Ik kende de verhalen, mijn vader ging als provinciaal ambtenaar over de dijken. Na de overstromingen van 1993 trok hij met twee collega’s regelmatig het buitengebied in om boeren, burgers en buitenlui in zaaltjes voor te lichten over de consequenties van de plotseling noodzakelijke en meteen ingeplande dijkverzwaring, dijkverbreding en overloopgebieden.

De papieren met plannen zaten in ordners die voorzien waren van een ijzeren rug. Zodat ze er eventueel achter konden schuilen totdat de politie er was. Er waren avonden dat ze niet aan het woord kwamen.

‘Het was weer geen gemakkelijke zaal,’ zei mijn vader dan als hij thuiskwam.

Hij zei ook weleens: ‘Het was weer eens niet goed voorgekookt.’

Gevolgd door: ‘En dan mogen wij de hete aardappelen uit het kokende water halen.’

Ik zag mijn vader een keer spreken in het openbaar. In het gemeentehuis van Rheden liep hij op weg naar het podium een wagentje met koffiekopjes omver. Hij haalde zijn schouders op en liep alsof er niets aan de hand was door naar het katheder, waarna hij zijn speech begon met een grapje waar niemand om lachte. Ik begreep dus wel dat hij mij nooit meenam naar zo’n praatavond over dijkverzwaring.

In de auto van Rheden naar huis keken we elkaar aan.

Hij zei: ‘Niet tegen je moeder zeggen.’

Ik zei het toch, zo’n kind was ik wel. Mijn moeder keek er niet van op.

Foto: Jan Dirk van der Burg

De zuidkant van de Oude Rijn

Dertig jaar later zat ik onder het systeemplafond van Het Wapen van Harmelen (in Harmelen) te kijken naar projectleider Ane Sybesma van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in wie ik mijn vader herkende. Zo moest hij ook geweest zijn voor zijn veertigste. Sybesma droeg felgekleurde gympen en een te groot colbert op een hoog opgetrokken spijkerbroek. Mijn vader had de haren waarschijnlijk in een scheiding gehad en was in pak met stropdas geweest, maar ze waren beiden behept met de gave om een publiek in slaap te sussen met ambtelijk jargon.

Onderwerp van gesprek was de verbetering van de dijken aan de zuidkant van de Oude Rijn bij Harmelen, broodnodig om ook in de toekomst veilig in het gebied te kunnen blijven wonen en werken.

Foto’s: Jan Dirk van der Burg
‘Er zijn er altijd die weer terugkomen bij de rondvraag of de naborrel’

Op het scherm achter hem stond ‘veilige dijken - droge voeten - schoon water.’ In de zaal ongeveer dertig bewoners, de een nog verveelder dan de ander, en een handvol medewerkers van het waterschap voor wie dit dagelijkse kost was.

Sybesma werkte het schematisch af.

1 terugblik1 A - Faalmechanismen dijk langs Oude Rijn1 B - Overzicht van oplossingen op het gehele traject1 C - Inhoud projectplan en zienswijze2 Vervolg proces en planning


En zo ging het door tot 8E, maar ik besloot al bij 1B een schnitzel te gaan eten in het aanpalende cafégedeelte (ook een pracht van een systeemplafond trouwens), waar een groep in het dorp gelegerde Poolse schilders zich te buiten ging aan bergen spareribs. Mijn vader zou het me niet kwalijk genomen hebben, die vond het heerlijk als de eersten na een minuut of vijf naar buiten druppelden.

‘Je kunt het maar het beste zo formeel mogelijk houden,’ zei hij. ‘Dan smoor je ze. Maar dan ben je er nog niet hoor, er zijn er altijd die weer terugkomen bij de rondvraag of de naborrel. Soms heb je dat niet in de gaten, dan heb je alsnog een lekke band aan je fiets.’

De man die op mijn vader leek

Na de pauze stonden de bewoners rondom tafeltjes waarop tekeningen van het gebied lagen. Bij iedere tafel stonden medewerkers van het waterschap om vragen te beantwoorden.


Sybesma stond bij zijn katheder ook burgers te woord. Over een boom die moest worden gekapt omdat hij anders een dijk zou kunnen ontwrichten. En over een tuin die omringd door dijken opeens op een badkuip was gaan lijken.

