De straat waar Tony Rice woont, is bekend van tv. Anderhalf jaar geleden vond hier, in Ferguson, Missouri, een kleine volksopstand plaats. Inwoners gingen de straat op nadat een zwarte tiener door een witte agent was doodgeschoten. Misschien herinner je je de beelden van traangas en brandende winkels. Of van omwonenden die riepen: ‘no justice, no peace’ - geen gerechtigheid, geen vrede.

Het stadje kwam zo vaak op tv, dat mensen begonnen te spreken van ‘Ferguson fatigue’ - vermoeidheid. Ferguson is een buzzword geworden, lokaal journalist Sarah Kendzior een jaar geleden al.

Inmiddels ziet de straat er weer vredig uit. Her en der zie je nog wat dichtgetimmerde winkelpanden. In Ferguson lijkt alles verder weer bij het oude. Maar dat oude, dat was nu juist het probleem: een stadje waar een groot deel van de bevolking bang was voor de politie in plaats van zich beschermd wist.

Als je alleen tv kijkt, kan het lijken alsof de revolutie al is voltooid. Dan zie je bijvoorbeeld Beyoncé tijdens met een show waarin ze voor heel Amerika de schijnwerpers zet op de zwarte protestbeweging. Of wat te denken van Kendrick Lamar, die tijdens de Grammy-uitreiking: ook hij verwees naar

Maar hier in Ferguson, waar de Black Lives Matterbeweging pas echt voet aan de grond kreeg, demonstreert nog bijna wekelijks een klein groepje lokale activisten voor rechtvaardigheid. Zonder satellietwagens, maar met dezelfde leus: geen rechtvaardigheid, geen vrede.

Vorige maand nog boog de gemeenteraad zich over een pakket maatregelen dat was opgelegd door het Amerikaanse ministerie van Justitie. Ferguson moest een einde maken aan de racistische, ongrondwettelijke en soms corrupte praktijken van politie en lokale rechtbank, die juist de arme zwarte bevolking buitensporig trof.

Maar de gemeenteraad zei: doen we niet, die maatregelen kosten te veel. Demonstranten namen de gemeenteraadsvergadering over, zoals ze anderhalf jaar geleden de straten overnamen.

YouTube
Demonstranten nemen gemeenteraadsvergadering over, februari 2016.

Tony Rice, timmerman van opleiding, is een van hen. Ik kom hem af en toe tegen in de stad. Bijvoorbeeld bij demonstraties of herdenkingen van slachtoffers van politiegeweld. Hij maakt er filmpjes met zijn telefoon en verspreidt die onder zijn tienduizenden volgers op Na die vergadering zocht ik hem thuis op, benieuwd hoe hij terug- en vooruitkijkt op de protestbeweging die in zijn straat begon.

Deze stad is niet normaal

Het begon die zomeravond in 2014. Rice’ baan bij een meubelbedrijf was na zeven jaar opgeheven. Hij was die dag op een vlooienmarkt meubels aan het verkopen met een vriend. Toen kwamen de berichtjes binnen van de jongen die was doodgeschoten.

Zoiets gebeurt in deze stad wel vaker. Maar meestal praten de buren er nauwelijks over. Of hoogstens in de trant van: ‘Die zal het er zelf wel naar hebben gemaakt.’ Zo was Rice zelf ook opgevoed.

Wat segregatie was, wist hij van horen zeggen. Zijn oma groeide op in de jaren vijftig, in het zuiden van de VS, in Arkansas. Ze herinnert zich levendig de tijd van gesegregeerde scholen en aparte drinkfonteintjes in de parken voor witten en zwarten.

Rice groeide op in een stad die in feite even gesegregeerd is als het Arkansas van zijn oma. Niet bij wet, wel in praktijk

Het opvallende is: zelf groeide Rice op in een stad die in feite even gesegregeerd is als het Arkansas van zijn oma. Niet bij wet, wel in praktijk.

Zo leerde Rice van jongs af aan dat je bepaalde delen van de stad moet vermijden, vooral ’s nachts. Niet omdat er criminelen zijn, maar omdat er politie is. Als hij bijvoorbeeld naar de supermarkt reed en hij zag een politieauto op de parkeerplaats, dan reed hij eerst een blokje om. Niet omdat hij wat op zijn kerfstok had, maar omdat je in de cel kunt komen vanwege een kapot achterlicht.

Dat klinkt vergezocht, maar is het niet. Zijn woonplaats Ferguson telde op een gegeven moment meer openstaande arrestatiebevelen en boetes dan inwoners. Het voornamelijk witte stadsbestuur zag die boetes als een alternatieve manier van belasting innen.

