Thue Rudgaard had met zijn twee dochters de vakantie in Duitsland doorgebracht. Nu zou zijn ex-vrouw, Christina Olsen, de meisjes ophalen bij zijn boerderij.

Maar als Christina op de afgesproken tijd arriveert, wordt er niet opengedaan. Ze kijkt door het raam, maar ziet niemand. Ze probeert Thue en haar dochters Line (9) en Marlene (10) te bellen, maar krijgt geen gehoor.

Boos rijdt ze terug naar haar huis in het nabijgelegen plaatsje Als. Het is vrijdag en ze had de meisjes mee willen nemen naar het Waterfestival in Hadsund. Uiteindelijk besluit ze daar dan maar alleen met haar man Mogens heen te gaan.

‘Net op het moment dat we wilden vertrekken, werd er aangebeld. Buiten stond de wijkagent. Ik herkende hem meteen, en dacht in eerste instantie dat Thue me misschien had aangegeven omdat hij me door het raam had zien gluren.’

Maar dan komt vanachter het brede postuur van de agent een tweede tevoorschijn. En er verschijnt nog een agent, en nog een. Christina begint zich af te vragen wat er aan de hand is.

‘Wat zijn jullie met veel,’ zegt ze.

‘Mogen we binnenkomen?’ vraagt de wijkagent. ‘En kunnen we misschien even ergens gaan zitten?’

‘Waarom schreeuw ik niet, waarom rol ik niet als een bezetene over de grond, zoals je in films ziet gebeuren?’

Ze volgen haar de huiskamer in en nemen plaats op de bank. De agent vraagt of ze weet waar haar dochters zijn. Christina begint een lang verhaal over dat ze Thue niet kan bereiken, en hoe vervelend dat is, en dat ze hem vergeefs heeft geprobeerd te bellen.

Christina: ‘En toen vertelde hij me dat in Duitsland een uitgebrande auto was gevonden, net buiten Berlijn. Dat het Thues auto was. En dat ze op de achterbank de lichamen van twee kinderen hadden aangetroffen. De agent zat daar op de bank en hield mijn hand vast terwijl hij het zei. Ik weet nog dat het leek alsof ik het van een afstand zag gebeuren en dat ik dacht: Mijn kinderen zijn dood. Waarom schreeuw ik niet, waarom rol ik niet als een bezetene over de grond, zoals je in films ziet gebeuren? Maar dat deed ik allemaal niet. Ik huilde, dat wel. Maar ik was verbazingwekkend rustig.’

Pas enkele dagen later, als de forensische dienst erin is geslaagd DNA te verzamelen op de plaats delict, worden de meisjes geïdentificeerd als Line en Marlene. Thue Rudgaard wordt pas negen maanden later schuldig bevonden aan moord. Maar voor Christina is het vanaf dat eerste moment in de zomer van 2011 duidelijk.

‘Ik wist dat het mijn meisjes waren. En dat hij ze had vermoord.’

Foto: Privé

Waar dit verhaal voor staat: een schokkend fenomeen

In veel westerse landen maken kinderen ongeveer tien procent van alle moordslachtoffers uit. In negen van de tien gevallen is de dader een ouder. De motieven voor deze moorden verschillen van geestesziektes tot financiële problemen, jaloezie of wraakgevoelens jegens een ex-partner.

In Nederland laat recent onderzoek zien dat er tussen 2009 en 2014 rond de vijftien kinderdodingen per jaar waren. In deze periode waren 86 kinderen slachtoffer en 90 daders

‘De familie is een gevaarlijke plek,’ zegt universitair docent en doctor in Forensische Psychologie aan de Universiteit Leiden in Den Haag. Ze is een van Europa’s toonaangevendste onderzoekers op het gebied van fataal huiselijk geweld.

‘De familie is een gevaarlijke plek’

‘Er worden steeds minder moorden gepleegd in Nederland en andere Europese landen. Hetzelfde geldt voor de Verenigde Staten. Vanwege internet, meer surveillance en betere scholing – er zijn meerdere redenen. Maar moeder- en kinderdoding en andere familiegerelateerde moorden dalen nauwelijks.’ Statistisch gezien is de familie de meest gevaarlijke plek in de samenleving, zou je kunnen zeggen.

Kinderdoding komt niet heel vaak voor, maar het is een fenomeen dat een bijzonder grote indruk maakt. Het zet het idee dat de familie een veilige en vredige thuisbasis is op losse schroeven. En het knaagt aan het diepgewortelde idee dat ouders als voornaamste taak hun kinderen moeten beschermen.

‘Het is een paradox,’ vertelt Liem, ‘en daarom blijven we moord binnen de familie zo onbegrijpelijk en schokkend vinden. We identificeren onszelf niet met criminelen die elkaar te lijf gaan. Bendeleden zijn ‘anders.’ Maar familiemoord raakt ons van dichtbij, omdat we allemaal kind, partner, ouder, broer of zus zijn.’

Foto’s: Privé

Hoe de levens van Thue Rudgaard en Christina Olsen verweven raakten

Christina Olsen is nu 44 jaar. Ze woont in Als met haar man Mogens, in het bakstenen huis waar het stel na hun huwelijk in 2011 introk. Christina is juf op een basisschool en werkt in een opvang voor jonge delinquenten. Thuis naait ze jurken van kleurrijke stretchstof, vandaag draagt ze er een. De zon schijnt en Christina zit op een tuinstoel op haar terras.

