Brian, Joe en Nate! De oprichters van Airbnb worden bij hun voornamen voorgesteld aan een stampvolle theaterzaal in Los Angeles. Het publiek ontvangt het drietal als rocksterren, staand, klappend, fluitend. In spijkerbroeken, T-shirts en op sneakers betreden de miljardairs het podium voor hun jaarlijkse eind 2016, waarin ze de nieuwste functies van hun tech-baby introduceren.

De hele happening ademt de nalatenschap van Steve Jobs: het lege podium, de eenvoudige outfits, de grote onthulling waarop wordt geanticipeerd, het gepolijste verhaal, het sektarische gejubel van het publiek. En natuurlijk dat wat nooit mag ontbreken, het kloppende hart van iedere zichzelf respecterende start-up: de herinnering aan hoe het allemaal begon. Niet in een garage, in dit geval, maar in het appartementje van Brian en Joe. In 2008 verhuurden zij daar uit geldnood een luchtbed (met een ontbijtje erbij), vanaf de provisorische, zelf geknutselde

later staat CEO Brian nog altijd in zijn T-shirt op het podium. En wat hij vertelt in klare TED-talk-taal moet benadrukken dat Airbnb, ondanks die nog steeds het supersympathieke bedrijf van weleer wil zijn. Een bedrijf dat mensen bij elkaar brengt. ‘Technology does not have to be a threat to people,’ zegt hij. Integendeel. Mensen, zo moeten de nieuwe functies die hij introduceert laten zien, zijn de belangrijkste grondstof voor Airbnb.

Naast de mogelijkheid om in iemands huis te slapen, biedt Airbnb via een vernieuwde app vanaf nu ‘ervaringen’ aan, die bijdragen aan het meest gemarkete doel van het platform: gebruikers een kans bieden om tijdelijk echt op te gaan in de lokale gemeenschap.

De app die CEO Brian demonstreert, presenteert het aanbod aan ervaringen in een keuzemenu dat doet denken aan Netflix: elk pakket heeft een pakkende titel die prijkt op een aanlokkende filmposter. Allemaal hebben de ervaringen als doel jou onder te dompelen in een wereld die niet de jouwe is. Allemaal worden ze – tegen betaling – aangeboden door markante locals, die de omgeving kennen en er spannende dingen doen. Je kunt vliegvissen met een oude, wijze man in Canada; jazzdansen in New Orleans met een lokale dandy; Toscaans lunchen met een broeierige Italiaan. Ervaringen waarvan je als ‘gewone’ toerist slechts kunt hopen dat je ze zomaar meemaakt, Airbnb maakt ze met een klik beschikbaar, on demand, net als een goede serie.

Alsof je er woont

Een toerist als alle andere: Airbnb speelt in op de weerzin die deze classificatie oproept bij velen. Een gewone toerist, zo blijkt ook uit Brians keynote, is iemand die in rijen aansluit, thematische bustours maakt en koortsachtig met zijn selfiestick zwaait, om voorbijflitsende hoogtepunten te vangen in scheve kiekjes die nooit meer bekeken worden.

De ideale gebruiker van Airbnb, daarentegen, is een ‘reiziger,’ iemand met een open blik, die zijn eigen, unieke verhaal creëert door een plek te beleven via de locals. Airbnb handelt in het type genot dat het oplevert om in een nieuwe stad een fijn café zonder toeristen te ontdekken, waar je dagelijks kunt terugkeren voor een praatje met de barman.

‘Ervaar de stad alsof je er zelf woont,’ zo adverteert de Nederlandse site van Airbnb, en dat is precies wat een gebruiker als ik verlangt als ze een smaakvol ingericht, huiselijk appartement uitkiest op Airbnb: een proefje van het leven als Parisienne, Berliner of New Yorker.

Airbnb brengt gebruikers een stap dichter bij het onvervulbaar verlangen geen toerist te zijn

Zo nam ik in New York twee maanden het leven over van een Chileense kostuumontwerpster, Rosa. Ik vond haar kleurige appartement op Airbnb. Het riep de vervlogen hoogtijdagen van het bohemienbestaan in herinnering – repro’s van vroeg modernistische schilderijen aan de muur, een boekenkast vol experimentele poëzie, exotische snuisterijen overal. De hele situatie appelleerde aan een dubbele schijnheimwee, naar een plaats én een tijd die nooit de mijne is geweest.

Ik schreef aan Rosa’s keukentafel, ontmoette een paar van haar vrienden, ontdekte haar rustige buurt, diep in Brooklyn, die ik als ‘gewone’ toerist niet had ontdekt en – hier volgt een bekentenis – ik droeg haar kleren, toen bleek dat ik niet goed was voorbereid op de verzengende hitte van die zomer.

