Op de met tl-lampen verlichte parkeerplaats van het vliegveld zitten negen mannen naast elkaar op een betonnen muurtje. Sommigen hebben een rugzak bij zich, anderen dragen een dichtgeplakte plastic tas met wat spullen.

De informatie die hen door het tweekoppige ontvangstcomité wordt voorgeschoteld, lijkt meteen van ze af te glijden. De meesten kijken glazig voor zich uit, ongeduldig wachtend tot ze in de nacht mogen verdwijnen.

Deze negen mannen - of jongens, een aantal is nog minderjarig - hebben net voor het eerst voet gezet in hun thuisland. Dit omdat hun reis naar Europa mislukt is. Een ‘repatriëringsmissie’ van de IOM (International Organisation of Migration) bracht hen van Noord-Afrika terug naar Senegal. Terug naar het vliegveld van hoofdstad Dakar.

Sommigen zijn maanden mishandeld in een gevangenis in Libië, anderen waren nog maar net de grens over toen hun geld alweer op was. Voor alle negen begint nu het laatste en misschien wel het moeilijkste deel van de reis: aan het thuisfront uitleggen dat ze het beloofde continent Europa niet hebben gehaald.

Neem de zestienjarige Ibrahima Kandé. In het geniep verliet hij een paar weken eerder zijn geboortestreek Kolda, met enkel een rugzak over zijn smalle schouders. Zijn familie vertelde hij niets over zijn reisplannen. Zodra hij vanuit Europa een deel van zijn salaris naar huis zou sturen, zouden ze trots op hem zijn.

Zo zag hij het voor zich: hij zou via Bamako in Mali naar Ouagadougou in Burkina Faso reizen. En van daaruit door naar Agadèz, in het noorden van Niger. Vervolgens zou hij de Sahara oversteken naar Tripoli en van Tripoli naar Italië. Maar al in Niger kwam zijn reis abrupt tot een einde. Kandés grote bruine ogen staan nog vol verbazing: ‘Je moet steeds mannen in uniform betalen om door te mogen! Mijn geld was al snel op.’

Hoe leg je dat uit?

Waarom komen er zo veel Senegalezen naar Europa?

Kandés verhaal staat voor een groeiende groep binnen de migrantenpopulatie: zij die uit economische uitzichtloosheid de barre tocht naar Europa aandurven en zelfs bereid zijn daarvoor hun leven te geven.

Want hoewel Senegal vanwege zijn politieke stabiliteit geprezen wordt als voorbeeldland voor de regio, gaat het er economisch nog steeds niet voor de wind. Volgens de Wereldbank kampt het land al jaren met tegenvallende groeicijfers die niet kunnen opboksen tegen de

Maar waar voor ons een retourtje Senegal gemakkelijk voorhanden is, kunnen Senegalezen niet zomaar op het vliegtuig naar Nederland stappen. Tussen Europa en Afrika kunnen geldstromen en goederen zonder moeite over grenzen heen bewegen, mensen mogen dat niet.

Tussen Europa en Afrika kunnen geldstromen en goederen zonder moeite over grenzen heen bewegen, mensen mogen dat niet

Tegelijkertijd lijkt Europa eindeloos veel mogelijkheden te bieden. Een schril contrast met een wereld waar de werkloosheid torenhoog is en een universitair diploma vrijwel niks waard. En dus is voor velen de illegale oversteek het antwoord.

Met 6.000 registraties in 2015, behoren de Senegalezen naast Syriërs en Eritreërs zodoende tot een van de grootste groepen migranten die vorig jaar de Italiaanse kust bereikten. En dat zijn alleen nog maar de cijfers van Senegalezen die zich daar werkelijk melden bij een registratiekantoor; velen staan niet te springen om zich te registreren bij aankomst in Europa met het risico direct teruggestuurd te worden. Hoeveel er direct in de illegaliteit verdwijnen, is onmogelijk vast te stellen.

En dan zijn er nog de honderden gevallen die de reis niet volbrengen omdat ze verdrinken in de Middellandse Zee of in Libië, Niger of Marokko in de gevangenis belanden, of gaan werken om door te sparen om later alsnog de oversteek te maken.

Reden 1. Om geld terug te sturen en respect te verdienen

Zij die er in slagen om Italië, Spanje of Frankrijk te bereiken, kunnen rekenen op veel respect van de achterblijvers. En dat is ook niet zo gek: ze zorgen voor geld in het laatje. In de regio Tambacounda worden complete dorpen onderhouden met teruggestuurd geld van ‘werkende zonen’ en ‘broeders’ Migranten sturen geld naar huis voor eten en elektriciteit en betalen voor de bouw van huizen en moskeeën.

In de Senegalese hoofdstad Dakar.