Sinds de dood van haar dochters voelt Christina maar één plicht: ‘Net nadat ze waren overleden, was het mijn grootste angst om in een zwart gat te vallen. Maar ik heb nooit opgegeven. Mijn dochters hadden dat ook niet gewild. Ik wil met opgeheven hoofd verder gaan, voor mijn familie en voor mezelf. Mijn vader zei ooit: ‘Ik heb twee kleindochters verloren. Ik wil niet ook mijn dochter kwijtraken’.’

Zij en Thue Rudgaard ontmoeten elkaar op 25-jarige leeftijd in Aalborg in 1996 via een gezamenlijke vriend. Zij werkt als labassistente, hij is net afgestudeerd aan een biologisch-agrarische school.

‘Thue was altijd een beetje onvoorspelbaar. Hij was grappig – niet op een flauwe, maar op een gevatte manier. We hadden lange en diepgaande gesprekken over van alles,’ zegt Christina.

Hun lang gekoesterde droom om op het platteland te wonen, wordt in 1999 realiteit als ze een oude boerderij in het dorp Øster Hurup in de regio Noord-Jutland kopen. Het stel houdt runderen en angorageiten, in hun winkeltje verkopen ze hun eigen landbouwproducten. Thue volgt extra lessen in tuinbouw, wat hem later inspireert een tuinbouwbedrijfje te starten. Later moet hij deze onderneming tot zijn grote spijt weer verkopen vanwege een gebrek aan omzet. Hij werkt vervolgens een tijdje in een instelling voor jongeren en later in een kostschool.

‘Hij was grappig – niet op een flauwe, maar op een gevatte manier. We hadden lange en diepgaande gesprekken over van alles’

Het koppel wordt in 2000 zwanger van hun eerste kind en trouwt in datzelfde jaar. De bruiloft vindt plaats in een dorpshuis en er is biologische catering. Christina draagt een zelfgemaakte jurk, met extra ruimte voor haar groeiende buik, en Thue een pak van hennep. Hun dochter Marlene wordt in hetzelfde jaar geboren, een jaar later volgt Line.

Maar Thue Rudgaard begint steeds meer last te krijgen van stemmingswisselingen. Hij is soms niet in staat in actie te komen en heeft moeite om uit bed te komen en de rekeningen te betalen. Hij heeft later in de rechtszaal gezegd dat hij zich vanaf zijn twintigste al neerslachtig voelde, zich later realiserend dat in hij in feite depressief was. Jarenlang verwijzen dokters hem naar verschillende psychologen, soms schrijven ze hem antidepressiva voor. Maar Thue slikt de pillen onregelmatig en stopt ook snel met therapie.

Christina studeert ondertussen voor lerares. Een studie die Thue ook probeert te volgen, maar waarmee hij na zes maanden stopt. Hun huwelijk begint langzaam scheuren te vertonen. Christina geeft Thues stemmingswisselingen de schuld. Maar Thue vindt dat zij hem juist te weinig aandacht geeft en moeilijk over dingen kan praten. Hij vindt bovendien dat Christina hem opzettelijk uitdaagt door met andere mannen te flirten.

Het hoge woord komt er dan eindelijk uit in 2009: Christina wil scheiden. Omdat Thue het nog een laatste kans wil geven, gaan ze in relatietherapie. Voortvarend gaat dat niet, en in de zomer dwingt hij Christina een keuze te maken: ‘Als je wilt verhuizen, zeg dat dan nu.’ Snel daarna vindt ze een appartement in Als.

Foto: Privé

Wat we weten over de soorten kinderdoding

Er zijn verschillende soorten kinderdoding. Er is sprake van filicide wanneer ouders hun kinderen vermoorden, infanticide wordt gebruikt voor moord op kinderen van jonger dan 1 jaar, neonaticide voor doding van een pasgeborene, jonger dan 24 uur, en familicide slaat op gevallen waarbij meerdere familieleden slachtoffer zijn van moord. De meest voorkomende vorm van familicide is een man die zijn (ex-)vrouw en kinderen

Marieke Liem begon met haar onderzoek naar fataal huiselijk geweld in 2005, toen ze als net afgestudeerde sociaalwetenschapper een telefoontje kreeg van een man wiens broer zelfmoord had gepleegd nadat hij zijn vrouw en kinderen had vermoord. De man had de moorden ontdekt en belde vervolgens onderzoekers om het drama te duiden.

‘Hij vroeg: ‘Hoe kan ik dit begrijpen? Gebeurt dit vaker of is mijn broer de enige?’ Hij bleef maar vragen op ons afvuren, en we vertelden hem dat we geen antwoorden paraat hadden. Want in die tijd waren er helemaal geen onderzoek en data beschikbaar in Nederland,’ zegt Liem, die vervolgens promotieonderzoek deed naar zelfdoding na moord, wat in bijna de helft van alle familicides het geval is.

