‘Eigenlijk had ik maar twee verlangens,’ vertelt Martin Šimečka. ‘De vrijheid om te publiceren zonder het risico te lopen in de gevangenis te worden gegooid. En de vrijheid om te reizen.’

Die basale, voor ons zo vanzelfsprekend vervulde verlangens koesterde de nu achtenvijftigjarige Slowaakse journalist en schrijver aan de vooravond van de val van de muur. Šimečka was onder het communistische regime in zijn land een van de weinigen die publiceerde. Als twaalfjarige jongen moest hij meemaken dat zijn vader na een bezoek aan Engeland gevangen werd gezet en dat zijn moeder, die Engels doceerde aan de universiteit en George Orwells 1984 in het Tsjechisch vertaalde, werd ontslagen.

Šimečka, oud-hoofdredacteur van de belangrijkste Slowaakse krant en nu verbonden aan het vooraanstaande Tsjechische tijdschrift is een van de gasten in het rijtuig van de waarin het Amsterdamse debatcentrum De Balie intellectuelen uit Oost-Europa de diagnose van Europa laat opmaken. Hij vertelt zijn verhaal als we net zonder enige controle de Slowaakse grens zijn overgestoken.

Foto’s: Jitske Nap

De trein vol kunstenaars, denkers, muzikanten en meer dan vijfhonderd gasten is onderweg naar Bratislava, de hoofdstad van het land dat vanaf 1 juli het voorzitterschap van de Europese Unie bekleedt. Het verlangen van de organisatoren is dat de reizigers onderweg in de nachttrein door Europa een gezamenlijke zoektocht ondernemen naar wat Europa verbindt en de huidige Europese identiteitscrisis aftasten.

Ze dansen en drinken, flirten en flaneren in de gangen van de trein. Alsof ze op de Titanic zitten

Het zijn dagen van bier, zweet en tranen. In de smoorhete slaaptrein zonder douches kunnen de gasten van donderdagavond tot zaterdagavond debatten, toneelstukken en films over de staat van Europa bijwonen. Maar vooral dansen en drinken, flirten en flaneren ze in de gangen van een halve kilometer lange trein. Alsof ze op de Titanic zitten.

Misschien is het een zinsbegoocheling, teweeggebracht door de cadans van de trein, maar zelden heb ik in zo’n korte tijd zoveel briljante schrijvers, dichters, muzikanten en theatermakers gehoord en gezien.

In de nachtelijke uren kunnen ze ongemeen hard snurken, overdag speelt het gezelschap van uiterst bezwerende en feeërieke muziek.

Niet minder betoverend en verwarrend is het optreden van dichteres Saskia de Jong, die tot de stoppen doorslaan onder begeleiding van waar je haast van in een trance raakt brengt die ze schreef in reactie op het Waar in 1909 de liefde voor het gevaar en de zuiverende kracht van geweld bezong, dicht De Jong: ‘Jullie weigeren de welwillende stilstand / bedaarde slaap, het stijve voetje voor voetje / de antisalto mortale.’ Een mogelijke interpretatie: tegenover Marinetti’s verering van mannelijkheid en strijd, ondeugden die Europa niet veel later verscheurden, plaatst De Jong de zachte krachten en het voorzichtige aftasten waar de EU de belichaming van is of zou moeten zijn.

Weldadig is ook de commentaarstem van die door de treinintercom klinkt en die met milde ironie de psychologische processen in deze microkosmos duidt, de dans van de gretigen die er vol inspringen en de aarzelenden die schuchter door de gangen schuifelen.

Maar hoe indrukwekkend alle optredens van muzikanten, schrijvers en theatermakers ook mogen zijn, vaak zeggen ze hoogstens heel indirect iets over de huidige staat van Europa. Als het om begrip van wat er nu aan de hand is gaat, ben ik toch het meest getroffen door wat Šimečka zegt over hoe de politieke orde in een oogwenk kan verkruimelen. Ook de EU, als niemand haar nog durft te verdedigen.

Waar klinkt nog de stem van de hoop in Europa?

‘Ik heb twee ervaringen met systemen die instorten. De val van het communisme. En het uiteenvallen van Tsjecho-Slowakije. Het gaat heel snel, in weken. Zonder dat je het kan geloven,’ vertelt Šimečka.