Dat wisten inwoners al jaren, maar pas toen er rellen kwamen, kwamen de camera’s - en volgde een diepgravend onderzoek van het Amerikaanse ministerie van Justitie. Dat de agent van die schietpartij fout zat, daarvoor vonden ze geen bewijs. Wel kwam er een beerput bloot te liggen van politiewerk dat vooral gericht was op geld innen voor de gemeentekas, gericht op voornamelijk arme, zwarte inwoners.

En bedenk dat hier geldt: wie de parkeerboete niet kan betalen, komt al snel in de cel. En wie in de cel komt, raakt vaak zijn baan kwijt. En wie zijn baan kwijtraakt, raakt zijn auto kwijt. En zonder auto (en met een celstraf) kom je al helemaal niet aan de bak. Kortom: als een agent je aanhoudt voor een kapot achterlicht, staat er nogal wat op het spel.

Ferguson is niet normaal. Maar het gekke is: Rice hield zich er jarenlang niet mee bezig, zelfs niet als er iemand werd gedood. Tot die zaterdag.

Het moment dat alles veranderde

Op de plek waar de jongen was gedood, hadden zich buurtbewoners verzameld. Ze zouden het zelf niet zo noemen, zegt Rice, maar ze waren aan het demonstreren: ze stonden op straat en waren boos. Het waren vooral jonge mensen die boos waren, zegt hij, jongens van twaalf of achttien. Zij konden zich makkelijk verplaatsen in de tiener. En ze kenden hun weg op Facebook en Twitter.

Jaren van opgekropte frustratie ontvlamde in de dagen erna. Dat ging over veel meer dan politiegeweld. Het ging ook over de enorme kloof in rijkdom.

De agent van de schietpartij werd niet vervolgd, vanwege gebrek aan bewijs. Wel publiceerde het Amerikaanse ministerie van Justitie dus een vernietigend rapport over de lokale overheid en politie.

Waar ongelijkheid toe leidt

Rice geeft me een recent, persoonlijk voorbeeld van de ongelijkheid. Hij moet er soms bijna van huilen, zegt hij. Jaren geleden kocht hij voor 65.000 dollar een huis in Ferguson. De bank zei dat hij het zich kon veroorloven. Waarom niet, dacht hij, het is beter dan huren, want dan ben je je geld kwijt.

Die lange schaduw van de huizencrisis verklaart ook waarom de politie zo agressief boetes uitdeelde

Na enkele jaren schoot de rente op zijn hypotheek omhoog. Vorig jaar kon hij het niet meer betalen. Ook constateerde hij dat hij al die tijd bijna alleen maar rente had afbetaald. Dus moest zijn huis de executieverkoop in. En wat bleek, iemand anders kocht het huis voor een schamele 11.000 dollar. En hijzelf eindigt na tien jaar investeren met een restschuld. Hij zal zijn kinderen niet kunnen laten studeren. Of een auto kopen.

Het is geen toeval dat het juist hem overkwam. Zwarte Amerikanen werden begin vorige eeuw letterlijk geweerd van de huizenmarkt, met overheidsregels en informele afspraken. De laatste decennia was het juist andersom: juist de gemarginaliseerde groepen waren een dankbare prooi voor de verkopers van slechte hypotheken. Ze werden gelokt met de belofte van een huis.

Tony vertelt dat hij nauwelijks iemand in zijn omgeving om advies kon vragen bij zijn hypotheek, want iedereen huurde.

Twee jaar terug hoe die groepen verleid werden. Zij waren makkelijke prooien: arm en zonder een sterk netwerk of cultureel kapitaal.

Het verklaart waarom het gemiddelde witte gezin bezit dan het gemiddelde zwarte gezin. Bij liefst een kwart van alle huizen die in Ferguson op de markt stonden, vlak voor de opstand, ging het om een executieverkoop.

Die lange schaduw van de huizencrisis verklaart ook waarom de politie zo agressief boetes uitdeelde. Het stadje had niet genoeg belastinginkomsten, omdat de huizenbelasting zo weinig opleverde en de inwoners zo arm waren.

Werkelijke verandering blijft uit

Rice ging de straat op die zaterdag. Voor het eerst in zijn leven. Ferguson veranderde in een symbool. Eindelijk kregen de media oog voor wat inwoners al jaren zeiden: de politie beschermde de bevolking niet, maar was eerder een deurwaarder met pistool.

