Tot zijn schrik ontdekt Michael Kinsley op zijn drieënveertigste dat hij iets levensbepalends gemeen heeft met Johannes Paulus II en Adolf Hitler. Hij heeft de ziekte van Parkinson.

Parkinson is een ziekte die zich langzaam ontwikkelt en kan zorgen voor stramme of juist oncontroleerbaar trillende lichaamsdelen, traagheid of enigszins met dubbele tong spreken. Ook kan de cognitie worden aangetast.

Het slaat bij Kinsley in als een bom. Zijn denkvermogen is zijn broodwinning, hij kan het zich beslist niet permitteren om niet meer alles op een rijtje te hebben. Hij, journalist woonachtig in Washington, was vijf jaar daarvoor nog finalist voor een prestigieuze voor zijn uitmuntende

Foto: Henrik Sorensen / Getty

Dus kiest Kinsley voor de struisvogeltactiek. Hij doet alsof de ziekte niet bestaat. Hij schrijft voor New Republic, The New Yorker en richt Slate Magazine op. Alsof er nooit iets gebeurd is.

Tot zijn eenenvijftigste, als hij een presentatie moet geven voor een zaal vol dokters. Dat Kinsley wat onvast op zijn benen staat achter het spreekgestoelte heeft het ongetwijfeld weggegeven. Na afloop spreekt een in Parkinson gespecialiseerde arts hem aan en vraagt wie zijn dokter is. Kinsley noemt de naam van zijn huisarts. ‘Nee, ik bedoel de andere dokter,’ zegt de arts, doelend op zijn Parkinsonspecialist.

Vanaf dat moment beseft hij dat hij zijn aandoening niet langer kan verzwijgen en vertelt hij over zijn ziekte, waardoor hij bij tijd en wijle in ongemakkelijke situaties belandt. Zo ontmoet hij een dame bij een feestelijk diner die bij het hoofdgerecht aanbiedt zijn vlees voor hem te snijden, terwijl ze hem net het voorgerecht moeiteloos naar binnen heeft zien schuiven.

Zijn eerste boek

Inmiddels weet Kinsley (65) al 23 jaar dat hij Parkinson heeft. Onlangs schreef hij, dankzij zes pillen per dag en een intensieve hersenbehandeling, zijn eerste boek.

Het is met zo’n 150 pagina’s een compact boek geworden, vol inzichten over oud worden. Met als vertrekpunt zijn persoonlijke ervaringen met Parkinson. Het boek heet: Old Age, a Beginners Guide.

Wat is oud? In het Westen beschouwen mensen zichzelf doorgaans pas oud als steeds meer gebreken opkomen. Iemand van in de negentig die nog dagelijks zwemt, is die oud? Of is een oud iemand toch meer iemand die door ouderdomskwalen steeds minder kan, totdat hij geheel afhankelijk wordt van anderen? Kinsley kiest voor de laatste uitleg.

Een boek over het bereiken van de laatste fase van je leven klinkt stoffig, ernstig en een tikkeltje deprimerend. Maar alles wijst erop dat de nieuwe overlevingsstrategie van Kinsley hier goed van pas komt: humor.

Neem deze ‘Je hebt ongetwijfeld wel geraden uit het feit dat je dit boek vasthoudt dat de operatie goed is gegaan. Maar bedankt voor je bezorgdheid. Goed, waar was ik ook alweer? Oja, de hersenoperatie. [...] Als je rondloopt met draden in je hoofd en batterijen die aan je borstkas hangen, dan is elk bejaardenmomentje waarbij iets op het puntje van je tong ligt, je weet wel, wanneer ze gaatjes in je schedel boren - o ja, hersenoperatie - dan is... is... is....’

Kinsley werpt zich verder op als de verkenner van het oud worden voor zijn generatiegenoten, de babyboomers. Anders dan de titel van het boek doet vermoeden, is het boek geen praktisch handboek met do’s en dont’s van het oud worden. In het boek wordt het onderwerp een stuk intellectueler benaderd.

Op verrassende wijze analyseert Kinsley zo hoe je het beste haalt uit oud worden. Leeftijdgenoten met de duurste auto en het grootste huis schrijft hij af - daar draait het leven niet om. Wat heb je immers aan een bolide voor je immense villa als je geen lang leven hebt om nog van je kleinkinderen te genieten? Of roem - een goede reputatie na de dood?

Hoe babyboomers roem kunnen vergaren

Het keerpunt komt als hij betoogt dat de babyboomgeneratie als geheel iets groots moet neerzetten.

Foto: Nick Dolding / Getty

Het is makkelijker gezegd dan gedaan, maar toch pleit hij voor een laatste zinderende revolutie onder de, gemiddeld welvarende, babyboomers om - hou je vast - de staatsschuld af te lossen.

Hij hoopt dat zijn generatie daarmee het olympisch vuur ontsteekt om de fakkel over te dragen aan de rest van de samenleving, want de trend zetten is iets wat de Amerikaanse babyboomgeneratie als geen ander kan, van popcultuur tot feminisme.

Ook wat voor Nederland? Niet schrikken, als je op klikt.

Als je wilt weten wat Kinsley voor plan bedacht heeft om staatsschuld af te lossen of gewoon zin hebt in een plezierige leeservaring, lees dan dit boek.

Verder lezen? Old Age, a Beginners Guide is eind april uitgekomen en vooralsnog alleen in het Engels verkrijgbaar. Lees hier meer over het boek

Lees ook:

Doe mij maar een zorgrobot Ik wil wel een zorgrobot, later als ik oud ben, zeg ik tegen mijn buurvrouw op de thee. Wat volgt is een gesprek tussen een enthousiaste dertiger en een sceptische zeventiger. Lees het interview hier terug Een zorgprofessor liet zich 72 uur lang opnemen in een verpleeghuis. Dit is wat hij leerde Zorgprofessor Henk Nies liet zich 72 uur lang opnemen in een verpleeghuis om zelf te ervaren hoe dat is. Eenmaal uit zijn ivoren toren kon hij tien lessen trekken over wat hem straks wellicht te wachten staat. Lees mijn vorige verhaal hier terug Vergeet die robots, er zijn veel betere argumenten voor het basisinkomen De ene na de andere durfkapitalist in Silicon Valley heeft zich in de afgelopen maanden bekeerd tot het basisinkomen. De ironie? Het basisinkomen zou juist korte metten maken met veel van het werk dat nu wordt verricht door al die hippe start-ups met hun depressieve medewerkers. Lees het verhaal van Rutger hier terug