Het was een Wilderspresentatie in stijl. Een onnauwkeurig, geen uitgewerkt eigen plan. Alleen de headline: vier keer per jaar naar de stembus om regering en parlement te zeggen wat we vinden. Zo.

Veel veronderstellingen, weinig argumenten. Des te meer suggestie: ‘Echte democratie.’ Ik wel, jullie niet.

Niemand weet met zekerheid waar de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 over zullen gaan. Waarschijnlijk niet over de dreigende korting van de ambtenarenpensioenen. En ook niet over de noodzaak de economie duurzamer te maken.

Voor de rusteloze kiezer

Wat de rusteloze kiezer wel prikkelt? Eerder gevoelens van onveiligheid, de angst gepasseerd te worden door wereldwijde bedrijven, door de geld- en kenniselite, maar ook door het biddende buitenland dat hier wil wonen.

Is het angst voor het wegvallen van vertrouwde kaders als dorp, stad, werk, vaderland en ‘we kunnen ook al niet meer voetballen’?

Uit kiezersonderzoek blijkt keer op keer dat Nederlandse burgers best respect hebben voor het parlement en de regering, maar dat ze meer gehoord willen worden en meer zeggenschap willen hebben over grote beslissingen. En wat grote onderwerpen zijn, dat bepalen we zelf wel, zoals het uitkomt. Wat dat betreft valt ieder referendumvoorstel in goede aarde.

Op 1 juni 2005 wees twee derde van de referendumstemmers het grondwettelijk EU-verdrag af. Het was nog geen jaar na de moord op Theo van Gogh – niemand weet met zekerheid hoe het stemsentiment zich dat jaar ontwikkelde. Dit voorjaar was het veel minder belangrijke associatieverdrag met Oekraïne aan de beurt voor een afranseling.

Is het humeurigheid, is het een cry for attention, is het angst voor het wegvallen van vertrouwde kaders die zich nog het makkelijkst laten omschrijven als dorp, stad, werk, vaderland en ‘we kunnen ook al niet meer voetballen’?

De zwakte van de voorstem

Wat bij beide referenda opviel, was niet zozeer de kracht van de tegenargumenten, maar vooral de zwakte van het voorkamp. De pro-Europacampagne was in 2005 plichtmatig, ongeïnspireerd en dit voorjaar lieten alle partijen (met uitzondering van D66) het gewoon afweten. Het kabinet-Rutte had een A4’tje met argumenten beschikbaar, maar klom op geen enkele zeepkist.

De voltallige weldenkende politiek liet het afweten. Net als in het Verenigd Koninkrijk bij het Brexitreferendum. Allemaal Camerons: jaren Europa beschuldigd van opdringerigheid, terwijl zij er in Brussel op de eerste rij bij zitten. En dan verbaasd zijn dat een meerderheid van de stemmers de ontwikkeling van Europa niet heeft gevolgd of er actief tegen is.

In het Verenigd Koninkrijk hebben voor- en tegenstanders de benen genomen. In Nederland zit de elite op de blaren. Europa functioneert slecht, omdat de lidstaten steeds tegenstribbelen en dan zeggen: minder Europa graag, en meer ruimte voor de lidstaten. Referenda gaan voor de elite niet mis omdat de tegenstanders zo fel en bekwaam zijn, of geniaal inspelen op humeurigheid, maar vooral omdat het politieke centrum onvoldoende ertegenin gaat en argumenten levert.

Referenda over ‘wat niet’

Referenda blijken vaak te gaan over ‘wat niet,’ en niet over ‘wat wel.’ Politiek die alleen tegen is, verwaarloost haar taak. Partijen die scoren met ‘minder overheid’ zouden eens hardop moeten praten over welke overheid zij wel willen. Decentraliseren gebeurt vooral om van het probleem af te zijn. Het is negatief ingrijpen en werkt dan ook niet zoals beloofd.

Politiek die alleen tegen is, verwaarloost haar taak

De 2.509.395 kiezers die tegen het associatieverdrag hebben gestemd, hadden waarschijnlijk niet zulke diepgaande bezwaren tegen samenwerking van de EU met Oekraïne. Maar zij waren wel gemotiveerd genoeg om het kabinet en de EU een probleem te bezorgen hoewel zij wisten dat de rest van de EU al voorbij het groene licht was.

