‘Wat ik nu toch heb ontdekt!’, roept mijn docent Duits enthousiast uit. Hij ontvangt al enige jaren zijn AOW-uitkering, had al gepensioneerd kunnen zijn en is sinds kort de trotse bezitter van een laptop. De schoolleiding heeft hem gevraagd deze zo af en toe eens in te zetten tijdens de lessen. ‘Het is echt tovenarij. Ik klap dus mijn laptop open en ga dan naar een site, daar heb je er heel veel van, en daar zie ik dan allemaal filmpjes! Ook Duitse!’

De rest van de les gaat op aan de tientallen verontschuldigingen van mijn docent, die geen idee heeft wat hem is overkomen

Dertig leerlingen staren hem schaapachtig aan. Het is vroeg. ‘Het heet joetoeb en ik...’ Verder komt hij niet, want opeens is iedereen wakker geschud en lachen we allemaal om zijn aandoenlijke opmerking. ‘Zeg ik iets geks?’ De onzekerheid slaat toe. Wat volgt is een wanhopige poging om ons naar Neunundneunzig Luftballons te laten kijken. Het filmpje zelf krijgen we nooit te zien, wel een reclame van een deodorantmerk waarin halfnaakte vrouwen de hoofdrol spelen. De rest van de les gaat op aan de tientallen verontschuldigingen van mijn docent, die geen idee heeft wat hem is overkomen.

Mijn docent Duits is zeker niet de enige die dagelijks meer moeilijk- dan mogelijkheden ondervindt door de digitalisering van het onderwijs. Ook als veel van zijn collega’s gebruik maken van hun laptops levert dat over het algemeen veel onrust op. Dat begint bij Magister, een programma dat door zowel leerlingen als leraren kan worden gebruikt. Docenten kunnen op dit programma mensen als absent opgeven, cijfers invoeren, het huiswerk voor de komende lessen opgeven en doorgeven wie zijn huiswerk niet heeft gemaakt.

Leerlingen gebruiken het programma vooral als een agenda, wat automatisch betekent dat er minstens tien leerlingen verontwaardigd beginnen te schreeuwen dat het huiswerk niet op Magister stond als de docent komt controleren of iedereen het wel gemaakt heeft. Vervolgens ontstaat er een langdurige discussie over de noodzaak van het hebben van een agenda, met als resultaat dat de docent zich toch verplicht voelt om op Magister in te voeren dat het huiswerk niet is gemaakt. En dan moet de docent nog uitvinden hoe je dat ook alweer doet.

Uiteindelijk komt het er altijd op neer dat in de tijd die de docent nodig heeft om daarachter te komen, de juiste namen aan te vinken en Magister weer af te sluiten, wij ons huiswerk makkelijk hadden kunnen maken.

Veel erger voor de docenten is het als de beamer aan staat

Veel erger voor de docenten is het als de beamer aan staat. Dit betekent namelijk dat er dertig leerlingen, die vaak een stuk handiger met computers zijn dan zijzelf, op het bord precies kunnen volgen wat zij doen en daar maar al te graag commentaar op geven. De docent heeft dan als het ware dertig coaches die hem allemaal schreeuwend proberen duidelijk te maken dat hij het geluid rechtsonder in het beeldscherm harder kan zetten, dat hij simpelweg twee keer op de muisknop moet klikken om het beeld fullscreen te krijgen en dat hij nu toch echt de oplader van zijn laptop moet halen omdat zijn laptop anders binnen vijf minuten uitvalt. Vervolgens heeft de docent geen flauw benul wat hij moet doen. De onbeholpenheid is van zijn gezicht af te lezen. Het wachten is dan op iemand die zuchtend opstaat en naar voren loopt om de problemen op te lossen en de docent uit zijn lijden te verlossen. 

Volgend jaar gaat mijn docent Duits met pensioen en daarmee blijft hem ongetwijfeld een hoop ellende bespaard. Wat was er van hem geworden als straks zelfs alle boeken en schriften worden vervangen door tablets die nu hun intrede doen in het onderwijs? Hoe prettig het ook voor ons zal zijn als we straks in het begin van het schooljaar maar één iPad in plaats tien boeken hoeven op te halen, voor veel van mijn docenten zal dit zeker niet gelden.

Het lijkt mij een goed plan dat zij, voordat het zover is, cursussen aangeboden krijgen waarbij zij leren hoe zij op een zo efficiënt mogelijke manier gebruik kunnen maken van hun tablet en hoe zij kunnen voorkomen dat leerlingen de mogelijkheid krijgen om op Facebook te zetten hoe saai de les is en hoe erg zij zich vervelen. Tot die tijd zal ik dapper mijn lesboeken de trappen op blijven sjouwen. 

De column is geschreven door Tessa Sparreboom (17).