Nederland moet een voedselbeleid krijgen, vinden Omdat de productie van ons eten verbonden is met alle grote problemen van deze tijd - honger, milieuvervuiling, klimaatverandering, biodiversiteit, volksgezondheid, een sociale leefomgeving, eerlijke handel en meer - moeten we die beleidsterreinen zo goed mogelijk op elkaar afstemmen.

Dus waar het huidige beleid zich vooral richt op het stimuleren van de landbouw en de rest van de voedselproductie vooral aan de markt overlaat, kan een totaalbenadering van de voedselproblematiek volgens voorstanders leiden tot een win-winsituatie.

Zo kan het inperken van de intensieve vee-industrie leiden tot minder uitstoot van broeikasgassen én minder mensen die vlees eten. Als dan ook nog gezorgd wordt dat groenten goedkoper worden, sla je twee vliegen in één klap, menen diezelfde experts.

Dat en meer zou allemaal in Den Haag geregeld moeten worden. Dus wat denkt de politiek verantwoordelijke hier eigenlijk van?

Wat Martijn van Dam al doet

PvdA-staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam neemt in november 2015 het stokje over van Sharon Dijksma en heeft iets meer dan een jaar voor de verkiezingscampagnes weer van start gaan. Niet veel om je stempel te drukken op een vastgeroeste portefeuille als

‘We willen in Nederland vooroplopen, maar dat kan je niet als overheid alleen’

Toch doet hij zijn best een integralere benadering van het voedselvraagstuk te realiseren. Geen voedselbeleid zoals velen willen, wel een poldervariant daarvan. Zo vraagt hij een diverse om hun visie op voedselbeleid, wat begin dit jaar resulteert in de bloemlezing

Daarnaast is hij tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap leider van de Europese Landbouwraad die begin juni in Amsterdam plaatsvond. Daarbij vroeg hij zijn Europese vakgenoten om werk te maken van een integralere visie op het dat in 2020 zal worden herzien.

U bent nu ruim een jaar staatssecretaris. Wat heeft u kunnen bewerkstelligen?

‘Het heeft onder andere uitgemond in de die ik laatst naar de Kamer heb gestuurd. En over een maand vindt voor het eerst de plaats, dat moet de climax van mijn werk van het afgelopen jaar worden.’

‘Wel moet daar ook een concrete agenda uitkomen. We willen in Nederland vooroplopen, maar dat kan je niet als overheid alleen. Ook niet als producenten of boeren alleen. Dat kan alleen maar als iedereen meedoet.’

Als onderdeel van de Voedselagenda wordt er vanaf 2017 jaarlijks 20 miljoen euro vrijgemaakt om veelbelovende innovaties van bedrijven en maatschappelijke organisaties te ondersteunen. ‘Het geld is onder andere bedoeld voor het stimuleren van transparantie in de voedselketen, stimulering van groente- en fruitconsumptie door jongeren, nieuwe eiwitbronnen, duurzamere gewasbescherming en ondersteuning van technische ontwikkelingen op het gebied van ict ten behoeve van een duurzamere voedselproductie, zoals het gebruik van satellietdata,’ zo valt te lezen op de site van de Rijksoverheid.

Twintig miljoen lijkt veel en is ook zeker een stap in de goede richting. Toch is het maar een klein bedrag als je het vergelijkt met beleidsdomeinen als de zorg en het tegengaan van klimaatverandering. En voedselproductie heeft op beide terreinen een grote impact.

Martijn van Dam in Philips’ GrowWise Center op 30 mei, 2016. Foto: Corne Clemens / Philips via AP Images / HH

Wat Martijn van Dam niet wil doen

Een miljoen mensen lijdt aan Is dit dan niet hét moment om als overheid de verantwoordelijkheid te nemen?

‘Ik denk dat we dat al doen. Regulering is lang niet altijd effectief; je hebt vaak ontsnappingsmogelijkheden. Mensen kunnen altijd om regels heen werken.’

‘Ik denk daarom dat het veel belangrijker is een dynamiek te organiseren die vooruitloopt op wat je met regelgeving doet. En dan laat je die regelgeving meebewegen. Neem volksgezondheid. Uiteindelijk is het de keuze van mensen zélf of ze gezond of ongezond eten.’