Natuurlijk, dat van die kleren was verre van smaakvol. En dat ik terechtkwam in Rosa’s buurt (een uur van Manhattan) had meer te maken met een beperkt budget dan met een diepe interesse in de kalme volkswijken van Brooklyn. Toch ervoer ik mijn verblijf in Rosa’s leven als iets verheveners dan toerisme. Ik was tijdelijk thuis in New York, bleef ver van de toeristische hoogtepunten en verkende de stad vanuit een onverwachte hoek.

Airbnb, zoals het bedoeld is, brengt gebruikers een stap dichter bij wat uiteindelijk een onvervulbaar verlangen is: geen toerist zijn.

Anti-toerisme

Iets nieuws is dat niet. Al in de negentiende eeuw, toen toerisme langzaamaan voor een grotere groep mensen tot de mogelijkheden begon te horen – mede door de opkomst van treinreizen en reisorganisaties –, klaagden zogenaamde anti-toeristen over de hordes die hun authentieke reisbeleving vergalden. De toerist was een product van Europese modernisering, de weerzin die hij opriep, was een tegenreactie daarop.

Een beroemde, vroege vertegenwoordiger van het anti-toerisme kwam uit de romantische hoek: de Britse dichter en ervaren reiziger Lord Byron. ‘The most distant glimpse or aspect of them poisoned the whole scene,’ zo schreef hij in een van zijn reisverslagen over zijn reizende landgenoten, die hij op steeds meer plekken tegenkwam. Al in 1817 omschrijft hij Rome aan een vriend als ‘pestilential with English, – a parcel of staring boobies, who go about gaping and wishing it to be at once cheap and magnificent.’

Byron vertegenwoordigde de gedachte dat reizen alles te maken had met zelfverwezenlijking. Een goede reiziger was een loner, die een hoogstpersoonlijke, unieke relatie aanging met de vreemde cultuur die hij tegenkwam. Plekken die iedereen bezocht, werden gemeden en het was zaak je zo nadrukkelijk mogelijk van de massa te onderscheiden. (Dat die massa daarvoor natuurlijk wel nodig was, is slechts een van de tegenstrijdigheden van deze zienswijze.)

Aan het verlangen om onszelf, net als Byron, als reiziger te zien en niet als toerist, ligt een nostalgie ten grondslag naar een wereld die nog niet onder de voet gelopen is door toeristen, een wereld waar nog iets te ontdekken valt. Even romantisch is de obsessie met volkscultuur en authentieke gebruiken (het rustieke eettentje, het bruisende dorpscafé, de traditionele markt), die voortkomt uit het gevoel dat de modernisering en het kosmopolitisme ons beroofd hebben van een bepaalde authenticiteit en nationale identiteit.

Authenticiteit

Het duurde na de opkomst van het anti-toerisme niet lang voordat reisorganisaties brood begonnen te zien in dat verlangen. Authenticiteit werd een van de belangrijkste consumptieartikelen van de toeristenindustrie.

In zijn boek Het ware leven is elders. Filosofie van het toerisme noemt filosoof Ruud Welten die schijnbare tegenstelling zelfs inherent aan consumentisme in het algemeen. Elke hedendaagse consument acht zichzelf volgens hem ‘authentiek’ in tegenstelling tot de ‘massa.’ Consumeren, met andere woorden, is identiteitsvorming. De consument beklaagt zich weliswaar over het verlies aan authenticiteit door de consumptiemaatschappij, maar weet dat vervolgens alleen op te lossen met de juiste, onderscheidende consumptieartikelen – die op den duur altijd weer op elkaar gaan lijken.

Authenticiteit in de consumptiemaatschappij moet herwonnen, dus geproduceerd worden

Authenticiteit in de consumptiemaatschappij, zo schrijft Welten, ‘moet herwonnen, dus: geproduceerd worden. Daarmee wordt de roep om authenticiteit alleen maar sterker, omdat elke voorgaande vorm niet meer authentiek genoeg is.’

Airbnb illustreert die cirkelbeweging. Het bedrijf prijst een type reis aan waarmee klanten zich onderscheiden van de massa, die voorgeprogrammeerde vakanties boekt. Zoals CEO Brian aangeeft, gaat het bij Airbnb dan ook niet om producten, maar om mensen. ‘Locals,’ die je rondleiden langs hun favoriete plekjes, meenemen naar feestjes en je voorstellen aan hun vrienden, bieden een authentiekere ervaring dan welke gids of bustour dan ook.

