij heeft de tafel gedeeld met terroristen, extremisten en de zoons van Saddam Hoessein.

‘Ze hebben me geen mailtje gestuurd om te zeggen dat het niet doorgaat’

Nu is White een Anglicaanse priester. Goed van de tongriem gesneden, ook al zorgt zijn multiple sclerose ervoor dat hij lijzig praat. ‘Toen ik het op de radio over Bagdad had, kwamen er klachten dat ik dronken was!’ De ziekte beïnvloedt ook zijn zicht en zijn evenwichtsgevoel, maar hij beweert dat hij de symptomen in toom weet te houden door zijn eigen stamcellen te injecteren.

Eerder werd ook op White geschoten en werd hij gekidnapt. Hij werd ooit gevangengehouden in een kamer die bezaaid was met de afgehakte vingers en tenen van andere mensen, totdat hij zichzelf vrij wist te praten. Als man met een jongensachtig enthousiasme zegt hij nergens bang voor te zijn, zelfs niet voor rechtstreekse levensbedreigingen.

‘Ze hebben me geen mailtje gestuurd om te zeggen dat het niet doorgaat,’ zegt White grinnikend, terwijl hij naar zijn reisgenoot Terry kijkt, een voormalige politieman.

Hoe voelt het om een prijs op je hoofd te hebben? ‘Dat voelt goed.’ Terry trekt zijn wenkbrauwen op en mompelt: ‘Zolang het hoofd er nog op zit.’

Wat hier aan voorafging

Even wat context. White heeft zijn Kerk van Sint Joris na de invasie van Irak heropend, ook al woedde er een burgeroorlog en durfden de diplomaten en expats die ooit de congregatie vormden er niet meer heen te gaan.

Foto: Justin Sutcliffe/Hollandse Hoogte

In plaats daarvan kwamen er Irakezen. 6.500 leden telde zijn gemeenschap. Ze bouwden een school, een kliniek en een voedselbank. White beloofde steeds te zullen blijven, zelfs toen het geluid van inslaande bommen steeds luider werd.

‘Twee jaar geleden stond IS aan de poorten van Bagdad. Ik zei tegen mijn mensen: Ik zal jullie niet in de steek laten; maar laat mij ook niet in de steek. Velen deden dat wel en gingen naar Nineveh en Mosul. IS was daar ook. Het was een enorme rotzooi.’

Ruim 1.200 mannen, vrouwen en kinderen die met hem hebben gebeden zijn de afgelopen jaren vermoord. Vier jongens die hij kende zijn onthoofd omdat ze weigerden trouw te zweren aan de islam. De conciërge van de kerk moest toekijken hoe zijn zoontje van vijf in tweeën werd gehakt.

En hoe het verder moet

Er waren ooit 1,5 miljoen christenen in Irak, nu zijn het er nog maar 260.000, zegt White. Sommigen noemen het genocide.

Gaat onderhandelen met IS dan werken? White staart me aan vanachter zijn uilenbrilletje. ‘Mag ik eerlijk zijn? U heeft absoluut gelijk. Je kunt niet met ze onderhandelen. Ik heb dat nog nooit over een groep mensen gezegd, maar deze zijn echt zó anders, zó extreem, zó radicaal, zó slecht.’

Wat moet er dus worden gedaan? ‘We moeten blijven proberen de deur open te houden. We moeten laten zien dat we bereid zijn met ze te spreken. Er zijn ook goede soennitische leiders; ze zijn niet allemaal zo slecht als IS.’

‘Het enige antwoord is dat we ze radicaal moeten vernietigen. Ik denk niet dat dit lukt door bommen te gooien. We moeten échte verandering bewerkstelligen’

Maar dan kan er toch slechts één logische conclusie worden getrokken? Hij zucht en antwoordt langzaam. ‘U vraagt me hoe we IS moeten aanpakken. Het enige antwoord is dat we ze radicaal moeten vernietigen. Ik denk niet dat dit lukt door bommen te gooien. We moeten échte verandering bewerkstelligen. Dat is iets vreselijks om als priester te zeggen.’

Ik ben geschokt door zijn antwoord, uit de mond van een man die zijn leven vaak in de waagschaal heeft gesteld om vrede te kunnen brengen.

