Ieder jaar stelt John Brockman, de oprichter van discussieplatform één grote vraag aan zijn netwerk van beroemde auteurs, kunstenaars en wetenschappers. Dit jaar luidde die vraag:

Hoe denk je over machines die denken?

In het net verschenen boek zijn 195 antwoorden op die vraag gebundeld. In de Nederlandse editie staan ook enkele bijdragen uit Nederland, waarvan De Correspondent er Vandaag het essay van hoogleraar cognitieve neurowetenschap over hoe machines ons brein worden.

Het is heden ten dage een wijdverbreide opvatting dat het menselijk brein het orgaan is dat ons denken, ons handelen en onze emoties schraagt. Dit wordt pregnant samengevat in de titel van een boek waarvan in Nederland honderdduizenden exemplaren over de toonbank zijn gegaan: Wij zijn ons brein.

Volgens dit boek van mijn gewaardeerde collega Dick Swaab bepalen de hersenen mijn persoonlijkheid en mijn intelligentie: laat mij je brein zien en ik zal zeggen wie je bent. Deze gedachte berust echter op een misverstand. Het misverstand is dat het brein los kan worden gezien van de rest van het lichaam en, nog belangrijker, van de gemeenschap van breinen waarin het is ingebed.

Een eenvoudig voorbeeld ter illustratie. Als een baby van Nederlandse ouders direct na de geboorte wordt ondergebracht bij een gezin in China zal hij zonder mankeren Chinees leren spreken in plaats van Nederlands. Een muzikaal aangelegde baby uit Leipzig, kort na geboorte getransporteerd naar de binnenlanden van Indonesië, zal een virtuoos worden in het spelen van de gamelan, maar niet per se een bolleboos in het uitvoeren van een Bachcantate.

Ons brein hebben we nodig om te denken, te handelen en emoties te hebben. Maar wat wij denken, hoe wij handelen en op welke wijze onze emoties zich uiten, wordt in sterke mate bepaald door de gemeenschap van breinen waarvan wij deel uitmaken.

Heeft intelligentie wel een brein nodig?

Maar, zo kunnen we ons afvragen, is voor dat handelen en denken wel een brein nodig? Sommigen antwoorden daarop bevestigend. In die optiek zijn de 85 miljard neuronen en zo’n 100.000 kilometer aan interne bedrading (zenuwvezels) in onze hersenen de noodzakelijke voorwaarde voor intelligentie. Ook dit is echter grotendeels schijn. Hoogwaardige intelligentie vereist een bepaalde organisatiegraad van de materie, maar er is geen dwingende reden om aan te nemen dat die materiële organisatie niet ook in silico zou kunnen worden gerealiseerd.

Kunstmatige intelligentie is niet bij voorbaat minderwaardig

Kunstmatige intelligentie is niet bij voorbaat minderwaardig aan of onwaarschijnlijker dan natuurlijke intelligentie. Om intelligent gedrag te vertonen ben je op een hoogwaardig materieel substraat aangewezen, maar het is onwaarschijnlijk dat dit alleen maar kan worden gerealiseerd in een complex netwerk van neuronen.

Robot vermoordt mens

Een cruciaal aspect van intelligentie is intentionaliteit. Intentionaliteit duidt op de doelgerichtheid van het handelen. Wij schrijven onze medemensen intentionaliteit toe op basis van hun gedrag. Maar zonder enig probleem doen wij dat ook bij dieren, en bij als dier of mens verklede machines.

Jaren geleden al leidde een ongeluk in een Japanse autofabriek, waarbij een robot een arbeider verbrijzelde, tot de krantenkop ‘Robot vermoordt mens’. Zelf heb ik ooit gezien hoe het robothondje Aibo, wiens kwispelstaart wordt aangestuurd door lichtsensoren met een speciale gevoeligheid in het golflengtebereik van de kleur roze, bij een groep enthousiaste kinderen tot de uitspraak leidde dat Aibo erg hield van het meisje met het roze jasje.

YouTube
Aibo (van Sony) werd geproduceerd tussen 1999 en 2006

‘Vermoorden’ en ‘houden van’ zijn werkwoorden die duiden op intentionaliteit. Zodra de schijn van doelgerichtheid zich voordoet wordt het ‘theory of mind’-netwerk in het menselijk brein geactiveerd en krijgt het in samenhang daarmee intentionaliteit toegedicht. Mede om die reden laat zich vermoeden dat de verdergaande ontwikkeling van kunstmatige intelligentie zal leiden tot een symbiotische relatie tussen natuurlijke en kunstmatige intelligentie.