De praktijk is natuurlijk vaak anders. Na Rosa ben ik meermaals in een Airbnb terechtgekomen waar de geur van nieuw Ikea-meubilair bij binnenkomst al verraadde dat hier niemand woonde. We weten al lang dat hele gebouwen en straten in populaire steden de afgelopen jaren zijn gebruikt door ondernemers die de schaarse woonruimte opkopen om er non-stop toeristen in te zetten.

Schaduwkanten

Ook de overlast die Airbnb een buurt kan bezorgen is geen nieuws meer. In de Amsterdamse Jordaan strijdt een comité van bewoners al jaren tegen toeristenoverlast, die zich sinds de komst van Airbnb niet beperkt tot stoepen en portieken, maar die ook vaak binnenshuis plaatsvindt, bij directe buren.

Vastgoedexperts vermoeden bovendien dat het platform in dit soort buurten gezorgd heeft voor een stijging van de huizenprijzen.

Om nog maar te zwijgen van de extreme gevallen: geplunderde interieurs, hele huizen die afbrandden, gasten die niet meer wilden vertrekken, zonder dat Airbnb daar iets aan deed. En dan was er nog de racismekwestie, vorig jaar, die het sympathieke, open karakter van het bedrijf danig ondermijnde: uit bleek dat gasten met namen die wezen op een andere etnische achtergrond 16 procent vaker werden afgewezen dan andere huurders.

Over dat racisme heeft Airbnb zich overigens sterk afwijzend uitgesproken. Elke gebruiker dient tegenwoordig akkoord te gaan met gedragsregels die stellen dat discriminatie niet getolereerd wordt. Daarbij hebben een aantal steden, waaronder Amsterdam, sinds vorig jaar overeenkomsten met Airbnb gesloten om illegale verhuur tegen te gaan. Het bedrijf heeft de gemeente beloofd om verhuurders van de site te verwijderen die zich niet houden aan het toegestane maximum van zestig dagen per jaar verhuur.

We kunnen niet meer terug

Dit soort regels zouden Airbnb moeten terugbrengen tot het oorspronkelijke doel: het delen van ruimtes die anders niet gebruikt zouden worden. Het wilde westen dat Airbnb, zoals alle succesvolle start-ups, heeft gecreëerd, wordt langzaam gekoloniseerd en gereguleerd.

Maar de geest is uit de fles. Ook met de nieuwe reguleringen zullen malafide verhuurders manieren vinden om hun winst te maken. Airbnb heeft reizen voorgoed veranderd door de lokale bewoners en hun huizen een hoofdrol te geven. Dat dat op allerlei manieren uitpakt, ten kwade en ten goede, zegt iets over de omvang van het fenomeen. De deeleconomie die Airbnb vertegenwoordigt is zo’n belangrijk aspect van de toeristenindustrie geworden dat het bedrijf zich niet meer eenduidig laat uitleggen.

Airbnb heeft reizen voorgoed veranderd door de lokale bewoners en hun huizen een hoofdrol te geven

Toch blijven de oprichters bij hun filosofie, die in wezen slechts een klein aspect omvat van wat het bedrijf geworden is. Airbnb, zo wil CEO Brian Chesky benadrukken, blijft handelen in authenticiteit.

Dat ik, als liefhebber van dat oorspronkelijke concept, die driedubbel gebrande authenticiteit inmiddels betwijfel is alleen een bevestiging van de consumptiecirkel die Ruud Welten beschrijft: de roep om authenticiteit wordt alleen maar sterker omdat elke voorgaande vorm niet meer voldoet – producten zijn altijd maar eventjes authentiek. Wie de authenticitieitspraatjes bovendien het gulzigst geconsumeerd heeft, zal er het snelst zijn kanttekeningen bij zetten. Het begint te wringen dat Airbnb consumptie maakt van anti-consumptie.

Een menu van ‘ervaringen,’ die worden aangeboden als Netflixseries, oefent op mij niet de beoogde aantrekkingskracht uit. Betalen voor een slaapplek vind ik redelijk, maar betalen voor het gezelschap van vreemden gaat te ver, ook als het interessante vreemden zijn. Het maakt de beleving van een stad ‘alsof je er woont’ te kunstmatig.

Zeurende hipsters

De discrepantie tussen het jubelverhaal enerzijds en de grillige praktijk en astronomische winstcijfers anderzijds levert scepsis op. Ook bij mij. Die scepsis richt zich – behalve op de voor de hand liggende, reële bezwaren – bijvoorbeeld op de esthetische eenheidsworst die Airbnb lijkt te creëren in grote steden.

