Ik stel me mijn eerste kennismaking met het begrip ‘queer’ zo voor: iemand zegt me dat ik even moet gaan zitten, want ‘ik heb je iets uit te leggen’. Dat doe ik, en die persoon begint te vertellen. Aarzelend eerst: ‘Weet je wat queer is? Het is eigenlijk niet uit te leggen. Het verwijst naar de randen: je bent niet hetero of homo, je identificeert je niet als vrouw of man, je laat niet vastpinnen, maar je bent wel voortdurend bezig met dat niet vastgepind worden, het niet-hetero of niet-homo zijn, dat niet-identificeren als vrouw of man.’

Ik knik. Het is als thuiskomen, zoals ik ooit ervoer toen ik over ‘het verstand’ in de tekst van Immanuel Kant las: de wereld is een chaotische zee en in ons hoofd zit een soort raster met hokjes waardoor de wereld begrijpelijk wordt.

Dankzij mijn kennismaking met het begrip queer ben ik ervan overtuigd geraakt dat we vooral in de war raken van het idee dat we moeten categoriseren om te kunnen denken. Wanneer het niet lukt iets in een hokje te stoppen, raken we in paniek. Maar als wij intelligent genoeg zijn om chaos te herkennen, zijn we dan niet ook in staat deze te accepteren zonder hem in stukjes op te breken?

Daarom is queer niet alleen van belang voor wie zich als lesbisch, homo of bi identificeert. Queer is juist van belang voor degenen die geen enkel hokje ervaren, omdat hun hokjesloosheid tegelijkertijd anderen wél in een hokje plaatst.

Dankzij het begrip queer ben ik ervan overtuigd dat we vooral in de war raken van het idee dat we moeten categoriseren om te kunnen denken

Maar aandacht voor queer is geen liefdadigheid of troost voor gekkies. Wie queer persoonlijk niet nodig denkt te hebben, is bij dezen gewaarschuwd. Een steeds bredere diversiteit aan stemmen kleurt het publieke debat: tegengestelden - als vrouw versus man, homo versus hetero en religie versus seculier - vatten dat niet. Het bevragen (en verwerpen) van zulke binaire tegenstellingen is de eerste stap richting queer leven. Wie zichzelf als normaal beschouwt, hoort straks nog wel zijn eigen stem, maar voert met niemand een gesprek. En wie de dingen meer queer wil begrijpen, gelooft in denken als een vorm van openheid, in plaats van denken als dichtstoppen.

Het overzichtelijke Queer Theory: An Introduction ontwijkt een vaste definitie van queer: ‘its definitional indeterminacy, its elasticity, is one of its constituent Toch wil ik een poging wagen een Queertopia te verbeelden.

In Queertopia is niet wie je bént bepalend, maar je relaties

Queer is een manier van benaderen. Een manier van kijken die je handelen beïnvloedt. Of je zelf ‘voldoende’ queer bent om het woord queer in de mond te nemen, is mijns inziens niet belangrijk. Queer leven gaat namelijk niet over iets wat je bent. Het gaat niet over een toe-eigening van identiteit, maar over een houding.

Foto: Imke Ligthart (voor de Correspondent)

Onlangs ontmoette ik een vrouw uit Brighton. Ze wist 100 procent zeker dat ik kon zien dat ze queer was. ‘Ik ben het toonbeeld van totally weird.’ Ze droeg een plastic, tribal jarennegentigbandje om haar nek, een blauwe strook in haar blonde haar en een rok die je in onnadenkende vluchtigheid als ‘Indiaas’ zou bestempelen. Maar was ze daarmee bewezen queer?

Consistent past niet bij queer. Queer ontstaat aan de rand van de norm; queer is niet absoluut, maar reageert. Wie queer kijkt, ziet dat de wereld relationeel in elkaar steekt.

Daarom is het een beetje beschamend om hier een ‘dame uit Brighton’ op te voeren als mislukte queer. Ik gebruik haar in een poging te kaderen wat queer (niet) is. Mijn relatie tot haar houd ik gemakzuchtig buiten

In Queertopia betekent identiteit niet dat je je eigenschappen kunt opdreunen, maar dat je je fluïde definieert aan de hand van de relaties die je leven vullen. Tegelijkertijd is deze fluïditeit zeer definiërend, omdat het queer-subject haar afhankelijkheid erkent: de relaties bepalen wel degelijk wat je doet en wie je bent.

