Pinkwashing, panseksueel en powerbottom - woorden die niet meer weg te denken zijn uit de leefwereld van veel LHBTQIA’ers, maar daarbuiten vooral op onbegrip kunnen rekenen.

Zoals bischierig, bankhanglesbo en beer. Woorden die niet bedoeld zijn om interessant te doen of buiten te sluiten, maar bedacht zijn omdat ‘man,’ ‘vrouw’ en ‘hetero’ niet langer voldoende zijn om een regenboog aan gevoelens, handelingen en identiteiten te beschrijven.

Dit lexicon biedt uitkomst tijdens de Roze Maand van De Correspondent, voor als u de weg even kwijt bent. Met bijna 100 Nederlandse van Androgyn tot Queer, uw gids op onbekend terrein.

Want met het uitvinden van nieuwe woorden krijgen deze identiteiten de ruimte om te bestaan. Door te benoemen, worden ze écht, niet langer weggemoffeld in een donker hoekje, maar out en proud. En door ze te leren kennen, worden ze hopelijk begrijpelijker en geaccepteerder.

Het Queeriaans, zoals we deze nieuwe taal voor het gemak zijn gaan staat niet stil. Halverwege de jaren negentig was de term LHBT nog voldoende om een diverse groep van seksuele en genderidentiteiten aan te duiden. Geleidelijk werd dit mini-alfabet uitgebreid met de Q voor queer, de I voor interseksevariatie en de A voor aseksualiteit. In dit lexicon is ook de meest inclusieve variant opgenomen: LHBTQQIP2SAA.

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W

Androgyn [ɑndroː’ɣin]

Man en vrouw ineen’ betekent het letterlijk in het Androgyn is een uiting van gender - denk aan en manier van lopen - die het midden houdt tussen masculien en feminien.

Agender [e’dʒɛndər] [ax’ɛndər]

Een persoon die zich niet met een gender identificeert. Een agender ziet zichzelf dus niet als man, vrouw of trans*, maar als genderneutraal.

Androseksueel [‘ɑndroːsɛksyweːl]

Iemand die zich seksueel aangetrokken voelt tot mannen is androseksueel. Zoals een heterovrouw of een homoman. Terwijl bij hetero- of homoseksualiteit het eigen gender én het gender van de ander bepalend is - een homoseksueel is iemand die op het ‘eigen’ gender valt - is bij androseksueel alleen het gender van de ánder bepalend.

Zo is de seksuele gerichtheid van een heteroseksuele vrouw die in transitie gaat en een homoseksuele man wordt niet veranderd: hij is al die tijd androseksueel. Androseksueel is het tegenovergestelde van gynoseksueel.

Aseksueel [‘aːsɛksyweːl]

Aseksuelen voelen zich niet seksueel aangetrokken tot andere personen. Sommige aseksuele personen ervaren wel opwinding, maar hebben geen behoefte aan seks met iemand anders.

Dat betekent niet dat aseksuelen ongeïnteresseerd zijn in liefdesrelaties: aseksuelen kunnen zich emotioneel en romantisch tot aangetrokken voelen. We spreken dan bijvoorbeeld van een heteroromantische of biromantische aseksueel. Aseksualiteit kent verschillende zoals demiseksuelen en grijze A’s.

Beer [bɪːr]

Een grote, stevige, bebaarde, masculiene homoseksuele man met een ietwat ruig De term wordt gebruikt door homoseksuele mannen om aan te geven op wat voor soort type ze vallen.

Bankhanglesbo [‘bɑŋkhɑŋlɛsboː]

Een stereotypering van lesbiennes die, zodra ze een relatie krijgen, het liefst samen, met de kat, onder een dekentje op de bank Netflix kijken. Een homoseksuele man kan ook een bankhanglesbo worden genoemd.

BDSM [‘beːdeːɛs’ɛm]

De Engelse afkorting voor bondage en discipline (BD), dominantie en onderdanigheid (DS) en sadisme en masochisme (SM). Bondage is het vastbinden van een partner en tot discipline behoort echte of gespeelde bestraffing. Dominantie en onderdanigheid gaan over rollenspellen: het uitoefenen van macht of juist het overgeven eraan. Sadisme en masochisme zijn het toebrengen en seksueel plezierig beleven van pijn.

BDSM is queer: de seksuele norm wordt opzij geschoven, om plaats te maken voor een diversiteit aan seksuele verlangens en fetishes. Essentieel bij BDSM is de instemming van álle seksuele partners - dat kunnen er meer dan twee zijn - en het aangeven van grenzen met een afgesproken stopwoord.

Bifobie [‘bifoːbi]

Het stigmatiserende idee dat biseksuele mensen niet kunnen ‘kiezen,’ van ‘twee walletjes eten’ en slechts door ‘een fase’ gaan. Ze zouden niet loyaal en tevreden kunnen zijn in een monogame relatie. Ook een vorm van bifobie is het idee dat een biseksuele vrouw in een relatie met een man eigenlijk hetero zou zijn. Biseksuelen kunnen stigma ervaren van zowel heteroseksuelen als homoseksuelen.

Bigender [‘baɪdʒɛndər, ‘biɣɛndər]

Bigender is een genderidentiteit waarbij mensen zich met twee genders bijvoorbeeld als man én vrouw. Iemand kan zich de ene periode masculien presenteren en het andere moment feminien, of de twee genders juist tegelijkertijd uiten.

Binair [bi’neər]

Door binair denken worden mensen ingedeeld in schijnbaar tegengestelde categoriën: óf man óf vrouw, hetero of homo, wit of zwart. Binnen deze categoriën is een impliciete norm en datgene dat ervan afwijkt. Zo is het in onze samenleving gebruikelijk om uit de kast te komen als je niet hetero - de norm - maar homo bent.

In een binair systeem is weinig ruimte voor mensen die niet in een van de opties passen. Personen die buiten deze twee hokjes vallen, zoals sommige transgender personen, genderqueers en mensen met een interseksevariatie, kunnen dit binaire gendersysteem als onderdrukkend ervaren.

