Een technische universiteit is niet de eerste plek waar je verwacht dat er stevig wordt gepleit voor zoiets softs als emoties. Toch reis ik op een verregende dag naar de Technische Universiteit Delft om met twee onderzoekers te spreken over angst, woede, blijdschap en andere gevoelens die door allerlei vormen van technologie worden opgewekt.

Delfts technologiefilosoof zich al jaren bezig met de gevoelens rond controversiële zaken als kernenergie en genetisch gemanipuleerd voedsel. Haar missie: een herwaardering van emoties in technologische debatten. Een aanpak die ook daarbuiten nuttig kan zijn.

Waarom zijn emoties een probleem?

‘Emoties worden in discussies vaak gezien als boosdoener. Terwijl we zonder emoties slecht in staat zijn om besluiten te nemen. Waarschijnlijk hebben emoties die slechte reputatie omdat ze vooral opvallen als dingen niet goed gaan. Als mensen heel boos worden.’

‘Je bent boos omdat iets wat belangrijk voor je is in het geding is. Je bent bang omdat je iets kan verliezen wat veel voor je betekent’

Nicole Huijts, die in 2013 promoveerde op de visies van burgers op CO2-opslag en waterstoftankstations en nu postdoc-onderzoeker is bij Roeser, vult aan: ‘Emoties worden nu vaak weggezet als irrationeel of verstorend. Sabine en ik willen laten zien dat ze zijn gebaseerd op waarden die mensen belangrijk vinden. Je bent boos omdat iets in het geding is wat belangrijk voor je is. Je bent bang omdat je iets kan verliezen wat veel voor je betekent. Die emoties als nutteloos of verstorend verwerpen, helpt niet. Beter is te vragen waar emoties vandaan komen. Waarom heeft iemand dat gevoel?’

Wat is hier zo vernieuwend aan?

Met die opstelling maken ze korte metten met de traditionele tegenstelling tussen emotie en ratio, tussen hoofd en hart. In de traditionele visie moet zeker over technologische zaken met het verstand worden geoordeeld. Voor emoties is geen plaats. Roeser: ‘Dat is een heel diepgewortelde tegenstelling in onze samenleving en in allerlei wetenschappelijke disciplines. Heel overzichtelijk ook, net als het onderscheid tussen subjectief en objectief. Maar de wereld is soms veel complexer dan dit soort simpele tegenstellingen doen vermoeden. Als daardoor kansen blijven liggen en onnodige problemen worden veroorzaakt, dan is het belangrijk om daar anders over te denken.’

Illustratie: Lien Geeroms

Neem kernenergie: het is te eenvoudig om tegenstanders als irrationeel en ondeskundig af te schilderen. Voor een volledig beeld van de voors en tegens van kernenergie is het juist nodig ook het leed van de slachtoffers van het ongeval in Fukushima te kennen, betoogt Roeser.

Roeser is niet de enige die voor een herwaardering van emoties pleit. ‘De meeste emotieonderzoekers, zowel filosofen als psychologen, zien emoties als een belangrijke bron voor het nemen van verstandige besluiten. Een die niet onfeilbaar is. Emoties kunnen ons misleiden, maar dat geldt voor alle

Roesers vernieuwende bijdrage is dat ze deze inzichten over emoties specifiek in de context van besluitvorming over risico’s heeft ontwikkeld. Ze brengt haar boodschap ook via adviesorganen over genetische manipulatie en radioactief afval en ze adviseerde mede over het nieuwe veiligheidsbeleid van de overheid. ‘Daar staat expliciet in dat er aandacht moet zijn voor emoties en waarden,’ zegt ze tevreden.

‘Communicatiewetenschappers hebben aangetoond dat mensen wel weten dat klimaatverandering een groot probleem is, maar gevoel voor urgentie missen. Die wetenschappers zeiden dat emoties misschien meer aangesproken moeten worden, maar vroegen zich ook af of dat verantwoord is. Wordt het niet een soort platte manipulatie, vroegen ze zich af. Maar dat is het smalle begrip waarin emotie wordt gelijkgesteld aan manipulatie en brainwashing zonder mensen aan het nadenken te zetten. Terwijl in het bredere begrip van emoties dat ik voorsta, deze worden gezien als bron van reflectie. Goede voorlichting speelt niet in op oppervlakkige sentimenten, maar kan door verhalen van slachtoffers van klimaatverandering het probleem dicht bij de mensen brengen. Daardoor kunnen mensen echt nadenken over hun eigen handelen.’