Het ministerie gaf de betogers daarin gelijk. Er kwamen kleine veranderingen. Agenten dragen binnenkort allemaal body camera’s, zodat er achteraf geen discussie is over wat er is gebeurd. De gemeenteraad is sinds kort in meerderheid zwart - net als de bevolking.

Maar het stadje weigert nu de werkelijk grote veranderingen door te voeren, om zo een einde te maken aan de racistische, ongrondwettelijke en soms corrupte praktijken. Omdat Ferguson met een tekort kampt. Sinds 2014 zijn de inkomsten uit boetes gedaald. En dan zijn er de kosten van verhoogde politie-inzet door demonstraties. ‘We gaan failliet als we dit doen,’ zei de burgemeester. Banen en privileges van ambtenaren staan op de tocht.

Tony voor zijn huis in Ferguson. Foto’s: Arjen van Veelen

Rice analyseert: een stad die alleen overeind kon blijven door zijn bewoners excessief te beboeten, heeft eigenlijk geen bestaansrecht. Zo’n stad zegt feitelijk: als al onze inwoners zich aan de wet zouden houden, dan zou de stad financieel niet overeind blijven. ‘Ze zeggen eigenlijk: we vinden het te duur om ons aan de grondwet te houden.’

En zijn er geen alternatieve inkomstenbronnen? In Ferguson bevindt zich het hoofdkwartier van energiereus Emerson Electric. Inkomsten vorig jaar: bijna 25 miljard dollar. De belasting die het bedrijf betaalde aan de gemeente: 65.000 dollar. Sommige inwoners denken: kan dat niet wat meer?

Hoe moet dit verder?

Vandaag, dinsdag, is er weer een gemeenteraadsvergadering in Ferguson. Er zullen weer activisten zijn. Onderwerp van gesprek: het ministerie van Justitie is een rechtszaak begonnen tegen de stad Ferguson omdat het de maatregelen naast zich neer wilde leggen. ‘De inwoners wachten al decennia op rechtvaardigheid,’ vorige maand. Die rechtszaak pakt voor het stadje wellicht veel duurder uit dan die maatregelen zelf. Dus wellicht kiest het stadje vanavond alsnog eieren voor zijn geld.

Een van de opgelegde maatregelen is overigens: ga agenten meer betalen, want zo trek je betere professionals aan.

‘Geloof het of niet: hoe hard we ook roepen op straat, we willen vrienden met de politie zijn’

Rice put hoop uit de geschiedenis. Hij denkt aan Martin Luther King en de boycot van busmaatschappijen die witten en zwarten gescheiden hielden. Die maatschappijen gingen pas overstag toen ze gedwongen werden door de federale overheid. Hetzelfde geldt voor scholen die gesegregeerd waren. Die zeiden: nee hoor, doen we niet - tot ze wel móésten.

Zo’n concrete overwinning, die is hard nodig. Want mijlpalen na anderhalf jaar demonstreren? Die kan hij niet zomaar noemen.

Hij en andere activisten hebben de laatste tijd best een goede band met sommige politieagenten opgebouwd. Ze komen elkaar immers vaak tegen. Zo zou het altijd moeten zijn, denkt hij: dat agenten naar je zwaaien als ze je zien op straat. Dat agenten meer namen van inwoners kennen, dan van criminelen. ‘Geloof het of niet: hoe hard we ook roepen op straat, we willen vrienden met de politie zijn.’

Misschien is de winst dat een jonge generatie het oude ‘normaal’ niet langer normaal vindt. Rice zag een keer een kind een spandoek maken: ‘no racist cops,’ geen racistische agenten, stond erop. Zoiets was tot voor kort ondenkbaar.

Lees ook:

Waar de Amerikaanse verkiezingen over gaan als je het niet over Trump of Clinton hebt Dit jaar schrijf ik over de Amerikaanse verkiezingen zonder de woorden Trump, Sanders of Clinton te gebruiken. Maar toen Donald Trump het Nederlandse stadje Pella, Iowa bezocht, kon ik dat niet negeren. Want daar zag ik waar verkiezingen allemaal niet over gaan. Lees het verhaal hier terug De Amerikaanse burgeroorlog die politiegeweld heet Maar liefst 1.125 Amerikaanse burgers kwamen dit jaar door politiekogels om het leven. Hoe kijkt de politie daar tegenaan? Ex-politiechef en commentator Jeff Roorda geeft in zijn boek Ferghanistan: The War on Police een leerzaam inkijkje in het perspectief van de agent. (Maar de statistieken vertellen een ander verhaal.) Lees het verhaal hier terug