Dat proces werd mooi in kaart gebracht op The Verge, door Kyle Chayka. Hij beschrijft hoe internetbedrijven als Airbnb ook de fysieke wereld vormgeven. Dat doet hij aan de hand van wat hij ‘Airspace’ noemt: koffietentjes, startupkantoren, flexwerkplekken die overal ter wereld dezelfde kenmerken hebben – minimalistisch meubilair, speciaalbieren op de tap, avocado op elk menu-item, tafels van steigerhout, industriële lampen, perfecte lattes en snelle wifi. Ze bieden de reizende wereldburger context en comfort. Als je genoeg geld hebt is het steeds beter mogelijk de wereld te bereizen zonder deze Airspace ooit te verlaten.

De homogeniteit van dit soort ruimtes maakt volgens Chayka dat je schijnbaar naadloos van de ene naar de andere plek kunt reizen. De inrichting van een ideale Airbnb is dan ook zowel oorspronkelijk als totáál herkenbaar. Ze wekt bij kenners en liefhebbers van die generieke authenticiteit de illusie dat je overal ter wereld thuis bent. Tegelijk bekruipt je het ongemakkelijke gevoel dat alles op alles begint te lijken.

Naast dit soort luxeproblemen kan het tegelijkertijd verontrusten dat de enorme groei Airbnb niet meer alleen een bedrijf maakt voor progressieve kosmopolieten (de groep die ze nog steeds het meest expliciet aanspreken), maar ook voor mensen die gewoon op zoek zijn naar een goedkope vakantieaccommodatie en die dus ook bijdragen aan de ‘gewone’ toeristische overlast in een stad.

Genoeg argumenten voorhanden om te beweren dat Airbnb een stad goed kan verzieken.

Airbnb in eigen stad

Maar al dit soort kritiek is niet van hypocrisie gespeend, meent hoogleraar Cultuurgeschiedenis die ik raadpleeg over de geschiedenis van het toerisme. Ze komt vaak van mensen zoals ik, die wel de lusten, maar niet de lasten van dit soort ontwikkelingen wensen. Zelf reizen we graag met Airbnb, maar als we in eigen stad over de toeristen struikelen worden we woedend. Bovendien vergeten we dat het steeds bredere culturele aanbod in een stad als Amsterdam, waarvan we dankbaar gebruikmaken, in belangrijke mate gefaciliteerd wordt door toerisme.

Furnée: ‘De aanname is dat de authentieke pioniersjaren van Airbnb voorbij zijn, dat het vercommercialiseerd is. Maar je zou ook kunnen beweren dat het verbreden van de markt juist meer kans op authentieke ervaringen biedt, omdat je als reiziger nu ook buiten je eigen, kosmopolitische bubbel kunt treden. Je zou als Amsterdammer eigenlijk eens moeten kijken hoe het aanbod buiten de ring is.’

Dat aanbod is er. Ook in de Amsterdamse Bijlmer, bijvoorbeeld, worden genoeg kamers en appartementen aangeboden. Ze zien er niet zo uit als veel appartementen in de binnenstad – ingericht volgens de internationale designstandaard, toegerust op de internationale hipster. Ze zien eruit als huizen waar mensen in wonen.

Had ik minder aandacht besteed aan het artistieke interieur, dan was ik wellicht buiten die transnationale bubbel getreden en was ik bij Rosa in de buurt bij een verpleegster of brandweerman terechtgekomen. Ook – misschien juist – door de alomtegenwoordigheid biedt Airbnb nog steeds de mogelijkheid om mensen bij elkaar te brengen. Wat voor mensen bij wat voor mensen, dat is – zoals dat gaat in de deeleconomie – aan de gebruikers.

Meer lezen:

Hoe ziet het moderne leven er volgens jou uit als we het over honderd jaar opgraven? Van Airbnb tot Netflix, van Primark tot zelfhulp: aan de hand van een reeks typisch hedendaagse fenomenen onderzoek ik de komende tijd de ultieme ervaring. Wat mag niet ontbreken aan het lexicon van het moderne leven? Lees mijn verhaal hier terug De huizenprijzen stijgen weer razendsnel. Waarom is wonen in Nederland zo duur? Nederlandse huizenprijzen maakten het afgelopen jaar de sterkste stijging door in 7,5 jaar, werd maandag bekend. En dat terwijl bijna nergens in Europa wonen al zo duur is als in Nederland. Waarom zijn Nederlandse huizen praktisch onbetaalbaar? Lees het verhaal van Jesse hier terug Hierdoor werd ik in één klap vegetariër (en jij misschien ook) Een paar maanden geleden stopte ik in één klap met het eten van vlees. Waarom was ik zo lang blind voor iets wat veel twaalfjarige meisjes intuïtief begrijpen? Het antwoord is simpel: ik wilde het niet weten. Mocht dat ook voor jou gelden, dan hoop ik dat dit artikel de laatste druppel is. Lees het verhaal van Rutger hier terug