En opnieuw vloog een voorstel tot een beter drugsbeleid van tafel.

Dit keer ging het om een burgerinitiatief van het BNN-programma Spuiten en Slikken. De redactie van het programma had 40.000 handtekeningen opgehaald om aandacht te vragen voor de boetes die festivalgangers krijgen omdat ze drugs op zak Maar hun voorstel tot verdere decriminalisering van het bezit van gebruikershoeveelheden pillen strandde. Alle moties die vroegen om enige stappen vooruit faalden.

Xtc - de straatnaam voor MDMA in pilvorm - is nu al ongeveer dertig jaar verboden in Nederland. Inmiddels zijn 830.000 Nederlanders zo stout geweest zich daar niks van aan te trekken. En hoewel die daar meestal gevoelens van liefde en saamhorigheid aan overhouden, zorgt het middel onder politici vooral voor chagrijn.

Want het is en dat moet vooral zo blijven. Een dergelijk pleidooi was in de jaren tachtig, toen het middel populair werd, beter op zijn plaats geweest. Nu is het middel alomtegenwoordig. In Amsterdam zegt meer dan de helft van weleens xtc te

Veel Nederlanders zijn het daarmee oneens. Zij hebben volgens de wet gelijk, maar sluiten de ogen voor het feit dat zoveel honderdduizenden mensen niet naar ze luisteren, en dat hun verbod negatieve gevolgen heeft.

Want de problemen met MDMA zijn dezelfde als bij andere illegale drugs: het wordt gemaakt door een zwarte markt waar geen zicht op is, waar miljoenen heen gaan, waar doden in vallen, waar afval wordt gedumpt in de natuur en waarvan de bestrijding miljoenen kost.

In probeer ik daarom een alternatief te zoeken. Beleid te vinden dat rekening houdt met de risico’s van een middel, maar niet leidt tot de criminalisering van een grote groep Nederlanders. En dan ging het voorstel van Spuiten en Slikken eigenlijk helemaal niet ver genoeg. Want waarom wel pleiten voor het decriminaliseren van het bezit, maar niet van de handel en de productie?

Daar valt een hoop voor te zeggen, maar dan moeten eerst de volgende stappen gezet worden.

Stap 1. Los het mysterie van de xtc-doden op

‘Pillengeneratie negeert gevaar,’ kopte De Telegraaf na drie doden op het Amsterdam Dance Event in 2014. En dat klopt. Het is namelijk totaal onduidelijk hóe gevaarlijk xtc precies is.

Het aantal doden en gewonden door xtc is veel minder dan bij bijvoorbeeld drinken of het verkeer, maar toch leiden doden door xtc onophoudelijk tot berichten in de media.

Ik heb voor daarom een keer geprobeerd alle Nederlandse xtc-doden van de afgelopen twintig jaar tegen het licht te houden, om te kijken of daar een antwoord te vinden was. Van de plusminus 830.000 Nederlandse gebruikers zijn er in die twee decennia de boeken ingegaan als ‘xtc-dode.’ Dit omdat een toxicoloog gebruikssporen had aangetroffen of omstanders verklaarden dat diegene xtc had gebruikt.

Maar die 64 lieten zich maar moeilijk verklaren. Vijf bleken aan een ander middel dan MDMA te zijn overleden, maar waren in een dossier onder ‘MDMA’ gezet omdat de pil ook MDMA bevatte. Sommigen hadden te weinig of te veel water gedronken, iets wat te voorkomen was geweest. En bij een enkeling was te veel MDMA het probleem, maar ging het om extreem hoge doses.

Sommigen hadden te weinig of te veel water gedronken. En bij een enkeling ging het om extreem hoge doses

Bij driekwart was de doodsoorzaak simpelweg niet bekend, en waren de doden slechts een statistiek geworden in de boeken zonder uitleg.

Jellineks Amsterdamse preventiehoofd Floor van Bakkum pleit daarom voor een betere manier om de doden en de ernstige incidenten bij te houden, ook al wordt dat lastig: ‘Zelfs als een lichaam naar het Nederlands Forensisch Instituut wordt gestuurd voor onderzoek, dan nog is het voor hen soms onmogelijk om vast te stellen of de xtc nou eigenlijk de boosdoener is geweest. Vooral omdat mensen die xtc gebruiken lang niet alleen maar xtc gebruiken.’