Bischierig [bi’sxirəx]

Samenstelling van biseksueel en nieuwsgierig. Het refereert meestal aan heteroseksuele personen die interesse hebben in een seksuele ervaring met iemand van het eigen gender.

Biseksueel [‘bisɛksyweːl]

Een seksuele gerichtheid waarbij een man of vrouw zich aangetrokken voelt tot zowel mannen als vrouwen. Binnen de LHBTQIA-gemeenschap wordt driftig gediscussieerd of biseksualiteit slechts slaat op personen die binnen het binaire gendersysteem passen, of ook breder gebruikt kan worden voor álle genders. Bekende Nederlandse biseksuelen zijn Mathilde Santing en Geert Hoes. Zie ook: panseksueel.

Bottom [‘bɒtəm]

Een homoseksuele man die tijdens anaal geslachtsverkeer de ontvanger is en gepenetreerd wordt. Er is ook de powerbottom, die niet afwacht tot de top tot actie overgaat, maar zelf een dominante rol speelt. Zie ook: top. In de BDSM-cultuur is de bottom de ontvangende partner die een onderdanige rol speelt.

Butch [bʊtʃ]

Een homoseksuele vrouw met masculiene De oorsprong van het woord is waarschijnlijk butcher (slager). Vanaf de jaren veertig werd met butch een agressieve lesbische vrouw aangeduid. De tegenhanger van butch is femme. Zie ook: pot.

Cruisen [‘kruːsən]

Cruisen is het rondrijden of rondlopen met als doel sociale en seksuele contacten te leggen. Het woord wordt meestal gebruikt voor homomannen die schijnbaar doelloos rondhangen bij homo-ontmoetingsplaatsen.

Cisgender [‘sisdʒɛndər]

Vaak afgekort als ‘cis.’ Bij cisgenders is de sekse in lijn met het gender; iemand heeft bijvoorbeeld het lichaam van een vrouw én voelt zich vrouw. Het is de tegenhanger van transgender: ‘trans’ is Latijn voor ‘aan de andere kant’ en vormt zo het tegenovergestelde van ‘cis,’ dat ‘aan deze kant’ betekent. Cisgender-zijn is de Bekende cismannen zijn Humberto Tan en Paul de Leeuw. Bekende cisvrouwen zijn Patricia Paay en Carry Slee.

Crossdressing [‘krɒsdresɪŋ]

Het dragen van kleding die bij het ándere gender ‘hoort.’ Een crossdresser is niet per se trans* - het is geen genderidentiteit. Crossdressing is vooral een speelse bezigheid.

Cub [kʌb]

Een cub is een jonge beer. Hij is meestal rond de twintig en nog niet helemaal volgroeid, maar de beer in hem is al wel zichtbaar. Letterlijk betekent cub ‘welp.’ De term wordt gebruikt door homoseksuele mannen om aan te geven op wat voor soort ze vallen en met welk type ze zich identificeren.

Drag [dræg]

Een drag is een persoon die, om een publiek te amuseren, bepaalde aspecten van - meestal - het andere gender theatraal en glamoureus uitvoert met sprankelende, uitbundige kleding, make-up en accessoires. Een dragking is een vrouw die masculiene kleding en make-up draagt; een dragqueen is een man die feminiene kleding en make-up draagt.

Het opvoeren van de rol van dragqueen of -king is iets anders dan travestie. Een drag probeert zich niet als een man of vrouw te gedragen, maar specifiek als een drag (queen of king). Het is een performance.

Daddy [‘dædi]

Een oudere man en ‘vaderfiguur’ jongere homoseksuele mannen die niet op leeftijdsgenoten vallen. Zie ook: gerontofilie.

Demiseksueel [‘dəmisɛksyweːl]

Anders dan aseksuelen voelt een zich pas seksueel aangetrokken tot een ander persoon als er een sterke emotionele band bestaat. Demiseksualiteit ligt op het spectrum tussen seksueel en aseksueel. Zie ook: grijze a’s.

Demigender [‘dəmidʒɛndər]

Demigenders zijn die zich gedeeltelijk met een bepaald gender identificeren. Zoals de demi-jongen, die zich naast agender slechts een beetje man of jongen voelt.

Emancipatie [eːmɑnsi’paːci]

Het ‘man’ in emanciperen verwijst niét naar een lichaam met een piemel, maar komt van het Latijnse ‘manus,’ dat hand betekent. Letterlijk: ‘uit de hand nemen’ of ‘zich vrijmaken van een afhankelijke positie.’ Emancipatie is dus het streven naar een volwaardige en gelijkwaardige positie van een achtergestelde groep in de samenleving.

In de twintigste eeuw ging de emancipatiestrijd vooral over vrouwen - met als boegbeelden eerst Aletta Jacobs en later onder meer de Dolle Mina’s. In de Verenigde Staten ontketende de opkomst van Martin Luther King de emancipatiestrijd van zwarte Amerikanen. En tegenwoordig staan ook queers op de virtuele barricades voor een gelijkwaardige positie.

Fishy queen [‘fɪʃi kwiːn]

Een dragqueen die er op-en-top feminien óf zelfs door zou kunnen gaan voor biologische vrouw. De term verwijst naar de geur van de - jawel! - vagina.

Feminien [feːmi’nin]

Eigenschappen die worden geassocieerd met meisjes en vrouwen. Zoals vriendelijkheid, zorgzaamheid, empathie en gevoeligheid, maar ook het dragen van een jurk, lang haar en make-up. Femininiteit kan bij álle genders voorkomen. Zie ook: masculien.

Femme [fɛm]

Veelgebruikte term voor een feminiene lesbische vrouw, als tegenhanger van butch. De stereotype femme draagt jurkjes en doet lippenstift op. Een bekende femme is Cynthia Nixon, beter bekend als Miranda Hobbes uit Sex & The City. Zie ook: lipsticklesbi en fishy queen.

Fluïde [fly’idə]

Fluïde identiteiten, want daar wordt fluïde vooral bij gebruikt, veranderen over tijd. Een die zich identificeert als schommelt tussen verschillende masculiniteit, femininiteit, non-binair en agender. Ook seksuele gerichtheid kan fluïde zijn.