Volgens de Senegalese overheid stuurden Senegalezen in het buitenland vorig jaar ruim een miljard euro naar hun thuisland: goed voor ongeveer 8 procent van het bruto nationaal product. Dat is al bijna twee keer zoveel als wat het land aan ontwikkelingshulp ontving.

En dat zijn nog maar de officiële aantallen. Volgens migratiedeskundigen wordt via officieuze kanalen - denk: koffers met geld, laptops en mobiele apparatuur - nog veel meer Europees geld Senegal ingepompt. ‘Ik denk dat het zeker aan 35 procent van de Senegalese economie bijdraagt,’ zegt socioloog Aly Tandian, die we in Dakar spreken. Hij leidt een migratie-onderzoeksgroep aan de Université Gaston Berger in Saint-Louis. ‘In sommige regio’s zijn ze vrijwel volledig afhankelijk van geldzendingen, want er is geen overheid om de mensen te helpen, het zijn de familieleden in Europa die de bevolking daar onderhouden.’

In de lokale muziekwinkel aan de drukke hoofdstraat van regiohoofdstad Tambacounda kent iedereen wel iemand die nu in Europa zit. ‘Via de woestijn en de zee gaan ze. Illegaal. Een visum krijgen ze niet, omdat we uit een arm land komen, begrijp je,’ zegt Mody Ndiaye, een gespierde twintiger met korte baard. Samen met zijn maten leunt hij tegen een muur behangen met kleurrijke tekeningen van Bob Marley en Che Guevara.

Mody heeft onlangs nog zijn broertje geholpen om de oversteek te maken. Dat verliep niet vlekkeloos. ‘Hij had veel problemen onderweg en kwam vast te zitten in Libië. Toen heb ik hem weer geld moeten sturen. Maar het is gelukt, hij is nu in Italië. Deze maand heeft hij mij voor het eerst geld gestuurd.’ Een trotse glimlach vervult zijn reeds vrolijke gezicht. ‘Ik hielp hem en nu helpt hij mij.’

Op straat in Tambacounda horen we vrijwel alleen verhalen over succesvol gemigreerden. De gesneuvelden en gestranden worden niet genoemd. Zij die falen verdwijnen van het publieke toneel en worden snel vergeten. Maar de jongens met succesverhalen keren terug naar hun thuisdorp met rijkdom en aanzien: ‘Als onze broers terugkomen uit Europa bouwen ze huizen, hebben ze auto’s, mooie kleren en altijd geld om van alles te doen,’ zegt rapper Baye Kara. De jongens om hem heen knikken.

Reden 2. Omdat migratie in de Senegalese cultuur zit

De afgelopen decennia is Europa verworden tot ‘een mythische bestemming vol rijkdom, waar de beloofde kracht van verandering huist,’ schrijft antropoloog Ruben Andersson in zijn onderzoek De ‘honger om te vertrekken’ is volgens hem onderdeel van een arbeidsmigratie die al veel langer plaatsvindt onder Senegalezen. Wie thuis geen werk vindt, verkast. Maar de druk is hoog: wie ook elders niet slaagt, raakt sociaal geïsoleerd.

‘Migratie zit diepgeworteld in onze samenleving,’ zegt Aly Tandian. ‘Je hoort het terug in allerlei culturele uitingen. Een bekend gezegde in het Fula luidt: ‘Als je een zoon hebt, laat hem vertrekken. Hij komt terug; ofwel met geld, ofwel met wijsheid, ofwel met allebei’.’

YouTube
Ook de bekende Senegalese zanger Youssou N’Dour scoorde in de jaren tachtig al een grote hit met het nummer Immigrés, waarin hij Senegalezen in het buitenland oproept hun eigen nationaliteit nooit te verliezen en hun cultuur trots te blijven uitdragen.

Hieronder ligt volgens de socioloog een chronisch ‘No Future’-sentiment. ‘Ook al wordt hun door iedereen verteld dat Afrika ‘booming’ is, zij zien in hun directe omgeving geen verandering. Al zijn er soms kleine oplevingen als er een nieuwe president aantreedt die verbetering en extra banen belooft. Maar op het moment dat de beloftes niet worden nagekomen, de economie afzwakt of een belangrijke handelssector terugloopt, vliegen de migratiecijfers weer omhoog.’

Hoe reageert Europa hierop? En helpt dat?

Zo vond pakweg tien jaar geleden eveneens een exodus plaats van jongeren die Europa probeerden te bereiken. Ruim dertigduizend ‘gelukzoekers’ vertrokken uit West-Afrika voor een illegale overtocht naar de Canarische Eilanden. Ze kwamen uit Senegal, maar ook uit andere West-Afrikaanse landen als Mali en Nigeria.