Daar lopen de meningen aanzienlijk over uiteen. Aanbod en marketing hebben aantoonbaar invloed.

‘Ja, maar die prikkels zullen er altijd zijn. Al was het maar omdat je als mens heel erg gericht bent op het consumeren van dingen die in de natuur heel schaars zijn: vet, zout en zoet. Het is een illusie om te denken dat je die prikkels weg kunt nemen. Daarom moet je mensen voorlichten. En je moet ze helpen kiezen - zoals Edith Schippers [minister van Volksgezondheid, JL] altijd zegt: ‘de gezonde keuze de makkelijke maken.’

Zou je niet op bepaalde punten wel hard in moeten grijpen? Vlees bijvoorbeeld? Te veel is ongezond en slecht voor het milieu. Moet de btw daarop niet gewoon omhoog naar 21 procent?

‘Wat lost dat op?’

Martijn van Dam geeft startschot komkommertijd. Foto: Phil Nijhuis / HH

Dat het onaantrekkelijker wordt en mensen minder vlees gaan eten?

‘Ik geloof niet dat dat werkt. Als mensen in het Westen ergens wars van zijn, is het van een overheid die ze vertelt wat ze wel en niet moeten doen. Ik geloof in de vrije keus van mensen.’

‘Daarnaast voel ik me er vanuit mijn politieke achtergrond oncomfortabel bij. Als je vlees duurder maakt, kunnen mensen met een hoger inkomen het gewoon blijven eten. Dat geldt niet voor mensen met een lager inkomen.’

‘Maar ik geloof ook niet dat het het doel dichterbij brengt. We hebben te maken met een stijgende wereldbevolking en een groeiende welvaart. Dat leidt tot een oplopend consumptiepatroon. En we weten dat de aarde dat niet aankan.’

Dus?

‘Dus daar ligt een van de grootste uitdagingen. Vooral de consumptie van eiwitten zal toenemen. Daar zijn heel veel producten - op basis van zeewier, algen en bonen - in te ontwikkelen. Dus probeer ik met de Voedselagenda te stimuleren dat die alternatieven ontwikkeld worden en dat Nederland daarin vooroploopt.’

Kun je die strijd met zeewierburgers wel winnen als heel Noord-Brabant volstaat met goedkoop vlees? Wat moeten voedselproducenten zelf doen?

‘Nederlandse varkensboeren produceren vooral voor de export. Daarmee zijn ze enorm gevoelig voor prijsschommelingen. En er zullen altijd plekken zijn waar het goedkoper kan, waar de milieu- en dierenwelzijnseisen minder streng zijn. Hier in Nederland zie je die eisen juist toenemen.’

‘De sector zelf ziet dat ook en gaat ervan uit dat de komende tien jaar meer dan de helft van de varkensboeren zal

En gaat u daar ook van uit?

‘Ja, en de groep die overblijft gaat zich onderscheiden in kwaliteit, duurzaamheid, laag antibioticagebruik, onderscheiden op dierenwelzijn. Ik ben ervan overtuigd dat consumenten daar ook steeds meer op zullen gaan letten.’

Wat Martijn van Dam volgens experts moet doen

Politicoloog Herman Lelieveldt dat de balans tussen economie, consument en milieu doorslaat in het voordeel van de economie. De voedselproducenten zouden, vindt ook onevenredig veel invloed hebben op het beleid.

‘Nou, in het afgelopen decennium is die balans al behoorlijk aan het verschuiven. Het is juist de consument die tegenwoordig veel meer eisen stelt. Niet alleen in Nederland, maar internationaal. Mensen hebben het nu opeens over zaken als gewasbescherming, de impact van de veehouderij of de mogelijkheden om de landbouw aan te passen aan klimaatverandering.’

‘Je ziet een grote verschuiving naar een gezonder menu, andere keuzes in bijvoorbeeld vleesconsumptie’

Wat doet u daar dan mee? Lelieveldt, en ook bestuurskundige Jeroen Candel, zijn erg kritisch over wat zij een softe aanpak noemen. Nudgen, convenanten sluiten - dat werk.

‘Je kunt het als overheid echt niet alleen. Je zet de grootste stappen op het moment dat je ook de medewerking van grote bedrijven hebt. En als je met vertegenwoordigers van de grote supermarkten spreekt, vertellen die ook over veranderingen van consumentengedrag.’