Gerontofilie [xɪrɔntoːfi’li]

Een gerontofiel is een jong persoon met een seksuele voorkeur voor personen van gevorderde leeftijd. Zie ook: daddy.

Gay [gei]

Een veelgebruikte Engelse term voor homoseksualiteit. Letterlijk betekent het vrolijk en zorgeloos, al heeft het die connotatie lang niet voor iedereen. ‘Wat gay!’ wordt regelmatig als scheldwoord gebruikt met als betekenis verwijfd, aanstellerig of stom. Het woord gay wordt, kortom, eerder gebruikt om de grenzen van masculiniteit aan te geven dan homoseksualiteit in te kleuren.

Geek [giːk]

Een geek is een man die er nerdy uitziet door zijn bril en kleding, of nerdy heeft. De term wordt ook gebruikt door homoseksuele mannen om aan te geven op wat voor soort type ze vallen.

Gender en sekse [dʒɛndər/sɛksə]

Simpel gezegd: sekse zit tussen je benen en gender tussen je Sekse, ook wel geslacht, verwijst naar een biologisch onderscheid in lichamen. Zo hebben de meeste mannen in élke cel van hun lichaam XY-chromosomen en de meeste vrouwen XX-chromosomen. Dit kleine chromosoomverschil zorgt voor een groot lichamelijk onderscheid tussen mannen en vrouwen - zoals piemels en vulva’s!

Gender is de culturele betekenis van deze lichamelijke verschillen. Zie het als een script, met rollen en regels. Dit script varieert tussen culturen en tijden: hoe masculiniteit en femininiteit nu in Nederland worden gezien is anders dan bijvoorbeeld in of hoe het vijftig jaar geleden werd beschouwd. Zie ook: genderidentiteit.

Genderdysforie [‘dʒɛndərdɪsfɔri]

Een term om aan te geven dat iemand zich niet thuis voelt in zijn of haar toegewezen gender. Het is een officiële diagnose in de vijfde editie van de Diagnostic Statistical Manual, het grote diagnoseboek van psychiaters. De term kán beledigend zijn omdat het spreekt van een psychische aandoening, maar biedt voor veel transgender personen óók perspectief: de diagnose stelt ze in staat om (gedeeltelijk) in transitie te gaan.

Genderdysforie is het tegenovergestelde van gendereuforie: de ervaring van blijdschap als iemand zich thuis voelt in het toegewezen gender en wordt ‘gelezen’ door anderen als dat gender.

Genderidentiteit [‘dʒɛndəridɛntitɛit]

Het gender waarmee iemand zich identificeert; het genderhokje waarin iemand zich thuis voelt. Zoals man, vrouw, agender, bigender, pangender, genderqueer, genderfluïde of polygender. De genderidentiteit is niet altijd zichtbaar aan de buitenkant, maar vormt een intern proces.

Genderneutraal [‘dʒɛndərnøːtraːl]

Genderneutraal betekent het loslaten van genderrollen en -stereotyperingen. Vaak heeft dit een idealistische reden: door minder nadruk op gender te leggen, kunnen ándere zaken die er meer toe doen aan de oppervlakte komen en zou discriminatie kunnen tegengaan.

Dit varieert van een douchegel die iedereen mag gebruiken tot een genderneutrale door aan bijvoorbeeld een dochter niet vanzelfsprekend roze poppen en een standaard meisjesnaam te geven. Onlangs werden de genderneutrale voornaamwoorden en ‘die’ in de Nederlandse taal geïntroduceerd. Naast ‘hij’ en ‘zij’ kunnen deze gebruikt worden als persoonverwijzing.

Grijze A [‘xrɛizə aː]

Grijze A’s zijn aseksuelen die zich identificeren als ergens tussen seksueel en aseksueel in. Het is een brede categorie - letterlijk een grijs gebied. Grijze A’s zijn bijvoorbeeld mensen die een laag libido hebben of zich wel seksueel voelen, maar zich niet identificeren met de gangbare seksuele cultuur. Maar ook personen die geen behoefte hebben iets met hun gevoelens van aantrekkingskracht te doen of mensen die enkel bepaalde aspecten van seksualiteit ervaren worden grijze A’s genoemd. Demiseksuelen vallen ook onder de Grijze A-paraplu.

Gynoseksueel [‘ɣinoːsɛksyweːl]

Iemand die zich seksueel aangetrokken voelt tot vrouwen is gynoseksueel. Zoals een heteroman of een lesbische vrouw. Maar terwijl bij hetero- of homoseksualiteit het eigen gender én het gender van de ander bepalend is - een homoseksueel is iemand die op het ‘eigen’ gender valt - is bij gynoseksueel alleen het gender van de ánder bepalend. Zo is de seksuele gerichtheid van een heteroseksuele man die in transitie gaat en een homoseksuele vrouw wordt niet veranderd: zij is al die tijd gynoseksueel. Gynoseksueel is het tegenovergestelde van androseksueel.

Hijra [‘hɪdʒrə]

vormen een officieel erkende groep mensen met een derde gender in Zuid-Azië. Hijra’s hebben een feminiene verschijning - ze dragen jurken, nagellak, veel sieraden en make-up - maar worden veelal beschreven als biologische mannen of personen met een interseksevariatie. Al sinds de dertiende eeuw nemen hijra’s een belangrijke rol in bij het zegenen van pasgeboren baby’s en als dansers op bruiloften en feesten.

Hetero [‘heːtəroː]

Ook wel heteroseksueel. Een hetero is een man of vrouw die zich seksueel of romantisch aangetrokken voelt tot een ánder gender - man of vrouw. Hetero zijn is de norm: in de meeste films en boeken zijn de hoofdpersonen heteroseksueel, onze maatschappij is ingericht op heterogezinnen en men is geacht uit de kast te komen als ze niet hetero zijn. Zie ook: heteronormatief en binair.