Foto’s: Jistke Nap

Tsjecho-Slowakije was in 1992 een federale staat. De winnaars van de verkiezingen in de twee deelrepublieken - Vladimír Mečiar en Václav Klaus - besloten op 23 juni het land te splitsen. ‘Ze zeiden: we kunnen niet samenwerken,’ vertelt Šimečka. ‘Een meerderheid van de bevolking was er toen tegen. Veel mensen waren boos en verdrietig. Maar ze kwamen niet in actie. Er was een gebrek aan energie bij mensen die de federatie wilden houden.’

Šimečka is bang dat de EU hetzelfde lot beschoren is. ‘Ik zie de energie van hen die de instorting willen. De status quo verdedigen is veel moeilijker. Negatieve emoties zijn veel sterker.’

En dat terwijl zijn land Slowakije heeft aan de EU, vindt Šimečka. ‘De enige reden dat het hier nu goed gaat, is dat we in de EU zitten. Zonder de EU zouden we geen democratie hebben.’ De autoritaire Slowaakse leider Mečiar verloor in 1999 de macht, legt de journalist uit, doordat zijn tegenstander het EU-lidmaatschap tot inzet van de verkiezingen maakte.

Šimečka mist de stem van de hoop in Europa. ‘Er is niemand die de moed heeft om te zeggen dat we meer integratie nodig hebben. Ik geloof niet in nationale identiteit. Politici zouden moeten zeggen: de natiestaat is voorbij.’

Maar op dit moment winnen de negatieve emoties het, vreest de sombere denker. De uitslag van het referendum in het Verenigd Koninkrijk is daar in zijn ogen een veeg teken van. ‘Als je zo’n debat start, weet je al hoe het zal aflopen. Niemand verdedigde echt hoe het was, de energie van hen die wilden splitsen, was veel hoger.’

Het is ook niet eenvoudig de huidige stand van zaken te bejubelen, zegt Šimečka. Want de intellectuelen hebben, zoals de grote Tsjechische denker en politicus zei, één grote fout gemaakt: ze vertrouwden de economen, ze lieten het kapitalisme aan hen over. ‘Onder het communisme lazen we literatuur, van banken en geld hadden we geen verstand,’ verklaart Šimečka. Het resultaat: een rauw kapitalisme dat de ongelijkheid vergroot en de bestaanszekerheid van grote delen van de bevolking aantast.

Dat is de bron van de diepe woede die nu alom voelbaar is bij de verliezers van de globalisering. Die richt zich op de EU en op migranten. De Slowaakse premier Robert Fico dat er voor islamitische vluchtelingen geen plek is in zijn land. ‘Fascisme is hier het nieuwe normaal. Ze praten hier over vluchtelingen alsof het geen menselijke wezens zijn,’ zegt Šimečka.

Foto: Jitske Nap

Afwijzing is weer helemaal terug

De omgang met migranten is ook het grote thema als we in Bratislava zijn aangekomen. Met zijn honderden stappen we uit de trein en lopen op een zwoele zomeravond door het lommerrijke stadje naar een markthal. Daar krijgt Magdaléna Vášáryová, een Slowaakse parlementariër, een cadeau van de stad Amsterdam overhandigd, een kunstwerk van David Bade. Aan de zijkant van het werk is prominent een opgeheven penis zichtbaar. Vášáryová reageert ad rem. ‘Ik weet een mooi plekje voor het werk, naast een afgedankt beeld van Stalin.’ De politica zegt blij te zijn met onze komst, dat ze als een warm gebaar beschouwt in dagen dat Oost-Europa zich door de Brexit en de daarmee gepaard gaande haat jegens Oost-Europeanen afgewezen voelt.

De vraag ‘ben je een van ons?’ is weer helemaal terug in Europa

Afwijzing is ook waar de in Wenen woonachtige Duitse historicus, zijn toespraak in de markthal aan wijdt. Op de avond dat duidelijk is geworden dat de verkiezingen in Oostenrijk moeten worden overgedaan en dat de extreemrechtse en fel tegen immigratie gekante politicus opnieuw kans maakt op het presidentschap, vertelt hij dat in de garage bij hem in de buurt een tijdje geleden een meisje werkte dat half Vietnamees was. Toen ze later was verdwenen, vroeg hij de garagist wat er met haar was gebeurd. Ze was ontslagen, zei die, niet omdat ze niet goed werkte maar omdat ze niet ‘een van ons was.’

