Tegenwoordig geniet ze erg van haar werk als juriste in het drukke centrum van Bogotá. Maar zo af en toe mist Elizabeth Apolinar het traditionele leven dat ze vroeger leidde, diep in de Colombiaanse jungle.

Apolinar is afkomstig uit een gemeenschap van een van de ruim honderd inheemse bevolkingsgroepen die Colombia rijk is. Deze zijn vertegenwoordigd in de ONIC, waar Apolinar als juriste voor werkt.

De Sikuani leven een arm en geïsoleerd bestaan, midden in het uitgestrekte Amazonewoud van het Zuid-Amerikaanse land. Bomen leveren huizen op om in te wonen en vuur om op te koken. Bosvruchten zijn er om te verzamelen; dieren om op te jagen. En op kleine stukjes land verbouwt de gemeenschap wat cassave.

Met de rest van de Colombiaanse maatschappij komen de Sikuani mondjesmaat in contact. Om haar familie op te zoeken, moet Apolinar met een klein vliegtuig over de ondoordringbare jungle heen vliegen. ‘Heel veel mensen in mijn dorp spreken niet eens Spaans,’ vertelt ze.

En toch kwamen er in het najaar van 2013 enkele medewerkers van het Colombiaanse bedrijf Mediamos deze inheemse gemeenschap opzoeken, om hen een Engelstalig contract aan te bieden. Daarin was vastgelegd dat het bedrijf de koolstof die opgeslagen zit in het regenwoud van de Sikuani dertig jaar lang mocht beheren.

Wanneer de Sikuani het bos zouden beschermen, zou Mediamos de bijbehorende afname in CO2-uitstoot verkopen op de internationale markt. Daar kon veel geld mee verdiend worden, vertelde het bedrijf, en de Sikuani zouden delen in de winst.

Werkt dat echt zo? Ik bezocht het land om daar achter te komen.

Uit de serie The Blood Forest van fotograaf Philippe Echaroux

Hoe dit mechanisme hoort te werken

De handel in CO2, door bossen te beschermen in plaats van te kappen, is sinds 2005 mogelijk dankzij een mechanisme genaamd REDD

Het idee achter REDD is aantrekkelijk. Een gemeenschap in een ontwikkelingsland, met veel bos op haar land, gaat een samenwerking aan met een non-gouvernementele organisatie (ngo) of projectontwikkelaar.

Omdat tropisch bos heel veel koolstof bevat, leidt een vermindering van ontbossing direct tot een flinke afname in de uitstoot

Samen stellen zij een plan op om het regenwoud tegen illegale boskap te beschermen, bijvoorbeeld door boswachters aan te stellen of alternatieve inkomstenbronnen voor de gemeenschap te zoeken.

Omdat tropisch bos heel veel koolstof bevat, leidt een vermindering van ontbossing direct tot een flinke afname in de Wereldwijd veroorzaakt ontbossing ongeveer 12 procent van alle Om bij het bos van de Sikuani te blijven: dat is en bevat bijna twee miljard ton CO2.

Voorkomen dat die CO2 de lucht ingaat is veel geld waard. Daarbij stelt een onafhankelijke derde partij de waarna deze als verhandelbare CO2-rechten verkocht kan worden aan bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen of energiebedrijven die hun ecologische voetafdruk willen reduceren. De winst kan vervolgens terugvloeien naar het project en de lokale gemeenschap.

En hoe het mis kan gaan

Tussen de stapels papieren op het kantoor van haar organisatie legt Apolinar me uit hoe het contract van Mediamos diepe verdeeldheid zaaide in haar eigen gemeenschap.

‘Enkele stamoudsten hebben het contract getekend,’ vertelt ze met een treurige blik. Ondanks dat de gemeenschap in een volksraadpleging tegen stemde. Apolinar is er zeker van dat deze leiders hiervoor werden betaald door ‘De families die geld kregen, maken nu ruzie met de andere families. Gezinnen die niks kregen, maar wel vastzitten aan het contract.’

Gevolg: een boom kappen voor een nieuw huis of kookvuur mag niet meer. Het bos moet volgens de afspraken dertig jaar onaangetast blijven.

De interne verdeeldheid leeft voort. Zo was REDD nooit bedoeld.

