Een paar jaar geleden geloofden weinig mensen dat links in Portugal zou kunnen regeren. Sommigen waren er faliekant tegen, anderen zeiden dat zo’n oplossing een vroege dood zou sterven.

Maar na een jaar van regeren is de linkse gedoogcoalitie niet alleen springlevend, ze lijkt ook hard op weg om de volle vier jaar uit te zitten. De begroting voor 2017 is net goedgekeurd.

De hoofdrolspeler in dit verhaal: de

Hoe het mogelijk is dat een partij die de verkiezingen verliest vormt, daar komen we zo op. Eerst de voorlopige resultaten van dit ‘kaartenhuis,’ zoals de oppositie de regering noemt:

  • De afspraken met Brussel zijn nagekomen.
  • Portugal bevindt zich economisch in rustiger vaarwater.
  • Er liggen geen hysterie-aanvallen meer in het verschiet die de rente op staatsobligaties kunnen doen oplopen.

Is het paradijs nu aangebroken? Nee, maar er gloort hoop en er is weer aandacht voor de allerarmsten. En nee, we weten nog niet hoe het met deze nieuwe linkse koers in de Portugese politiek zal aflopen.

Maar we kunnen wel vertellen hoe het allemaal begon - en wat er zo leerzaam is aan het Portugese voorbeeld.

Een linkse regering is mogelijk (maar vergt veel onderhandelingskunst)

De huidige gedoogcoalitie vertegenwoordigt een meerderheid van de Portugezen. Eind vorig jaar wist toenmalig socialistisch leider António Costa de twee andere linkse partijen – Bloco de Esquerda (het linkse blok) en Partido Comunista Português (de communistische partij, waar ook de Groenen deel van uitmaken) – over te halen om een minderheidsregering van zijn partij

De regering, die op 26 november 2015 geïnstalleerd werd, heeft bewezen dat regeren geen privilege van rechts is, laat staan van populisten.

Dit alles vergde buitengewoon slim onderhandelen en een politieke manoeuvreerkunst die op geen Griekse polis zou misstaan

Dit vergde buitengewoon slim onderhandelen en een politieke manoeuvreerkunst die op geen Griekse polis zou misstaan, anders was zo’n regering er nooit gekomen. Dat is de eerste les, die het beste op waarde geschat kan worden door naar Spanje te kijken.

Daar gingen de kiezers tot twee keer toe naar de stembus, maar nog kon de winnende partij geen regering vormen. Spanje zat bijna een jaar zonder regering, tot de Spaanse politici zich ten einde raad uitspraken voor een ‘Portugese oplossing.’

Maar links wist geen akkoord te bereiken en uiteindelijk mocht de rechtse Partido Popular een regering vormen. Dit leidde tot het ontslag van de socialistische partijleider, die weigerde de Partido Popular gedoogsteun te geven.

Nog opmerkelijker is de Portugese politieke situatie als je die vergelijkt met de Griekse. De Griekse regering wordt als veel radicaler bestempeld, maar steunt op het onfrisse pact van Syriza met de rechtse Onafhankelijke Grieken.

Er is een eigenwijze leider nodig die partijen bij elkaar brengt

We schreven al eerder: de socialisten die nu de regering vormen, verlóren juist de verkiezingen. Die prestatie hebben ze, naast slim onderhandelwerk, aan hun leider te danken.

Op de verkiezingsdag van 4 oktober 2015 betoonde António Costa zich allesbehalve verslagen. Hij gaf zelfs de garantie dat ‘de wil van de Portugezen niet in onregeerbaarheid (zou) eindigen.’

De politicus, die zichzelf een ‘eigenwijze en vasthoudende’ man noemt die ‘niet snel opgeeft,’ hield woord. Costa onderhandelde met de andere linkse partijen, wist een parlementaire meerderheid achter zich te krijgen en kon 54 dagen later aantreden als premier.

Een jaar later kan de Portugese regering een begrotingstekort van 2,5 procent laten zien, zoals toegestaan door de Europese Commissie. Voor 2017 voorziet de Portugese regering zelfs een ongekend laag begrotingstekort van 1,7 procent.

De socialistische partij regeert, maar het linkse blok en de communistische partij hebben veel invloed op het beleid en de begroting. Zonder de steun van deze kleine linkse partijen zouden de voorstellen van de regering nooit door het parlement

Maar, en ook dat schreven we al eerder, daar was aardig wat politieke manoeuvreerkunst voor nodig. Zeker bij de communisten, die het overgrote deel van de vakbonden controleren. Costa, die eerder bij de Kamer van Koophandel met de communisten samenwerkte, koestert in tegenstelling tot veel partijgenoten geen wantrouwen tegen die partij.