Ze droeg een tribal jarennegentigbandje om haar nek, had blauwe haar en een rok die je als ‘Indiaas’ kon bestempelen. Maar was ze daarmee bewezen queer?

In plaats van de opgelegde identiteit lijdzaam te ondergaan, kan er een gesprek worden aangegaan met die helse ander. In de confrontatie – in het je verhouden tot de vernauwing die de ander jou oplegt – ontstaat de mogelijkheid nieuwe ruimtes te ontdekken.

De Britse hoogleraar en activist op internet beter bekend als ‘feministkilljoys’ schrijft over de verdinglijking die sommigen treft. Hoe gecompliceerder en veelkantiger hetgeen je presenteert, hoe vaker verdinglijking – gereduceerd worden tot één vaste eigenschap – optreedt. Wanneer Ahmed een discussie voert en haar gesprekspartner en zij worden het niet eens, dan zou Ahmed graag concluderen dat de relatie ‘onaangenaam’ is. Maar in plaats daarvan wordt zij als persoon ‘onaangenaam’ gevonden.

Het bespreken van een relatie is dan ook moeilijk. Het is makkelijker om de ander als ‘gedefinieerd’ te zien en jezelf als ‘vrij’ – oftewel: gedefinieerd door iets anders dan dat waar je op dat moment in verwikkeld bent.

Maar een relatie is juist interessant, omdat deze door betrokkenheid wordt bepaald. Alle betrokkenen moeten daarom bereid zijn te erkennen dat ze zichzelf meebrengen in de discussie – inclusief specifieke kennis, voorkeuren, gebreken én spontaniteit (je blijkt in een relatie ineens iets te doen of zeggen dat je van jezelf niet kende).

Deze relationele kijk op het leven verschilt van de bezitsgerichte wijze waarop we relaties doorgaans uitdrukken. We zeggen ‘mijn geliefde’, ‘mijn collega’ en ‘mijn kind’. Het bezittelijk voornaamwoord wordt niet vreemd inhalig gevonden: het zegt toch slechts dat er een relatie is? Maar het vertelt niets over de kleur, vorm en het gevoel bij de relatie. Bovendien bestaat deze bij gratie van de ander (als geliefde, collega, of kind), maar de actieve inbreng van de ander wordt niet geduid.

Foto: Imke Ligthart (voor De Correspondent)

Iedereen kan bi leven

Wanneer het seksualiteit betreft, definiëren we weer anders. Verwoord je seksualiteit als bezit, dan klinkt het als een ziekte: ‘ik heb homoseksualiteit.’ Het lijkt direct iets wat moet worden opgelost. Maar ‘ik heb een kind’ klinkt niet als een op te lossen smet. Je kunt concluderen dat het bestaan van iets wat als eigendom kan worden benoemd, blijkbaar vanzelfsprekend wordt gevonden.

We zeggen meestal: ik ben lesbisch, ik ben bi, ik ben hetero (iets wat lang nauwelijks werd gezegd, omdat er voor hetero’s geen beslissend moment van ‘uit de kast’ is bedacht). Maar de relationele blik die Ahmed voorstelt, zou ook op het gebied van seksualiteit kunnen worden aangenomen. Je seksualiteit is dan geen geaardheid, komt voort uit de relatie(s) die op dat moment gaande is of zijn.

In een wereld waar iedereen bi leeft zal een sterke heteroseksuele neiging gewoon als fetisj blijven bestaan

Zelf ben ik ervan overtuigd dat er een wereld kan bestaan waarin iedereen bi leeft, waarin niet wordt vastgehouden aan het idee dat de hetero nu eenmaal de natuurlijke meerderheid vormt, zonder een strikt regime in de slaapkamer op te leggen. In zo’n wereld zal een sterke heteroseksuele neiging gewoon als fetisj blijven bestaan.

De bi kan als het ideële vertrekpunt gelden wanneer we nadenken over de inrichting van ons sociale leven. In een gedachte-experiment van filosoof wordt iedereen gestript van de belangrijke eigenschappen die haar of zijn maatschappelijke positie bepalen – zoals religie, afkomst, economische status. Vanuit die onwetende positie spreek je met elkaar enkele basisprincipes af, ervan uitgaande dat je in iedere denkbare positie herboren zou kunnen worden. De bi identiteit kan gelden als een vruchtbare onwetendheid die relationele mogelijkheden openhoudt.

