Vorig jaar gaf ik om uitspraken van bestuursrechters beter te begrijpen. Jargon en ingewikkeld taalgebruik maken het lezen van deze uitspraken namelijk nogal lastig.

Neem de volgende zin: ‘Gelet op het hiervoor overwogene geeft het door eiser overgelegde rapport van V. en hetgeen eiser overigens heeft aangevoerd geen grond voor de conclusie dat verweerder de bij het bestreden besluit betrokken belangen zodanig onevenwichtig heeft afgewogen dat het in redelijkheid niet tot dit besluit heeft kunnen

Dit komt ook door de hardnekkige en lastig af te leren gewoonte (ik spreek uit eigen ervaring) om al denkend iets op te schrijven en het resultaat te laten staan. Want anders zou voorgaande zin in ieder geval zo beginnen: ‘de rechtbank vindt dat verweerder het bestreden besluit in redelijkheid heeft kunnen nemen en de betrokken belangen evenwichtig genoeg heeft afgewogen.’

En dan nog heb ik in jargon geschreven, omdat de rechter in deze zaak wil aangeven dat hij alleen van een afstandje heeft mogen oordelen omdat hij niet ‘op de stoel van het bestuur kan gaan zitten.’ Hij gebruikt daarvoor dus de formule dat het bestuur ‘in redelijkheid heeft kunnen besluiten.’

Dit en andere zaken besprak ik in mijn gastbijdrage. Ik eindigde met een oproep van hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en rechter bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Bart Jan van Ettekoven: ‘We moeten het gewoon aandurven. Een brief schrijven in gewoon Nederlands en kijken wat er gebeurt’

Vijf sleutels om een rechter beter te begrijpen Uitspraken van rechters, documenten van notarissen, kleine lettertjes onder een contract. Ze zijn - op zijn zachtst gezegd - vaak nogal omslachtig en onbegrijpelijk geformuleerd. Wat bedoelt een bestuursrechter eigenlijk? Ik stelde vijf sleutels op om het juridisch geheimschrift te ontsluiten. Lees mijn verhaal hier terug

Zo kwam het dat mij op een borrel werd toevertrouwd dat de Raad van State begonnen was met een project Nieuwe Opzet. Een project om uitspraken op een andere en meer begrijpelijke manier te schrijven. Graag zou ik natuurlijk geloven dat de bijdrage op De Correspondent de aanstichter is, feit is dat vanaf 1 februari 2016 wordt gewerkt met de Nieuwe Opzet. Omdat tussen de binnenkomst van een rechtszaak en het schrijven van een uitspraak wat tijd zit, worden er nu nog twee soorten uitspraken bekendgemaakt. Over enkele maanden zullen alle uitspraken volgens de nieuwe opzet worden geschreven.

En dus bel ik weer met Bart Jan van Ettekoven. ‘Verwacht geen wereldschokkende veranderingen,’ verontschuldigt die zich gelijk. ‘Om het eindoordeel van de rechter te weten te komen, moet je nog steeds de moed hebben om zes of meer pagina’s tekst door te ploegen.’

De stap naar de lezer

Maar wie gewend is wekelijks de uitspraken van de Raad van State te lezen, kan het niet ontgaan: hier wordt een stap naar de lezer dit nou de procespartijen zijn, professionals of andere geïnteresseerden. Dit kun je aan een aantal zaken zien:

  • Er wordt meer structuur aangebracht in de uitspraak. De tekst begint met een beschrijving van het geschil, wat de standpunten van de partijen zijn en welke rechtsvraag daaruit volgt.
  • Bij ingewikkeldere uitspraken wordt per rechtsvraag afgesloten met een samenvattende conclusie.
  • Ook is door middel van kopjes duidelijker wat je aan het lezen bent en op welk punt in de uitspraak je bent aanbeland.

