Waarom het ene boek lectuur is en het andere literatuur. Waarom we sommige boeken als geslaagde broodschrijverij beschouwen en andere als het bewijs van een door God gegeven talent. Wat literatuur überhaupt betekent en of de onderverdeling in hoge en lage kunst er werkelijk iets toe doet. Die vragen gaan we waarschijnlijk nooit beantwoorden.

Illustratie: David Rosel (voor De Correspondent)

En dat is maar goed ook. Sommige eeuwige discussies moet je niet verpesten met een eenduidig antwoord.

Maar we kunnen er wel over nadenken, erover schrijven en spreken - en bij sommige boeken ontkom je daar simpelweg niet aan. Boeken die je even makkelijk tot literatuur kunt verheffen als tot pulp kunt denigreren; boeken die associaties oproepen met én die de beste eigenschappen van thrillers combineren met de beste eigenschappen van onversneden literaire zoektochten naar identiteit, waarheid en het geheugen.

Kwellende liefde is zo’n boek. Het begint met een dubieus sterfgeval en eindigt met een reeks dubieuze onthullingen. Daar tussenin sleept ons mee langs cliffhangers en achtervolgingen, seks, bloed en verkleedpartijen. En langs al even spannende bespiegelingen over de vorming van het individu, over de verwoestende drang om een ‘ik’ te worden en het krachtige verlangen om voor altijd een afhankelijk kind te blijven.

Het verhaal

Aan het woord is Delia, die vanuit de eerste persoon terugkijkt op haar turbulente jeugd. Dat vertelperspectief is niet alleen een vorm die Ferrante goed ligt en die ze bijvoorbeeld ook in haar vier Napolitaanse romans gebruikt. Het is in Kwellende liefde ook een vrij directe weergave van het thema, of beter gezegd, van Delia’s worsteling om een volwaardig, op zichzelf staand persoon te worden, om haar jeugd tegelijk van een afstand te bezien en zich er eindelijk volledig in te storten.

Ze is begin veertig, maakt stripverhalen, woont in Rome, is ongehuwd en kinderloos en ver weg van haar Napolitaanse familie. Haar moeder, Amalia, komt regelmatig langs in Rome - vermoeiende bezoekjes die bij Delia tot diepe irritaties leiden - en tot wanhopige bezorgdheid wanneer er iets tussenkomt.

De kwellende liefde uit de titel blijkt niet alleen te slaan op het gewelddadige huwelijk tussen haar ouders, maar ook op de band tussen Delia en Amalia

De roman begint met Amalia’s overlijden: ze wordt in zee gevonden, alleen nog gekleed in een onkarakteristiek dure, verleidelijke beha. Nog mysterieuzer dan die verdrinking, zijn de verwarde telefoontjes waarmee ze Delia de dagen voor haar overlijden bestookte: vrolijk en wanhopig, vol obscene uitdrukkingen in dialect.

Delia gaat terug naar Napels voor de begrafenis en zoekt de dagen daarop naar antwoorden. In eerste instantie wil ze vooral weten wat er precies met haar moeder is gebeurd, maar het oppervlakkige onderzoek naar haar moeders laatste dagen gaat al snel over in een confronterend onderzoek naar haar eigen eerste levensjaren. Naar de Amalia in haar kern.

De kwellende liefde uit de titel blijkt niet alleen te slaan op het gewelddadige huwelijk tussen haar ouders, of op de al dan niet ingebeelde affaires van haar moeder, maar ook op de band tussen Delia en Amalia. Een afschuwelijk complexe liefde. Jarenlang heeft Delia alle sporen van Amalia in zichzelf uitgewist en afgeleerd, een eeuwig afzetten tegen haar achtergrond, als een levenslange puberteit. Het Napolitaanse dialect moest eruit, de lange zwarte haren eraf, de van Amalia geleerde of geërfde manier van ademhalen: weg.

Nu, na haar overlijden, merkt Delia dat ze niets liever wil – en niets meer vreest – dan zo dicht mogelijk bij haar moeder komen. Dankzij haar moeders dood, de definitiefste scheiding, herbeleeft ze de eerste, hartverscheurende scheiding: de momenten dat ze als klein meisje met een schok ontdekte dat ze niet haar moeder was. Dat ze twee verschillende personen waren, en dat Amalia’s misschien wel heftigste verlangens (haar lust), tegelijk zo ongeveer de enige verlangens waren die Delia nooit kon vervullen.