Kan REDD het klimaat wel redden?

Het verhaal van de Sikuani staat niet op zichzelf. De CO2-markt is jarenlang slecht gereguleerd. Vanaf de introductie van REDD verschenen in de diepste uithoeken van de tropen zogenoemde die over de hoofden van de lokale bevolking heen probeerden te profiteren van de groeiende

In 2009 kwam er ook op de effectiviteit van REDD. Een van de eerste REDD-projecten ter wereld had als doel om bossen in het oosten van Bolivia tegen illegale boskap Maar volgens verschillende critici zou het netto helemaal geen CO2-reductie bereiken en de lokale bevolking van hun land dwingen. Greenpeace ging vol in de aanval en noemde het project een

Het grote probleem was volgens de milieugroep de leakage, wat zoveel wil zeggen als het verschuiven van illegale boskap naar andere gebieden die niet onder het project vallen. Volgens Greenpeace kon deze verschuiving niet voorkomen worden en was de beloofde klimaatwinst zo niet gegarandeerd.

‘Tegenwoordig zouden we een nog grotere rol toebedelen aan de lokale gemeenschappen’

Natalia Calderon, directeur van FAN Bolivia, de lokale ngo die het project begin deze eeuw implementeerde, verbaast zich nog altijd over die toentertijd ontstond. ‘Wij waren de eersten om iets dergelijks te proberen. Het was een proefproject,’ vertelt ze me trots in haar kantoor in de Boliviaanse stad Santa Cruz.

En volgens Calderon was de proef ‘We hebben geverifieerd dat er wel degelijk een vermindering in CO2-uitstoot optrad.’ Ze erkent dat er enige verschuiving van illegale boskap naar andere bossen buiten het projectgebied plaatsvond, maar legt uit dat dit effect niet sterk genoeg was om de totale winst van het project teniet te doen. ‘Het was vooral een goede test in het opzetten van REDD.’

Wat dan de grootste les is geweest? ‘Tegenwoordig zouden we een nog grotere rol toebedelen aan de lokale gemeenschappen. Die moeten we meer betrekken en meer economische mogelijkheden geven,’ antwoordt Calderon.

Het is de paradox die bosbescherming zo moeilijk maakt: om verplaatsing van illegale boskap te voorkomen, moet de aanpak worden opgeschaald. Tegelijkertijd is er meer aandacht nodig voor de positie van de lokale gemeenschappen.

Uit de serie The Blood Forest van fotograaf Philippe Echaroux

Of toch niet?

De kritiek op de klimaatwinst van REDD is nooit helemaal weggeëbd. Diego Alejandro Cardona, activist bij de Colombiaanse milieuorganisatie vat die nog even samen: ‘Bij dit soort projecten geldt altijd dat de ecologische en morele waardes minder belangrijk zijn dan het geld wat ermee verdiend kan worden.’ REDD is dan ook een verkapte vorm van landtoe-eigening door internationale bedrijven, meent hij.

Volgens Cardona is het toepassen van het bosbeschermingsprogramma bovendien hypocriet: aan de ene kant investeren grote (energie)bedrijven veel geld in dit soort projecten om hun CO2-voetafdruk te reduceren; aan de andere kant gaan diezelfde bedrijven door met het zoeken en gebruiken van fossiele brandstoffen - soms zelfs diep in ‘Zulk gedrag kán niet samengaan.’

Cardona maakt zich verder grote zorgen om de veranderende relatie tussen mens en natuur. ‘Door de bescherming van het bos in een contract te gieten, verliest de inheemse gemeenschap haar traditionele band met het land en het bos.’

Om lokale gemeenschappen hiervoor te waarschuwen, deelt Cardona’s organisatie nu onder meer uit waarin staat uitgelegd hoe je een carbon cowboy kunt herkennen en wat er wel en niet in een geldig contract hoort te staan.

