‘Weet jij al wat je gaat stemmen?’ ‘Nog niet. Jij?’ Dit gesprekje hoor ik de laatste tijd vaak in mijn omgeving. En voor mij geldt hetzelfde: ik ben er nog niet uit (waarover in een latere column meer). Voor de zwevende kiezers onder ons heb ik nu alvast vijf stemadviezen. Niet op welke partij je zou moeten stemmen, maar hoe je je stem het beste kunt bepalen. Of vooral: wat je beter kunt laten als je je stem bepaalt.

1. Mijd de televisie (en vooral de politieke talkshows)

Zonder te willen beweren dat geschreven media altijd uitblinken in diepgang: geen medium is ongeschikter om je te informeren over complexe politieke kwesties dan de televisie. Met name de politieke talkshows zijn nog platter dan de flatscreens waarop ze onze huiskamers binnenkomen: kapotgeformatteerde, op conflict gerichte aaneenrijgingen van trivialiteiten, bedoeld om je prefrontale cortex aan de buis geplakt te houden. Op z’n best ben je na anderhalf uur niks wijzer, op z’n slechtst ben je volstrekt verkeerd geïnformeerd.

Dat ligt deels aan het medium zelf: televisie is nu eenmaal een passiefmakend medium, dat emoties aanwakkert terwijl het nadenken ontmoedigt. Maar het heeft ook te maken met televisieredacties. Bij kranten en tijdschriften werken vaak nog journalisten gespecialiseerd in een bepaald onderwerp. Op televisieredacties lopen vooral generalisten rond: mensen met verstand van televisie maken, maar niet van de kwesties ter sprake.

Op z’n best ben je na anderhalf uur niks wijzer, op z’n slechtst ben je volstrekt verkeerd geïnformeerd

Daarom gaan gesprekken op tv - let er maar eens op - bijna altijd over dingen waar je iets van kunt vinden of de slechte peilingen al zorgen baren, of de lijsttrekker nog geloofwaardig is, of iets een breekpunt is of niet. Onderwerpen die voorkennis vereisen - hoe wordt eigenlijk berekend bij welke leeftijd de AOW onbetaalbaar wordt? - worden gemeden, of erger: totaal niet begrepen.

Neem de discussie over de AOW met Henk Krol, Wat je ook van de beste man mag vinden, Krols alternatieve berekening van de financiering van de AOW sneed hout. Alleen: niemand aan tafel had enige notie hoe het Centraal Planbureau Dus gaat de discussie automatisch over in vormkritiek: is Henk Krol nog wel geloofwaardig, ‘affaire na affaire’?

Advies 1: Doe de televisie uit voordat je gaat stemmen.

2. Ga niet op de Stemwijzer af

Het is een baken voor menig zwevende kiezer: Beantwoord dertig stellingen en voilà: de partij van jouw voorkeur rolt er kant-en-klaar uit. Miljoenen mensen vullen ’m iedere vier jaar in.

En inderdaad: het is een goede manier om een nieuwe wasmachine uit te kiezen. Maar de richting van een land? Dertig stellingen is al niet veel om een hele politieke filosofie aan te toetsen, en de stellingen uit de Stemwijzer moeten ook nog eens min of meer ‘representatief’ zijn voor alle partijen die meedoen. De uitkomst is dus een soort vage gelijkenis tussen jouw opvattingen en de partijprogramma’s op slechts deze dertig stellingen.

En probeer die stellingen maar eens serieus te beantwoorden. Dat gaat alleen zonder nadenken. Neem de stelling: ‘De hoogste inkomensgroepen moeten meer belasting gaan betalen.’ Sta je daar langer dan drie seconden bij stil, dan dringen zich als vanzelf eindeloos veel vragen op: wat zijn ‘de hoogste inkomensgroepen’? Wat is ‘meer belasting’? En wat is de reden voor de verhoging? Meer gelijkheid? Meer investeringen in duurzame energie? Meer asfalt? En gaat het alleen om inkomen? Of gaat het ook om vermogen?

Afijn, u snapt het punt.

Advies 2: stem wijzer, zonder Stemwijzer.

3. Stem niet strategisch

Correspondent Marc Chavannes en ik zeg het hem hier met liefde na: strategisch stemmen heeft geen zin. Ten eerste zul je als strategisch stemmer moeten varen op opiniepeilingen - Alleen al die marge kan het verschil betekenen tussen de grootste worden of nauwelijks meetellen. Daar gaat je ‘strategische stem’.

Bovendien, alle breekpunten en beloften vooraf ten spijt, Nederland is en blijft een coalitieland. Dat betekent: partijen worden hoe dan ook tot elkaar veroordeeld. En het politieke landschap in Nederland is zo versnipperd dat strategisch stemmen geen zoden aan de dijk zet: geen enkele partij wordt ooit groot genoeg om het écht voor het zeggen te hebben. Kijk alleen al naar de peilingen op dit moment: de twee virtueel grootste partijen - de PVV en de VVD - bungelen ergens in de lage twintig (!) zetels. Met zulke aantallen heb je bijna alle partijen nodig om nog een meerderheid te vinden.

Advies 3: stem met overtuiging, niet met een glazen bol.