Het Trimbosinstituut zegt dat het drie gevallen kende die tussen 2009 en 2014 overleden aan xtc terwijl er niets anders was genomen. En waarom die drie mensen overleden blijft onduidelijk. Een zwak hart? Een soort ‘MDMA-allergie’? De doden van xtc blijven onder een spotlight liggen, maar een verklaring blijft achterwege.

‘Het is heel belangrijk om dat goed in kaart te gaan brengen,’ aldus Van Bakkum. ‘Ook om te kijken of er iets gemeenschappelijks te ontdekken valt aan die mensen die eraan overlijden. Zijn ze jong, oud, hebben ze misschien weinig gegeten? Ik gis maar wat, maar laten we nou eens gaan kijken naar de 48 uur voordat mensen in het ziekenhuis belanden. Waarom ging het bij hen mis en bij vrienden die hetzelfde hadden gebruikt niet?’

Stap 2. Maak van MDMA een softdrug in plaats van een harddrug

Een minder belichte motie in het Spuiten en Slikken-debat riep het kabinet op een onderzoek te starten of MDMA van lijst I van de Opiumwet naar lijst II kan. Wat zou betekenen dat het bezit niet langer een misdrijf is, maar een overtreding. En een softdrug in plaats van een harddrug zou worden.

Deze gedachte gaat er in zijn meest optimistische vorm van uit dat lijst II een soort tussenstap kan worden richting reguleren, omdat cannabis er nu ook op staat. Het kan in een minder ambitieuze vorm eventueel leiden tot een gedoogbeleid voor

De problemen met het middel zijn immers veel geringer gebleken dan men dertig jaar geleden dacht. De gezondheidsschade voor de consument blijkt mee te vallen, en bijna niemand meldt zich bij een verslavingskliniek met

GroenLinks en D66 dienden tijdens het Spuiten en Slikken-debat daarom een motie in waarin zij een onderzoek aanvroegen naar het verplaatsen van MDMA van lijst I naar lijst II. Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD) voelde er weinig voor: ‘Ze zijn gevaarlijk en staan niet voor niets op lijst I. Daar oordelen specialisten over. Dat verzint de regering niet zelf.’

Dat klopt. De commissie-Garretsen hier bijvoorbeeld in 2011 nog eens naar. Hun conclusie over de risico’s van MDMA: ‘Ten aanzien van dit middel blijkt uit steeds meer onderzoeken dat vooral de schade voor de gezondheid van het individu op de langere termijn minder ernstig is dan aanvankelijk werd aangenomen.’

Maar de gezondheidsaspecten alleen bleken niet voldoende voor een positief advies aan de minister, want er was ook met deskundigen van politie en Openbaar Ministerie gesproken door de commissie: ‘De omvang van de illegale productie van xtc in Nederland en de betrokkenheid van de georganiseerde criminaliteit daarbij leiden tot hoge opsporingsinspanningen en veroorzaken veel schade aan het imago van Nederland in het buitenland. Dit alles pleit, ondanks de gewijzigde wetenschappelijke inzichten over de gezondheidsrisico’s, tot handhaving van het middel op lijst I.’

Zulke scheefgroei tussen werkelijkheid en beleid is aan de orde van de dag in het drugsdossier, maar zelden staat het er zo letterlijk: niet wetenschappelijke kennis over schadelijkheid geeft de doorslag, maar het taboe op het praten over een ander soort beleid in Europa doet dat.

En dat taboe leeft in Nederland vrolijk verder, want gisteren werd de motie van GroenLinks en D66 voor een onderzoek naar deze kwestie

Stap 3. Richt een productieplaats in

Mocht er ooit toch een toekomst komen waarin wordt besloten dat de rede zal regeren boven de imagoschade, dan moet goed worden nagedacht over wie de MDMA gaat produceren.

Op dit moment is Nederland de grootste ter wereld, zo zeggen rapporten van overheden en politie, de enigen die daar cijfers over hebben. Maar in plaats van in nette laboratoria wordt het spul in schuurtjes en kelders gemaakt.