Een robot voor de rechter

Descartes beschouwde dieren nog als machines. De aanwezigheid van de Partij voor de Dieren in ons parlement duidt erop dat veel mensen dieren vandaag de dag niet langer zien als machines, maar als intentionele wezens met onvervreemdbare rechten. Wat nu voor dieren geldt, zal in de toekomst het geval zijn voor geavanceerde machines. Ooit zal ons parlement een Partij voor de Robots hebben, omdat we al evenzeer geneigd zijn doelgericht handelen toe te schrijven aan op mens en dier gelijkende machines. En daaraan knopen wij bepaalde rechten vast. Een robot die door de rechter voor zijn handelen veroordeeld wordt is inmiddels even denkbaar als een aap die een laat aanspannen, zoals begin dit jaar in de Verenigde Staten aan de orde was.

Wat nu voor dieren geldt, zal in de toekomst het geval zijn voor geavanceerde machines

In onze kennisintensieve samenleving is kennis in toenemende mate het product geworden van gedistribueerde intelligentie. De toekenning van de aan Wikipedia is daarvan een aardig voorbeeld. Tot voor kort in de menselijke geschiedenis was vooruitgang vooral afhankelijk van de praktische intelligentie die noodzakelijk is voor landbouw, veeteelt, jagen en verzamelen, met daarbovenop de samengebalde intelligentie in enkelingen die tot belangrijke sprongen voorwaarts in onze kennis leidde.

Inflatie van ons denken

Hoewel kennis ook in het verleden het product was van een gemeenschap van breinen, was de rol van het individu daarbij doorslaggevender dan heden ten dage het geval is. De enkele persoon die het verschil maakt wordt steeds zeldzamer. Doorslaggevende bijdragen van genieën als Newton en Einstein zijn verschijnselen uit een afgesloten verleden. De rol van gedistribueerde intelligentie zal alleen nog maar verder toenemen dankzij het ontstaan van een symbiotische relatie tussen natuurlijke en kunstmatige intelligentie.

Deze ontwikkeling zal onherroepelijk leiden tot een inflatie van het individuele denken. Hoe de mens met deze volgende narcistische krenking in de geschiedenis zal omgaan, staat te bezien. Zoveel is echter wel duidelijk: het gedistribueerde denken maakt de gedachte dat ik mijn brein ben nog problematischer dan voorheen. ‘Wij zijn ons brein’ is over zijn houdbaarheidsdatum heen. ‘Zij zijn ons brein’ zou weleens meer met de werkelijkheid van morgen overeen kunnen stemmen.

Meer lezen? Dit artikel is een voorpublicatie uit het onlangs bij Maven Publishing verschenen boek Machines die denken: invloedrijke denkers over de komst van Kunstmatige Intelligentie. Andere bijdragen komen onder meer van Steven Pinker, Douglas Coupland, Brian Eno, Luc Steels, George Dyson, Max Tegmark en Nicholas Carr. Lees hier meer over het boek Of er wezens slimmer dan de mens ontstaan, is een kwestie van energie Of er kunstmatige intelligentie komt die slimmer is dan de mens hangt af van de energiezuinigheid ervan, betoogt Esther Quaedackers, docent Big History aan de UvA. Een voorpublicatie uit de essaybundel Machines die denken. Lees de voorpublicatie hier terug Meepraten? Waar staan we eigenlijk als het op Kunstmatige Intelligentie aankomt? Daar gaat het komende maandag 4 april over in De Balie. Kom meepraten. Hier lees je meer over de avond in De Balie

Lees ook:

Dankzij dit spelletje krijgen machines intuïtie die wij niet kunnen begrijpen Vanochtend won AlphaGo, een kunstmatig intelligent algoritme van Google, voor de tweede keer van de beste menselijke Go-speler ter wereld, Lee Sedol. AlphaGo kan betere beslissingen nemen dan hij, zonder dat mensen nog kunnen begrijpen hoe die tot stand zijn gekomen. Lees het verhaal hier terug Robotchef Watson laat je koken met koffie en knoflook (en het is nog lekker ook) Chef Watson, de kunstmatig intelligente bot van IBM die nieuwe recepten verzint, is nu beperkt toegankelijk voor het bredere publiek. Ik kookte zijn koffieknoflookpunch en bakte rookworstframbozensandwiches, consumeerde beide met onverwacht veel genoegen en vraag me af waarom ik ooit nog twee keer hetzelfde gerecht zou klaarmaken. Lees het verhaal hier terug