Arme Jip en Janneke. Er kan geen discussie in de kunstwereld gevoerd worden zonder dat zij erbij betrokken worden. Wat de voor internetdiscussies is, zo heeft de kunstwereld de Jip en Janneke.

Op een column die ik schreef over de die je vaak in de cultuursector ziet, kreeg ik vooral reacties uit de kunsthoek. Misschien omdat ik mijn beklag deed over de museumteksten zoals je die bij de zag (volstrekt onbegrijpelijk voor de leek). Mijn pleidooi voor het bieden van een referentiekader aan een niet-geoefend publiek werd vooral opgevat als een roep om versimpeling.

Zo de hoofdredacteur van Metropolis M - een tijdschrift dat iedereen in de kunstwereld leest - niet alleen een ‘Jip en Janneke’, hij schaarde mijn pleidooi ook onder populisme, dat je ‘te vuur en te zwaard dient te bestrijden’.

Populisme, daar houd ik ook niet zo van.

Een groter publiek dan je eigen wereldje een referentiekader voor kunst bieden, ze op weg helpen, hun interesse te prikkelen en ze inspireren hun eigen interpretatie te vormen lijkt me een uitstekende methode om populisme te bestrijden. Wie zelf een mening vormt over een kunstwerk, is subversiever dan iemand die zich er meteen van afwendt door de gecreëerde ontoegankelijkheid.

Daarom zijn explicateurs, experts die een nieuw publiek voor cultuur weten te interesseren, zo belangrijk.

Maar hoe werkt dat uitleggen dan, vroeg iemand op Facebook. Nou, zo: neem even de tijd voor onderstaand

Tala Madani - Feather Flight (2010), olieverf op doek Foto: Gert Jan van Rooij.

Wat ziet u erin? Hoe interpreteert u het? Welke mededeling schuilt er achter de dikke man en zijn rode ondergoed? 

Dan is het nu tijd voor de duiding van een kenner die functioneel door de knieeën gaat en een referentiekader voor de kijker buiten de kunstwereld biedt. 

‘Op het eerste gezicht denk je: wat een mannenhaatster. Haar figuren laten zich qua fysieke kenmerken ook makkelijk plaatsen in het Midden-Oosten. Maar wanneer je langer kijkt zie je: het is veel algemener dan dat. [De schilder Tala] Madani refereert in stijl wel naar cartoontradities uit het Midden-Oosten, maar haar schilderijen gaan meer algemeen over het ménselijke onvermogen, over kuddegedrag en klungeligheid. Die combinatie zorgt ervoor dat je je makkelijk met het werk kunt identificeren. Dit gaat ook over mij.’

Geen versimpeling, maar interessante duiding. Stukken sterker dan een moeizaam geformuleerde museumtekst. Een interessant spoor om op verder te gaan. Of resoluut te verwerpen. Maar je bent in ieder geval geprikkeld, in plaats van afgestompt (zoals je na zo’n abstracte museumtekst bent).

Wat mij betreft een voorbeeld van een uitstekende explicateur en ik vermoed dat de hoofdredacteur van Metropolis M dit niet Jip en Janneke of populistisch vindt, aangezien hij bovenstaande begin 2012 zelf in de Volkskrant gaf.

Wat ik maar wil zeggen: de tegenstelling tussen versimpeling aan de ene kant en het bieden van een referentiekader voor nieuwelingen aan de andere kant, bestaat niet. Niemand is voor versimpeling of voor het dommer maken van ware schoonheid. 

Bovendien valt kunst niet te versimpelen. Zelfs als je een uitleg op z’n ‘Jip en Jannekes’ biedt, is elke interpretatie die daarop volgt nóg persoonlijk en complex. Wie met een heldere uitleg een kunstwerk weet te laten leven voor de onervaren toeschouwer, boort juist een beleving aan van een diepte die diegene misschien nog nooit ervaren had.

En daarom moeten we zo snel mogelijk van die angst voor het toegankelijker maken van ware schoonheid af.