Sindsdien heeft ze zich gespecialiseerd in familiegerelateerde moorden en heeft ze verschillende onderzoeken geleid naar filicide, infanticide, familicide en uxoricide (het doden van de

‘Ik vind moord fascinerend. Het is een zeldzame misdaad, en de extreemste. Ik vind het vooral interessant om de motieven erachter te onderzoeken. Hoe kunnen we familiemoorden leren begrijpen?’ vertelt Liem.

‘Wanneer het op familicide aankomt, is de typische dader een witte man van middelbare leeftijd zonder strafblad’

Drie van de vier kinderen die slachtoffer zijn van filicide worden door hun vader vermoord. Maar in het geval van zeer jonge kinderen zijn het moeders die de statistieken domineren. Verschillende studies tonen aan dat kinderen de grootste kans hebben om vermoord te worden tijdens de eerste 24 uur van hun leven. Volgens Liem gebeurt dit meestal middels verstikking en is de moeder – vaak met psychische problemen – de dader.

Maar wanneer het op familicide aankomt, is de typische dader een witte man van middelbare leeftijd zonder strafblad – in zijn omgeving staat hij vaak bekend als de

Dit gold ook voor Thue, die in politie-interviews met vrienden en buren werd omschreven als ‘liefdevolle vader’ die zeer geïnteresseerd was in het welzijn van zijn kinderen en vrijwilligerswerk deed als scoutingleider.

‘Thue had veel goede karaktereigenschappen,’ zegt Christina. ‘Maar zelfs voordat we kinderen kregen, voelde ik dat het soms stroef ging vanwege zijn stemmingswisselingen. Maar ik dacht: we kunnen dit aan. Onze relatie had ook veel leuke kanten.’

Hoe Thue Rudgaard en Christina Olsen steeds verder van elkaar af komen te staan

De sfeer wordt steeds grimmiger als het stel gaat scheiden. Ze spreken weliswaar af dat ze om en om steeds een week voor de kinderen zullen zorgen, toch zijn ze het oneens over vrijwel alle andere zaken. Christina vindt het moeilijk om afspraken met haar ex-man te maken, omdat hij boos en teleurgesteld blijft vanwege haar vertrek. Hij vindt juist dat Christina elke vorm van samenwerking saboteert en hem uitlokt. De situatie verslechtert alleen maar als Christina zes maanden na de scheiding een nieuwe vriend krijgt, Mogens. Thue mag dan zelf ook kort een vriendin hebben gehad, het valt hem zwaar dat een andere man voor zijn kinderen zorgt.

Thue wil nu zelf ook verhuizen en besluit op 1 mei 2011 een appartement in Fredericia te betrekken, zo’n 170 kilometer ten zuiden van Als. Hij schrijft zijn dochters uit bij hun school en neemt in eerste instantie alleen Marlene mee, die naar een nieuwe school gaat tot de zomervakantie. Maar de jongste dochter, Line, wil niet weg. En dus wonen de meisjes anderhalve maand gescheiden van elkaar, terwijl advocaten en autoriteiten zich over de zaak buigen. In juni 2011 besluit het lokale bestuur in Aalborg dat Line en Marlene toch bij hun moeder moeten wonen.

Christina: ‘Thue zag het niet meer zitten en zei dat hij zou terugverhuizen. We zouden de tijd met de kinderen verdelen als voorheen. Ik kon ze weer bij hun oude school registreren. Ik was opgelucht.’

Maar in de zomer gaat het de slechte kant op met Thue. Christina is ondertussen getrouwd met Mogens en woont met hem samen in een nieuw huis. Thue, daarentegen, is werkloos en gedwongen de boerderij in Øster Hurup te verkopen.

Zo nu en dan belt hij Christina en bedreigt hij haar. ‘Hij zei dat ik moest oppassen, over mijn schouder moest kijken en dat soort dingen. Ik was erg bang voor hem in die tijd, maar ik dacht er geen moment aan dat hij de kinderen kwaad zou doen.’

‘Ik was erg bang voor hem in die tijd, maar ik dacht er geen moment aan dat hij de kinderen kwaad zou doen’

Omdat Thue zich altijd een zorgzame vader heeft getoond, is Christina ervan overtuigd dat zijn woede op haar gericht is, niet op de kinderen. Maar Line en Marlene lijden overduidelijk onder de ruzies tussen hun ouders. Volgens hun leraren – zo stellen zij achteraf – waren de meisjes nerveus en hadden ze vaker dan normaal ruzie met hun klasgenoten.

En dan loopt de zomervakantie op zijn einde en besluit Thue een korte vakantie in te plannen met zijn dochters. Christina is enigszins opgelucht, omdat haar ex zijn verhuisplannen heeft losgelaten. Thue oppert het idee om naar Duitsland te gaan en de kinderen weer terug te brengen op vrijdag, voordat het nieuwe schooljaar begint.

En zo rijdt hij op woensdag 10 augustus 2011 naar het zuiden, met zijn twee dochters op de achterbank.

Wat daarna gebeurt, weet alleen Thue. En daarom schrijf ik een brief naar zijn gevangenis in Berlijn, waar hij sinds de veroordeling voor de moord op Line en Marlene opgesloten zit en vraag ik hem of ik langs mag komen.

Na een maand stemt hij in.

