Sinds de Arabische Lente in 2011 zijn meer dan een miljoen mensen de Middellandse Zee De migranten betaalden duizenden dollars aan mensensmokkelaars, die hen van de kust van Libië naar het Italiaanse eiland Lampedusa brachten. Velen stierven daarbij, dit jaar maar liefst

Het grote aantal verdrinkingen in de Middellandse Zee leidde de afgelopen jaren tot een steeds luidere roep om ‘iets te doen.’ Nog nooit waren er zoveel actief op de Middellandse Zee.

Dat de humanitaire organisaties goed werk doen, mag duidelijk zijn. In de krant lezen we over het aantal vluchtelingen dat de oversteek heeft overleefd dankzij weer en over vrijwilligers met maar één doel: het redden van mensen

Toch zijn deze interventies op de dodelijkste grensovergang ter wereld problematisch. Door de goede motieven van de civiele reddingsvloot centraal te stellen in het nadenken over reddingsacties, worden de acties voorgesteld als noodzakelijk en juist.

Daardoor vergeten we dat ze aan de grens pas nodig zijn wanneer het passeren daarvan een zaak van leven of dood is geworden. En dat migratie een zaak van leven of dood is, is het gevolg van politieke keuzes die door het bewonderen van het reddingswerk onvoldoende bevraagd worden.

Dus als we het willen hebben over het redden van mensenlevens op de Middellandse Zee moeten we niet alleen praten in termen van medemenselijkheid. In plaats daarvan moeten we het hebben over het Europese beleid van grensbewaking en de rol die reddingsacties daarbinnen – tegen wil en dank – vervullen.

Wanneer we vanuit dit politieke perspectief naar humanitaire interventies kijken, worden drie problemen zichtbaar.

Bootvluchtelingen zwemmen naar de kust van het Griekse eiland Lesbos. Foto: Sergey Ponomarev / The New York Times

Probleem 1. Humanitaire motieven doen een dodelijke politiek vergeten

In het voorjaar van 2015 de Europese Commissie dat Europa ‘getroffen’ was door een crisis. De op dat moment 160.000 vluchtelingen die asiel aanvroegen, zorgden voor paniek in de Europese landen. En doordat niemand meer migranten wilde opnemen, klapte het Europese systeem dat ongewenste migratie reguleert via arrestatie, detentie en deportatie in elkaar.

Wat overbleef, was een beleid van interruptie: ongewenste migratie werd in toom gehouden door de reis te onderbreken. Door een veilige oversteek over de Middellandse Zee onmogelijk te maken, zorgde de EU ervoor dat migranten Europa niet kunnen bereiken om asiel aan te vragen en kregen smokkelaars vrij spel.

In dit beleid speelt de Middellandse Zee een centrale rol. Dit terwijl de Middellandse Zee geen natuurlijke grens is die reizen naar Europa gevaarlijk maakt. De zee wordt gevaarlijk gemaakt door een grenspolitiek die nadrukkelijk gericht is op het stoppen van ongewenste migratie.

Waar de Europese migratiemachine op het vasteland er alles aan doet om migranten te identificeren, categoriseren en classificeren, fungeert de Middellandse Zee zo als grote gelijkmaker. Iedereen op een rubberboot is onderworpen aan hetzelfde regime, ongeacht of een asielverzoek – eenmaal aan de overkant – zal worden gehonoreerd of niet.

De zee wordt gevaarlijk gemaakt door een grenspolitiek die nadrukkelijk gericht is op het stoppen van ongewenste migratie

Met dit beleid bedrijft de Europese Unie een ‘politiek van de dood,’ zoals Willem Schinkel eerder schreef in dit Mensen moeten eerst hun leven riskeren voordat ze aanspraak kunnen maken op het universele recht een asielaanvraag te doen.

‘Wij gaan patrouilleren omdat de EU faalt,’ directeur van Artsen zonder Grenzen, een organisatie die normaal gesproken medische hulp biedt aan oorlogsslachtoffers, en nu met twee eigen boten actief is op de Middellandse Zee om migranten te redden.

De Europese Unie ging ondertussen door met het beleid van interruptie, dat nu ook een antwoord moest bieden op de noodsituaties die het veroorzaakte. Nadat in april 2015 minstens zevenhonderd mensen verdronken bij een van de grootste schipbreuken met vluchtelingen in de Middellandse Zee, beriep de Europese Commissie zich op de humanitaire plicht

Vervolgens nam de EU een van haar snelste beslissingen ooit: een in reactie op de crisissituatie in de Middellandse Zee. De grensbewakingsmissie Triton kreeg meer budget en het operationele terrein werd vergroot. Ook werd een nieuwe maritieme oorlogsmissie genaamd EUNAVFOR Med Sophia gelanceerd, gericht op het tegengaan van smokkelaars.

