De scholen zijn weer begonnen. Voor het eerst sinds 2012 zal ik niet mijn vmbo-school in Amsterdam-Noord binnenlopen waar ik Nederlands en Maatschappijleer gaf. Mijn leerlingen krijgen een nieuwe docent met wie ze een nieuwe band zullen opbouwen en ik zal vergeten worden.

Nee, natuurlijk vergeet niemand meneer Hutak en dat is ze geraden ook. Zij vergeten mij niet en ik vergeet hun briljante vragen niet:

  • ‘Meester, waarom mag Wilders zeggen: minder Marokkanen maar wij niet minder huiswerk?’
  • ‘Meester, waarom zijn drugs legaal en mensen illegaal?’
  • ‘Meester, u spreekt echt goed Nederlands. Bent u gay?’

De belangrijkste les die ik mijn leerlingen wilde meegeven, was niet hoe je het meewerkend voorwerp vindt in een zin of wanneer en waarom de eerste gastarbeiders (hun grootouders) naar Nederland kwamen, maar dat je elke dag moet doen wat je leuk vindt en dat je daar de beste in moet proberen te worden.

Ik ging muziek maken...

Zelf deed ik dat niet. Ik schrijf al sinds mijn elfde liedjes en verhalen, maar heb de afgelopen vier jaar volledig aan het onderwijs gegeven. En juist door mijn leerlingen en onze gezamenlijke liefde voor hiphop vond ik door de jaren het plezier terug in het maken van nieuwe muziek.

Dit klinkt leuk, maar in de praktijk leidde het ertoe dat ik ’s ochtends om zes uur vanaf de studio naar school ging om acht lesuren te doceren, terwijl ik alleen maar kon denken aan het nummer dat ik de nacht ervoor had gemaakt.

Ik trok snel de conclusie dat mijn leerlingen beter verdienen dan een docent die maar half bij de les is. En dat ikzelf beter verdien dan een baan waar ik met lood in mijn schoenen naartoe ga. Ik nam ontslag en heb me volledig gestort op het maken van mijn nieuwe plaat en het schrijven van columns.

...maar hoe moet het verder met mijn leerlingen?

Nu ga ik mezelf rechtsom of linksom wel redden, maar over mijn leerlingen blijf ik bezorgd. Die zorg heb ik te danken aan de staatssecretaris van onderwijs Sander Dekker en de VO-raad-voorzitter Paul Rosenmöller. Deze heren lijken op een kruistocht om het onderwijs in Nederland kapot te maken. En het vmbo specifiek.

Daar waar er eerst speciaal onderwijs was voor kinderen met achterstanden en leerwegondersteuningen, is nu alles wegbezuinigd tot een hoopje vmbo-basis en vmbo-kader. Daarboven komen nog de medische dossiers, die in mijn geval bijna de helft van alle leerlingen had. Dit hield onder andere in dat ze dagelijks op school medicatie kregen voor bijvoorbeeld adhd of hun andere zogenaamde concentratieproblemen. Ik ben nooit een voorstander geweest van het volstoppen van kinderen met pillen, dus ging ik in pauzes met ze voetballen of tafeltennissen.

Sander Dekker en Paul Rosenmöller lijken op een kruistocht om het onderwijs in Nederland kapot te maken

Het aantal uren gym dat een klas per week krijgt, wordt ook steeds minder en als dat zo doorgaat, is het slechts een kwestie van tijd tot het vak Lichamelijke Opvoeding wordt afgeschaft. Net als zwemles op de basisscholen.

Ondertussen pleit Paul Rosenmöller voor minder lesuren in een lokaal en meer uren zelfstandig werken, juist op het vmbo. Terwijl juist op het vmbo kinderen meer persoonlijke aandacht en coaching nodig hebben dan elders, iets wat inmiddels voor de overbelaste en onderbetaalde vmbo-leraar de normaalste zaak geworden is om aan te bieden.