‘Het doet ook echt pijn. Ik heb het zo hard geprobeerd. Ik zal alles doen om levens te redden en rust te brengen, en nu word ik door dood en verwoesting gedwongen te zeggen dat er een oorlog moet komen.’

Wat White nu doet

Zijn goede vriend en aartsbisschop van Canterbury Justin Welby moest White opdragen Bagdad met Kerstmis te verlaten. ‘Hij zei tegen me: ‘Wat je doet is zó belangrijk. Maar je bent voor ons nuttiger als je in leven blijft. Kom daar vandaan. Ga niet dood.’

Ze werkten ooit samen als mededirecteuren van het centrum voor vrede en verzoening in de kathedraal van Coventry, toen ze in het geheim gingen bemiddelen in bijvoorbeeld de Nigerdelta.

‘Mensen zeggen altijd dat ik roekeloos ben, geen angst ken en naar niemand luister, maar ik luister wel naar mijn bisschop. Misschien wist hij het beter dan ik. Nu zegt hij dat ik terug mag keren als ik maar aan niemand vertel wat ik doe en wanneer ik dat doe.’

Nu is White op tournee in zijn geboorteland om zijn autobiografie te promoten. Hij heeft een huis en familie in Sussex, maar zegt dat dit zijn langste bezoek aan Groot-Brittannië sinds jaren is.

We spreken elkaar tijdens het nuttigen van een paar sandwiches in de Cabinet Room van de Carlton Club, het heiligdom voor hooggeplaatste Conservatieven aan Piccadilly Square, waar de muren volhangen met portretten van grootheden uit de partij. Een van hen was de vader van een verpleegster waarmee hij datete. ‘Zij was een goede.’

White onderhield nauwe betrekkingen met het politieke establishment in Londen en in Washington. Hij heeft het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gehouden van zijn wederwaardigheden in Bagdad. Dezer dagen is hij voorzitter van zijn eigen die werkzaam is op de plek waar een groot deel van zijn congregatie heen is gevlucht.

‘Ik zie mezelf als de predikant van de Iraakse vluchtelingengemeenschap in Jordanië. Ik voorzie hen van voedsel, onderdak, onderwijs voor hun kinderen en een kliniek voor het verstrekken van medische zorg.’

Foto: Justin Sutcliffe/Hollandse Hoogte

De passie in zijn stem wordt versterkt door de moeite die het hem kost om de woorden fatsoenlijk uit te spreken. ‘Er was een jongen die Mario heette, wiens vader door IS was vermoord. Hij zei tegen me: ‘Wilt u nu mijn vader zijn?’ Ik zei: ‘Ja, natuurlijk.’ Ik zou voor hem zorgen, ik zou hem liefhebben, ik zou er als steun en toeverlaat voor hem zijn.’ White heeft hetzelfde voor andere kinderen gedaan. ‘Ze zien me allemaal als hun vader. Wat ze ook vragen, ik geef het ze. Dat maakt deel uit van mijn taak als priester.’

Hij woont nu in Jordanië, zegt hij. Maar hoe zit het dan met zijn vrouw en twee kinderen in Groot-Brittannië? ‘Mijn oudste zoon studeert nu in Cambridge. Mijn jongste zoon is thuis, en zolang hij de Rugby World Cup Final kan zien, is hij gelukkig. Mijn islamitische assistente Dr Sarah Ahmed en mijn jongste zoon kunnen heel goed met elkaar opschieten, en zij heeft hem min of meer geadopteerd. We hebben dus een zeer brede relatie met onze kinderen, zowel met degenen waar ik voor zorg in het Midden-Oosten als met degenen die in Engeland zijn.’

Hoeveel tijd besteedt White aan zijn zoons? ‘Normaal gesproken zie ik ze iedere zes weken. Jacob zei tegen me als ik te lang thuis was: ‘Pap, het is tijd om weer aan het werk te gaan.’ Ze weten niet anders. Ik ben daar nooit de hele tijd geweest.’

Hoe vindt zijn vrouw, Caroline, dit alles? ‘Prachtig,’ zegt hij met een stem die plotseling gespannen klinkt. ‘Totdat de zaken echt verkeerd gingen met IS, was ze nooit ongerust over me. De jongens waren ook nooit ongerust, totdat ze plotseling heel veel politie bij ons voor de deur zagen. Ze hadden gehoord dat er iets zou gaan gebeuren. O, hier staan pepermuntjes...’