Daarmee verhult de EU een politiek van interruptie door grensbewaking achter humanitaire motieven. Dit miskent niet alleen het systeem van interruptie, maar ook het feit dat tragedies op de Middellandse Zee een structureel gevolg zijn van dit beleid, dat niet opgelost kan worden met incidentele reddingsacties.

Vluchtelingen gered door reddingswerkers op het strand van het Griekse eiland Lesbos. Foto: Sergey Ponomarev / The New York Times

Probleem 2. Humanitaire interventies worden een onderdeel van de politiek van de dood

Volgens het maritiem recht mogen humanitaire organisaties niet zomaar migranten aan boord nemen en naar de Europese havens brengen. Doen ze dat wel, dan kunnen ze worden aangehouden wegens mensensmokkel.

Dit overkwam de bemanning van het Duitse schip Cap Anamur in 2004, nadat ze 37 Afrikaanse migranten redden van een zinkende En in een recent uitgelekt rapport beticht de Europese grensbewakingsorganisatie FRONTEX humanitaire organisaties van samenwerking met mensensmokkelaars door hun locatie door

Om de beschuldiging dan wel vervolging vanwege mensensmokkel te voorkomen, opereren de humanitaire organisaties volgens de instructies van het Maritime Rescue Coordination Centre (MRCC) van de Italiaanse kustwacht in Rome. Nadat het MRCC een noodmelding heeft binnen gekregen, wordt een nabij schip opgeroepen om hulp te verlenen. Gecoördineerd door het MRCC worden humanitaire interventies dus een onderdeel van het Europese grensbewakingssysteem –het tweede probleem dat ik signaleer.

Wat er gebeurt, is dat humanitaire organisaties geen structurele hulp kunnen bieden in de vorm van een veilige oversteek – dat wordt immers gelijkgesteld aan mensensmokkel. Er moet eerst een noodsituatie ontstaan, voordat ze door het MRCC worden opgeroepen om een reddingsactie uit te voeren.

Dit terwijl uit cijfers van FRONTEX bekend is dat de meeste migrantenschepen vlak bij de Libische kust al in de problemen komen – maar tot daar reikt het operationele gebied van de EU-missie Triton

Een vader met zijn kinderen na aankomst op het Griekse eiland Kos. Foto: Daniel Etter / The New York Times

Probleem 3. Alleen mensen zonder rechten zijn afhankelijk van compassie

Humanitaire interventies handelen uit naam van de menselijkheid. Menselijkheid heeft hier een tweeledige betekenis. Aan de ene kant is ze datgene dat ons allen verbindt en verenigt, aan de andere kant gaat menselijkheid over de compassie die we voelen wanneer andere mensen lijden.

Uit deze combinatie volgt de humanitaire plicht om ieder menselijk leven te behouden en lijden te verlichten. Het Migrant Offshore Aid Station zegt het zo: ‘Wij geloven dat niemand het verdient om te sterven op zee – en we werken er hard aan om ervoor te zorgen dat niemand dat

Dat klinkt mooi, en dat is het ook. Maar tegelijkertijd is het problematisch. Het ontvangen van compassie is geen recht of privilege, maar datgene wat overblijft als er van rechten en privileges geen sprake meer is. Wie wordt beschermd door burgerrechten heeft geen compassie nodig.

Het ontvangen van compassie is geen recht of privilege, maar datgene wat overblijft als er van rechten en privileges geen sprake meer is

Europese burgers hebben het recht om vrij te reizen binnen de Europese Unie, en een paspoort met een visum biedt de oplossing voor de rest. Ongewenste migranten, die deze rechten niet hebben, moeten daarvoor hun leven op het spel zetten. Enkel compassie kan voorkomen dat ze verdrinken. Dit maakt van humanitaire interventies niet alleen een politiek van solidariteit, maar ook een politiek van ongelijkheid.

Want wie handelt vanuit compassie beschikt niet alleen over de burgerrechten die het ontvangen van compassie onnodig maken, maar eveneens over het privilege van morele superioriteit om te handelen uit naam van de mensheid.

