Vroeger, toen waren debatten over privacy nog lekker overzichtelijk. Met in de linkerhoek burgerrechtenactivisten die zich zorgen maakten over En in de rechterhoek ijzervreters die privacy de schuilplaats van het kwaad noemden. Crimefighters zoals Fred die discussies over grondrechten platsloegen met de ‘wie niets te verbergen heeft, hoeft nergens bang voor te zijn.’

Dat was vroeger, voor de onthullingen van Voor het dat aantoonde hoe onthutsend kwetsbaar de ict van de Nederlandse overheid was. Nu, met wekelijkse verhalen over en is er bijna niemand meer in Den Haag die nog durft te zeggen dat hij ‘niets te verbergen heeft.’

Dat leert een zoektocht naar de termen ‘privacy AND verbergen’ in de parlementaire zoekmachine Maar er is meer. Zelfs Fred Teeven nam in 2011 en 2014 in de Kamer expliciet van zijn geliefde ‘wie niets te verbergen heeft’-argument. De laatste die het onbekommerd durfde te gebruiken in de Kamer was LPF’er Joost Eerdmans in 2005.

Sindsdien gebruiken politici het zinnetje alleen nog maar om vervolgens te zeggen dat dat natuurlijk veel te simplistisch is. Tijd dus nu naar de daden van de politici te kijken. Wat beloofden de partijen over privacy in 2012? Wat maakten ze waar de afgelopen vier jaar? (Ga hier direct naar het resultaat.)

Wat hebben de partijen beloofd in 2012?

Dat drogreden nummer één is uitgeschakeld, is natuurlijk pure winst. Met de bescherming van onze persoonlijke levenssfeer is het op papier tegenwoordig dan ook veel beter gesteld dan een jaar of tien geleden.

Op papier is het met de bescherming van onze persoonlijke levenssfeer veel beter gesteld dan een jaar of tien geleden

Alle partijen besteedden in 2012 aandacht aan privacy. Op één uitzondering na pleitten ze in hun verkiezingsprogramma allemaal vóór privacy. en gingen er het gedetailleerdst op in en legden per dossier (zoals zorg, rekeningrijden, IT) vast hoe ze de burger wilden beschermen.

Ook de en de maakten zich sterk voor privacy. Wilders beloofde in 2012: ‘Privacy is cruciaal voor ons. Big Brother Vadertje Staat weet al veel van ons, en wil nog veel meer van ons weten: van ACTA tot cameratoezicht en Diginotar. De Partij voor de Vrijheid trekt graag een streep. Privacy moet gewaarborgd zijn. Een inbreuk mag alleen plaatsvinden als dit juridisch strak geregeld is.’

Alleen de liet een afwijkend geluid horen. Privacy kwam één keer kort voor in diens programma: ‘Bij de opsporing van criminelen en terroristen moeten de belangen van de slachtoffers en de samenleving zwaarder wegen dan het recht op privacy van de daders.’

Hebben de partijen zich aan hun beloftes gehouden?

De hardste maatstaf om deze vraag te beantwoorden, is het stemgedrag. Zoeken op het trefwoord ‘privacy’ levert in de afgelopen regeerperiode 98 treffers op: 28 wetsvoorstellen, 18 amendementen en 52 moties. De telling van de stemmen levert meteen een flinke verrassing op.

Wat opvalt is dat ‘Financiën’ met 48 hits verreweg de grootste categorie is, daarna ‘Zorg en gezondheid’ en ‘Economie’ met beiden 14. Het gekke is dat de categorieën ‘Openbare orde en veiligheid’ en ‘Recht’ slechts 5 respectievelijk 8 treffers tellen. Je zou verwachten dat juist op gebieden waar stevige veiligheidsmaatregelen genomen worden, privacy het meest besproken wordt.

Dat partijen privacy de afgelopen periode serieus namen, blijkt uit het feit dat de Kamer in bijna een derde van de gevallen – maar liefst 32 stemmingen: 11 moties, 21 wetsvoorstellen­ – unaniem pro-privacy stemde. Hoogstens was er hier en daar een enkele tegenstem van afgesplitste fracties als Houwers, Kuzu/Özturk of Bontes.

Vaak ging het dan om bescherming van privacy door derden, zoals bij of Algemene oproepen om wetgeving op het gebied van te moderniseren of om voor beleid konden ook op Kamerbrede steun rekenen.

Zoeken op leverde ook een paar interessante moties die Kamerbrede steun kregen. Een om met de Verenigde Staten te onderhandelen over een antispionageakkoord werd unaniem aangenomen, net als een motie van dat bij het delen van informatie met de NSA algemene mensenrechten worden gerespecteerd.

Ze vinden privacy allemaal belangrijk. Dus?

Nu zinsnedes in de mond nemen als ‘de juiste balans tussen veiligheid en privacy’ met ‘waarborgen voor de persoonlijke levenssfeer’ lijkt het erop dat zij privacy ook hoger in het vaandel dragen.