Wat we weten over de daders bij kinderdoding

Onderzoekers in Europa en de Verenigde Staten maken onderscheid tussen verschillende typen daders van

Het eerste type is de ‘murder by proxy’: de man vermoordt zijn kinderen, maar doet dat als wraakactie tegenover zijn huidige of ex-partner, omdat hij vindt dat hij in de steek is gelaten. Dit type man vermoordt naast de kinderen soms ook de moeder.

De andere categorie is ‘suicide by proxy,’ waarbij een man zijn kinderen vermoordt omdat hij zijn aanzien is verloren, bijvoorbeeld vanwege een ontslag of financiële tegenslag. De man denkt dat hij zijn kinderen beschermt door hen van het leven beroven, waarna hij zelfmoord pleegt of dat probeert.

In beide gevallen heeft het ideaal van de man als hoofd van de familie de bovenhand. De bedreiging van deze positie doet hem uiteindelijk besluiten zijn familie te vermoorden.

In het geval van gescheiden ouders, vindt de moord vaak plaats vlak voordat de kinderen van de ene ouder naar de andere gaan. Statistieken laten ook zien dat de grootste kans op familicide in augustus is, als de zomervakantie ten einde loopt: typisch zo’n moment.

Foto: Privé

Wat er met Line en Marlene gebeurt aan het eind van hun zomervakantie

Voordat ik de bezoekersruimte van de gevangenis in mag, moet ik mijn telefoon inleveren en door een metaaldetector. De ruimte is eenvoudig ingericht: er staan een tafel, een plank met daarop een koffiezetapparaat, een bankje en een kast met speelgoed. De ramen in het plafond zijn getralied.

En dan komt Thue naar binnen. Een man met kort haar, een snor en wat verdwaalde stoppels. Hij is niet erg lang en fors gebouwd. Op zijn rechterhand en zijn voorhoofd vertoont zijn huid littekens van brandwonden – al zie je dat pas als je er echt op let.

Hij begint meteen te praten. ‘Het was een heel slechte zomer en die trip was mijn laatste kans om toch een soort vakantie te hebben met de meisjes. Ik voelde me zo down in die tijd. Het enige wat me overeind hield, was het gevecht tegen de stresshormonen,’ zegt hij. Toch zoekt Thue geen medische hulp: hij is bang dat Christina het tegen hem zal gebruiken in de ruzie over de kinderen.

Als hij wegrijdt heeft hij eerst het idee om met zijn dochters naar een waterpark te gaan, maar dat plan verandert wanneer hij Duitsland binnenrijdt. Van een collega hoorde hij over een skihal in Noord-Duitsland, Snow Dome Bispingen, en als hij dat idee voorlegt aan zijn dochters besluiten ze dat skiën in de zomer ook een leuk plan is. Na een nachtje in een hotel in Hamburg vertrekken ze de volgende dag naar de skihal en verlaten de plek pas rond sluitingstijd.

‘Toen we wegreden, vertelde ik de meisjes over de geschiedenis van Duitsland en voelde ik plotseling de drang om ze de Berlijnse Muur te laten zien. Maar iets hield me tegen. Ik wist dat ze de volgende ochtend terug moesten zijn. Aan de andere kant dacht ik: als ik mijn dochters Berlijn wil laten zien, dan doe ik dat.’

‘Ik dacht bij mezelf: ‘het is toch allemaal zinloos.’ En vanaf dat moment kreeg een ander idee vorm’

Dus rijdt Thue verder in de richting van de Duitse hoofdstad. Tot hij zich realiseert dat hij zo nooit op tijd terugkomt. Hij keert om richting Denemarken, maar verandert snel daarna wéér van gedachten en rijdt juist Duitsland dieper in.

‘Ik was totaal gefrustreerd. Ik was bang dat Christina de kinderen niet meer aan me zou toevertrouwen als ik niet terug zou zijn op het afgesproken tijdstip. Maar het was al te laat om terug te keren. Ik dacht bij mezelf: het is toch allemaal zinloos. En vanaf dat moment kreeg een ander idee vorm.’

De kinderen zijn erg moe dan. Ze kissebissen op de achterbank. Thue besluit ze allebei een slaappil te geven. Pillen die oorspronkelijk voor hem bedoeld waren en een week geleden voorgeschreven waren door de dokter. Al snel vallen de meisjes in slaap. Thue slaat de snelweg af en rijdt een bosweg in. Het is pikkedonker als hij besluit zijn auto tussen de dennenbomen te parkeren.

In de achterbak ligt een extra jerrycan benzine. Later verklaart hij in de rechtbank dat hij deze vanuit Denemarken had meegenomen, omdat hij niet zonder benzine wilde komen zitten in Duitsland.

‘Ik wilde ons in de fik steken. Dat was de enige optie die ik zag op dat moment. Dus goot ik de benzine over de auto. En in de auto. Voornamelijk over de achterbank. Ik keek niet naar de meisjes terwijl ik het deed. Ik ging zelf achter het stuur zitten. Ik wilde doodgaan, en ik wilde dat het snel zou gebeuren, zodat ik geen tijd zou hebben om de auto uit te vluchten. Ik stak de benzine aan met een aansteker, de vlammen verspreidden zich direct. Ik dacht dat de auto meteen zou ontploffen, maar dat gebeurde niet. Ik probeerde het vol te houden, maar ik voelde alles branden – mijn voorhoofd, mijn handen, mijn benen. Het was te krachtig. Ik deed de deur open, gooide mezelf naar buiten en rolde door het gras. Ik keek naar de auto en zag één grote vlammenzee.’