En overwon zo de weerstand van de toenmalige president Aníbal Cavaco Silva, zette de tegenstanders van samenwerking binnen zijn partij buitenspel en stelde zijn Europese partners gerust dat een links pact bestaande afspraken zou nakomen - een belangrijke toezegging aangezien zowel het linkse blok als de communistische partij tegen de euro en de NAVO zijn.

Toen de linkse parlementariërs aan hun samenwerking begonnen, namen zij meteen twee wetten aan over thema’s die de Portugese samenleving jarenlang gespleten hadden:

Ze maakten een einde aan de ‘ontmoedigingskosten’ die vrouwen moesten betalen voor een abortus, ingevoerd door de rechtse regering vlak voor het einde van hun regeerperiode.

Ze maakten adoptie mogelijk voor homoseksuele stellen, een wetsvoorstel dat al vier keer afgeschoten was.

Een beleid dat lijnrecht ingaat tegen de trojka

Ongeveer 70 procent van de Portugezen stemde bij de verkiezingen tegen de vorige coalitieregering en daarmee tegen voortzetting van het bezuinigingsbeleid. Toch geloofden ook de socialisten zelf een jaar geleden niet dat een linkse regering in Portugal mogelijk was.

Maar het onverwachte gebeurde: de 55-jarige advocaat António Costa, zoon van een dichter en een journaliste, kreeg een mandaat voor vier jaar.

Het lijkt erop dat dit ‘kaartenhuis’ een redelijk stevig bouwwerk is

Het lijkt erop dat dit ‘kaartenhuis’ een redelijk stevig bouwwerk is. Nu al kan António Costa zich beroepen op twee nog niet eerder in de Portugese geschiedenis vertoonde wapenfeiten: een effectieve linkse parlementaire samenwerking en een ongekend laag begrotingstekort van 2,5 procent.

Dit heeft hij voor elkaar gebokst met een beleid dat lijnrecht ingaat tegen de aanbevelingen van de Europese Commissie, de Centrale Europese Bank en het Internationaal Monetair Fonds. De lonen en pensioenen stegen en de belasting voor de laagstbetaalden daalde, waarmee hij een streep zette door het beleid uit de periode 2011 tot 2015.

Het politieke systeem hielp ook een handje mee

En dat was hard nodig. Portugal was er slecht aan toe onder de vorige regering:

  • Het werd makkelijker en goedkoper om mensen te ontslaan.
  • Omwille van de productiviteit werden vier feestdagen geschrapt (twee religieuze en twee burgerlijke).
  • Er kwamen ‘keiharde’ belastingverhogingen, zoals toenmalig minister van Financiën Vitor Gaspar, die nu voor het IMF werkt, zelf toegaf.
  • De werkloosheid, die in het jaar 2000 nog op 3,9 procent had gelegen, schoot omhoog tot 16,2 procent in
  • Meer dan 12.000 families gingen failliet.
  • De sociale uitkeringen gingen omlaag.

Er kwamen 16.000 armen bij. En dat in een land waar één op de vijf mensen van minder dan 422 euro per maand moet

De ontevredenheid en de wanhoop, vooral van de allerarmsten, waren enorm. Maar vier jaar lang werd het mantra herhaald dat deze opofferingen noodzakelijk waren. Er zou geen alternatief zijn, elk ander beleid zou het land in een nog diepere crisis storten.

Ook tijdens de verkiezingscampagne werd voortdurend geroepen dat het land opnieuw zou afglijden als de twee regeringspartijen niet herkozen zouden worden. In dit klimaat van angst gingen de kiezers naar de stembus en kon premier Pedro Passos Coelho van de sociaal-democratische Partido Social Democrata de overwinning uitroepen.

Dacht hij. Portugal kent een maar een regering heeft de steun nodig van het parlement. Het parlement heeft de macht om begrotingen goed- of af te keuren en moties van wantrouwen in te dienen, die tot het aftreden van ministers kunnen leiden.

De historische realiteit is dat de linkse partijen tot nog toe nooit genoeg stemmen haalden om samen een coalitie aan te gaan. Daarnaast maakten ze het met hun felle onderlinge kritiek de rechtse partijen erg gemakkelijk.

