Het is al vaak gezegd: als we de klimaatverandering willen beperken, zullen we moeten mobiliseren zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In 2013 zei Maarten Hajer, toenmalig directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving, bijvoorbeeld dat Nederland een ‘oorlogseconomie’ moest gaan draaien om het doel van 16 procent duurzame energie in 2020 te halen. (Overigens werd vorige week bekend dat het aandeel duurzame energie in Nederland stagneert en dat de uitstoot vorig jaar met slechts 0,3 procent is afgenomen.)
In The New Republic voert klimaatactivist en schrijver Bill McKibben dit gedachte-experiment tot het uiterste door. Wat als Amerika inderdaad in 2030 op tachtig procent duurzame energie - dat is de gigantische sprong die nodig is om een redelijke kans op een veilig leefklimaat aan het einde van de eeuw te houden - zou willen uitkomen? Hoeveel zonnepanelen moet het land fabriceren? Hoeveel fabrieken moeten er worden gebouwd?
Ik ben niet erg gecharmeerd van de oorlogsretoriek, maar om een idee van de schaal van de uitdaging te krijgen, is McKibben zeker het lezen waard.