Heteroflexibel [‘heːtəroːflɛksibəl]

Mannen of vrouwen die zich identificeren als hetero, maar af en toe seksuele contacten hebben met personen van hun eigen gender. Zo zijn heteroflexibele mannen, mannen die ook weleens seks hebben met andere mannen, maar zich in het algemeen niet romantisch aangetrokken voelen tot mannen. Zie ook: bischierig.

Heteronormatief [‘heːtəroːnɔrma:tif]

Heteronormativiteit is het idee dat alle mensen die worden geboren natuurlijk in de hokjes man óf vrouw vallen. Het impliceert daarbij een heteroseksuele norm: iedereen voelt zich van nature aangetrokken tot het ‘tegenovergestelde’ gender.

Holebi [‘hoːlɛbi]

Holebi is een samentrekking van de woorden homo, lesbienne en biseksueel. De term was in de jaren negentig alleen in Vlaanderen gangbaar en deed pas later zijn intrede in Nederland.

Homo [‘hoːmoː]

Ook wel homoseksueel. ‘Homo’ kán verwijzen naar zowel mannen als vrouwen die zich seksueel en/of romantisch tot hun eigen gender aangetrokken voelen. In de volksmond refereert het echter voornamelijk aan die zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelen tot andere mannen. Bekende homomannen zijn Rudi van Dantzig, Albert Verlinden en Michiel van Erp.

Homoflexibel [‘hoːmoːflɛksibəl]

Homoseksuele mannen of lesbische vrouwen die ook weleens hebben met het andere gender (m/v), maar zich in het algemeen niet romantisch aangetrokken voelen tot hen, zijn homoflexibel te noemen. Zie ook: bischierig.

Homofobie [hoːmoːfoː’bi]

Homofobie is homohaat en de uiting ervan. Dit loopt uiteen van legale vormen, zoals ‘grapjes’ op de werkvloer (‘Hé homo!’ of ‘Doe niet zo gay!’) tot strafbare feiten, zoals het afwijzen van een sollicitatie of zelfs fysieke agressie vanwege iemands homoseksualiteit.

Homonationalisme [‘hoːmoːnɑʃoːnaːlɪsmə]

Als een land homorechten onderdeel maakt van de nationale identiteit en zich daarmee profileert, heet dat De eigen tolerantie wordt geprezen en tegelijkertijd wordt een ander land, cultuur of bevolkingsgroep weggezet als minderwaardig. Een bekend voorbeeld is Israël, dat zich profileert als veilige haven voor LHBT’ers ten opzichte van de islamitische Palestijnse gebieden.

Hundred-feeter [‘hʌndrədfitər]

Een stereotypering van een lesbische vrouw die van honderd meter afstand al als zodanig te herkennen zou zijn. Ze heeft bijvoorbeeld kort haar, loopt stoer, draagt masculiene kleding en haar armen zitten vol tattoo’s.

Interseksevariatie [ɪntər’sɛksəvaːrijaːci]

met een interseksevariatie zijn geboren met een lichaam dat niet voldoet aan de normatieve definitie van man of vrouw, zoals een persoon met mannelijke XY-chromosmen en testikels, maar óók een vagina en borsten.

Lange tijd besloten artsen om kinderen al op heel jonge leeftijd te zodat ze een ‘gewoon’ meisjes- of jongenslichaam zouden hebben. Voor veel personen met een interseksevariatie had dit traumatische als ze zich op latere leeftijd niet thuisvoelden in het gender dat ze toegewezen hadden gekregen. De oude term voor een interseksevariatie, (pseudo)hermafroditisme, wordt vaak als kwetsend ervaren. Ook de term ‘intersekseconditie’ kán als negatief worden gezien, vanwege de connotatie met een medische abnormaliteit.

Jock [dʒɒk]

Een jock is een sportieve jonge man, afgetraind en meestal zonder baard. De term wordt ook wel gebruikt door homoseksuele mannen om aan te geven op wat voor soort type ze vallen.

Janet [ʒaː’nɛt]

Ook wel Zjanol, Jeanette of Zjanet. Janet is Vlaams voor een homoseksuele man met feminiene trekjes en wordt meestal negatief gebruikt. Ook heteroseksuele mannen die zich feminien gedragen worden denigrerend Janet of strandjanet genoemd. De term voil (‘vieze’) Jeanet werd eind negentiende eeuw gebruikt voor mannen die geen geld hadden om voor carnaval een kostuum te kopen en de kleding van hun vrouw aantrokken. Nog steeds is dit een traditie in sommige Vlaamse steden.

Kast [kɑst]

De kast staat symbool voor het nog niet openlijk uitgekomen zijn voor de seksuele voorkeur; iemand zit nog in de Het is een symbolische plek die wordt geassocieerd met angst en schaamte, in tegenstelling tot de ruimte buiten de kast, waar iemand out en proud is. Voor veel niet-hetero’s - want van heteroseksuelen wordt niet verwacht dat ze uit de kast komen - kan de kast ook een veilige plek vrij van homofobie zijn.

LHBT... LHBTQQIP2SAA [‘ɛl’haː’beː’teː..]

Tijd voor alfabetsoep! L staat voor lesbisch, H is van homoseksueel, de B betekent biseksueel en de T is voor transgender.

Tot hier is dit gerecht voor de meesten wel bekend. Maar er zijn meer smaken:

Q is van queer, de tweede Q staat voor questioning, want niet iedereen weet bij welke genderidenteit en seksuele voorkeur ze zich thuisvoelen. De I betekent interseksevariatie, gevolgd door de P van panseksueel. 2S betekent Two-Spirit en de A is van aseksueel. Last but not least, de A voor ally, of van de LHBTQQIP2SA-gemeenschap: hetero- en cispersonen.

Lesbienne [lɛzbi’jɛnə]

Ook wel lesbische vrouw genoemd, of: lesbo of lesbi. Een is een vrouw die zich seksueel of romantisch aangetrokken voelt tot andere vrouwen. Voor de twintigste eeuw werd het woord ‘lesbienne’ nauwelijks gebruikt. Het woord verwijst naar het Griekse eiland Lesbos, waar in de zesde eeuw voor Christus de dichteres Sappho de vrouwenliefde bezong. Bekende lesbiennes zijn Barbara Barend en Lucia Rijker.