Tot Bloms verdriet is de vraag ‘ben je een van ons?’ weer helemaal terug in Europa. De vraag die we met het Europa van open grenzen en vrij verkeer juist wilden overwinnen. En net als Šimečka benadrukt hij dat de instorting van Europa snel kan gaan. ‘In de zomer van 1914 dachten de mensen aan hun vakantie op het strand, niet aan jongemannen die even later naar het slagveld zouden trekken,’ vertelt Blom.

Een grens is iets wat zich in de trein afspeelt

Op een moment dat het feestgedruis in de trein mij even te veel wordt, lees ik Kind van alle landen van Irmgard Keun. In uit 1938 beleven we de gebeurtenissen in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog door de ogen van het tienjarige meisje Kully. Schitterend is wat ze over grenzen denkt:

Foto’s: Jitske Nap

‘Ik dacht eerst dat grenzen schuttingen waren, maar dan zo hoog als de hemel. Maar dat was dom van mij, want dan kunnen er geen treinen door. Een grens is ook geen grond, anders kon je gewoon op de grens gaan zitten of erop rondlopen als je het ene land uit moet en het andere niet in mag. Dan kon je op de grens blijven, daar een hut bouwen en je tong uitsteken naar de landen links en rechts. Maar een grens bestaat nergens uit iets waar je op kunt staan. Het is iets wat zich in de trein afspeelt, met behulp van mannen die ambtenaar zijn.’

‘Als je een visum hebt, laten de ambtenaren je in de trein zitten, dan mag je doorrijden. Omdat onze pas in Frankfurt is verstrekt, kunnen we eigenlijk alleen in Frankfurt een visum krijgen, maar Frankfurt ligt in Duitsland en we kunnen niet terug naar Duitsland omdat de regering ons dan opsluit, want mijn vader heeft in Franse en in andere kranten, en zelfs in een boek geschreven dat hij de regering niet goed vindt.’

Kully verwoordt magistraal wat het betekent als de twee vrijheden waar Šimečka naar verlangde niet bestaan: de vrijheid om te schrijven wat je denkt en de vrijheid om te reizen. Wij gelukkigen in de Europe Endless Express kunnen volop genieten van deze vrijheden, wij komen geen ambtenaar tegen, hebben geen visum nodig. Maar heel erg lijken de gasten in de Europe Endless Express zich daar toch niet om te bekommeren. Liever dan debatteren dansen ze.

Reden te over om de waarschuwing van Šimečka ter harte te nemen dat deze vrijheden weleens in een vloek en een zucht verdwenen kunnen zijn, als een stem van de hoop de negatieve emoties jegens de EU niet weet te beantwoorden en de antisalto mortale niet bezingt.

Meer lezen?

Alleen een nieuw Utopia kan Europa redden van de EU De EU roept op haar best onverschilligheid, op haar slechtst haat op. Ze doet haar eigen waarden in de uitverkoop en wankelt op haar grondvesten. Hoog tijd om opnieuw te doordenken wat Europa is en te verkennen hoe de Europese samenwerking een nieuwe vorm kan krijgen. Meer over een ander Europa Europa is een laffe leeuw die het geloof in de eigen kracht moet hervinden Om de droom van Europa - een ruimte waar mensen, goederen en ideeën vrij en in vrede kunnen circuleren - overeind te houden, zullen we dappere beslissingen moeten nemen, zegt historica Stella Ghervas. Zoals de sprong wagen naar een federale staat met een eigen leger. Interview met Stella Ghervas Bewonder elkaar! De dichter voor Europa worstelt met haat en verzoening België herdenkt de dood van de grote dichter Emile Verhaeren. De kans is groot dat je nog nooit van hem hebt gehoord. In Nederland mag hij dan haast vergeten zijn, Verhaerens werk als veerman tussen culturen en pleitbezorger van een verenigd Europa is prachtig én actueel. Over de dromen van een dichter over een federaal Europa Sterf Europese Unie, leve de Europese Republiek Door de vluchtelingencrisis en het Griekse drama is Europa opnieuw diep verdeeld. Nu wreekt zich dat we nooit Europees hebben leren spreken en een halfbakken unie hebben gebouwd. Hoe moet het dan wel? Een vergeten geschiedenis biedt inspiratie voor een nieuw Europees elan. Over vroege pogingen Europese lotsverbondenheid vorm te geven