Afgelopen zondag ging Sam Louis (47) vroeg naar bed. Hij was kapot. Het hele weekend begeleidde hij Syrische en Irakese vluchtelingen met huwelijksproblemen. ‘Toen we afscheid namen, moesten veel mensen huilen. Het was prachtig.’

Er waren veertien echtparen die niet langer dan twee jaar in Nederland zijn. Een groot aantal van hen kampt met oorlogstrauma’s. Een van de mannen was ontvoerd door Islamitische Staat en dat werkt nog steeds door.

Ook heeft de overgang naar de Nederlandse maatschappij effect op veel relaties. ‘De vrouwen krijgen in Nederland een grotere mond. Daar moeten mannen mee leren omgaan,’ vertelt Louis.

Ze waren het hele weekend samen in het christelijke vakantieoord De Betteld in Amerongen. Tijdens groepssessies verkenden ze alle ‘donkere hoekjes in hun hart.’ Ze hadden de hulp ingeroepen van Allah, vertelt Louis. ‘Want als die in huis is, komt er vrede.’

‘Allah’ is Arabisch voor ‘God.’ Arabischsprekende moslims én christenen gebruiken het woord. Dat kwam goed uit, want in De Betteld waren ze met christenen en moslims samen. Louis is christen, hij is aangesloten bij de christelijk-gereformeerde kerk. Hij wil Syriërs verenigen, zoals hij dat ook doet met echtgenoten die elkaar zijn kwijtgeraakt.

Sam Louis, de brug

Volgens Louis gaat de oorlog in Syrië door in Nederland, zij het met andere middelen. Syriërs schelden elkaar uit op Facebook - hij zag al ‘geitenkop,’ ‘hond’ en ‘varken’ voorbijkomen. Of ze maken elkaar voor de groep verdacht en zeggen dat iemand van IS of de Syrische geheime dienst is. ‘Veel Syriërs botsen met elkaar en hebben wraakgevoelens. Er is geen vrede in het hoofd.’

‘Veel Syriërs botsen met elkaar en hebben wraakgevoelens. Er is geen vrede in het hoofd’

Zeventien jaar geleden vluchtte hij uit het Syrische Homs. Nu grote groepen Syriërs hem jaren later volgen, wil hij voor hen de ‘brug’ zijn. Wat dat betekent, heeft Louis geleerd van pater Frans van der Lugt, die in 2014 in Homs door jihadisten werd vermoord. Pater Frans hielp iedereen, ongeacht geloof of afkomst. Dat werk wil Sam Louis voortzetten.

Louis groeide op naast het klooster van pater Frans in Homs en werkte jarenlang met hem samen. Pater Frans was voor hem als een vader, een broer, een vriend – hij weet niet hoeveel woorden hij moet gebruiken om zijn liefde voor die man uit te drukken. Als hij kijkt naar een oude foto waarop hij naast pater Frans staat tijdens een wandeling in de Syrische bergen, zegt hij: ‘Dat doet pijn.’

Sam Louis, de gelovige

Sam Louis woont met zijn vrouw Darin en hun dochtertjes van acht en vijf jaar in Hasselt, een stil stadje boven Zwolle. In hun rijtjeshuis hangen veel kruizen, eentje met het Onze Vader erop geschreven. Zijn jongste dochter is thuis en speelt naast hem op de bank. Zijn vrouw is ziek en ligt boven in bed. Louis zet appelgebak op de glazen salontafel.

Hij werkt bij installatiebedrijf Breman in Genemuiden, waarvoor hij technologische apparatuur aanlegt. In zijn vrije tijd is hij vaak te vinden in asielzoekerscentra in de buurt of hij komt bij vluchtelingen thuis. Hij leert ze bijvoorbeeld kennen via de interkerkelijke Stichting Gave, die ook het weekend met de veertien echtparen heeft gesubsidieerd.

Soms neemt hij vluchtelingen mee naar de kerk, ook moslims. Hij heeft geen behoefte ze te bekeren, ze geloven al in Allah. Hij wil ze de gelegenheid geven in contact te komen met Nederlanders.