Lipsticklesbi [‘lɪpstɪklɛzbi]

Lipsticklesbi is een stereotype voor een lesbische vrouw die zich feminien gedraagt en kleedt, zoals met het dragen van - u raadt het al - rode lipstick en jurken. Zie ook: femme.

Luti [‘luti]

Een beladen scheldwoord dat door sommige moslimhomo’s is toegeeïgend. Luti refereert aan het volk van Lot, de neef van Abraham in de Koran en de Bijbel. Lot woonde met zijn gezin in de stad Sodom, die net als de plaats Gomorra bekend stond om de seksuele bedorvenheid van zijn inwoners.

Metroseksueel [‘meːtroːsɛksyweːl]

Ook wel metroman. Een metroseksueel is een man die meer tijd en aandacht aan zijn uiterlijk besteedt dan de westerse cultuur van hem verwacht. Zo gaat de metroseksueel vaak naar de sportschool en de zonnebank, is hij niet vies van dagcrème en draagt hij hippe kleding. Bekende metroseksuelen zijn David Beckham (voor wie het woord uitgevonden is) en Arie Boomsma.

Man [mɑn]

Een man is een gender dat vaak wordt gekoppeld aan mannelijke lichamen (lees: piemels enzo). De stereotiepe man komt van Mars, weet waarom hij Jupiler drinkt en houdt van barbecueën, rode racewagens en blote, rondborstige vrouwen. In de praktijk, echter, komen mannen juist in vele soorten en maten: met piemels én zonder, zwerend bij het gouden gerstenat of juist niet en met een voorkeur voor vrouwen óf juist voor andere genders. Door de geschiedenis heen is de man vaak beschouwd als superieur aan de vrouw. Inmiddels wordt op veel plekken in de wereld aandacht besteed aan gelijkwaardigheid tussen deze genderidentiteiten. Zie ook: binair en emancipatie.

Masculien [mɑsky’lin]

Eigenschappen die worden geassocieerd met jongens en mannen. Zoals sterk en agressief, rationeel en dominant, alsmede het hebben van macht of het dragen van een baard. Maar: vrouwen en andere genders kunnen óók masculien zijn, zoals Judith Halberstam laat zien in het boek Zie ook: feminien.

Mijt [mɛit]

Mijt is onder homoseksuele mannen een veelgebruikte roepnaam voor homo. Het wordt vaak op een vriendelijke manier gebruikt - ‘Hey mijt!’. Het meervoud van mijt is meiden.

Misgenderen [‘mɪsdʒɛndərən]

Wie misgendert, heeft de genderidentiteit van de ander verkeerd ingeschat. Het is als iemand feliciteren met een zwangerschap, terwijl ze dat - oeps - níét is. Misgenderen kan vervelend of zelfs beledigend zijn.

Monogamie [moːnoːxaː’mi]

Monogamie is het seksueel en geestelijk trouw zijn aan één partner. Van oorsprong het aangaan van een huwelijk, tegenwoordig kun je ook monogaam zijn zonder te trouwen. Als mensen meerdere monogame relaties achter elkaar hebben, heet dat seriële monogamie.

Monogamie is een gangbare relatievorm in de westerse cultuur, al wordt sinds de seksuele revolutie steeds meer aan het concept getrokken. zien monogamie bijvoorbeeld als iets onnatuurlijks of als een aangeleerde constructie, die bedacht is door de kerk om mannen bij hun vrouwen te houden en het gezin voorop te zetten. Behalve de relatievorm monogamie is er ook polygamy, waarbij een huwelijk tussen meer dan twee mensen wordt gesloten, en polyamorie, waarbij meerdere liefdesrelaties tegelijkertijd bestaan.

Non-binair [‘nɔnbineər]

Non-binair betekent het voorbijgaan aan de binaire, schijnbaar tegengestelde categorieën als man óf vrouw, hetero of homo, wit of zwart. Dit impliceert niet alleen het loslaten van het hokjesdenken, maar ook van de norm. zijn alle genders die niet passen in de hokjes man óf vrouw.

Nicht [nɪxt]

Nicht is een naam voor een homo die meestal op een nare manier wordt gebruikt door niet-homoseksuelen.

Niet-conforme gender [‘nitkɔnfɔrmə ‘dʒɛndər]

Alle genders die niet voldoen aan de norm van cisgender.

Ombouwen [‘ɔmbʌuwən]

De term ombouwen wordt vaak gebruikt voor een geslachtsaanpassing. De term kan als kwetsend ervaren worden. (55), voorzitter van de Amsterdam TransPride, zegt hier bijvoorbeeld over: ‘Ik vind de term ‘ombouwen’ vreselijk. Ik ben toch geen huis?’ Beter is ‘in transitie gaan.’ Ook kunnen transseksuelen het als vervelend ervaren als hun genderidentiteit wordt afgedaan als zijnde ‘geboren in een lichaam.’

Otter [‘ɔtər]

Een otter is de slanke, smalle en nog jongere versie van een beer: een bebaarde, ruig uitziende homoseksuele man. De term wordt gebruikt door homoseksuele mannen om aan te geven op wat voor soort type ze vallen.

Pinkwashing [‘pɪŋkwɒʃiŋ]

Pinkwashing is een samentrekking van pink en whitewashing (‘witwassen’). Het is het optrekken van een roze door bijvoorbeeld LHBTQIA- of vrouwenrechten te promoten, maar onttrekt daarbij een ándere rechtenschending aan het zicht. Er is sprake van een dubbele agenda. Zoals Geert Wilders, die ‘onze’ vrouwen wilde beschermen van de ‘testosteronbommen’ - vluchtelingen - maar vorig jaar ook tégen een wet stemde die geweld tegen vrouwen moest tegengaan. Zie ook: homonationalisme.

Pangender [‘pɑndʒɛndər]

‘Pan’ is Oudgrieks voor ‘alles.’ kunnen zich met álle genders identificeren, tegelijkertijd of kort na elkaar. Hun genderervaring kan óók voorbij de bekende genders gaan - een soort Gender Star Wars dus. Een pangender is non-binair, genderqueer en mogelijk genderfluïde. Zie ook genderidentiteit.