‘Dat gaat verder dan de opkomst van biologisch en andere duurzame producten. Je ziet een grote verschuiving naar een gezonder menu, andere keuzes in bijvoorbeeld vleesconsumptie.’

Dat is toch nog maar een kleine groep?

‘Dit zijn geen early adopters meer,’ zegt Van Dam, terwijl hij zijn iPhone in de lucht houdt. ‘Dit gaat over eten en leeft veel breder. Dat is cultuur en gaat dus veel langzamer. Maar er verandert wel iets. Je rol als overheid is dan om de juiste richting te stimuleren en te zorgen dat je ook beweging in de samenleving organiseert die die verandering versnelt.’

Wat bedoel je daar eigenlijk mee? Gaat dat niet te langzaam?

‘In de Nederlandse geschiedenis is de voedselvoorziening bijna altijd privaat geweest. Dat kan je niet zomaar veranderen.’

Martijn van Dam op 18 augustus, 2016. Foto: Martijn Beekman / HH

Hoe Martijn van Dam naar de toekomst kijkt

Als we even uitzoomen: is de manier waarop we landbouw bedrijven nog wel de beste? Kijkt u bijvoorbeeld ook naar voor de landbouw?

‘Nog voor de verkiezingen wil de Tweede Kamer een rapport hebben over hoe we de transitie naar een natuurinclusievere landbouw kunnen maken. Ik heb van begin af aan gezegd dat ik vind dat landbouw en natuur met elkaar in balans horen te zijn. Dat lukt ons nu niet, ook niet in Nederland. Dus daar zullen we echt veel meer aan moeten doen.’

Het beleid dat al ruim vijftig jaar het meeste invloed uitoefent op de voedselproductie is niet nationaal maar Europees. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid kost ruim 50 miljard euro per jaar en heeft betrekking op ruim 40 procent van het Europees landoppervlak. Zou dat ook een totaalbeleid kunnen worden?

‘In juni mocht ik mijn Europese collega’s ontvangen tijdens de informele landbouwraad in Amsterdam. Ik heb toen ook een op de agenda gezet met mijn visie op het Europees landbouwbeleid. Dat is goed geland.’

‘En recent is er aan de Europese Commissie en de Europese Raad gepresenteerd. De Commissie heeft nu gezegd dat ze een voorstel gaat maken en de eerste uitspraken erover wijzen sterk op meer duurzaamheid en meer voedselbeleid.’

‘Ik moet toegeven dat er heel sterke tegenkrachten zijn, maar ook in Europa raakt men doordrongen dat er verandering moet plaatsvinden. Ik ben zelf vrij optimistisch over welke kant dat uitgaat. Dus: fingers crossed.’

Er lijkt een andere wind te waaien, of in ieder geval een briesje. Hoe zorgt u ervoor dat het streven naar één voedselbeleid ook in Nederland het doel blijft?

‘Ja, ik denk dat er een beweging in gang is gezet die onomkeerbaar is. En ik zou dit heel graag afmaken, maar dat is in de handen van de kiezers.’

Lees ook:

We zouden het eens over een strenger voedselbeleid moeten hebben Een voedselbeleid: dát hebben we nodig als we honger, milieuvervuiling, klimaatverandering willen tegengaan en biodiversiteit, volksgezondheid en eerlijke handel willen waarborgen. Dat beweren beleidsmakers, ondernemers en wetenschappers. Alleen: dat beleid ís er al. Lees het verhaal hier terug Ons voedselsysteem kan veranderen. Maar de politiek moet het spits afbijten Politicoloog Herman Lelieveldt schreef een boek over voedselpolitiek dat duidelijk maakt waarom het systeem veranderen vreselijk moeilijk is. Maar wat is de oplossing? Lees het interview hier terug Volgens expert Louise Fresco is dit hét moment voor een voedselbeleid. Zo moet dat er dan uitzien Veel voedselwetenschappers stellen dat een landbouwbeleid alleen niet meer voldoende is: de impact die voedsel heeft in verschillende beleidsdomeinen moet centraal staan. Recent kwam Louise Fresco met een visie op hoe zo’n landbouw- en voedselbeleid eruit moet zien. Lees het interview hier terug