Tot voor kort was het tekenen van een investeringsverdrag vooral een fijn pen-in-de-hand-moment voor tijdens staatsbezoeken. Twee ministers die voor de verzamelde pers een papiertje tekenen waarmee de economische banden worden versterkt - altijd mooi. Over de precieze inhoud van die verdragen werd nauwelijks nagedacht.

Dat is in rap tempo aan het veranderen.

Vorige maand besloot India 57 investeringsverdragen (onder andere met Nederland) Eerder al hadden Zuid-Afrika, Indonesië, Ecuador en Venezuela hetzelfde gedaan met het gros van hun verdragen.

Investeringsverdragen geven bedrijven de mogelijkheid overheden voor een te dagen als deze hun verdragsrechten schenden (denk: onteigening, overdreven regelgeving of ander ‘nadelig’ overheidsbeleid). In de praktijk bleken die verdragsrechten soms wel erg breed te kunnen worden geïnterpreteerd door de tribunalen. Een verandering in milieuwetgeving of in bepaalde belastingen kon plotseling voor een proces zorgen.

Steeds exotischere claims werden toegelaten tot de tribunalen. In de afgelopen tien jaar verdrievoudigde het aantal zaken op basis van investeringsverdragen. Ik schreef daar eerder deze twee analyses over:

Hoe investeringsverdragen de democratie uithollen Als overheden beleid invoeren dat grote multinationals niet zint, bijvoorbeeld om roken te ontmoedigen, kunnen deze bedrijven via investeringsverdragen miljarden aan claims indienen. In tien jaar is het aantal claims zo sterk gegroeid dat deze schaduwrechtspraak de democratie dreigt uit te hollen. Lees hier meer over hoe investeringsverdragen werken Waarom het verzet tegen investeringsverdragen groeit Indonesië zegt al haar 67 investeringsverdragen op, om te beginnen het verdrag met Nederland. Een veelzeggend besluit. Ook in Europa groeit het verzet tegen de verdragen die multinationals in staat stellen miljoenenclaims in te dienen vanwege ‘nadelig’ overheidsbeleid. ‘Als dit een persoonlijk contract was, zou niemand het ondertekenen.’ Een update. Lees hier meer over waarom Indonesië haar verdragen opzegde

Vodafone op de Kaaimaneilanden

Een aantal grote zaken was voor India aanleiding zijn verdragsbeleid te herzien. Een van de grootste claims van de afgelopen jaren betreft een belastingconflict met telefoniegigant

Het was indertijd de grootste overname uit de Indiase bedrijfsgeschiedenis. Voor 12 miljard dollar kocht Vodafone de op twee na grootste mobiele telefoonprovider van India.

Vodafone beweerde dat India niets met de overname te maken had, en dus had India niet het recht belasting te heffen

Toch betaalde Vodafone in India geen cent belasting. Diens fiscalisten hadden een Byzantijnse bedrijfsstructuur opgetuigd die nog minder overzichtelijk was dan de stamboom van de familie Stark uit Game of Thrones.

In de kern kwam het hier op neer: een Nederlands bedrijf kocht voor 12 miljard dollar één aandeel van een bedrijf op de Kaaimaneilanden. Dat Kaaimanse bedrijf was via-via-via-via-via-via weer eigenaar van het Indiase bedrijf dat werkelijk werd overgenomen. Vodafone beweerde dat India niets met deze overname te maken had, en dus had India ook niet het recht belasting te heffen. Een praktijk waar Nederland in grossiert, sterker nog: het was in dit geval ook een Nederlands bedrijf dat dat ene aandeel aankocht.

Hoe Nederland een claimparadijs voor multinationals werd Gisteren schreven we hoe de democratie wordt uitgehold door multinationals die via investeringsverdragen miljardenclaims tegen overheden indienen. Vandaag: hoe Nederland het claimparadijs bij uitstek is geworden. Lees hier meer over de rol van Nederland in investeringsclaims

Dat zag de Indiase belastingdienst wat anders: er werd geen bedrijf op de Kaaimaneilanden gekocht. Uiteindelijk werd een Indiaas bedrijf gekocht dat Indiase klanten bediende vanuit Indiase kantoren over Indiase uitzendmasten. Ze legde Vodafone alsnog een belastingheffing op van 2,5 miljard dollar.