Sam Louis, de vluchteling

Als er iemand is die begrijpt wat deze mensen voelen, is het Sam Louis. Hij heeft in het Midden-Oosten dezelfde ellende meegemaakt als zij. Zijn vader was Syrisch en zijn moeder Libanees, ze woonden in de Libanese hoofdstad Beiroet. Op zijn zesde, in 1975, brak daar net zo’n onoverzichtelijke strijd uit als later in Syrië.

Heel wat uren brachten ze door in de gang, omdat daar geen ramen waren waar kogels doorheen konden. Als ze de straat op moesten om eten te kopen, keken ze eerst uitgebreid of er geen schutters waren. Toch werd op een dag zijn oudere broer van acht in het hoofd geraakt. Hij stierf.

Op een dag werd zijn oudere broer van acht in het hoofd geraakt. Hij stierf

Sommige nachten hoorde je alleen maar raketten inslaan. Toen het op een dag rustig was, huurden zijn ouders een minibus en vertrokken naar Homs. Zijn opa en oma van vaderskant woonden naast het klooster van pater Frans. Ze vestigden zich in de buurt. Hier zou het veilig zijn.

Sam Louis, de volger

Sam Louis ging naar de zondagsschool van pater Frans. Zo leerde hij de man kennen die door iedereen abuna (onze vader) werd genoemd. De Nederlandse pater was in 1980 in Syrië gekomen en er nooit meer weggegaan. Hij woonde in Aleppo en Damascus, maar het langst in Homs.

Pater Frans was gek op Syrië, vooral op de hoge bergen waar hij wandeltochten organiseerde. Verder zette hij zich in voor armen, zieken of mensen met huwelijksproblemen. Hij ving slachtoffers van mishandeling of verkrachting op. Hij bemiddelde bij eerwraak of ontvoeringen. Christen, moslim, Koerd - iedereen mocht bij hem langskomen, ook om twee uur ’s nachts.

Pater Frans raakte bevriend met de ouders van Sam Louis en kwam veel bij hen over de vloer. ‘Hij werd familie,’ zegt Louis. ‘Hij was een hele grappige man. Hij voetbalde mee in het klooster en schreeuwde om de bal. Materie interesseerde hem niet. Hij sliep in een kamer op een matras op de grond. Tegen de wanden stonden boeken. Verder had hij een rugzak en wandelschoenen, dat was alles. Liefde en God, die waren voor hem belangrijk.’

Na de middelbare school deed Louis een studie elektrotechniek en hij kreeg een eigen muziekwinkel die algauw goed liep. Daarnaast verhuurde hij zich als dj. ‘Ik had een salaris waar zes gezinnen van konden leven.’

Maar door alle drukte en het geld raakte God een beetje uit beeld. Hij begon pater Frans te missen en hij besloot in het klooster te gaan werken als jeugdbegeleider. Als abuna ergens een probleem moest oplossen, ging Sam Louis mee. Het was liefdadigheidswerk, maar hij raakte eraan ‘verslaafd.’ ‘Het is heel prettig om niet alleen aan jezelf te denken.’

Ze trokken steeds meer met elkaar op. Louis deed mee aan retraites in het klooster. Pater Frans gaf hem privélessen sociologie. Ze wandelden door de bergen. Pater Frans was alles voor hem.

Sam Louis, de bemiddelaar

Vanaf de jaren tachtig kwamen Egyptische het land binnen met als doel hun geloofsgenoten in Syrië te beïnvloeden met hun fundamentalistische ideeën. Ook toen bleef pater Frans met iedereen in gesprek. Hij vond het vreselijk als mensen zich terugtrokken in hun eigen groep en stimuleerde het samenleven.

De verhouding tussen christenen en moslims was altijd goed geweest, maar tussen christenen en radicale moslims ontstonden spanningen. Sam Louis veroordeelde eerwraak, waarna radicale figuren hem acht maanden ontvoerden. Toen hij in 1999 vrij kwam, vluchtte hij naar Nederland.