4. Laat je niet leiden door de doorberekeningen van het CPB

Ik ben geen econoom, en heb bovendien het geduld niet om hele CPB-rapporten door te lezen. Dus voor mij waren tot voor kort de zogenoemde ‘doorberekeningen’ van het Centraal Planbureau redelijk onverdacht: zij rekenen gewoon uit wat een maatregel kost of oplevert, dacht ik.

Totdat ik Jesse Frederik sprak.

Wie in de krant leest dat de VVD ‘de banenkampioen’ van deze verkiezingen is, wordt misleid

Wie geïnteresseerd is in de details, raad ik aan over de aannames achter de rekenmodellen van het CPB te lezen. Hij legt het beter uit dan ik zou kunnen. De strekking ervan is in ieder geval dit: de doorrekeningen zijn gebaseerd op zeer betwistbare, vaak verouderde en sterk politiek gekleurde aannames.

Om maar een voorbeeld te noemen: het CPB definieert ‘banen’ als ‘mensen die werk zoeken’. Wie in de krant leest dat de VVD ‘de banenkampioen’ van deze verkiezingen is, wordt dus misleid: het programma van de VVD levert de meeste werkzoekenden op - en de aanname is dat ze allemaal een baan zullen vinden. De eerste partij die de leerplicht afschaft, zal in de CPB-modellen de grootste banenschepper ooit worden.

Met andere woorden: het CPB wordt in het politieke debat voortdurend voorgedaan als ‘neutrale partij’, maar is dat allesbehalve. Dat wil niet zeggen dat doorberekeningen totaal waardeloos zijn. Maar je idee van hoe een samenleving eruit zou kunnen zien, wordt wel sterk beinvloed door politieke aannames van een instantie die zegt geen politieke kleur te hebben.

Advies 4: neem de doorberekeningen van het CPB slechts ter kennisgeving aan.

5. Bereid je voor op een teleurstelling

Een weinig benoemde verklaring voor de onvrede die zich iedere verkiezing weer van ons meester maakt, is: hoe we gewend zijn geraakt te leven in de vier tussenliggende jaren dat er geen verkiezingen zijn. Als consumenten. En in die hoedanigheid zijn we behoorlijk verwend geraakt.

Directe behoeftebevrediging, met een vleugje klagerigheid: zo ziet het dagelijkse bestaan in het rijke Westen er voor die consument uit. Er is nauwelijks nog een behoefte te bedenken die niet met één klik op een knop, of één wandeling naar een winkel te bevredigen is. En krijgen we niet wat we willen, dan is er altijd wel een klantenservice om op te schelden of een recensiesite om je beklag op te doen. Hoeveel sterren geeft u deze taxirit? Welk cijfer geeft u onze service?

Het resultaat is die volstrekt gewend is geraakt te krijgen wat ’ie wil, wanneer ’ie het wil, en hoe ’ie het wil. Een generatie die zich al kapotergert als de wifi in de trein langzaam is. Of als de spotgoedkope vlucht naar Barcelona drie kwartier later vertrekt dan gepland. Of als Zalando met de verkeerde maat voor de deur staat.

Die mentaliteit lijken we ook steeds meer op de politiek te projecteren. We shoppen onze stemvoorkeur bij de Stemwijzer, en verwachten vervolgens dat onze stem precies oplevert wat de partij heeft beloofd. Maar politiek is geen winkelcentrum, en kiezers zijn geen klanten. Integendeel.

Politiek is precies het omgekeerde van wat we als consument gewend zijn: traag, bureaucratisch en zonder niet-goed-geld-terug-garanties. Politiek is een belangenstrijd met ongewisse uitkomst, met als doel iedereen een beetje en niemand alles te geven wat hij wil. Politiek is georganiseerde ontevredenheid.

Advies 5: ga ervan uit dat je niet krijgt wat je wil. Dan valt de uitslag sowieso mee.

Waar kan je wel op letten?

Op welke partij kan je het best stemmen als het om Europa gaat? In bijna alle verkiezingsprogramma’s staat: we willen minder macht voor de Europese Unie. Wat zijn de verschillen in standpunten? En deden de partijen afgelopen jaren ook wat ze beloven, als het om Europa gaat? Lees het verhaal van Tomas hier terug Welke partijen nemen cultuur serieus? Wat zeggen de verkiezingsprogramma’s over kunst en cultuur? Ik zet het voor je op een rijtje. Het goede nieuws: er is reden tot optimisme. Lees het verhaal van Nina hier terug Welke partij heeft zijn beloftes over privacy het meest waargemaakt? We hebben alle moties, amendementen en wetten sinds 1995 doorzoekbaar gemaakt. Daarmee krijgen we eindelijk inzicht in wat partijen waarmaken van wat ze beloven. We trappen af met privacy. Wat hebben partijen beloofd in 2012 en wie beschermt ons het beste? Lees het verhaal van Bart hier terug Welke partijen investeren in de belangrijkste ontwikkelingsperiode van een mens: nul tot vier jaar? Welke kansen benutten politieke partijen om de ontwikkeling van baby’s en peuters een zet in de goede richting te geven? Ik keek naar de daden van de afgelopen vier jaar én de plannen voor de komende vier jaar. Inclusief stemadvies. Lees het verhaal van Marilse hier terug