Panseksueel [‘pɑnsɛksy’weːl]

- ‘pan’ is Oudgrieks voor ‘alles’ - kunnen zich in principe tot alle genders aangetrokken voelen. is de non-binaire versie van biseksueel, dat de wereld nog steeds indeelt in mannen en vrouwen.

Parafilie [‘paːraːfili]

Parafilie is de overkoepelende term voor een seksuele voorkeur die afwijkt van de norm. Pedofilie is hiervan de bekendste vorm. hebben een stabiele seksuele voorkeur voor kinderen, meestal in een specifieke leeftijdscategorie. In precieze termen betekent het woord pedofilie de seksuele voorkeur van volwassenen voor kinderen jonger dan twaalf jaar; en efebofilie en hebefilie voor pubers vanaf twaalf jaar. Maar in de volksmond worden beide vormen meestal pedofilie genoemd. Een pedofiel is iets anders dan een kindermisbruiker, want pedofielen hoeven geen strafbare misdaden te begaan.

Andere parafile seksualiteiten zijn zoöfilie - mensen die zich seksueel aangetrokken voelen tot dieren - en necrofilie, de seksuele voorkeur voor dode lichamen.

Passabiliteit [‘pɑsaːbilitɛit]

Passabiliteit is het slagen voor een transvrouw of transman om respectievelijk als biologische vrouw of man door te gaan. Queer personen willen hier juist niet in slagen: ze willen niet in de gangbare hokjes passen en dagen normatieve begrippen als man en vrouw dan ook constant uit.

Polyamorie [‘poːlijaːmɔri]

‘Polus’ is Oudgrieks voor ‘veel’ of ‘meerdere,’ ‘amor’ Latijn voor ‘liefde.‘ Polyamorie is het en hebben van liefdesrelaties met meer dan één persoon. Er is geen sprake van vreemdgaan, want de relaties vinden plaats in alle open- en eerlijkheid. Mensen met een polyamoreuze relatie vinden dat een relatie geen gevangenis hoort te zijn en dat geliefdes niet elkaars bezit zijn. Polyamorie is daarin anders dan polygamie, dat gaat over het hebben van seksueel contact met meerdere personen. Zie ook: monogamie.

Polygender [‘poːlidʒɛndər]

Polygender personen identificeren zich met meerdere genders, soms tegelijkertijd, soms afwisselend. Je kunt ook de term multigender gebruiken voor personen die zich met meer dan één gender identificeren. Onder multigender verstaan we de volgende genders: bigenders, die zich identificeren met twee genderidentiteiten; trigenders met drie genderidentiteiten; quadgender met vier; quintgenders met vijf; polygenders met vele en pangenders met álle genderidentiteiten.

Pot [pɔt]

Een pot is een negatieve typering van een lesbienne met een masculiene verschijning. Een vrouw in een tuinbroek, kort haar en een pakje shag in haar borstzak - het bekendste stereotype van de potteuze vrouw. Het woord stamt af van het Oudnederlandse ‘lollepot,’ een stenen pot die in de zeventiende en achttiende eeuw als verwarming werd gebruikt. ‘Lollen’ was het verwarmen van het onderlijf onder de rok bij de lollepot.

Poz [pɔz]

Poz is de gemeenschap van mensen – grotendeels homomannen – met hiv. Deze gemeenschap kan erg belangrijk zijn voor mensen om steun te vinden van lotgenoten maar ook om het onderwerp bespreekbaar te maken voor de buitenwereld.

Pride [praɪd]

Ook wel Gay Pride Parade. De pride is een jaarlijkse optocht die in verschillende werelddelen wordt georganiseerd om - trots! - de LHBTQ-gemeenschap te vieren. De Gay Pride is ooit begonnen om de Stonewall-rellen van 1969 in New York te herdenken.

In Nederland werd in 1977 voor het eerst de Roze Zaterdag gehouden, die nu elk jaar in een andere stad is, en werd sinds 1996 ook de Amsterdam Gay Pride gevierd. Roze Zaterdag had vanaf het begin een demonstratief karakter, terwijl de Amsterdam Gay Pride vanaf de eerste keer juist een feestelijk insteek heeft. Sommige mensen van de queer- en homogemeenschap vinden de optocht te commercieel geworden of vinden dat er een te eenzijdig – glitter & glamour – beeld van homoseksualiteit wordt uitgedragen.

Queer [kwɪər]

Queer is een identiteit die de zin van identiteiten bevraagt. Juist deze tegenstrijdigheid wordt door queers gevierd. Een niet-normatief gender heet genderqueer. Een seksualiteit die afwijkt van de heteronorm, is ook queer.

Lea DeLaria - Boo uit de serie Orange is The New Black - om de term ‘LHBTQ-whatever’ te dumpen en alles gewoon queer te noemen. Echter, voor veel oudere personen uit de LHBTQIA-gemeenschap heeft het woord een nare Queer was een scheldwoord. Ze associëren het met het geweld, gespuug en gepest dat ze jarenlang hebben doorstaan.

Queer refereert óók aan een politieke beweging. Queeractivisme richt zich op onderdrukkende structuren als racisme, kolonialisme, seksisme, heteronormativiteit en kapitalisme. ‘Not gay as in happy but queer as in fuck you!’ is het motto van veel queeractivisten.

Romantisch [roː’mɑntis]

Naast seksuele aantrekkingskracht bestaat er ook romantische aantrekkingskracht. Dit begrip is vooral van belang voor personen die zich als aseksueel identificeren, want zij kunnen zich wél romantisch tot anderen aangetrokken voelen. Net als bij seksualiteit voelen personen zich vaak tot een bepaald gender romantisch aangetrokken. Dus spreken we over heteroromantisch, biromantisch, homoromantisch, aromantisch en panromantisch - het romantisch aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten. Personen die aseksueel én aromantisch zijn, kunnen nog steeds behoefte hebben aan een

Het gender van je seksuele voorkeur kan verschillen van de romantische voorkeur. Stel: je wordt verliefd op het andere gender, maar raakt seksueel opgewonden van personen van je eigen gender. Dan ben je heteroromantisch en homoseksueel.