Met deze ‘traditie’ in het achterhoofd riep president Aníbal Cavaco Silva, op dat moment bijna tien jaar in functie, na het bekend worden van de verkiezingsuitslag de leiders van de in het parlement gekozen partijen bijeen.

Na twee dagen vroeg Silva premier Passos Coelho om opnieuw een regering te vormen. Hoewel hij geen meerderheid had, was hij met de toenmalige sociaal-democratische leider Pedro Paulo Portas al bezig ministerposten te verdelen. Hij rekende er - met de traditie in het achterhoofd - op dat de linkse partijen geen meerderheid konden vormen.

Dat was buiten de socialistische partij gerekend. Die diende een motie van wantrouwen in, kreeg de andere twee linkse partijen mee en had een coalitie gevormd.

De huidige Portugese regering. Foto: Clara Azevedo

Zijn de linkse partijen het dan altijd met elkaar eens? Welnee

Nu lijkt het misschien alsof de partijen nooit strijd hebben. Niets is minder waar.

De minister van Financiën Mario Centeno, wiens grijze lokken hem ouder doen voorkomen dan zijn 49 jaar, noemde zijn begroting voor 2017 ‘links.’ De 43-jarige leidster van het Links Blok Catarina Martins, die haar carrière als actrice vaarwel zei om de partij naar het beste verkiezingsresultaat ooit te leiden, pareerde: ‘Een werkelijk linkse begroting zou de schulden moeten herstructureren en met een beter plan komen om banen te scheppen.’

Het blijft bij scherpe stellingnames, vaak vooral om kiezers gerust te stellen

Ondanks deze confrontaties lukt het de geboren onderhandelaar António Costa om de partijen bij elkaar te houden. Het blijft bij scherpe stellingnames, vaak vooral om kiezers gerust te stellen.

De oppositie is feller: die is echt niet van plan te erkennen dat Centeno’s begroting de triomf is die de socialisten erin willen zien. De leider van de sociaaldemocraten Passos Coelho noemde de plannen ‘luchtfietserij.’

Desalniettemin stemde het parlement in met de begroting voor volgend jaar. Nu ligt hij ter goedkeuring in Brussel, waar vóór 30 november een beslissing genomen moet worden.

Portugal: de linkse hoop voor Europa?

Portugal laat zien hoe een linkse regering een links beleid kan voeren, zonder de politieke stabiliteit in gevaar te brengen of internationale afspraken te negeren. En zelfs voor wie niet links is, moet het goed nieuws zijn te weten dat niet alle landen de populistische trend volgen. Ook blijkt het idee niet te kloppen dat links niet in staat is om economische afspraken na te komen.

Het is nog te vroeg om te voorspellen waar het Portugese experiment toe zal leiden, maar er zijn wel tekenen dat het andere Europese politieke bewegingen ter inspiratie dient. De Engelse Labourleider Jeremy Corbyn Portugal tijdens de verkiezingscampagne voor een manifestatie tegen de NAVO. Hij gaf er een lezing over de euro en over de schuldencrisis, op uitnodiging van het Links Blok.

Bij die gelegenheid vertelde Corbyn dat hij zijn vriendschap met António Costa wil versterken. Hij zei van plan te zijn naar Portugal terug te komen voor een serie lezingen, waarin hij wilde pleiten voor de oprichting van een verbond tegen de strenge begrotingsdiscipline in Europa. Hij is er verder niet meer op teruggekomen, maar Corbyn gaf er wel een duidelijk signaal mee af dat andere landen graag van het Portugese voorbeeld willen

Dit verhaal is vertaald uit het Portugees door Valentijn van Dijk.

Lees ook:

De revolutie komt ná Donald Trump (en nog 6 lessen voor links) Alles wat zich nog links durft te noemen, zocht de afgelopen week naar verklaringen. Hoe heeft Donald Trump kunnen winnen? Ik leer zeven lessen. Lees het verhaal van Willem Schinkel hier terug Spanje is ontevreden. Maar de straat opgaan wordt lastig Vijf jaar na het ontstaan van de massale Spaanse protestbeweging 15M wordt er in Spanje nauwelijks meer gedemonstreerd. Sinds een jaar staan hier namelijk flinke boetes op. Kan dat zomaar in een Europees land? En hoe geven de Spanjaarden uiting aan hun onvrede nu aan de straat opgaan een prijskaartje hangt? Lees het verhaal van Hagar Jobse hier terug