Thue kan op dat moment de meisjes noch zien, noch horen. Hij rent weg, maar een luide knal – waarschijnlijk veroorzaakt door een ontploffende tank of een airbag – doet hem omkijken. De auto rolt een stukje naar voren en verlicht het donkere bos.

Thue dwaalt nog een tijdje doelloos rond tot de auto is uitgebrand. Hij zegt later dat hij zich herinnerde een keukenmes in een tas op de passagiersstoel te hebben gestopt, waarmee hij zich van het leven wil beroven. Hij probeert deze met een stok uit de auto te hengelen, maar het handvat is allang weggesmolten. ‘Ik probeerde het mes tegen een boom aan te houden en mezelf er tegenaan te drukken. Maar dat bleek onmogelijk, dus ik het weg,’ zegt hij.

Thue strompelt nog een tijdje door het bos, tot hij een snelweg bereikt en wat auto’s probeert te seinen vanaf de vluchtstrook. ‘Ik was doodop en mijn keel was gortdroog. Ik zag wat verkeerslichten en vond uiteindelijk een busje, geparkeerd bij wat wegwerkzaamheden.’

De chauffeur van het busje belt de politie en al snel arriveert een ambulance. Thue vertelt dat er een ongeluk is gebeurd en dat zijn kinderen levend zijn verbrand in de auto. Thue zegt dat hij tegen de ambulancebroeder verklaarde: ‘They are all gone.’ Maar de Duitse chauffeur getuigt later in de rechtbank dat Thue ‘It’s all done’ zei.

Foto: DPA

Hoe Thue Rudgaard in de gevangenis terechtkomt

Tijdens de eerste ondervragingen beweert Thue dat de brand per ongeluk is ontstaan. Hij vertelt dat hij de meisjes pilletjes gaf tegen wagenziekte – niet om ze in slaap te krijgen. Tijdens een rookpauze is een vonk van een sigaret per ongeluk op de jerrycan met benzine terechtgekomen, die toevallig in de kofferbak stond.

Maar dit verhaal wordt tegengesproken door het forensisch bewijs dat er duidelijk benzine over de achterbank is gegoten. Een paar weken later wordt Thue in het ziekenhuis gearresteerd en beschuldigd van de moord op Marlene en Line. Na enkele maanden bekent hij.

Het duurt drie weken voordat de lichamen worden vrijgegeven en de begrafenis kan worden gehouden. Christina: ‘Ik had besloten dat ze samen in één kist zouden liggen. De begrafenisondernemer vroeg me om kussens en dekens. Dat was moeilijk, ik wilde niets weggeven met hun geur eraan. Hun favoriete knuffels kon ik ook niet afstaan. Die heb ik nog steeds.’

Uiteindelijk geeft ze alleen beddengoed van de jeugdserie Hannah Montana, waar beide meisjes gek op waren. De sets die ze geeft komen net uit de was, zodat ze niet naar hen ruiken. Ander beddengoed heeft Christina nog altijd niet gewassen, al zit de geur van de meisjes er niet meer aan.

‘Omdat we zo veel te vieren hebben,’ stond op de uitnodiging

Op 3 september 2011 hadden Christina en Mogens een tuinfeest gepland. ‘Omdat we zo veel te vieren hebben,’ stond op de uitnodiging. Ze waren getrouwd en samen gaan wonen. Maar uiteindelijk was 3 september de dag dat de meisjes werden begraven, om acht uur ’s ochtends.

De begrafenis werd bijgewoond door een gezelschap van directe familie en goede vrienden, die nadat de kist met de meisjes de aarde in was gezakt mee naar huis gingen voor een brunch. In de tuin, waar de kinderen speelden, werd een vuur gemaakt en er werden pannenkoeken gebakken.

‘Ik weet hoe erg het klinkt, maar ik wilde Thues familie er niet bij hebben. Dat betekent dat ik hen de kans heb ontzegd om afscheid te nemen. Het was egoïstisch, maar ik kon het niet aan.’ Sindsdien is er nauwelijks contact tussen de families.

De zaak komt in de lente van 2012 voor de rechter in Berlijn en duurt dertien dagen. Christina’s getuigenis is aanvankelijk in maart gepland, maar moet worden uitgesteld omdat Thue in de gevangenis een zelfmoordpoging heeft gedaan. Uiteindelijk getuigt ze begin mei. Het verhoor duurt vier uur lang.

‘Ik was er die dag vooral op gefocust overeind te blijven. Ik keek naar Thue en dacht: je hebt me dan misschien het meest kostbare wat ik heb afgenomen, maar dit zal ik overleven.’

De strategie van de verdediging is aantonen dat Christina een slechte echtgenote en moeder is geweest. Ze schudt haar hoofd als ze eraan terugdenkt. ‘En wat als ik een slechte vrouw en moeder was geweest? Dat had toch zeker niet gerechtvaardigd dat hij de kinderen had vermoord?’