Roze [‘rɔːzə]

De kleur roze staat symbool voor de LHBTQIA-gemeenschap. Het stamt uit een zwarte bladzijde in de geschiedenis: in de concentratiekampen van de nazi’s droegen homoseksuele mannen verplicht een roze driehoek op hun kleding. Lesbische vrouwen moesten met alcoholisten en prostituees een zwarte driehoek dragen.

Slow sex [‘sləʊ seks]

In op de steeds sneller draaiende wereld waarin telefoons en computers altijd bij de hand zijn en veel seksualiteit via schermen verloopt, hebben sommige mensen meer behoefte aan langzame seks. Slow sex slaat zowel op het ritme van de seks als op het verminderen van het aantal bedpartners dat elkaar opvolgt. Slow sex is tégen preutsheid en onverschilligheid.

Seksualiteit [sɛksywaːli’tɛit]

Seksualiteit is de drang tot het beleven van seks en intimiteit. Opvattingen over waarom mensen seksuele wezens zijn, verschillen per cultuur. In het westen zijn we geneigd te denken dat seksualiteit enkel bestaat voor de voortplanting. In oosterse filosofieën wordt seksualiteit meer als een levensenergie gezien die breder is dan geile opwinding.

Seksualiteit is meer dan alleen seks: het gaat ook over verlangens, hoe je je lijfelijk uit, van wie en waarvan je opgewonden wordt en over een intieme band met jezelf of een ander. Seksualiteit kán ook iets zijn wat je doet, in plaats van wat je bent. Het is altijd in ontwikkeling, fluïde. Je seksualiteit kan op je 20e anders zijn dan op je 50e. Zie ook: fluïde.

Serosorting [‘sɪroːsɔrtɪŋ]

Serosorting is het selecteren van bedpartners binnen de homogemeenschap op basis van serostatus. Zo kan een hiv-positieve homoseksuele man onbeschermde seks hebben met andere seropositieve bedpartners.

Skolioseksueel [‘skoːlioːsɛksywel]

Een skolioseksueel persoon voelt zich aangetrokken tot transgender personen.

Twink [twiŋk]

Een twink is een jong uitziende homoseksuele man met een slanke bouw en meestal weinig lichaamshaar. In hun expressie zijn Twinks – met wat we als maatschappij beschrijven als – feminien. De term twink wordt onder homoseksuele mannen vaak ironisch gebruikt, of als compliment, alsmede om aan te geven op wat voor soort type ze vallen.

Top [tɔp]

Een homoseksuele man die tijdens anaal geslachtsverkeer de dominante en penetrerende rol aanneemt. Wordt ook gebruikt in de BDSM-scene voor de dominante persoon die de bottom onderwerpt.

Tomboy [‘tɔmbɔi]

Een is een meisje of een vrouw met masculien uiterlijk en gedrag. Een tomboy kan zowel homo- als heteroseksueel zijn. De term verwijst oorspronkelijk naar ruwe jongens: ‘tom’ komt van ‘tommy’ dat in het Engels verwees naar soldaten.

Traf [trɑf]

Traf is een term die wordt gebruikt voor dragqueens, travestieten of transgenders in de homo-uitgaanswereld.

Trans* [trɑns]

Trans* refereert naar álle genderidentiteiten die buiten de hokjes cisman óf cisvrouw vallen. Dus behalve transman, transvrouw en transgender, vallen álle niet-conforme genders onder deze noemer - van dragqueen tot demigender. Het woord trans* stamt uit de digitale wereld - het sterretje, dat ook bij online zoekopdrachten gebruikt wordt, verwijst naar de oneindigheid aan mogelijkheden die ervoor in de plaats kunnen komen.

*met sterretje!

Transgender [trɑns’dʒɛndər]

Transgender is een parapluterm voor alle mensen die zich niet identificeren met het gender die ze kregen toegewezen bij hun geboorte. Sommige transgender ondergaan een lichamelijke behandeling zodat hun lichaam beter bij hun genderidentiteit past, zoals Caitlyn Jenner. Zij worden ook wel transseksuelen genoemd. Andere transgenders nemen uitsluitend hormonen. Ook zijn er transpersonen die alleen kleding dragen die beter past bij hun identiteit.

Transitie [trɑn’zici]

In transitie gaan refereert zowel naar een medische als een sociale verandering. Het is het veranderen van de sekse door middel van geslachstaanpassende behandelingen en/of het steeds meer leven als het gewenste gender. De eerste stap in het medische transitieproces is het nemen van hormonen, daarna volgen eventuele operaties. Het is respectvoller om ‘in transitie gaan’ te zeggen dan ‘ombouwen.’

Transman [‘trɑnsmɑn]

Ook wel transgender man. Een transman is een persoon die door uiterlijke kenmerken bij de geboorte een vrouw is genoemd, maar zich volledig identificeert met het mannelijke gender en soms in medische transitie gaat. Het gebruiken van de termen transvrouw en transman is in de meeste gevallen beter dan de term transseksueel, omdat die laatste doet vermoeden dat het hier om seksualiteit gaat – wat niet zo is.

Transseksueel [‘trɑnsɛksyweːl]

Een transseksueel is een persoon die van sekse verandert. Dit kan gepaard gaan met chirurgie. Hoewel het begrip misschien anders doet vermoeden, gaat het bij een transseksueel niet over seksualiteit – zoals bij de woorden homoseksueel en heteroseksueel – maar over de genderidentiteit en sekse.

Het dragen van kleding van het andere gender is voor transseksuele personen niet spannend, omdat het genderidenteitoverschrijvend is – zoals bij drag het geval is – maar ontspannen omdat het bevestigend is.

Transvrouw [‘trɑnsvrɑu]

Ook wel transgender vrouw. Een is een persoon die bij de geboorte een jongen is genoemd, maar zich volledig identificeert met het vrouwelijke gender en soms in medische transitie gaat.