‘Aardige mensen beginnen geen oorlogen’

Hij heeft de gewoonte om op dramatische wijze van onderwerp te veranderen als hij door een vraag op het verkeerde been wordt gezet. Als hij een pepermuntje wil pakken, stoot hij het schaaltje om. Hoe is het met zijn gezondheid? ‘Nou ja, ik denk dat ik ziek ben, nietwaar? In theorie althans. Ik heb multiple sclerose en zou niet moeten kunnen doen wat ik doe.’

White heeft zichzelf als proefkonijn opgeworpen voor een arts van het ziekenhuis op het terrein van zijn kerk, die hem injecteerde met stamcellen uit zijn eigen lichaam. ‘Dat heeft me in een mum van tijd opgeknapt. Het enige wat niet is verbeterd is mijn evenwichtsgevoel.’ Hij moet iedere zes maanden terugkeren voor een nieuwe behandeling. ‘Overal doen ze er onderzoek naar, maar wij dóén het gewoon.’

Er zijn er die zeggen dat hij roekeloos omspringt met zijn lichaam, zoals hij ook roekeloos is als het om vrienden gaat. Tariq Aziz, de vicepremier van Saddam (en een christen), was daar een van. ‘Ik ging hem opzoeken in zijn paleis, en later in zijn cel. Ik heb zijn begrafenis georganiseerd na zijn dood.’

Aziz was ‘een slecht mens,’ geeft White toe, maar hij voegt eraan toe: ‘Ik weet dat het regime vreselijk was, maar op een bepaalde manier hield ik echt van hem. Hij was speciaal.’ Wat betekent dat? ‘Dat was hij voor mij persoonlijk. Ik kon over alles met hem praten.’

Sommigen zullen daar boos om zijn, maar dat kan White niets schelen. Hij gelooft echt dat je van je vijanden moet houden, zelfs als ze een prijs op je hoofd zetten, en zelfs als oorlog onvermijdelijk lijkt. ‘Soms gebeurt het onmogelijke,’ zegt hij, zoekend naar hoop.

‘Als je vrede wilt sluiten, kun je dat niet alleen met aardige mensen doen. Aardige mensen beginnen geen oorlogen.’

Dit verhaal stond eerder in en is vertaald door Menno Grootveld.

Verder lezen?

Zo zie je Bagdad maar zelden Uit Irak komen al tijden alleen maar vreselijke berichten. Maar hoe is het alledaagse leven in dit door oorlog en terreur geteisterde land? Samen met fotograaf Marieke van der Velden volgde ik drie jaar lang de levens van vijf Bagdadi’s - in het park, de sportschool, het theater. Een verslag in woord en beeld. Lees het verhaal van Paulien hier terug Wat IS is volgens IS Er worden veel verklaringen gegeven voor de gruwelijkheden waaraan IS zich schuldig maakt. Maar hoe rechtvaardigt de groepering zichzelf? Ik onderzocht op basis van welke teksten en verhalen de beweging zich aan de wereld presenteert. Opmerkelijk: IS is daarbij regelmatig in tegenspraak met zichzelf. Waarschuwing: in dit stuk worden schokkende beelden getoond. Lees het verhaal van Robin de Wever hier terug De strijd tegen extremisme begint met die voor mensenrechten, stelt deze ex-jihadist Dertien jaar lang ronselde Maajid Nawaz (36) islamitische jongeren voor de stichting van een wereldwijd kalifaat. Nu staat hij aan het hoofd van een denktank tegen extremisme. Zijn belangrijkste les: geef boze jonge moslims een geloofwaardig alternatief, door zelf consequent de mensenrechten na te leven. Ook in Guantánamo Bay. Een interview. Lees het verhaal van Robin de Wever hier terug Zo bestrijd je IS Ik reisde de wereld over om een antwoord te krijgen op de vraag: wat is Islamitische Staat? Vandaag het tweede deel van een tweeluik, over de vraag: hoe bestrijd je IS? Lees het verhaal van Graeme Wood hier terug