Maar als je naar hun stemgedrag kijkt, doemt een ander beeld op. Neem de zoekresultaten in onze op ‘privacy’ en veiligheidsgebied. Die categorie levert onder kabinet-Rutte II drie verworpen moties en een dito amendement op – in de marge van de besluitvorming dus.

Slechts één redde het: de PvdA stelde voor om de nieuwe iets aan te passen. Deze omstreden wet geeft de gemeente toegang tot politiegegevens om preventief ‘risicoburgers’ te kunnen weigeren in bepaalde wijken en maakt dus op de persoonlijke levenssfeer van burgers. Het PvdA-amendement regelde dat het niet meer burgemeester en wethouder zijn die beslissen over de vergunning, maar alleen de burgemeester. Dat biedt op papier iets meer privacy voor de betrokken burger, maar echt verschil maakt het niet.

Dit voorbeeld laat meteen zien hoe lastig het is om het privacybeleid van partijen te beoordelen. Inderdaad hebben de partijen die traditioneel veiligheid boven privacy stellen (50Plus, PVV en afsplitsingen Bontes/Van Klaveren, Van Vliet, Klein, SGP en VVD) tegen het amendement gestemd en partijen met een duidelijker pro-privacy imago zoals ChristenUnie, D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren en SP voor, maar de wet zelf, die de vergaande informatiedeling mogelijk maakt, is gewoon ingevoerd.

Gericht zoeken naar de over de wet leert dat - ondanks de van de Raad van State – een overweldigende meerderheid van de Kamer voor heeft gestemd: alleen Kuzu/Özturk, Partij voor de Dieren en SP stemden tegen. Dat is opvallend, omdat alle partijen in hun programma’s het wel principieel opnamen voor privacy.

Laten we eens een betere lakmoesproef nemen

Goed, het is natuurlijk leuk en aardig dat de Kamer unaniem voor het beschermen van grondrechten is tegenover de NSA, maar wat stemmen partijen als het puntje bij het paaltje komt?

Ik besloot daarvoor naar de houding tegenover Edward Snowden te kijken. Zie je hem als een klokkenluider of als een landverrader? Een naar Snowden leert dat zijn naam 69 keer is gevallen in de Tweede Kamer.

Ronald van Raak (SP) is het Kamerlid dat hem het meest noemde: dertien keer. Van Raak diende drie moties in over Snowden, die het alle drie niet haalden. In november 2013 stelde hij voor de ex-NSA-medewerker naar Nederland te halen voor een hoorzitting, en hem daarbij te beloven dat hij niet zou worden uitgeleverd aan de Verenigde Staten. Redelijk kansloos, want zoiets zou een enorme diplomatieke rel met de Amerikanen hebben veroorzaakt.

Het CDA kwam op dezelfde dag met een veel haalbaarder motie, waarin werd voorgesteld zo snel mogelijk ‘in gesprek’ te komen met Snowden. Ook die motie haalde het niet. In april 2014 stelde Van Raak voor om Snowden asiel te verlenen. Dat vonden verder alleen GroenLinks en de Partij van de Dieren een goed idee. Het was duidelijk een herhalingszet voor de bühne: asiel verlenen aan Snowden zou nog veel meer ruzie met Washington opleveren dan tijdelijke immuniteit voor een hoorzitting.

Maar Van Raak was nog niet klaar. Op diezelfde dag diende hij met Gerard Schouw van D66 nog een motie in met een veel realistischer doel: ze vroegen de regering ‘te reageren op de verschillende onthullingen van klokkenluider Edward Snowden en daarbij aan te geven welke zaken de regering kan bevestigen, welke zaken de regering kan ontkennen en over welke zaken de regering geen informatie heeft.’

Dat zijn zeer relevante vragen waar veel Nederlanders graag antwoord op zouden willen hebben – al zit geen enkele regering en geheime dienst erop te wachten om tot op dat detailniveau over inlichtingenwerk te praten. Ook verworpen.

Wat zegt dit alles nu? Dat de bewonderaars van Snowden in de minderheid zijn. Niet vreemd: een ruime meerderheid van de VVD, PVV, Bontes/Van Klaveren, Van Vliet, SGP en PvdA stemden tegen alle moties rond Snowden. Partijen als D66 en ChristenUnie steunden alleen de moties die in de echte wereld ook uitvoerbaar zouden zijn. PVV-er Martin Bosma noemde Snowden één keer: hij vond dat mensen zoals Snowden niet op bescherming in het Huis voor Klokkenluiders hoeven te rekenen.