Het gebruiken van de termen transvrouw en transman is in de meeste gevallen beter dan de term transseksueel, omdat die laatste doet vermoeden dat het hier om seksualiteit gaat – wat niet zo is.

Travestiet [traːvə’stit]

Een travestiet is een persoon met een fundamentele behoefte om zich af en toe te kleden als het andere gender. Dit kan in het openbaar, maar ook gewoon thuis. De handeling van travestie wordt door mannen en vrouwen gedaan, alleen gebruik je voor vrouwen die in mannenkleding gekleed gaan het woord travesti. Travestiet kán een genderidentiteit zijn.

Two-spirit [‘tuː-spirit]

is een inheems Amerikaanse term voor mensen die de geest hebben van twee genders: man én vrouw. In sommige inheemse Amerikaanse culturen wordt dit gezien als een zegen: omdat two-spirits twee geesten hebben, zijn ze spiritueler dan mensen met maar één spirit (gender). Two-spirits zijn dan ook vaak religieuze leiders en leraren.

U-haullesbi [‘juːhɒlɛzbi]

Ook wel: U-haulsyndroom. De U-haullesbi is een stereotype van een lesbische vrouw die zodra ze een relatie krijgt direct gaat samenwonen. Het grapje gaat als volgt:

Vraag: wat brengt een lesbi mee naar haar tweede date?
Antwoord: een U-haul (in Amerika is dit een bekend verhuiswagenbedrijf).

Vrouw [vrʌu]

Een vrouw is een genderidentiteit die vaak aan het vrouwelijk lichaam wordt gekoppeld. De stereotype vrouw komt van Venus, heeft een slank figuur met stevige borsten en billen, drinkt graag witte wijn, is lief en zorgzaam, heeft als grootste droom kinderen krijgen, houdt van koekjes bakken en valt op grote, sterke mannen. Echter, vrouwen komen in álle soorten en maten. In de geschiedenis werd de vrouw vaak als minderwaardig aan de man beschouwd. Inmiddels wordt op veel plekken in de wereld aandacht besteed aan gelijkwaardigheid tussen de twee genderidentiteiten. Zie ook: non-binair en emancipatie.

Vanilla [və’nɪlə]

Vanilla staat voor niet-queer seks; het tegenovergestelde van BDSM en kinky seks. De term komt van de ijssmaak vanille, die vaak gezien wordt als de saaiste en normaalste optie. U kunt wel raden wat voor imago vanilla-seks heeft.

Versa [‘vərsə] [‘vɛrza:]

Verkorte vorm van het Engelse versatile, dat ‘veranderlijk’ betekent. Versa is de aanduiding voor een homoseksuele man die tijdens anale seks zowel de rol van de top als van de bottom aanneemt. Een versa-top en versa-bottom staan ervoor open beide rollen aan te nemen, maar hebben wel een bepaalde voorkeur. In de BDSM-cultuur wordt de versa ook wel de switch genoemd.

Waria [‘waːriaː]

Een waria is een persoon die bij zijn geboorte als jongetje werd gezien, maar zich vrouw voelt. Waria is een samentrekking van ‘wanita,’ dat vrouw betekent, en ‘pria’; man. In Thailand noemen ze deze transgender een ladyboy.

De Illustraties bij het alfabet zijn van Henkerchief.

Zo’n vijftig jaar na het uitbreken van de seksuele revolutie is het tijd om de balans op te maken. Hoe gaat het eigenlijk met lesbiennes, homo’s, bi’s, transgenders, queers, mensen met een interseksevariatie en aseksuelen in Nederland? Hoe moet een nieuwe homoagenda eruitzien? Die vragen beantwoorden we tijdens deze Roze Maand.

Lees meer van de Roze Maand:

Hollandse homoacceptatie: je mag het wel zijn, maar je moet het niet te veel tonen Zo'n vijftig jaar na het uitbreken van de seksuele revolutie is het tijd om de balans op te maken. Hoe gaat het eigenlijk met lesbiennes, homo's, bi's, transgenders en queers in Nederland? Tijd voor een Roze Maand op De Correspondent. Lees het verhaal van Laurens hier terug

Luisteren: Homoseksualiteit moet weer over seksualiteit in plaats van identiteit gaan Tijdens de Roze Maand interview ik homo-activisten uit drie generaties. Als eerste laat ik Gert Hekma (65) aan het woord. Hij geldt als groot kenner van de geschiedenis van de homoseksualiteit. Homoseksualiteit wordt tegenwoordig steeds meer belicht in termen van identiteit en steeds minder in termen van seksualiteit, zo constateert hij. En daar schuilt volgens hem een gevaar in. Luister de podcast van Lex hier terug

Zo was het om transgender te zijn voordat dat woord bestond Wie was de schrijfster Andreas Burnier? Ik kende alleen haar naam. Door een fascinerende biografie ken ik nu ook haar werk, dat zich kan meten met naoorlogse tijdgenoten als Reve en Hermans. Ze wordt een transgender avant la lettre genoemd, maar etiketten bevielen haar eigenlijk niet. Lees het verhaal van Nina hier terug

Seksualiteit is niet wat je bent, maar wat je doet In veel Afrikaanse landen komen homoseksuele relaties al eeuwenlang voor. Via de trans-Atlantische slavernij werden sommige gewoonten meegevoerd naar de Caraïben. De Surinaamse mati-cultuur laat zien dat vrouwen het met vrouwen kunnen doen, zonder het stempel 'lesbisch' te krijgen. Lees het verhaal van Clarice hier terug

Waar zijn de lesbiennes gebleven? Er zijn evenveel mannelijke als vrouwelijke homoseksuelen in Nederland. Maar op de Gay Pride, op tv, in de emancipatiegeschiedenis, overal zijn homo's zichtbaarder dan lesbo's. Hoe komt dat? Lees het verhaal van Maaike hier terug

Echt vrije seks vind je ver beneden peil Travesterende zeekatten, genderbending rifvisjes, dolfijngasten die elkaar anaal bevredigen en hermafrodiete platwormen die zwaardvechten met hun penis. Seks in de zee is queer. Heel queer. Lees het verhaal van Tamar hier terug