De eerste vraag die Syriërs in Nederland elkaar stellen is: ‘Ben jij pro- of anti-Assad?’

Hij zat een jaar in het asielzoekerscentrum in Dronten en kreeg een huis in Hasselt. Hij werkte in een tapijtfabriek, een ventilatorbedrijf, een chemisch bedrijf, bij de post en als taxichauffeur. In 2007 trouwde hij met Darin. Op zijn telefoon laat hij zien hoe mooi ze eruitzag in haar witte trouwjurk met overal tule.

Sinds een jaar of twee trekt hij zich het lot aan van vluchtelingen. Hij spreekt Arabisch en heeft in dezelfde situatie gezeten als de nieuwe generatie vluchtelingen. Daardoor vertellen ze hem veel.

Hij is bezorgd om wat hij hoort. De eerste vraag die Syriërs in Nederland elkaar stellen is: ‘Ben jij pro- of anti-Assad?’ Als ze het Louis vragen, zegt hij: ‘Ik ben pro McDonald’s. Daar zit ik vaak.’ Hij wil uit de vicieuze cirkel van haat.

Want Louis merkt hoe woedend veel Syriërs zijn. ‘Elke dag zijn ze aan het vloeken tegen IS, Assad, Rusland, tegen iedereen.’ Via de televisie volgen ze intensief de oorlog in hun land. Op een laptop van een vluchteling zag hij IS-filmpjes staan. Ook kinderen krijgen dit soort beelden in overvloedige hoeveelheden mee, vertelt Louis.

Sam Louis, de observator

Vaak zijn het de mannen die vast blijven zitten aan de oorlog. Veel vrouwen voelen zich in Nederland juist bevrijd. In hun eigen land kunnen ze dromen van een scheiding, maar hun familie zegt meestal: ‘Blijf maar bij hem. Denk aan de schande als je weggaat.’

Louis kent nogal wat vluchtelingenvrouwen die in Nederland vrijwel meteen een echtscheiding aanvragen. Eindelijk kan het. Ook als het niet zover komt, veranderen de verhoudingen tussen man en vrouw. Zij wordt mondiger, hij moet leren minder de baas te spelen.

In alle gevallen zijn de kinderen de dupe. Zij voelen de spanningen thuis en ook zij moeten leren omgaan met de vrijere mores van de Nederlandse cultuur. Louis kent een Syrische puber die rookt, drinkt en blowt. Zijn wanhopige vader zegt: ‘Het is de schuld van Nederland.’

De meeste ouders hebben ook geen idee hoe ze hun kinderen structuur moeten bieden, merkt Louis. In een dictatoriaal land zit die structuur in de hele maatschappij. In het vrije Nederland is het de taak van de ouders structuur aan te brengen, maar mensen uit strikte landen als Syrië hebben dat niet geleerd.

Sam Louis, de stichter

Er moet wat gebeuren, vindt Sam Louis. ‘Veel vluchtelingen voelen zich machteloos. Ze willen graag hun problemen aanpakken, maar ze weten niet hoe. Als we niks doen, kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.’

Voor hen wil hij een stichting oprichten: de Brug. Hij wil met een club mensen de brug zijn tussen hen en de Nederlandse maatschappij. De groep bestaat uit Erika de Boer, voorzitter van de Adviesraad Sociaal Domein van de gemeente Zwartewaterland en zijn vrouw Darin.

Hij wil met een club mensen de brug zijn tussen hen en de Nederlandse maatschappij

Met zijn drieën bouwen ze aan een netwerk dat vluchtelingen benadert zodra ze een verblijfsvergunning hebben gekregen. Want dan begint het zelfstandige leven in Nederland en moet een antwoord komen op drie vragen. Wat zijn de geestelijke problemen? Wat wil de nieuwkomer met werk of studie? En dan natuurlijk nog: hoe kunnen alle Syrische groeperingen worden verenigd? Zodra dat helder is, komt het netwerk met advies.