Op 31 mei 2012 veroordeelt de rechter in Potsdam Thue tot levenslange gevangenisstraf. Christina is niet bij de uitspraak aanwezig. ‘Het was voor mij niet de vraag of hij veroordeeld zou worden, maar voor hoe lang. Niet uit een gevoel van gerechtigheid, maar omdat ik dacht: hoe langer hij wordt weggestopt, hoe beter. Ik was in die tijd nog bang voor hem.’

Vlak voor het vonnis vraagt Thue of hij iets mag zeggen. ‘Ik handelde niet uit haat,’ zegt hij. ‘Ik handelde uit liefde. U kunt me niet meer straffen dan ik al ben gestraft. Ik vraag niet om vergiffenis, want ik zal mezelf nooit vergeven.’


Wat we weten over de intenties van kinderdoders

Verschillende internationale studies, sommige geleid door Marieke Liem, tonen aan dat (ernstig) psychische stoornissen de dominante factor zijn bij familiedodingen. Liem: ‘Natuurlijk kun je ook daders vinden die een antisociale gedragsstoornis of een verslaving hebben, maar er is bijna altijd psychische problematiek in het spel. Daarom moet je familiedodingen afzetten tegen cijfers over psychische stoornissen en hoe de samenleving daarmee omgaat.’

Toch heeft onder andere Zweeds onderzoek aangetoond dat veroordeelden die levenslang krijgen, bijna nooit psychiatrische hulp

‘Wat me nog het meest is opgevallen in al die jaren: nooit, maar dan ook nooit, handelt iemand uit pure slechtheid’

Volgens Liem heeft dit te maken met het feit dat moordcijfers in de westerse wereld al jaren dalen. ‘We straffen vandaag de dag veel strenger dan in de jaren tachtig en negentig. We leven in een vreedzamere samenleving, met minder moorden en minder geweld dan voorheen. Maar dit heeft er tegelijkertijd ook voor gezorgd dat we minder accepteren. En hoe minder tolerantie, hoe strenger de straf.’

En daarbij: iemand die zijn of haar familie vermoordt krijgt, in Liems woorden, vaak het stempel ‘gek of slecht’ toegedicht. ‘Maar wat me nog het meest is opgevallen in al die jaren dat ik dit onderwerp onderzoek: nooit, maar dan ook nooit, handelt iemand uit pure slechtheid. De menselijke tragedie is vrijwel altijd een gemene deler in deze zaken.’

Foto: Sigrid Nygaard

Hoe Christina Olsen rouwt om de dood van haar dochters

Christina noemt het graf van Line en Marlene op de kerkelijke begraafplaats in Als hun ‘tuin.’ Soms komt ze hier iedere dag, soms zit er wat tijd tussen de bezoekjes. Er kunnen daarom wat bladeren op het graf liggen, zegt Christina als we onderweg zijn naar de begraafplaats.

Rondom het graf liggen steentjes, schelpen en hartjes. Op de steen staan alleen de namen van Line en Marlene en hun geboortedagen. Christina weigerde Thues achternaam toe te voegen. ‘En het was ook niet nodig om hun sterfdag te noemen.’

Christina staart een lange tijd voor zich uit. In de verte horen we een tuinman die het grind harkt, maar buiten dat is het hier muisstil. Er staat een klein stenen bankje, waarop Christina soms een kom met snoepjes zet, want ze weet dat hier veel kinderen komen, zoals laatst nog Marlenes klas.

‘Hier woon ik. Ik ben niet gelovig, maar ik voel wel een soort contact. Ik heb een innerlijke dialoog met ze. Niet dat ik hardop praat, maar ik vertel ze heel veel.’

Soms overwegen Mogens en Christina om weg te gaan uit Als en een nieuwe start te maken elders in Denemarken – of zelfs in een ander land. ‘Maar ik zit vast aan deze plek, omdat ze op deze begraafplaats liggen.’

‘Ik heb een innerlijke dialoog met ze. Niet dat ik hardop praat, maar ik vertel ze heel veel’

Lines kamer is nu gevuld met stapels stoffen en patronen, een naaimachine en zelfgemaakte jurken aan kleerhangers. In een hoek van het bed ligt een groepje teddyberen. Boven het bureau hangt een roze lamp opgesmukt met parels. Marlenes slaapkamer fungeert tegenwoordig als studeerkamer, al staat er nog steeds een boek van haar idool Justin Bieber in de boekenkast.

‘Ik heb niet al hun spullen bewaard. Sommige dingen heb ik weggegeven aan hun vriendinnen. Ik vind het ook belangrijk dat mijn huis niet in een museum verandert.’

En hoe zit het met haar herinneringen? ‘Eerst bleef ik teruggrijpen naar alles wat naar ze rook. Dan herinnerde ik me het gevoel van hun knuffels, de geur van hun haar. Ik kon ze ruiken in de slaapkamer. Nu kan dat niet meer.’

Toen Christina naar Berlijn moest om te getuigen, dacht ze eraan om de plaats delict te bezoeken. Maar ze deed het niet. Vandaag, viereneenhalf jaar later, voelt ze dat ze er klaar voor is. ‘Ik wil er geen bloemen neerleggen of een kaarsje branden. Ik wil er gewoon naartoe. Dat is belangrijk omdat het de laatste plek is waar Marlene en Line ademden. Een deel van mij stierf met hen, daar in het bos. Dat klinkt misschien een beetje dramatisch, maar er was zeker een deel van mij dat verdween. Van de ene dag op de ander verloor ik mijn identiteit als moeder.’