Het aantrekkelijke van Wilders’ voorstel, nou ja suggestie, is dat de kiezer veel vaker zijn humeur kan uploaden in de stembus dan nu mogelijk is – vaker en emotioneel directer dan bij de waterschapsverkiezingen, die van het Europees Parlement, de gemeente, de provincie en de Tweede Kamer. Bovendien komt zo’n echt referendum harder aan dan een antwoord in een telefonische of online opiniepeiling.

Het lucht immens op, er wordt al jaren om gevraagd, het volk ís toch de baas, dus waarom wordt er nu niet eens doorgepakt?

Komt er toch nooit?

Heel wat politici en journalisten hebben deze week niet of luchtig gereageerd: Wilders moet de grondwet wijzigen, en daar is twee keer twee derde van de stemmen in de Tweede en de Eerste Kamer voor nodig. Dus de kans dat het ervan komt is klein. Volgende proefballon.

Dat kan zo zijn. Maar het kan ook anders lopen. Als voorjaar 2017 de kiezers en vooral de media zijn uitgekeken op de gewone verkiezingsonderwerpen, dan zou het referendum wel eens hét onderwerp kunnen worden. Over het Nationaal Zorgfonds kan je moeilijk hete televisie maken. En de dienstplicht wordt toch niet meer ingevoerd – alle militaria zijn zo geautomatiseerd, daar kan je geen stagiairs bij gebruiken.

Als de straatschoffies met hun vlogmoed gaan vervelen en we moeten nog twee maanden voor het eindelijk 15 maart is, dan zou Nexit weleens een geinig onderwerpje kunnen worden. En hoe krijg je dat op de agenda? Door zo’n leuk, ‘echt democratisch’ initiërend én bindend referendum als een Zwitsers zakmes op tafel te werpen. Degelijk democratisch, door saaie horlogemakers beproefd.

Wie durft er tegen te zijn?

Wie gaat daar van harte tegen zijn? Wie gaat zijn laatste zetels op het spel zetten door tegen Wilders en zijn kiezersvolk op te staan en te zeggen: geinig plan, maar levensgevaarlijk.

Want dat is het. Een nachtmerrie voor wie wil dat democratie meer is dan het recht om nee te zeggen, het recht van de laatste passant met de grootste mond. Zo kwiek en eigentijds als het klinkt, Wilders’ bindende kwartaalreferendum wordt een drama voor wie de democratie ziet als de kostbare bewaker van het evenwicht tussen meerderheid en minderheid, op allerlei onderwerpen. Wie vandaag meerderheid is, kan morgen behoren tot een kleine minderheid.

Parlementariërs zijn geen doorgeefluik van de laatste tweet of Facebookpetitie van de humeurige kiezer

Onze parlementaire democratie functioneert niet beter dan het verzamelde talent van de deelnemers, maar dat wil nog niet zeggen dat het stelsel onzinnig is. Of ondemocratisch.

Wij hebben vraagstukken van algemeen belang toevertrouwd aan mensen die we kiezen op grond van hun ideeën, die namens ons hun tijd besteden aan het doorgronden van ingewikkelde problemen, van wie wij vragen dat zij naar eer en geweten appels en peren vergelijken.

Parlementariërs zijn geen doorgeefluik van de laatste tweet of Facebookpetitie van de humeurige kiezer. Zij houden namens ons de grote lijn in de gaten en controleren het bestuur.

Een bom op het Binnenhof

Daarom is een initiërend, bindend referendum een bom op het Binnenhof.

Omdat het parlementair stelsel zoals we dat kennen er finaal mee wordt opgeblazen. Omdat niemand weet wat je daarna overhebt. Omdat je in een paar van zulke referenda de halve rechtsstaat kan wegvagen. Niet omdat het volk zo stom is, maar omdat niemand overzicht heeft van wat je aanricht en wat je overhoudt.

Wij hebben geen directe democratie en daar zijn goede redenen voor.

Alle commissies én de Nationale Conventie die zich hebben gebogen over vergroting van de kiezersinvloed in ons parlementaire stelsel kwamen eropuit dat alleen een correctief wetgevingsreferendum, dus nadat regering en parlement hebben gesproken, een goede extra noodremprocedure zou kunnen bieden. Die past binnen het parlementaire stelsel en holt het niet uit. Zoals het bindend referendum wel doet.

We hebben op dit moment alleen een raadgevend referendum, dat adviseert over wetten die al zijn aangenomen. Voor een bindend referendum moet de Grondwet worden veranderd.