Toch is het de efficiëntste manier om CO2-uitstoot te verminderen

Ondanks deze kritiek blijft betalen voor bosbescherming geen gek idee. Omdat bossen grote hoeveelheden koolstof bevatten, zijn de kosten per ton CO2 relatief laag. Het afvangen en opslaan van CO2 in lege gasvelden, wat vaak gezien wordt als een om onder de afgesproken klimaatopwarming van 2 graden Celsius te blijven, kost bijvoorbeeld naar schatting ongeveer 58 dollar per ton CO2, of mogelijk zelfs 85 dollar bij Ondertussen lag de gemiddelde prijs van REDD-certificaten vorig jaar op slechts 3,4 dollar

Sinds 2012 is REDD wereldwijd de meest gebruikte vorm van bosbouw voor CO2-compensatie

Bossen beschermen is daarmee verreweg de efficiëntste en goedkoopste manier om de wereldwijde CO2-uitstoot terug te brengen, benadrukten de Verenigde Naties recent nog op de klimaattop

Sinds 2012 is REDD wereldwijd ook de meest gebruikte vorm van bosbouw voor CO2-compensatie, meer dan bijvoorbeeld het aanplanten van bomen. Vorig jaar was het goed voor 11,4 miljoen ton CO2-compensatie, ter waarde van

De verwachting is dat dit bedrag de komende jaren flink zal groeien, wanneer projecten die de afgelopen jaren zijn opgestart hun CO2-rechten op de markt zullen brengen. Ook zal de vraag sterk gaan stijgen wanneer industrieën die verplicht een deel van hun uitstoot moeten compenseren, zoals van REDD gebruik mogen

Uit de serie The Blood Forest van fotograaf Philippe Echaroux

Maar: doe het samen met de lokale gemeenschap

Ondanks al die miljoenen blijft de grote les van Natalia Calderon uit Bolivia staan: lokale gemeenschappen moeten meer zeggenschap krijgen over de projecten. Daar is tegenwoordig ook steeds meer wetenschappelijk bewijs voor.

Het World Resources Institute (WRI) presenteerde enkele weken geleden waarin de milieuorganisatie concludeerde dat het beschermen van de landrechten van inheemse bevolkingsgroepen tot een directe vermindering van CO2-uitstoot leidt.

Het rapport laat zien dat wanneer inheemse volken duidelijk juridisch eigendom over een bosgebied hebben, er twee tot drie keer minder ontbossing plaatsvindt dan wanneer dit niet

In heel Latijns-Amerika betreft dit 40 miljoen mensen, die aanspraak maken op 23 procent van al het landoppervlak, volgens de WRI. Maar deze territoriale claims worden vaak met voeten getreden. Wereldwijd is slechts 10 procent van alle inheemse landrechten ook echt juridisch vastgelegd. Zonder deze vastlegging bestaat het risico dat bosgebieden worden ingenomen voor palmolieplantages of houtkap.

‘Het geven van duidelijke landrechten aan inheemse groepen garandeert dat die bossen, die koolstof opslaan en bijdragen aan de voedselveiligheid, blijven bestaan,’ zegt Victoria Tauli-Corpuz, speciale VN-rapporteur voor de rechten van inheemse volken. Tenslotte hebben inheemse groepen de grootste kennis van het landschap waarin ze leven. ‘Studies laten zien dat waar inheemse volken zorg dragen voor de bossen, de bescherming veel effectiever is.’

Dus hoe betrek je die erbij?

Hoe betrek je lokale gemeenschappen bij een internationaal handelsproject in CO2? Hoe zorg je ervoor dat REDD ook bij de Sikuani een succes wordt? In het kantoor van Tropenbos International in Bogotá, vol ambachtelijk handwerk uit de Amazone, legt Carlos Rodriguez dat uit. De goedlachse, bebaarde professor heeft ruim dertig jaar ervaring met de volken van de Amazone, waaronder de Sikuani van Elizabeth Apolinar.

Rodriguez vertelt dat het begint met hoe je REDD uitlegt. Vaak hebben lokale gemeenschappen een heel ander en contracten. ‘Ze begrijpen vaak niet dat je wilt betalen voor het hout, want het bos heeft een spirituele lading, geen financiële. De bomen zijn een gunst van de natuur.’

‘Het bos heeft een spirituele lading, geen financiële. De bomen zijn een gunst van de natuur’

Geld brengt vaak ook verdeeldheid, merkte Apolinar bij de Sikuani. Volgens Rodriguez is de eerste vraag die je je moet stellen dan ook: waar kunnen deze groepen collectief een inkomen mee verdienen? ‘Hun eigen geld is het voedsel dat ze verbouwen. Wanneer er plotseling geld van buiten komt, betekent dit een ingrijpende verandering van de gemeenschapsstructuur.’