Ooit was ze Line en Marlenes moeder. Nu is ze alleen nog Christina.

Wat we nog niet weten over moord

Er valt in Europa nog veel te winnen op het gebied van onderzoek naar moord, vindt Marieke Liem. De afgelopen jaren hebben zij en andere onderzoekers uit Finland, Zweden en Nederland hun steentje bijgedragen door de European Homicide Monitor op te zetten. In deze database staan alle moorden die plaatsvinden in deze landen gedetailleerd

Liem: ‘Er is heel weinig op data gebaseerd onderzoek naar moord. Veel onderzoek is óf gebaseerd op informatie die de politie gebruikt om dergelijke zaken op te lossen, zoals getuigenverklaringen of forensisch bewijs, óf op informatie van autoriteiten die geweld en misdaad willen voorkomen, denk aan het Openbaar Ministerie. We hebben juist statistieken nodig om meer te weten. En als we moord willen voorkomen, dan moeten we ook weten wat hem triggert.’

Kan familiedoding worden voorkomen? Internationaal onderzoek wijst uit dat er wel zaken zijn die de kans erop verkleinen: betere hulp bij vechtscheidingen, meer initiatieven om geweld tegen vrouwen te voorkomen en een betere aanpak om mensen met psychische stoornissen of zelfmoordneigingen te begeleiden.

Maar, zoals Liem zegt: ‘Het zou zeker goed zijn om meer te doen aan preventie, zodat moordcijfers nog meer afnemen. Maar moord kan nooit helemaal verdwijnen. Het zal er altijd zijn.’

Hoe Thue Rudgaard nu leeft en op zijn daden terugkijkt

Afgelopen januari is Thue overgeplaatst van de Duitse gevangenis naar Denemarken. Hij kijkt er televisie, leest boeken en maakt sudoku’s. Veel interactie met andere gevangenen heeft hij niet.

Wel kan zijn moeder nu makkelijker langskomen. Al maakt dat het leven in de gevangenis niet eenvoudiger. ‘Bij elk bezoek word je er zo aan herinnerd waar je bent. Je vergeet hier soms bijna dat buiten de zon schijnt, de vogels zingen en dat er mensen zijn.’

De afgelopen jaren hebben criminologen onderzoek gedaan naar wat ‘moord-zelfmoord’ wordt genoemd – een moord waarbij de dader vervolgens zelfmoord pleegt, of dat probeert.

In het oordeel van de Duitse rechter voor een levenslange gevangenisstraf woog mee dat Thues zelfmoordintentie niet heel sterk aanwezig leek.

Sindsdien heeft Thue echter verschillende pogingen gedaan om zichzelf van het leven te beroven. ‘Het vooruitzicht dat ik hier mijn leven lang moet blijven, kan ik niet verdragen. Dan ga ik liever dood,’ zegt hij.

Hij huilt veel tijdens ons gesprek. ‘Het doet zo veel pijn om alles boven te halen.’

Ik vraag hem hoe hij kan leven met wat hij heeft gedaan. ‘Dat kan ik niet. Het is verschrikkelijk zwaar. Het is zelfmarteling om te denken over hoe het ook had kunnen lopen. Het had al gescheeld als het bijvoorbeeld een auto-ongeluk was geweest. Maar ik heb het zelf gedaan.’

Hij stopt even met praten om tot zichzelf te komen. ‘Mijn Duitse advocaat viel het op dat ik het steeds over ‘een ongeluk’ had. Dat was het ook. In mijn hoofd was het een ongeluk.’

Als je ze mist, vraag ik, ben je er dan van doordrongen dat jij degene bent die ze heeft omgebracht? ‘Ik voel een mengeling van schuld, schaamte en verlies. En dat is extra moeilijk om mee te leven,’ zegt Thue. Het zwaarst heeft hij het als hij erover denkt hoe goed zijn leven op een bepaald punt is geweest.

‘Het is zo onbegrijpelijk, zo ingewikkeld. Het was een mix van mijn depressie en ons mislukte huwelijk’

‘Toen Christina en ik net onze meisjes hadden, met allebei werk en geld op de bank, toen was ik gelukkig. Kort daarna stortte alles in elkaar. Ik wou zo graag dat ik een goed en gezond leven had kunnen hebben met mijn meisjes.’

Waarom heb je ze dan vermoord? ‘Die vraag heb ik mezelf eindeloos gesteld. Het is zo onbegrijpelijk, zo ingewikkeld. Het was een mix van mijn depressie en ons mislukte huwelijk.’

Ik vraag hem of iets of iemand ervoor had kunnen zorgen dat het anders was gelopen. ‘Christina is waarschijnlijk de enige die iets had kunnen doen. Als we niet hadden gevochten om de kinderen. Als ze wat inschikkelijker was geweest, of zo nu en dan excuses had aangeboden voor haar provocerende gedrag. Christina is ook schuldig, omdat ze psychologische druk op me uitoefende. Ze wist hoe zwak ik was, mentaal.’