Zo biedt een eenvoudige zoekslag naar een aardige lakmoesproef over hoe Nederlandse partijen echt denken over privacy en surveillance door veiligheidsdiensten: de zaak-Snowden dwingt politici tot meer dan mooie voornemens, ze moeten concrete standpunten innemen. Er is een duidelijk links blok (SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren), een duidelijk rechts blok (VVD, PVV en afsplitsingen, SGP) en een pro-privacy maar pragmatisch midden (D66 en ChristenUnie). De PvdA zit in een lastige positie. Ze zitten van nature links van het midden maar trekken op met de hardere aanpak van coalitiegenoot VVD.

Dus waar zitten de echte verschillen?

Het moge duidelijk zijn: spraakmakende en controversiële voorstellen geven een veel scherper beeld dan brave, algemene moties.

Zeer omstreden is de die de AIVD en MIVD veel uitgebreidere online surveillancebevoegdheden geeft. Deze wet is eind oktober naar de Kamer gestuurd, dus daar is nog geen stemming over geweest.

Twee andere wetten waar veel maatschappelijke onrust over is geweest, zijn al wel door de Kamer. De Wet Computercriminaliteit III (de ‘terughackwet’) is op 20 december 2016 aangenomen. De Kamer was er sterk verdeeld over en had

Deze wet geeft de politie namelijk de bevoegdheden zelf computers te hacken. De politie maakt daarbij gebruik van bekende zwaktes in de software, zonder de makers en de gebruikers te waarschuwen. De politie kan er dus belang bij hebben om kwetsbaarheden in software in stand te laten.

De VVD en PvdA kwamen daarom met een amendement dat de rechter-commissaris toestemming moet geven als de politie een kwetsbaarheid geheim wil houden. Dat is een verbetering, maar de wet blijft vergaande inbreuken mogelijk maken. VVD, PvdA, CDA, CU, SGP stemden voor. Tegen waren de SP, PVV, Bontes/Van Klaveren, Klein, D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren en 50Plus.

Dan nog de omstreden Wet marktordening gezondheidszorg, die verzekeraars meer mogelijkheden biedt om het medisch beroepsgeheim te doorbreken als ze op zoek zijn naar fraude. Dat is volgens critici nogal een terwijl het aantal fraudezaken verwaarloosbaar is. PvdA, Van Vliet, Houwers, VVD, SGP, CDA, Bontes/Van Klaveren en de PVV stemden voor, GroenLinks, SP, D66, CU en Partij voor de Dieren tegen.

Dus hoe presteerden de partijen?

Wie sterk aan privacy hecht, kan, als je naar de daden van de afgelopen vier jaar kijkt, het best stemmen op GroenLinks, SP of Partij voor de Dieren. Zij hebben door hun stemgedrag laten zien dat ze privacy daadwerkelijk serieus nemen. ChristenUnie en D66 hebben ook een behoorlijk goed trackrecord, maar zijn pragmatischer omdat ze soms ook tegen privacy stemmen.

Het CDA is als oppositiepartij meer begaan met privacy dan destijds als regeringspartij met ministers van Justitie zoals Piet Hein Donner en Ernst Hirsch Ballin, maar overtuigt nog niet echt.

De SGP heeft als enige partij expliciet in aangegeven privacy niet zo belangrijk te vinden en dat lieten ze in hun stemgedrag ook zien.

De PVV heeft nogal een wisselend trackrecord op privacygebied, maar gezien hun openlijke minachting voor Europese wetgeving en de rechterlijke macht is het duidelijk dat de rechtsstatelijke bescherming van grondrechten bij de PVV niet in goede handen is.

VVD en PvdA toonden zich in 2012 in hun programma’s behoorlijk pro-privacy. Vooral de VVD nam een aanzienlijk genuanceerder standpunt in over privacy dan een aantal jaren geleden. Tegelijkertijd heeft het kabinet-Rutte II wel een aantal wetten ingevoerd die een ernstige inbreuk vormden op privacy.

Zo kun je politici zélf op hun daden (in plaats van hun woorden) beoordelen We hebben alle moties, amendementen en wetten sinds 1995 doorzoekbaar gemaakt. Daarmee krijgen we eindelijk inzicht in wat partijen waarmaken van wat ze beloven. In deze update leg ik uit hoe je zelf op zoek gaat. Lees hier mijn update terug

Meer verkiezingsverhalen?

Verkiezingscampagnes draaien om woorden. Helpen jullie mee partijen af te rekenen op hun daden? Met de Universiteit van Amsterdam hebben we alle moties, amendementen en wetten sinds 1995 doorzoekbaar gemaakt. Daarmee krijgen we eindelijk inzicht in wat partijen waarmaken van wat ze beloven. Help jij ons dat in kaart te brengen? Lees de oproep hier terug Haalt onze democratie de verkiezingen eigenlijk wel? Zodra de premier in DWDD zit, weet je dat er verkiezingen komen. In mijn Politiek Dagboek wil ik de komende maanden zoeken naar de onderliggende thema’s. Vandaag maar direct het grootste: het dominante economisch denken en de crisis in de democratie. Lees de column hier terug