Verantwoordelijkheid ontlopen

Maar door zowel in 2005 als dit voorjaar aan de vooravond van een raadgevend referendum te zeggen: we zullen uw advies als bindend opvatten, heeft een groot deel van de Tweede Kamer zijn eigen verantwoordelijkheid ontlopen, de functie waar voor verkozen niet vervuld. Het was gewoon werkweigering - kijk eens hoe democratisch we zijn! Maar intussen heeft men het stelsel ontwricht en er blijk van gegeven het eigen mandaat niet te begrijpen.

Een groot deel van de Tweede Kamer heeft zijn verantwoordelijkheid ontlopen door referenda aan de vooravond ‘bindend’ te verklaren

Bovendien hebben al deze Kamerleden en bewindslieden de grondwet met voeten getreden.

De Kamer moet haar eigen oordeel vellen, dat staat in de grondwet en daar moeten parlementariërs trouw aan zijn. Kamerleden maken afwegingen, vergelijken voortdurend ongelijksoortige zaken en leggen over hun keuze verantwoording af. Dat is de kern van de politieke functie.

Referendumstemmers mogen, nee moeten zelfs one issue-kiezers zijn. Zij kunnen geen afweging tussen thuiszorg en defensie maken. Referenda zijn vrolijk maar zij kunnen de democratie bedreigen.

Het kan ook nog erger

Het kan ook nog erger. Door zowel na het EU-referendum van 2005 als nu na het Oekraïne-referendum te treuzelen en te dreutelen, trok en trekt het kabinet een extra lange neus naar de kiezer.

Eerst zeggen de fracties dat zij het volksoordeel heel serieus zullen nemen, vervolgens zegt het kabinet, met steun van diezelfde fracties: ja, eigenlijk heeft u verkeerd gestemd en het referendum was maar raadgevend, en we rommelen nog even verder in samenspraak met onze 27 partners.

De EU-grondwet is er wel gekomen, maar niet onder die naam. En waar Rutte het Oekraïne-referendum parkeert, weet alleen hij zelf. Dáár lijdt de democratie verlies, dat is vrij zeker. Wind in de rug voor Jan Roos als levende getuige van het kiezersbedrog. Straks is hij de democratische lichtmatroos van Geert Wilders. Dan zou de campagne zomaar kunnen belanden in een achtbaan richting ‘initiërend, bindend referendum.’

Zo’n democratische sprong in ondiep water kan alleen worden voorkomen als alle partijen die verder willen met dit onvolmaakte maar niet helemaal uit de lucht gevallen systeem zich de komende maanden schrapzetten.

Democratie versterken, niet uithollen

Werkt onze parlementaire democratie niet goed genoeg? Dan moeten we die versterken, niet opblazen. Als partijen echt geven om onze parlementaire democratie en die willen versterken, laten zij dan campagne voeren voor een correctief wetgevingsreferendum. Als stok achter de deur.

Zo geven we politici geen alibi om te roepen: het volk heeft gesproken! Zo verzoeken we de gekozen politici serieus hun mooie maar soms lastige werk te doen. In vol vertrouwen. Met een stok achter de deur voor als de uitkomst een groot aantal burgers echt in het verkeerde keelgat is geschoten. Echte democratie, maar ieder z’n rol.

In mijn Politiek Dagboek probeer ik achtergrond te geven bij het nieuws over politiek en democratie. Het zijn persoonlijke notities bij de actuele gang van zaken. Volgende week kan de invalshoek weer anders zijn.

Meer lezen?

Geef je op voor mijn Politieke Weekbrief! Onlangs ben ik begonnen een Politieke Weekbrief te schrijven. Daarin wil ik in het seizoen een paar punten van de politieke week trachten te duiden. Soms zal het puur binnenlands zijn, andere weken zijn Europa en het verdere buitenland niet tegen te houden. Geef je hier op De referendumuitslag roept op eindelijk te gaan vechten voor een Europa van waarden In dit Politiek Dagboek probeer ik te zoeken naar de beste weg voorwaarts voor premier Mark Rutte en de Nederlandse politiek. Ik zie maar één echte oplossing: eindelijk aan de orde stellen welk Europa wij willen, niet hoeveel of hoe weinig. Lees het Politiek Dagboek hier terug Beste PVV-stemmer, dit is ervoor nodig om uw partijprogramma te realiseren Het verkiezingsprogramma van de PVV is makkelijk belachelijk te maken. ‘Eén A4’tje, dat had bondiger gekund.’ Maar wat als we de voorstellen eens volledig serieus nemen? Wat is ervoor nodig om de plannen van Geert Wilders waar te maken? Lees het verhaal van Rob hier terug