‘Ik denk dat de farmaceutische industrie de meeste kennis heeft om dit op een goede en veilige en zo gezond mogelijke manier te doen’

Waar moet dan geproduceerd worden? In debatcentrum De Balie hielden D66- en PvdA-politici er vorig jaar een over. PvdA-Kamerlid Marith Volp opperde bijvoorbeeld dat haar vader nog wel een fabriek wist die eerst door een farmaceut werd gebruikt. Waarop Amsterdams D66-raadslid Jan Paternotte aanvulde: ‘Ik denk dat de farmaceutische industrie de meeste kennis heeft om dit op een goede en veilige en zo gezond mogelijke manier te doen.’

De politici kwamen er niet uit. Waarschijnlijk is de farmaceutische industrie, maar de vraag is of het geproduceerd moet worden door een instantie die er graag reclame voor zou willen maken.

Een staatsmonopolie zou een optie kunnen zijn, zoals Holland Casino dat op dit moment heeft.

Stap 4. Introduceer een drugsrijbewijs

Als het middel van lijst I naar lijst II gaat en centraal of door bedrijven geproduceerd kan worden, moet worden nagedacht over hoe het middel verantwoord in de winkel te leggen is.

Een van de interessantste ideeën voor het kunnen reguleren van drugs is het drugsrijbewijs. Een examen over werking en veilig gebruik dat zou kunnen leiden tot een pasje waarmee gebruikershoeveelheden kunnen worden gehaald. Vergelijk het met het theorie-examen van het reguliere rijbewijs.

Zodra iemand dan MDMA komt halen, kan worden gekeken hoe vaak deze persoon dat doet en kan de consument voorlichting of hulp worden aangeboden. Bijvoorbeeld over het feit dat het geen zin heeft om weekenden achter elkaar MDMA te nemen, omdat je serotonineniveau dan te laag wordt om het gewenste effect te sorteren.

Hier zou eventueel ook een soort praktijkexamen aan gekoppeld kunnen worden in de vorm van een medische test. Mocht er inderdaad zoiets bestaan als een ‘MDMA-allergie,’ dan kan dat in deze test worden vastgesteld.

Stap 5. Leg drugs in de winkel

De Jonge Democraten pleitten er vorig jaar voor: xtc-winkels. D66-Kamerlid Vera Bergkamp zei dat de moederpartij in principe de legalisering en regulering van MDMA steunt, maar als ‘stip op de horizon.’

En als het dan toch zover is, dan zal MDMA waarschijnlijk in een eigen winkel liggen, zoals sterkedrank alleen in een slijterij of kroeg ligt en psychedelische middelen alleen

De pillen zelf worden waarschijnlijk een stuk kleiner. Een doorsnee pil vandaag de dag is 120 milligram, maar ze worden steeds sterker en pillen van 220mg zijn allang geen uitzondering meer. Terwijl de stelregel is dat de dosering 1 tot 1,5 keer het lichaamsgewicht in milligram zou moeten zijn. Daarom zou MDMA in strips van 30 milligram verkocht kunnen worden. Dat maakt het doseren makkelijker, realistischer en veiliger.

En zo kom je tot een winkel tussen smartshop en apotheek in, waar medisch geschoold personeel achter de balie staat, met een systeem dat de drugsrijbewijzen kan scannen.

Lees ook:

Het enige wat nu nog nodig is om cannabis te reguleren: politieke wil Uit nieuw onderzoek blijkt: mensenrechtenverdragen bieden wél ruimte voor de regulering van cannabis. De Tweede Kamer en de Nederlandse kiezer zijn aan zet. ‘Minister Ard van der Steur komt nu niet meer weg met ‘het mag gewoon niet’.’ Lees het verhaal hier terug Misschien zou u eens psychedelica moeten proberen De risico’s zijn voor gezonde mensen minimaal. En recent onderzoek geeft aan dat psychedelica grote positieve gevolgen kunnen hebben. Het is tijd om ze (beter) te gaan reguleren. Maar hoe? Lees het verhaal hier terug Deze radicale drugsprofessor vindt verslaving flauwekul Verslaving? Onzin, stelt drugsprofessor Peter Cohen. Drugs verdienen eenzelfde behandeling als wintersport, relaties en mooie muziek: leuke ervaringen waar je soms even bij op moet letten. Geldt dat wel voor iedereen? En alle drugs? Lees het verhaal hier terug