Van Ettekoven vertelt dat is overwogen om de vormgeving en de taal in uitspraken af te stemmen op de partijen. In het bestuursrecht kun je namelijk ook zonder advocaat procederen. Zo zou je een uitspraak waarbij duurbetaalde advocaten elkaar alle juridische hoeken van de rechtszaal hebben laten zien anders kunnen opschrijven dan een geschil van een burger die zelf procedeert. Hier is echter van afgezien omdat de Raad van State vreest dat de verscheidenheid in taalgebruik voor juristen juist weer nieuw voer vormt voor discussies.

Wie gewend is wekelijks de uitspraken van de Raad van State te lezen, kan het niet ontgaan: hier wordt een stap naar de lezer

Van Ettekoven: ‘Dan lopen we het risico dat er verschillen in interpretaties ontstaan over onze uitspraken en dat leidt tot rechtsonzekerheid. Dat botst met de taak die de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft als een van de hoogste bestuursrechters; zorgen voor rechtseenheid en rechtszekerheid.’

Laten we nog even kijken naar de zin die hierboven is aangehaald. In een uitspraak voor iemand die zelf protesteert tegen een verkeersbesluit zou dan kunnen staan: ‘De rechtbank geeft eiser geen gelijk. Het besluit van het bestuursorgaan was goed.’

En in een uitspraak voor iemand die met een advocaat procedeert: ‘De rechtbank is van oordeel dat het besluit in redelijkheid tot stand is gekomen.’

Het maakt juridisch nogal uit of een besluit goed is, of dat de rechter een beslissing terughoudend toetst omdat het bestuur beleidsvrijheid heeft. Op deze manier wordt door het gebruik van taal een verschil gecreëerd terwijl dat niet de bedoeling was.

Zullen andere rechters volgen?

En hoe zit het met de andere bestuursrechters? De Hoge Raad, de rechtbanken, hoven, Centrale Raad van Beroep en het College Beroep voor bedrijfsleven?

Ik informeer bij Robert Jan Koopman, vicepresident van de Hoge Raad. ‘Nee, wij hebben niet zo’n sexy project als de Raad van State. Maar dat wil niet zeggen dat we er niet mee bezig zijn. We hebben sinds het afschaffen van de indirecte rede in de jaren tachtig al veel veranderd. We waren gewend eindeloos citaten op te nemen, dat doen we niet meer. Ook vallen we niet meer met de deur in huis maar schetsen we eerst kort de casus. Maar hoe enthousiast we ook bezig zijn, het lukt niet altijd. We zitten gevangen in ouderwetse termen.’

Hij geeft nog wel een tip: ‘Aan het eind van onze beraadslagingen in de raadkamer leest een van ons altijd de uitspraak hardop voor. Dan hoor je vrij snel dat er een te lange zin in staat of een dubbele ontkenning. Dan passen we dat direct aan.’

Sexy of niet, juristen houden van taal en volgen graag goede voorbeelden van hogere rechters. Dat er vanaf deze maand steeds meer uitspraken van de Raad van State verschijnen in de nieuwe opzet kan lagere rechters en andere juristen enthousiast maken om anders en duidelijker te gaan schrijven. En dat is voor iedereen winst.

Meer weten?

De man die voor de rechter moest bewijzen dat hij in leven was Hans Nolte, ambtenaar in Amsterdam Zuidoost, ging op 3 november 2012 boodschappen doen, om daarna niet meer terug te keren. Daarop verscheen een krantenbericht dat hij zich bij de Amsterdamse rechtbank moest melden ‘om van zijn in leven zijn blijk te doen geven.’ Joris van Casteren bezocht deze bizarre zitting. In afwachting van Hans Nolte. Lees het verhaal hier terug De snijtafel bespreekt: de rechtszaak tegen Zwarte Piet In de eerste aflevering onder het fileermes van de Snijtafel: de Amsterdamse rechtszaak inzake het vermeende racistische karakter van Zwarte Piet. Bekijk hier de aflevering terug