Soms heeft goed schrijfadvies niets met stijl of personages of spanningsopbouw te maken. En zelfs niet met schrijven. In elk geval niet direct.

Vanaf 1915 probeerde Isaak Babel, een Joodse Rus uit Odessa, zijn verhalen te slijten aan bekende tijdschriften. Dat ging moeizaam – totdat dé schrijver en tijdschriftredacteur van die tijd, twee van Babels verhalen publiceerde.

Ze werden landelijk bejubeld. Het was de gedroomde lancering van een veelbelovend schrijverschap – maar Gorki’s belangrijkste handreiking aan Babel kwam pas daarna, in de vorm van een wijze raad.

Gorki raadde zijn jonge collega niet aan om het werk van pakweg Gustav Flaubert goed te bestuderen, of om veel te tonen en weinig te vertellen, of om eens wat vaker de indirecte rede te gebruiken. Gorki spoorde Babel aan om zich ‘onder de mensen’ te begeven.

Het was toen 1917. Chaos en revolutie, burgeroorlogen en opstanden woedden door heel Rusland. En Babel meldde zich aan als

Babel weet hoe je een kort verhaal schrijft

De jaren daarna bleef Babel zich onder de mensen begeven en bleef hij het leger van dichtbij volgen, als een embedded journalist avant la lettre. Die ervaringen leidden uiteindelijk tot een korteverhalenbundel die in 1926 verscheen, en bijna honderd jaar later nog steeds wordt gelezen en bejubeld. Deze maand lezen we de bundel met de Boekenclub.

Babel heeft evenveel aandacht voor de ellende van de oorlog, als voor de schoonheid van het onder de mensen zijn

Babel heeft iets van een writer’s writer: een schrijver die vooral bewondering en geestdrift oproept bij andere schrijvers, en stukken minder bij het grote publiek. Tommy Wieringa is een bewonderaar, net als A.L. Snijders en de Amerikaanse writer’s writer James Salter. In zijn brievenrubriek in Humo noemde Arnon Grunberg Isaak Babel ‘de beste korte-verhalenschrijver van de vorige eeuw.’ De titel van een andere rubriek, ‘Grunberg onder de mensen,’ verwijst dan ook naar Gorki’s advies aan Babel.

Voor zijn liefhebbende schrijvers heeft Babel ongetwijfeld een soort voorbeeldfunctie: zó schrijf je een kort verhaal. Tegelijk lyrisch en nuchter, in heldere, kernachtige, maar alles behalve sobere zinnen, het sentiment steeds perfect gedoseerd. Babel heeft evenveel aandacht voor de ellende van de oorlog, als voor de schoonheid van het onder de mensen zijn, of van het leven in het algemeen – de ellende en de schoonheid lopen constant in elkaar over. Babel schrijft suggestief, er zitten werelden van betekenis achter elke zin, maar hij is nooit vaag, hij laat je heel precies aanvoelen hoe die werelden eruitzien.

Door Babel kom je onder de mensen

In 2013 verscheen er een nieuwe vertaling van Babels Verzamelde Verhalen. Dat was nodig ook: de oorspronkelijke vertaling van Charles B. Timmer deed behoorlijk wollig en gedateerd Vertaalster Froukje Slofstra bleef dichtbij Babels rake, compacte, toegankelijke stijl, waardoor we De Rode ruiterij en de andere verhalen eindelijk écht kunnen lezen in Babel-Nederlands.

En in het geval van Babel is lezen ook beleven. De Rode ruiterij spreekt Gorki’s advies in zekere zin tegen: misschien hoef je helemaal niet naar buiten te gaan om je onder de mensen te begeven. Misschien hoef je niet aan het front te zijn geweest voor een overweldigende oorlogservaring. Misschien kun je ook gewoon een prachtige verhalenbundel openslaan, en ben je er dan al middenin.

Schrijf je in voor de boekenclub Wil je meelezen? Meediscussiëren? En als eerste horen welk boek we komende maand gaan lezen? Schrijf je deze week in voor de boekenclub, en ontvang het nieuws en de updates in je mailbox.
Naar het aanmeldformulier
Dit is de boekenclub van De Correspondent in dertien veelgestelde vragen De veellezer klaagt dat hij hoogstens één roman per week leest. De weiniglezer klaagt dat hij alleen nog maar op vakantie leest. Voor beide groepen ben ik de leesclub van De Correspondent begonnen. Ruim 2.700 lezers werden al lid. Lees je mee? Lees het verhaal van Dries hier terug

Zo ging de vorige Boekenclub:

Kijk mee in het hoofd van de beste debutant van vorig jaar Als je haar zes jaar geleden had verteld dat ze een roman zou publiceren, had ze hard gelachen. Toch werd Roos van Rijswijks roman Onheilig vorig jaar lyrisch ontvangen. In dit interview vertelt ze hoe dat boek ontstond en hoe ze zichzelf al schrijvende beter maakte. Lees mijn interview hier terug Roos van Rijswijk schreef het beste debuut van 2016. Laten we het samen lezen Niet meer, maar beter lezen. Dat is het goede voornemen van de Boekenclub dit jaar. Deze maand lezen we Onheilig van Roos van Rijswijk. Haar compacte roman won in 2016 de Anton Wachterprijs voor het beste debuut. Lees en discussieer je mee? Lees de aankondiging hier terug Waarom ons Boek van de Maand zo vlekkeloos is (en er toch alle ruimte voor discussie is) Het is geschreven door een jonge debutante, kreeg unaniem lovende recensies en het plaatsje Nieheim bestaat echt. Dit moet je weten over ons Boek van de Maand: Onheilig, van Roos van Rijswijk. Lees het verhaal hier terug