Buiten is het inmiddels avond geworden. De twee uren zijn voorbijgevlogen. We schrikken allebei als de deur plotseling door een bewaker geopend wordt. ‘Zitten jullie hier in het donker?’ vraagt hij en drukt op het lichtknopje bij de deur. Thue knijpt zijn ogen tot spleetjes. Als we de kamer uitgaan zegt hij: ‘Het was niet mijn bedoeling Christina af te vallen. Ik wil gewoon echt graag helpen voorkomen dat anderen in dezelfde situatie belanden.’

Christina Olsen. Foto’s: Sigrid Nygaard

Hoe Christina Olsen verder leeft

In een ladekast in de gang van Christina’s huis bewaart ze alle spullen die sinds de dood van haar dochters door anderen op hun graf zijn gelegd. Werkjes van strijkkralen, teddyberen, hartjes van stof en kleine gelamineerde kaartjes met daarop ‘Ik zal je nooit vergeten.’ En een broche van Justin Bieber.

‘Vooral in het begin legden veel mensen dingen op het graf, dus net als een kinderkamer werd het al snel een zooitje. Zo nu en dan haalde ik wat spullen weg, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen ze weg te gooien.’

Zie je Thue als een slecht persoon? vraag ik. Christina schudt haar hoofd. ‘Ik denk niet dat hij het heeft gedaan omdat hij slecht was, maar uit wanhoop en wraakzucht. Dat is niet hetzelfde. Wat hij op dat moment deed was slecht. Maar hij is geen slecht mens,’ zegt ze. En ze voegt eraan toe: ‘Ik haat hem niet, hoe raar sommigen dat misschien ook vinden. Ik haat wat hij gedaan heeft. Als ik alleen maar kwaad over hem dacht en sprak zou ik mezelf verliezen, en dat helpt me niet verder.’

‘Ik denk niet dat hij het heeft gedaan omdat hij slecht was, maar uit wanhoop en wraakzucht’

Toen ze van de agenten hoorde dat de meisjes vermoord waren, kon ze aanvankelijk alleen maar denken: Ik wil hier ook niet meer zijn. Ik wil zijn waar zij zijn. Ze volgde vele therapieën, en ook nu ze niet langer naar de psycholoog gaat zijn er nog de dagen waarop ze haar verdriet nauwelijks onder ogen kan zien. Waarop ze alleen maar huilt. Bijvoorbeeld op de verjaardag van een van de meisjes, of wanneer het zoveel jaar geleden is dat ze hen voor het laatst zag, of op kerstavond. Soms ook komt het verdriet geheel onverwacht.

‘Als het komt, kan ik de wereld niet aan. Ik ben totaal uitgeput en wil mezelf verstoppen zonder te hoeven reageren op alles om me heen. De kleine dagelijkse dingen vallen me dan ineens verschrikkelijk zwaar. Maar langzaam krabbel ik terug. Het gaat altijd weer over.’

Ze let erop dat ze niet klaagt over kleine dingen en dat ze zo veel mogelijk doet wat goed voor haar is: tijd doorbrengen met directe familie, in de zon zitten, met de kippen praten, joggen.

‘Het overweldigende geluksgevoel dat je krijgt door naar een slapend kind te kijken – dat komt nooit meer terug. De lat voor mijn geluk ligt nu lager, maar daar kan ik mee leven.’

In het eerste jaar na de dood van de meisjes liet Christina een tatoeage zetten. Hij neemt dertig centimeter in beslag op haar rechterzij. ‘Memento Mori,’ staat er – Gedenk te sterven.

‘Ik hou van mijn tatoeage, ik kijk er elke dag naar. We gaan allemaal dood, maar veel mensen vergeten dat. Met als gevolg dat ze vergeten te leven. Maar ik moet er wel aan denken. Elke dag. Mijn kinderen krijg ik nooit meer terug. Het beste wat ik had ben ik kwijtgeraakt. Er is niets dat hen kan vervangen. Maar ik kan wel iets maken van de tijd die ik nog heb.’

Dit verhaal verscheen eerder in de Deense krant en is herschreven voor De Correspondent. Dit verhaal kwam tot stand door International Editor en is vertaald door Maaike Goslinga en Laura Weeda.

Lees ook:

Wat de arrestatie van een onschuldige burger ons vertelt over de Nederlandse recherche Begin februari werd een Pegidademonstratie verstoord door de vondst van een nepbom. Na een anonieme tip arresteerde de politie Matt Cornell. Deze Amerikaanse student zat uren vast, terwijl hij volledig onschuldig was. Zijn dossier biedt een fascinerend inkijkje in de dagelijkse werkelijkheid van de Nederlandse recherche. Lees het verhaal hier terug Hoe de vrijspraak van een moordenaar alsnog voor gerechtigheid kan zorgen O.J. Simpson werd in een van de bekendste moordzaken uit de geschiedenis vrijgesproken, ondanks overweldigend bewijs van zijn schuld. Waarom? Hij is zwart, de slachtoffers waren wit en zijn vrijspraak leek een hoger doel te dienen: rassenongelijkheid aankaarten. Terecht? Vandaag het slotstuk van mijn serie over de zaak. Lees het verhaal hier terug