Het verhaal achter het verhaal

De eerste keer in de roman dat we Delia’s naam lezen, is als haar moeder haar aanspreekt. Dat zal niet geheel toevallig zijn, en anders past het perfect bij het verhaal: de dochter die in meerdere opzichten door haar moeder wordt geschapen – eerst als volstrekt afhankelijk levend wezen, dan als onafhankelijk persoon.

Illustratie: David Rosel (voor De Correspondent)

Goed, dat klinkt allemaal nogal cerebraal en misschien ook wat vergezocht. Maar bij Ferrante hoef je niet ver te zoeken naar de thema’s, de symboliek, het verhaal achter het verhaal. De zoektocht naar de duisterste kelders van Delia’s ziel leidt haar letterlijk langs duistere kelders; ze herbeleeft de geheimste momenten van haar jeugd niet alleen in haar hoofd, maar ook in werkelijkheid; ze lijkt niet alleen op haar moeder, ze wordt in een paar dagen ook zo ongeveer haar moeders dubbelganger, en hun identiteiten lopen vrij letterlijk in elkaar over.

Met het risico als een hardnekkige structuralist te klinken: er zit niet zozeer een thematische lading áchter het verhaal, de thematische lading ís het verhaal. Ferrante gebruikt geen vergezochte symbolen om haar spannende vertelling een literair tintje te geven, er hoeft niet gespeurd te worden naar de diepere betekenis en we hoeven geen verwijzingen na te pluizen.

Net als Delia denken we na over de betekenis van haar alledaagse leven en de wereld van betekenis daarachter – maar Ferrante laat ons die betekenis ook direct voelen. Delia mag dan een overactief, koortsachtig interpreterend hoofd hebben, ze heeft – of ís – ook een haperend, wanhopig of juist overactief functionerend lichaam. Als haar moeder begraven wordt, kan Delia niet huilen, ze is niet verdrietig, maar zij en wij voelen de impact: ‘Tijdens de begrafenis betrapte ik mezelf op de gedachte dat ik eindelijk van de verplichting af was om me zorgen over haar te maken. Meteen daarna bemerkte ik een lauwwarme vloeiing en voelde ik dat ik nat was tussen mijn benen.’

Hoe Ferrante het opschrijft

Ferrante heeft evenveel aandacht voor de omgeving van haar hoofdpersonen als voor hun binnenwereld, evenveel aandacht voor hun gedachten als voor hun zintuiglijke ervaringen – of eigenlijk loopt het allemaal steeds in elkaar over.

Dat kan soms wat verwarrend zijn. Zo spannend en meeslepend als het verhaal is, zo raadselachtig en omslachtig kunnen haar zinnen zijn – misschien wel juist doordat ze zo volgepropt zitten met betekenis.

Hier bijvoorbeeld, als Delia op haar moeders begrafenis een glimp opvangt van een door haar vader gemaakt schilderij: ‘De ironie van de lijnen die tijdstippen verbinden met ontmoetingen, met scheidingen, met oude rancunes, had niet hem naar de begrafenis van mijn moeder gestuurd, maar dat primitieve schilderij van hem, dat door ons dochters nog meer werd verafschuwd dan de maker ervan.’

Net als in dat latere werk, winnen de rake alinea’s het in Kwellende liefde ruimschoots van de minder sterke

Ferrante beschrijft hier niet alleen die plotselinge, onverwachte glimp van het schilderij zelf, maar ook de ironie van het lot – op een tamelijk verwarrende manier. Je moet de zin een paar keer lezen om te ontdekken wat hier staat. Je krijgt het idee dat dit strakker en eleganter had gekund. Temeer omdat Ferrante absoluut in staat is om in één simpel beeld, één rake observatie, een hele wereld neer te zetten.

Bijvoorbeeld als Delia beschrijft hoe ze als kind in diepe wanhoop op haar moeder wachtte en naar haar uitkeek: ‘Ik ademde op de ruit tot die besloeg, zodat ik de straat zonder haar niet hoefde te zien.’

Het mysterie in en achter het boek

De soms prachtige, soms weerbarstige zinnen zijn niet helemaal toe te schrijven aan onervarenheid. Kwellende liefde is dan wel Ferrantes debuut – het is allesbehalve een onhandige beginnersroman, en ook in haar latere werk worden geweldige, verbluffend rake alinea’s hier en daar afgewisseld met onduidelijke beelden of omslachtige beschrijvingen. Maar net als in dat latere werk, winnen de rake alinea’s het in Kwellende liefde ruimschoots van de minder sterke.