Vodafone ging naar de rechter, verloor in eerste aanleg, maar won uiteindelijk bij het hooggerechtshof. Daarop besloot de regering de belastingwetgeving met terugwerkende kracht aan te passen. Vodafone moest zo alsnog 2,5 miljard dollar betalen.

Vodafone besloot toen India Die zaak loopt nog steeds. Er is weinig over bekend, omdat de regels van het tribunaal geen openbaarmaking toestaan.

Je kunt natuurlijk vraagtekens zetten bij het met terugwerkende kracht aanpassen van de belastingwet. Diezelfde vraagtekens kun je aan de andere kant ook zetten bij schimmige constructies die een ontwikkelingsland 2,5 miljard dollar aan belastinggeld kosten.

Premier Mark Rutte tijdens een rondleiding door een SPAR supermarkt in New Delhi op de eerste dag van een tweedaags bezoek aan India. Remko de Waal / ANP

Indiase investeerder met Mauritiaanse rechten

Dit is lang niet de enige zaak die India een doorn in het oog is. Vorige maand kreeg Devas, een Mauritiaans bedrijf opgezet door Indiase investeerders, een claim van 673 miljoen dollar toegewezen. Devas had in 2005 een deal gesloten met de commerciële tak van de Indiase ruimtevaartorganisatie om voor 300 miljoen dollar te kopen.

Dat bleek achteraf zwaar onder de werkelijke waarde te liggen, die in de miljarden liep. Bovendien, zo bleek uit een rekenkamerrapport uit 2010, was er bij de deal sprake geweest van belangenconflicten, financieel mismanagement en andere overtredingen. Inmiddels is er al een aantal personen aangeklaagd in verband met dit schandaal.

Om de spectrumrechten terug te krijgen besloot de Indiase overheid in 2011 met een beroep op de ‘nationale veiligheid’ het contract op te zeggen. Dat pikte Devas niet. Ze spanden onmiddellijk een proces aan wegens onrechtmatige onteigening.

Opnieuw: je kunt vraagtekens zetten bij het gebruik van de ‘nationale veiligheid’ om de spectrumrechten terug te krijgen. Je kunt ook vraagtekens zetten bij het dubieus verkrijgen van spectrumrechten door een groep Indiase investeerders, die vervolgens Mauritius gebruiken om onder internationaal investeringsrecht hun eigen overheid aan te klagen.

Premier Mark Rutte tijdens een rondleiding door een SPAR supermarkt in New Delhi op de eerste dag van een tweedaags bezoek aan India. Remko de Waal / ANP

Kan dit beter?

India wil nu alle verdragen heronderhandelen, om bepaalde wijzigingen aan te brengen Bijvoorbeeld: dat investeerders eerst naar de Indiase rechter stappen, voordat ze naar internationale tribunalen mogen. Toch zal het nog even duren voordat het zover is. In het investeringsverdrag met Nederland is bijvoorbeeld een overlevingsclausule opgenomen: het verdrag is nog vijftien jaar na het opzeggen geldig voor investeringen gedaan vóór 2017.

Niettemin, er is iets aan het veranderen. Zoals Randall Williams, directeur van de afdeling handelsbeleid en -onderhandelingen in Zuid-Afrika, zei over ‘Als dit persoonlijke contracten waren, zou niemand ze ondertekenen. Waarom zou een staat dat dan wel doen?’

Dat vragen steeds meer landen zich af.

Premier Mark Rutte tijdens een rondleiding door een SPAR supermarkt in New Delhi op de eerste dag van een tweedaags bezoek aan India. Remko de Waal / ANP

Meer lezen?

Intussen in India: Een moslim die een koe eet, kan tot wel vijf jaar cel krijgen Terwijl miljoenen zich zorgen maken over islamisering van Europa, maken velen in India zich zorgen over de ‘hindoeïsering van dit land’. Ik spreek India’s beroemdste historicus Romila Thapar (83) over hoe de hindoenationalisten het land middels het onderwijs steeds verder naar hun hand zetten. Lees het verhaal van Peter hier terug In India zijn goden rechtspersonen. En kunnen ze rechtszaken winnen In India is god een rechtspersoon die bezit kan vergaren. Heel veel bezit zelfs. Zo zijn er miljonairs en zelfs miljardairs onder de talloze goden die het land telt. In India gaat het debat niet over de vraag óf god als rechtspersoon bezit kan vergaren, maar over wie dat beheert en hoe. Lees het verhaal van Peter hier terug