Het drietal wil klein beginnen, in de gemeente Zwartewaterland, en daarna meer gemeentes erbij betrekken. Een verzoek om medewerking ligt nu bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Hoeveel geld Louis nodig heeft, is nog onduidelijk. Eerst wil hij weten of de VNG iets ziet in

Sam Louis, die wil vooruit

Aan de toenadering tussen Syriërs werkt Sam Louis nu al. ‘De oorlog moet uit de hoofden,’ zegt hij. Maar hoe? Vaak vertelt hij de Syriërs die hij spreekt het volgende: ‘Luister, Duitsland was ooit de vijand van Nederland, maar heeft na de oorlog toch meegeholpen Europa op te bouwen. Zo moeten wij ons ook opstellen. Met z’n allen zijn we Syriërs.’

Zo zet hij het werk van pater Frans voort. De man die hem dierbaar was, werd doodgeschoten op 7 april 2014. ‘Drie dagen later zou hij 76 zijn geworden,’ zegt Louis. ‘Een maand later was het beleg van Homs voorbij.’

Alle jaren na zijn vertrek uit Syrië hielden ze contact. Een maand voor zijn dood belden ze voor het laatst. Sam Louis had niet gezegd dat pater Frans weg moest uit Homs. Hij wist dat abuna dat niet ging doen.

Het oude stadscentrum werd sinds 2011 omsingeld door allerlei soorten jihadisten. Honderden inwoners zochten een heenkomen in het klooster omdat pater Frans met al zijn contacten nog aan eten kon komen. Op het laatst had niemand meer wat en aten ze gras.

Pater Frans voelde zich verantwoordelijk voor de mensen in zijn klooster. Daarom wilde hij niet weg. ‘En hij verwachtte niet dat hij zou worden vermoord. Hij dacht: ik heb een goed contact met mensen in de wijk. Maar de kogels kwamen van de jihadisten en die kwamen van buiten.’

Op 7 april ontving Sam Louis een sms’je met een foto van pater Frans liggend op de grond. Om hem heen bloed. Zijn moeder die op bezoek was uit Zweden, kreeg diezelfde dag een hartaanval. Later kreeg hij foto’s waaruit bleek dat de pater was gemarteld. Op zijn hele lichaam zaten striemen.

Op 25 april ging Sam Louis naar de Obrechtkerk in Amsterdam voor de herdenking. Bij de ingang stond een groot portret van Pater Frans. Hij ging ernaast staan om zich te laten fotograferen. In zijn hand had hij een papier waarop in het Arabisch stond geschreven: ‘Vooruit.’

‘Vooruit. Hij bedoelde: ga maar verder. Let’s go. Dat zei hij altijd tegen iedereen. Optimistisch hè?’, zegt Louis. Precies dat woord speelt sindsdien door zijn hoofd.

Dit verhaal is onderdeel van het initiatief Nieuw in Nederland. Zonder financiële bijdrage van was dat niet mogelijk geweest.

Verder lezen?

Mek vertelt nieuwkomers niet hoe ze moeten leven, maar neemt ze op in de gemeenschap Je kunt vluchtelingen in een inburgeringsklasje vertellen wat ze moeten weten. Je kunt ook met ze gaan voetballen en ze helpen bij het zoeken van een baan en huis. Want kijk eens hoe Mekonnen Ykeallo zijn mannen helpt. Lees mijn portret hier terug Vluchtelingen hebben weinig contact met Nederlanders (en andere eerste resultaten van Nieuw in Nederland) Vluchtelingen hebben weinig contact met Nederlanders. Een deel heeft geen huisarts en een nog groter deel geen tandarts. Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van het eerste onderzoek van Nieuw in Nederland. Lees het verhaal van Greta Riemersma en Dick Wittenberg hier terug Hier verzamelen we alle verhalen én vertalingen van het initiatief Nieuw in Nederland Honderden Correspondentleden interviewen vluchtelingen over hun nieuwe bestaan in Nederland. Hun verhalen vormen de basis voor de stukken binnen het initiatief Nieuw in Nederland. Hier zetten we al die verhalen én vertalingen op een rij. Lees alle stukken hier terug