Rodriguez concludeerde in dat REDD alleen kan werken wanneer een collectieve, inheemse organisatie de regie over het project houdt. Die bepaalt dan waar het bos beschermd wordt, en welk deel alsnog gebruikt mag worden om bijvoorbeeld huizen van te bouwen.

Uit de serie The Blood Forest van fotograaf Philippe Echaroux

En nu? Van de jungle naar de onderhandelingstafel

Naast losse bedrijven die CO2 uit REDD-projecten aanbieden op een vrijwillige handelsmarkt bestaat er sinds 2008 ook een internationaal REDD-programma van de Verenigde Naties. Dit programma heeft als doel om REDD als een landelijke strategie tegen ontbossing op te zetten in verschillende ontwikkelingslanden. Zo moet leakage voorkomen worden en moeten de inheemse landrechten gegarandeerd zijn.

Mario Gonzalez, werkzaam voor het lokale REDD-programma van de VN in Colombia, benadrukt dat het daarbij ook draait om het zoeken van economische alternatieven voor de gemeenschappen op wiens land het bosbeschermingsproject plaatsvindt. ‘REDD is slechts een onderdeel van een grotere strategie om ontbossing tegen te gaan. Dat betekent ook investeren in publieke voorzieningen in verafgelegen gebieden,’ legt hij uit. ‘Want als er geen andere bestaansmiddelen zijn, gaan mensen vanzelf ontbossen.’

Gonzalez beseft dat veel mensen een negatief beeld van REDD hebben gekregen, onder meer door de carbon cowboys van de afgelopen tien jaar. ‘We moeten proberen het imago te keren, zeker voor de volken van de Amazone zelf.’

In de Colombiaanse jungle zijn de Sikuani ondertussen nog altijd bezig met de juridische strijd om de getekende contracten met Mediamos ongeldig te laten verklaren. Met het argument dat de volksraadpleging niet juist heeft plaatsgevonden, is de gemeenschap uiteindelijk naar het Colombiaanse Hooggerechtshof gestapt.

‘In 2013 hadden we een negatieve ervaring met één los bedrijf,’ blikt Apolinar, de juriste uit de jungle, terug. Nu de Colombiaanse overheid onder VN-vlag ook inzet op REDD wil Apolinar het programma weer een kans geven. In 2015 tekende de ONIC alsnog een convenant om mee te werken aan REDD.

De ONIC neemt nu het voortouw om miljoenen tonnen koolstof in de eigen bossen vast te houden. Vanuit de Amazone waren de leden zelfs naar de recente VN-klimaattop in Marrakesh gekomen om trots aan de wereld te dat ‘de regeringen die de klimaatramp over de wereld hebben afgeroepen op ons kunnen blijven rekenen voor de verdediging van onze planeet.’

Onder de voorwaarde dat de inheemse landrechten worden versterkt. Want voor de Sikuani geldt: zonder land, geen leven.

Met medewerking van Martin Perez en Mauricio Zubieta.

Dit is het vierde verhaal in mijn serie over CO2-compensatie. Het is mede mogelijk gemaakt met steun van het Postcode Loterij Fonds van

Kunst in het Amazonewoud Fotograaf Philippe Echaroux projecteerde voor de fotoserie The Blood Forest de gezichten van de oorspronkelijke bewoners op de bomen van het Amazonewoud. Bekijk hier meer werk van Philippe Echaroux


Lees ook:

Deze boeren planten bomen om onze vlieguitstoot te compenseren. En krijgen daar zelf ook veel voor terug Om onze vlieguitstoot te compenseren, planten boeren in Bolivia bomen in plaats van ze te kappen. Een win-winsituatie: zowel voor het klimaat als de lokale boer. Lees het verhaal hier terug Zo compenseren bomen jouw vlieguitstoot (en hierom is dat belangrijk) 2016 wordt het warmste jaar ooit en dat komt door broeikasgassen. Een van de efficiëntste oplossingen: bomen. Maar hoe werkt dat: klimaatcompensatie door bossen? En: hoeveel bomen moeten er voor mijn vlucht geplant worden? Lees het verhaal hier terug