Foto’s: Jan Dirk van der Burg


Er waren ook bewoners die meedachten over alternatieve oplossingen voor de verwachte verdere stijging van het waterpeil in de Oude Rijn. ‘Waarom diepen jullie die rivier niet gewoon verder uit?’

‘Dit was een makkelijke avond,’ zei Sybesma toen de laatste vragensteller weg was. Hij voegde eraan toe dat hij en zijn vriendin een abonnement op De Correspondent hebben, maar dat ze hem nooit lazen.

‘Zij had het op televisie gezien, een mooi initiatief. Maar nu zitten we ermee. Dus.’

Daarna: ‘Ik ben denk ik toch meer een papierman, je moet me het nieuws echt onder de neus wrijven.’

Ik zei dat hij me aan mijn vader deed denken, die las de krant wel op internet, maar vroeg zich altijd af hoe hij de pagina moest omslaan.’

Sybesma: ‘Ik ken jouw vader niet. Dus.’

‘Makkie vanavond’

Terug naar de gemakkelijke avond.

‘Soms,’ zei hij, ‘zoals laatst in Kockengen, weet je van tevoren dat het vervelend wordt. Daar moesten twintig woonboten weg. Als je er dan ook nog achteraan moet zeggen dat al die illegale bouwsels en staketsels plat moeten, dan moet je zorgen dat je je zaakjes op orde hebt om je goed te kunnen verweren. In dit plan zit een probleemgeval, die mensen zijn er vanavond trouwens niet. Dat zijn mensen bij wie ze de weg langs het huis gaan ophogen en ze wonen al best laag. Die kunnen straks niet meer uit het raam kijken. Ze waren niet blij.’

Het gesprek kwam ook nog op de bewoners van ‘het voorland,’ het gebied voor de dijken waar vaak nieuwbouw staat.

‘Die beschermen wij niet, die wonen buiten de kering. Vaak weten ze nergens van. Gouden tip voor als je in het rivierengebied een huis zoekt: kijk even of er een dijk ligt.’

Foto’s: Jan Dirk van der Burg
‘Mooi weer is rust in de tent. Ook thuis’

Op de vraag ‘waarom mogen die huizen daar staan?’ antwoordde Sybesma met een wedervraag waar ik ook geen antwoord op had. ‘Waarom gaan die mensen daar wonen?’

Even verderop stond Aad Versteeg, ook medewerker van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Hij zei: ‘Als je nou denkt: ‘Wie is toch die jongen die de gemalen aan de praat houdt?,’ nou dat ben ik. Ik plaats waterpompen en dat soort dingen. Hartstikke leuk werk.’

Maar een week eerder dan toch niet.

‘Het regende,’ zei Versteeg, ‘dan weet je dat je gezeik krijgt. ‘Ik heb heel veel klachten gehad en daarna behoorlijk wat waterpompen geplaatst. Een boer snapt dat de grond nat is als het drie dagen heeft geregend, iemand uit een stedelijk gebied belt een paar uur na een bui op met de mededeling dat het droog is maar dat er nog steeds water in de kelder staat. En dat mag ik dan gaan uitleggen. Ja, weet hij veel. Voor de rest is het hartstikke leuk werk.’

Een andere waterschapsmedewerker kwam erbij staan, handen in de zakken.

‘Makkie vanavond,’ zei hij.

Daarna keek hij naar buiten.

‘En het wordt ook weer mooi weer. Mooi weer is rust in de tent. Ook thuis.’

Ik dacht aan mijn moeder. Die kookte bij hevige regenval vooruit omdat mijn vader dan naar de gemalen ging kijken, altijd stamppot met verse worst.

Foto’s: Jan Dirk van der Burg

Eerder onder het systeemplafond:

‘Alle criminelen, alle jongens die worden neergeschoten, hebben mijn meubeltjes’ Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag: bij de meubelspeciaalzaak voor de ‘duurdere klant.’ Lees de reportage hier terug Onder dit systeemplafond leren werkloze 50-plussers ‘zichzelf verkopen’ Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag: op een netwerkdag voor werkloze 50-plussers en werkgevers in Alkmaar. Lees het de reportage hier terug Wat er gebeurt als het plafond van je kroeg naar beneden komt Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag: wat er gebeurt als zo’n plafond instort. Lees de reportage hier terug