Illustratie: Lien Geeroms

De emotioneelste debatten gingen de laatste tijd niet over technische zaken, maar over migratie en asielzoekers. Volgens Roeser kiezen bestuurders in dit soort gepolariseerde kwesties vaak tussen twee uitersten, met in beide gevallen negatieve gevolgen. Of ze laten geen ruimte voor emoties en vallen in de ‘technocratische valkuil.’ Een besluit genomen op zakelijke gronden moet worden doorgezet, is dan de redenering. Of ze volgen klakkeloos het en tuimelen in ‘de populistische valkuil.’

‘Mensen zijn boos of bang en dus komt er geen asielzoekerscentrum.’ Een alternatief is de benadering die Roeser aanbeveelt, of het nu om windmolens of om asielzoekers gaat: de bredere blik. ‘Vaak zijn tegenstanders van asielopvang te vinden bij sociaal zwakkere groepen, die minder kosmopolitisch zijn ingesteld, en die wat vreemd is sneller als bedreiging ervaren. Een hulpmiddel in deze context zijn bijvoorbeeld de boeken van Khaled Hosseini zoals een heel toegankelijk boek dat je bij de HEMA kon kopen. Ik hoop dat politici na het lezen van dat boek het woord gelukzoeker nooit meer gebruiken. Dat soort boeken kunnen helpen bij het inleven in wat als bedreigend wordt ervaren.’

En hoe breng je dit in de praktijk?

Illustratie: Lien Geeroms

In de praktijk is het lastig om deze benadering toe te passen, erkent Roeser. ‘Het idee dat de rede superieur is, is zo diepgeworteld. Aan de andere kant zijn we best goed in het denken vanuit emoties. Als we met vrienden praten, gebruiken we gevoelens als inlevingsvermogen en compassie. Bij de discussie over een belangrijk maatschappelijk onderwerp moet het streven zijn niet alleen als tegenstanders aan tafel te zitten, maar ook proberen te begrijpen en ons in te leven wat voor impact bijvoorbeeld de aardbevingen in Groningen of wat de bewoners van Moerdijk voor angsten moeten doorstaan. Dat hoeft niet te betekenen dat alle emoties worden geaccepteerd. Het kan ook onaanvaardbaar zijn wat de ander te berde brengt.’

Maar als we de emoties van Moerdijkers en Groningers serieus nemen, betekent dat niet het einde van de chemische industrie en de gaswinning? Roeser: ‘Dat is vaak de zorg: als emoties eenmaal een rol krijgen, dan kiezen we steeds tégen technologie. Dat komt doordat de tegenstellingen vaak worden benadrukt. Door open te staan voor het gezichtspunt van de ander, kan de ruimte ontstaan om tot een compromis te komen.’

‘Het gaat om opbouwen van een relatie en laten merken dat het belangrijk is wat iemand heeft in te brengen. Maar ook laten merken dat er andere belangen op het spel staan’

Een voorbeeld. ‘In Zwitserland was discussie over de locatie van een opslag voor radioactief afval. Het bleek dat mensen de procedure belangrijker vonden dan de uitkomst. Als ze de procedure rechtvaardig vonden, waren ze bereid zich neer te leggen bij een uitkomst die misschien niet was wat ze zelf het liefst hadden gewild. Kortom: mensen zijn heel gevoelig voor de manier waarop ze worden bejegend. Het gaat om opbouwen van een relatie en laten merken dat het belangrijk is wat iemand heeft in te brengen. Maar ook laten merken dat er andere belangen op het spel staan.’