Toen Frontex, de organisatie die de opdracht heeft de Europese grenzen te bewaken, in samenwerking met de Spaanse autoriteiten de zeepatrouilles opschroefde, was het al snel gedaan met de Canarische route.

Het bewaken van ‘Fort Europa’ tegen de migranten was niet enkel een kwestie van grensbewaking, maar ook van bondjes met Afrikaanse staten

Sindsdien heeft de Europese grensbewaking er geen gras over laten groeien: het budget van Frontex is in tien jaar tijd 12,5 keer zo hoog Tussen 2006 en 2009 trok Spanje bovendien een miljard euro uit voor de grensbewaking en om ‘friendship pacts’ met Afrikaanse staten aan te gaan. Want het bewaken van ‘Fort Europa’ tegen de migranten was niet enkel een kwestie van grensbewaking, maar ook van bondjes met Afrikaanse staten, die van Europa geld kregen voor intensievere controles en registraties.

Toch bleven de migranten komen. Na het afsluiten van de route via de Canarische Eilanden viel de Libische leider Moammar Khadafi en was de nieuwe route naar Europa een feit. Nu reisden tienduizenden migranten dwars door de Sahara, via Libië naar Italië of Malta.

En nu?

Maar hoe vertel je dat je het niet gehaald hebt?

Terug op de parkeerplaats bij het vliegveld in Dakar is Taib Tounkara (34), in tegenstelling tot zijn versufte reisgenoten, wel te porren voor een gesprek. De opluchting is van zijn gezicht te lezen: Tounkara heeft zeven maanden in een Libische cel gezeten voordat hij in aanmerking kwam voor de reddingsmissie.

Hij spreidt zijn armen om te laten zien hoe weinig ruimte hij had in zijn cel. Hij moest ervoor vechten. Soms was het zo benauwd dat zelfs ademen moeilijk werd. Tounkara wil nu aan iedereen vertellen dat ze de reis naar Europa niet moeten maken. ‘Levensgevaarlijk!’ herhaalt hij meerdere keren. Maar zelfs onder zijn lotgenoten op de parkeerplaats lijkt zijn boodschap niet te landen. Zodra de bijeenkomst wordt beëindigd, pakken ze zwijgend hun spullen om vervolgens van het terrein af te sjokken.

Volgens onderzoeker Tandian heeft het geen zin om migranten op het vliegtuig naar huis te zetten. ‘Die teruggekeerde jongens schamen zich kapot. Hun missie is faliekant mislukt. Ze hebben een bak geld uitgegeven en komen terug bij hun familie met lege handen - ze blijven daarom liever in Dakar, waar ze een nieuwe reis voorbereiden. Heel zelden zien we dat deze jongeren terugkeren naar hun familie in het binnenland.’

De kern van het probleem, zegt Tandian, is dat men nog steeds niet in staat is de vinger op de werkelijke oorzaak van migratie te leggen. ‘Je moet echt begrijpen wáárom ze vertrekken, waar ze tegenaan lopen, wie verantwoordelijk zijn. Iedereen is maar bezig met die reizende jongens, maar het gaat om hele families die schuilen achter één migrant. Een collectieve onverwoestbare droom waarvoor een moeder haar sieraden verkoopt, een neef zijn paard wegdoet, een lening wordt gesloten bij een bank. Migratie is een investering, een industrie gedragen door een volk. Je moet het niet zien als een individueel en persoonlijk project. Het is iets waar iedereen zich schuldig aan maakt.’

Verder lezen?

Gelukzoekers? Gelukbrengers, zul je bedoelen Het debat over vluchtelingen valt grofweg uiteen in twee frames: die van vluchtelingen als slachtoffers of als profiteurs. Maar vluchtelingen komen niet alleen iets halen, ze nemen ook heel veel met zich mee. Tijd voor een derde frame: die van de gelukbrenger. Lees de column van Rob Wijnberg hier terug Hoe Annemiek (en al die anderen) vluchtelingen helpt hun leven weer op de rails te krijgen Met gestrekt been gaat ze de confrontatie aan met onwillige instanties. Vluchtelingen die niet meewerken, leest ze ongezouten de les. Portret van Annemiek van der Meer, een onorthodoxe vrijwilliger van VluchtelingenWerk. Lees het verhaal van Dick Wittenberg hier terug Vluchtelingen helpen? Ga op vakantie naar het eiland dat de Nobelprijs voor de Vrede verdient Een groep wetenschappers is een petitie gestart om ze genomineerd te krijgen voor de Nobelprijs voor de Vrede: de inwoners van Griekenland, die de tienduizenden vluchtelingen die hun land aandeden zo hulpvaardig opvingen. Op Lesbos zie ik wat dat met het eiland gedaan heeft. Lees het verhaal van Fernande van Tets hier terug