Dit contact tussen leraar en leerling is goed en nodig. Soms wenste ik dat ik dat ook had gehad toen ik op het vwo zat, waar mijn mentor na jaren mijn achternaam nog niet wist. Deze behoefte zorgt er wel voor dat een klein deel van de lessen echt vakinhoudelijk is. En uiteindelijk worden leerlingen tijdens vergaderingen en examens keihard afgerekend op hun resultaten en niet op het aantal keer dat zij dat schooljaar wel of niet hun medicatie innamen, alle thuisproblemen daargelaten.

Kom eens langs in Amsterdam-Noord

Op maandag 22 augustus was Sander Dekker uitgenodigd door het programma De Nieuws BV van Radio1 om het nieuwe schooljaar af te trappen. De uitzending zou live uitgezonden worden vanuit een vmbo-school. Het werd het witte en luxe Cals College in IJsselstein.

Nu heb ik daar zelf een tijdje lesgegeven en vond ik de school op z’n zachtst gezegd indrukwekkend. Een mooi, groot schoolgebouw met een groot privéparkeerterrein (waar elke dag een Porsche Cayenne stond, niemand weet van wie), middenin een rustige woonwijk waar leerlingen ’s ochtends met een brede grijns op het gezicht naar school fietsten. Vakdocenten en mentoren zaten regelmatig bij elkaar voor vergaderingen over hoe zij hun lessen konden verbeteren en er was een onderzoekscommissie ingesteld om de kwaliteit van de school en de lessen te onderzoeken. Tot slot was er elke vrijdagmiddag een royale borrel voor de leraren waar de kratten bier niet aan te slepen waren.

Als alle vmbo-scholen in Nederland waren zoals het Cals College in IJsselstein, dan zat ik nu dit stuk niet te typen. Dat wist Sander Dekker maar al te goed. Dus schoof hij tevreden aan in de twee uur durende uitzending om nog geen vijf minuten later met droge ogen te zeggen dat iedereen om zich heen moest kijken om te zien hoe goed het wel niet ging met het vmbo en dat er, nogmaals, geen extra geld naartoe hoeft. En hij was weer weg.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben nog steeds trots dat ik op een school als het Cals College in IJsselstein heb gewerkt en die school is hét voorbeeld wat mij betreft van hoe het zou moeten zijn op vmbo-scholen in Nederland.

Maar die school is allesbehalve representatief voor vmbo-scholen in Nederland. Als ik Sander Dekker mocht uitnodigen, zou ik hem vragen langs te komen op de IJdoorn in Amsterdam-Noord. Ondanks dat hij meermaals publiekelijk heeft laten weten dat zijn hoogste doel is om zo veel mogelijk gymnasia in Nederland excellent te krijgen zodat hij ook een keer stoer kan doen binnen de EU en ondanks dat ik me steeds vaker afvraag of mijn Khadija en Furkan de staatssecretaris net zoveel boeien als Wessel en Liselotte.

Het aanbod staat bij dezen.

Dit is een bewerkte versie van de column die ik eerder in het Radio 1-programma De Nieuws BV.

Lees ook:

Nederland bezuinigt zijn achterstandsleerlingen weg Door een jarenlange sluipende bezuiniging op achterstandsgelden in het basisonderwijs definieert Nederland de achterstandsleerling weg. ‘Het is hoog tijd dat we nieuw onderwijsachterstandenbeleid maken voordat het definitief is verdwenen.’ Lees het verhaal van Anja Vink hier terug Van brugpiepers tot jongvolwassenen: het verhaal van het vmbo van Delfshaven Vier jaar geleden zat ik een schooljaar lang achter in klas 1D van een Rotterdamse vmbo-school. Nu diezelfde leerlingen vmbo-examen doen, zocht ik ze weer op. Hun school werd destijds door de Inspectie als ‘zeer zwak’ bestempeld, tegenwoordig weer als ‘goed.’ Hoe kijken ze zelf tegen hun school aan? Lees het verhaal van Anja Vink hier terug