Foto: Imke Ligthart (voor de Correspondent)

Deze oefening in vergeten is queer. In The Queer Art of Failure schrijft Jack (op de cover heet hij nog Judith) Halberstam over de vrolijke vis Dory uit de animatiefilm Finding Nemo. Dory lijdt aan geheugenverlies. De geschiedenis achtervolgt haar niet. Wie queer leeft ‘vergeet’, om niet gebonden te zijn aan het bekende en het onbekende op te kunnen zoeken. Autoriteit op basis van traditie bestaat voor de queer niet.

De bi-identiteit biedt een interessant perspectief, omdat deze doorgaans als ‘net-niet’ wordt gezien. Niet hetero, niet homo, maar ook geen helder midden. Wie zich als bi identificeert kan last ondervinden van dit net-niet. Op de vrouwendatingapp HER kom je regelmatig afwerend ‘no bi’s’ tegen – de hetero neemt je homoseksualiteit niet serieus of vreest deze, de homo is bang dat je uiteindelijk toch voor het andere geslacht kiest. Net als de vis Dory, wordt de bi vaak als een stoorzender, pesterij of provocatie beschouwd. Het net-niet bekritiseert de norm.

Nog even terug naar die vrouw uit Brighton. Nadat ze me had uitgelegd hoe queer ze was, liet ze iets uit haar handen vallen. ‘Natuurlijk,’ reageerde ze, ‘voorspelbaar. I’m such a failure.’ Zo’n soort identiteitsclaim draagt slechts uit dat je jezelf tolereert in een wereld die verder op succes gericht blijft. Maar de queerkunst van het falen bestaat niet om het belang van slagen te bevestigen. Het niet-hetero, niet-homo, niet-man, niet-vrouw is geen prematuur stadium dat overwonnen moet worden tot je 100 procent bent. Het net-niet geldt juist als uitgangspunt.

Hoe Queertopia er precies uit moet zien? Onaf en imperfect.

‘This could be what a conversation is – simply the outline of a becoming,’ schreef Gilles Deleuze. Misschien is een queer samenleving vooral een gesprek, inclusief de mensen die strikt genomen niet in het passen. Juist in Queertopia is er voldoende ruimte voor achterblijvers en verliezers – zij die voorheen ‘normaal’ heetten.

Zo’n vijftig jaar na het uitbreken van de seksuele revolutie is het tijd om de balans op te maken. Hoe gaat het eigenlijk met lesbiennes, homo’s, bi’s, transgenders, queers, mensen met een intersekseconditie en aseksuelen in Nederland? Hoe moet een nieuwe homoagenda eruitzien? Die vragen beantwoorden we tijdens deze Roze Maand.

Meer uit de Roze Maand?

Hoe NS en KLM met hun homo’s omgaan (en wat jouw bedrijf daarvan kan leren) Homo’s, lesbo’s en bi’s worden op hun werk vaker gepest dan hetero’s. Ze hebben meer last van burn-outs en melden zich vaker ziek. De oplossing? Een roze werkvloer. Lees het verhaal van Lisa hier terug Zo was het om transgender te zijn voordat dat woord bestond Wie was de schrijfster Andreas Burnier? Ik kende alleen haar naam. Door een fascinerende biografie ken ik nu ook haar werk, dat zich kan meten met naoorlogse tijdgenoten als Reve en Hermans. Ze wordt een transgender avant la lettre genoemd, maar etiketten bevielen haar eigenlijk niet. Lees het verhaal van Nina hier terug Echt vrije seks vind je ver beneden peil Travesterende zeekatten, genderbending rifvisjes, dolfijngasten die elkaar anaal bevredigen en hermafrodiete platwormen die zwaardvechten met hun penis. Seks in de zee is queer. Heel queer. Lees het verhaal van Tamar hier terug Waarom De Correspondent in juli roze kleurt Deze week 47 jaar geleden vonden de Stonewall Riots plaats: de New Yorkse politie viel een homobar binnen en het publiek kwam daarop in verzet. Het wordt alom gezien als het begin van de homobeweging. Hoe staat het daarmee, bijna vijftig jaar later? Met een speciale themaredactie gaan we op zoek. Lees hier waarom we een Roze Maand houden op De Correspondent