Die andere belangen en bredere context moeten bij de discussie betrokken worden, benadrukt Roeser. Neem de energievoorziening. Niet alleen gaswinning en kernenergie zijn emotioneel beladen thema’s, dat geldt ook voor windmolens en kolencentrales. Altijd is er wel een emotie die een blokkade kan opwerpen, maar op een gegeven moment zal er wel gekozen moeten worden. ‘Als je tegen elke vorm van energievoorziening nee zegt, en wel de hele dag stroom gebruikt, dan is er toch een probleem.’

Illustratie: Lien Geeroms

Het uitgangspunt van de techniekfilosofen in Delft is dat nadenken over technologie en ethiek niet een keuze tussen ‘ja’ of ‘nee’ is, waarbij de uitkomst steeds ‘nee’ wordt. Roeser: ‘Het gaat erom onder welke voorwaarden technologieën aanvaardbaar zijn en dat waarden expliciet worden besproken en worden betrokken bij het ontwerp van een technologie.’

Volgens Huijts en Roeser herkennen ingenieurs en bedrijven het belang van deze opstelling wel. Dat blijkt ook uit de belangstelling van het bedrijfsleven voor het project dat Roeser en Huijts met psychologen in Groningen Ze willen in de praktijk onderzoeken hoe emoties van invloed zijn op de oordeelsvorming, maar ook hoe managers en ingenieurs daarmee om moeten Dat gebeurt met fictieve gevallen, maar ook met een actuele casus, zoals rondom energiewinning.

De risico’s van een emotioneler debat

Er liggen wel risico’s op de loer bij het benadrukken van emoties, zegt Roeser. ‘Ik merk dat beleidsmakers en mensen uit het bedrijfsleven vaak denken: ‘Ja, ja, heel goed. Emoties kunnen we gebruiken om onze boodschap beter neer te kunnen zetten.’ Dan moet ik altijd zeggen: ‘Een stapje terug. Wat ik bedoel is emoties gebruiken om tot nadenken aan te zetten en in dialoog te gaan. En niet alleen om te zenden, zoals een marketingexpert.’

Illustratie: Lien Geeroms

Een ander risico is dat emoties verlammend gaan werken. Angst lijkt zich nu meer te manifesteren dan enige andere emotie: of het nu gaat om de komst van robots of van migranten of om klimaatverandering. ‘Angst is een heel primaire emotie. Het zet een overlevingsmechanisme aan het werk. Maar je moet het in perspectief plaatsen. Angst zou genuanceerd moeten worden door andere emoties. Dus de angst voor de vreemdeling zou moeten worden gebalanceerd met inlevingsvermogen. Homoseksuelen werden ook lang eng gevonden. Films kunnen een belangrijke rol spelen in de verandering van emoties, zoals de film deed in de VS.’

Roeser laat een verhelderend en ook positief geluid horen. Emoties niet als het einde maar als het begin van de discussie nemen, is vruchtbaarder dan het star vasthouden aan een scheiding van hoofd en hart. Haar nadruk op inlevingsvermogen is mooi, maar ik hou twijfels. Wie bepaalt wie zich in wie zal inleven? En kan het ideaal van meeleven met anderen, bijvoorbeeld in een discussie over asielzoekers, standhouden tegen de gevoelens van angst, bedreiging en achterstelling, die vertellen dat het een kwestie van overleven is?

Meer hierover?

Woede heeft ten onrechte een slechte naam. Een pleidooi voor een bewust boos 2016 Woedend zijn staat in onze samenleving vaak in het verdomhoekje, omdat het geassocieerd wordt met destructie en irrationaliteit. Ten onrechte! Want woede komt vaak voort uit een gevoel van onrecht en heeft een grote scheppende kracht. Een kracht die ik met jullie wil onderzoeken. Lees het verhaal van Rikko Voorberg hier terug Waarom progressieven niet zijn opgewassen tegen de retoriek van Wilders en Trump Terwijl gewelddadige jihadisten angst zaaien, oogsten conservatieve populisten aandacht met hun retoriek tegen moslims. Hoe die vicieuze cirkel te doorbreken? Het antwoord: progressieve liberalen moeten een taal leren spreken waarmee je de propagandaoorlog wél kunt winnen. Lees de column van Rob Wijnberg hier terug