De interventies gaan daarmee niet alleen over de menselijkheid van de migranten die anders zouden verdrinken, maar ook over het redden van onze eigen, Europese menselijkheid. Alleen dan is het vol te houden dat mensen hun leven moeten riskeren vanwege een beleid van gesloten grenzen – een beleid waarvan de EU beweert dat het juist dient om de Europese waarden van menselijke waardigheid en menselijk leven

Daarnaast is compassie alleen bestemd voor hen die het verdienen. Alleen op het punt van verdrinking verdienen migranten onze compassie. Vóór de oversteek vormen diezelfde levens niet het (morele) probleem van de EU, ook al zijn ze in veel gevallen in gevaar vanwege oorlog of vervolging. In het uiterste geval kunnen ze aanspraak maken op zoiets als ‘opvang in de regio,’ de beleidsmatige verpakking van ‘not in my backyard.’

Sinds de EU-Turkijedeal bestaat die ‘regio’ voornamelijk uit Turkije, een land dat zelf instabiel is en waar de mensenrechten niet gegarandeerd worden. En eenmaal op het Europese vasteland veranderen ze weer in een anonieme stroom ‘irreguliere migranten’ waar de Europese Unie niet op zit te wachten, en die tegen betaling van de EU worden gedeporteerd naar Turkije. Duurzame compassie is enkel gereserveerd voor de doden: onze gedeelde menselijkheid wordt pas volledig erkend wanneer het te laat is.

Het lichaam van een bootvluchteling op het strand van het Griekse eiland Lesbos. Foto: Mauricio Lima / The New York Times

De noodzakelijkheid van politiek

Hoe nu verder? Dit is geen oproep tot cynisme. Want zelfs als het zo is dat het redden van levens door humanitaire interventies een politiek van de dood in stand houdt, doet het de intenties van de hulporganisaties tekort om hen als schuldigen aan te wijzen.

Artsen zonder Grenzen bijvoorbeeld geen geld meer aan van de Europese Unie uit protest tegen het Europese migratiebeleid. Nog problematischer zou het zijn om te concluderen dat we dan maar geen mens meer moeten redden, om zo het Europese beleid van interruptie te laten imploderen.

Dit is dus een oproep tot politiek. In plaats van het doen van een beroep op onze menselijkheid, moeten we humanitaire interventies juist bevragen. De dodelijke gevolgen van het Europese migratiebeleid mogen niet worden verscholen achter de menselijkheid van de humanitaire interventies, die door de huidige situatie noodzakelijk worden gemaakt.

Om die politiek vorm te geven, moeten we ons ten eerste afvragen hoe de grenzen van Europa eruit zouden kunnen zien: in het teken van interruptie, ongewenstheid en crisis, of mobiliteit, humaniteit en een veilige overtocht? Ten tweede moeten we vragen wie er mogen spreken in naam van de mensheid. De EU, de civiele reddingsvloot, of ook de migranten zelf?

Want ondanks het gevaar van interruptie blijven mensen komen, op zoek naar de vrijheid en mensenrechten waar de Europese Unie voor zegt te staan. En dat is misschien wel de grootste paradox van de ‘migratiecrisis.’

Een Afghaanse vluchteling bidt na aankomst op het Griekse eiland Kos. Foto: Daniel Etter / The New York Times

Eerder in het Politiek Lexicon:

Wie ‘politieke correctheid’ zegt, staat met lege handen Links krijgt vaak het verwijt ‘politieke correctheid’ te bezigen en ‘de dingen niet bij de naam’ te willen, of te durven, benoemen. Laten we, in het Politiek Lexicon van vandaag, met dat politieke verwijt voorgoed afrekenen. Lees het verhaal van Willem Schinkel hier terug Europa: de voortzetting van de oorlog met andere middelen Ten aanzien van vluchtelingen en migranten voert Europa niets minder dan een politiek van de dood. De legitimatie? Oorlogsdreiging. In deze aflevering van het Politiek Lexicon: hoe Europa zich kan emanciperen om niet zelf te sterven. Lees het verhaal van Willem Schinkel hier terug Het is tijd voor een conclusie: witte onschuld is een illusie Het ‘kleine’ Nederland heeft er eeuwenlang een imposant imperialistisch rijk op nagehouden. Toch heeft het dat nooit echt willen weten. Dat heeft grote gevolgen voor de huidige racismediscussie: we blijven vergeten, ontwijken en ontkennen. Tijd voor een einde aan dat imperialisme. Vandaag in het Politiek Lexicon van socioloog Willem Schinkel: ‘witte onschuld.’ Lees het verhaal van Gloria Wekker hier terug