Maar laten we ons nou eens verplaatsen naar het Italië van 1991. Er is net een roman verschenen van een onbekende schrijfster. Je slaat het boek met de intrigerende titel nietsvermoedend open en je leest het zonder enige achtergrondkennis. Stel je dan eens voor dat je na de lezing zou ontdekken dat dit een debuut is. Je mond zou ervan openvallen.

Goed, Elena Ferrante laat je af en toe struikelen over een zin, maar ze pakt je meteen weer op met haar verhaal. De perfect getimede plotwendingen, de cliffhangers, de inzet die soepel, bijna ongemerkt, wordt verhoogd – alleen al de timing en de opbouw wekken de indruk dat dit geschreven moet zijn door een ervaren auteur, die precies weet hoe ze spanning moet oproepen en verhogen. Een schrijfster die zichzelf steeds overtreft, zonder kunstmatig te worden of haar geloofwaardigheid te verliezen.

Illustratie: David Rosel (voor De Correspondent)

Dat zien we ook terug in de onthullingen in de laatste hoofdstukken. In veel thrillers, of andere verhalen die om een mysterie draaien, hebben de onthullingen iets gekunstelds. De toedracht van het mysterie wordt door het ene personage aan het andere verteld, in een lang en statisch exposé, af en toe onderbroken door een slimme vraag, die ogenblikkelijk beantwoord wordt. Of de hoofdpersoon heeft een eurekamoment, waarin opeens alles helder wordt – nog zo’n anticlimax.

Bij Ferrante is er geen eenduidig antwoord, geen eurekamoment, geen lang en statisch exposé – de lezer en Delia ontdekken samen in een verrassende, aangrijpende scène wat er is gebeurd met haar moeder en in haar eigen jeugd. Simpel en eenduidig is dat niet, het mysterie is tegelijkertijd ontrafeld en vergroot, en toch voel je je geen moment bekocht.

Geen wonder dat er, tijdens de vele literaire speurtochten naar het mysterie Elena Ferrante, regelmatig een naam opdook van een ervaren auteur die achter dit pseudoniem moest zitten.

Maar er is een tweede optie, die tegelijk mooier, waarschijnlijker en moeilijker te geloven is: Kwellende liefde was inderdaad een debuut. Elena Ferrante is een natuurtalent. Een schrijfster die, misschien wel na jaren vol frustrerende oefening en mislukte pogingen, met haar eerste roman een zeldzaam krachtige, aangrijpende stem heeft gevonden. En die alle ruimte verdient om haar stem zonder enige ruis op papier te zetten.

Dit is de boekenclub van De Correspondent in dertien veelgestelde vragen De veellezer klaagt dat hij hoogstens één roman per week leest. De weiniglezer klaagt dat hij alleen nog maar op vakantie leest. Voor beide groepen ben ik de leesclub van De Correspondent begonnen. Ruim 2.700 lezers werden al lid. Lees je mee? Lees hier hoe de boekenclub werkt Schrijf je in voor de boekenclub Wil je meelezen? Meediscussiëren? En als eerste horen welk boek we komende maand gaan lezen? Schrijf je deze week in voor de boekenclub, en ontvang het nieuws en de updates in je mailbox.
Naar het aanmeldformulier

Eerder in deze Boekenclub:

Waarom pseudoniemen bij de ene schrijver wel werken en bij de andere niet In de Boekenclub van De Correspondent lezen we deze maand Kwellende liefde van Elena Ferrante. Dé vraag: heeft die roman zijn succes te danken aan het volledig ontbreken van enige biografische informatie over de auteur? Lees het stuk hier terug Is Elena Ferrante een feministe? En nog 9 vragen over ons boek van de maand Het is een van de meest besproken romans van het jaar: Kwellende liefde van Elena Ferrante. Hij staat ook in de Boekenclub van De Correspondent centraal. Daarom: tien vragen die je helpen bij het lezen. Lees het stuk hier terug Deze maand in de boekenclub: het debuut van de meest mysterieuze schrijfster van deze tijd Het is een populair spelletje onder lezers en literatuurcritici: wie is Elena Ferrante? De auteur heeft zich nog nooit in het openbaar laten zien. Zelfs haar echte naam weet niemand zeker, hoewel de ‘onthulling’ daarvan onlangs triomfantelijk werd gebracht. Lezen jullie haar debuut Kwellende liefde mee? Lees het stuk hier terug