Na de door niemand verwachte promotie naar de Eredivisie in 2014 zakte FC Dordrecht weer weg in de periferie van het Nederlandse profvoetbal. Op het moment van schrijven stond de club op de een na laatste plaats in de Jupiler League en was zelfs degradatie naar de amateurs nog niet uitgesloten. Bovendien was ‘de pleuris’ er uitgebroken.

Het aangekondigde ontslag van pr-medewerkster Elisa Kuster en cateringmedewerkster Kaatje van Gennip was voor verschillende plukjes fans de bekende druppel. omdat ‘de ziel van de club’ zou zijn aangetast. De clubleiding, bij monde van algemeen directeur Hans de Zeeuw, reageerde in dezelfde krant woedend. ‘Pleur op! Wie hebben er nou geld in de club zitten, de supporters niet hoor.’

Fotograaf Jan Dirk van der Burg en ik troffen Elisa onder het systeemplafond in een keet bij het Riwal Hoogwerkers Stadion (vroeger stadion ‘De Krommedijk’) in Dordrecht. Ze was met een grote schaar consumptiebonnen aan het knippen voor de stewards die dienst hadden tijdens de wedstrijd tegen MVV.

‘Eerst zouden ze geen broodje meer krijgen, bezuinigingen. Maar omdat een opstand dreigde mogen ze toch weer een broodje en een kop koffie van de directie. Gelukkig.’

Veel te actueel

Ik kwam vaak bij de club in het jaar dat Theo Bos, toen trainer van FC Dordrecht, overleed aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Het ontslag van Elisa verbaasde me. Ze verdiende bijna niets en was vlak na haar geboorte in een ketel met clubliefde gevallen.

Na de degradatie verdween voorzitter Ad Heijsman die haar had aangenomen en weer een halfjaar daarna werd Hans de Zeeuw algemeen directeur. De Zeeuw, een zakenman met een stoppelbaard, werd rijk met copyshops. Hij lichtte de club door en kwam tot twee conclusies: het stadion moest worden verbouwd en pr-vrouw Elisa en cateringmedewerkster Kaatje moesten weg omdat ze een ‘bepaalde stempel drukken.’

Elisa zei het niet met zoveel woorden, maar iedereen in de keet wist de werkelijke reden voor haar vertrek: ze had niet genoeg respect voor de directie, hetgeen onder andere zou blijken uit de toon van de artikelen in het door haar samengestelde clubblad en op de clubwebsite die, tot de directie er zich mee ging bemoeien, bovendien ‘veel te actueel’ was.

Ze waren zo slecht dat niemand meer mee wilde

Elisa zei dat we het maar aan ‘de anderen’ moesten vragen waarom of ze weg moest en vertelde liever waarom ze zo van FC Dordrecht hield. In 1983 namen haar vader Gerard en moeder Trees haar voor het eerst mee naar de club die toen nog DS’79 heette. Haar vader werd bij die gelegenheid nog achternagezeten door de kantinejuffrouw vanwege een conflict over een paar voetbalschoenen. Vader Gerard onderging de wedstrijden rustig, moeder Trees reageerde op alles hysterisch en de kleine Elisa (ze was tien) speelde met een van huis meegenomen bal bij het hek. Sindsdien was ze verkocht.

‘In de puberteit ging ik even niet. Ze waren zo slecht dat niemand meer mee wilde, tot ik bij Hugo in de klas kwam.’

Hugo was haar vriend. Hij had een spierziekte, zat in een rolstoel en bezocht alle thuis- en uitwedstrijden van FC Dordrecht. Na zijn overlijden besloot ze om voortaan - ‘voor hem’ - ook alle uitwedstrijden te bezoeken. Ze kwam terecht in een scene van twintig tot zestig mensen.

‘De gemiddelde leeftijd is ongeveer vijftig jaar. Met iedereen is wat, we hebben allemaal een afwijking. Er zit er een tussen die de hele tijd op zijn gps-apparaat kijkt, eentje praat de hele wedstrijd over Pink Floyd en heeft een ongewassen linnen tasje om zijn schouder hangen en er zit er ook eentje tussen die in het voorbijgaan telkens een scheet laat.’

Toen oud-voorzitter Ad Heijsman - ze hadden elkaar leren kennen rondom de wedstrijden, zoveel supporters heeft FC Dordrecht niet - haar schrijftalent en gevoel voor humor ontdekte, bood hij haar een werkplek als manusje-van-alles aan. De beloning: zoveel koffie drinken als ze maar wilde en uitzicht op een mini-contract met slechte arbeidsvoorwaarden.

Ondanks een academische opleiding greep ze die mogelijkheid met beide handen aan en werd een uithangbordje voor de club. Voor sommige collega’s was dat moeilijk: je moet als manusje-van-alles wel je plaats kennen in de voetbalwereld.

De sleutel ligt in de toekomst

Elisa haalde bevrediging uit de omgang met sommige spelers en de vrijwilligers.

‘Onze Japanse speler stond met kerstmis voor de deur met zelfgebakken koekjes die heel erg vies waren, dat vond ik heel erg lief en heel erg FC Dordrecht. Met Quincy, de zoon van onze technisch directeur Marco Boogers, kan ik het ook goed vinden. Die vertelt weleens dat hij naar een tentoonstelling is geweest, die verhalen kan hij thuis minder makkelijk kwijt.’

In de deuropening stond opeens Olav Ouwerkerk, hij droeg een double-breasted pak, werkte al dertig jaar bij de club en stelde zich voor als ‘Algemene Zaken.’

Hij vroeg: ‘En wat is hier aan de hand?’

Elisa: ‘Ik knip consumptiebonnen. De stewards hebben tijdens de wedstrijd tegen MVV toch recht op een broodje.’

‘Ik maak foto’s van Elisa,’ zei Jan Dirk.

‘Ik schrijf op wat Elisa zegt,’ zei ik. ‘De stewards hebben tijdens de belangrijke wedstrijd tegen MVV toch recht op een broodje, zegt ze.’

Olav: ‘En wat zegt ze nog meer?’

Ik keek naar Elisa en zei dat ik haar had gevraagd waarom ze was ontslagen en dat ze mij had gezegd dat ik dat maar aan de anderen moest vragen.

Olav: ‘De sleutel ligt in de toekomst, misschien dat het dan duidelijk wordt. Schrijf dat maar op.’

Ik zei dat ik niet wist wat of hij daarmee bedoelde, maar dat ik het toch op ging schrijven.

‘Dit is de voetbalwereld,’ zei Olav. ‘De verpakking is vaak anders dan het product. Je hebt de buitenwereld met z’n waarheid en de binnenwereld. Duidelijk toch?’

Ik: ‘Niet echt, Olav.’

Olav: ‘Nogmaals: de sleutel ligt in de toekomst. Ik heb haar vader nog gekend, die was hier een tijdje bestuurslid, dus dan weet je het wel.’

Ook dit is profvoetbal in Nederland

Even later bracht hij ons naar directeur Hans de Zeeuw. Hij stelde ons voor als: ‘Twee correspondenten, mannen die verhaal komen halen. Die lange heeft Theo Bos gekend, maar de insteek is het morele verval van FC Dordrecht.’

Hans de Zeeuw had zijn kantoor sober ingericht. Wat opviel was een nogal amateuristisch schilderij van een schapenkop - supporters van FC Dordrecht worden om onduidelijke redenen Schapenkoppen genoemd - en een kan met een setje glazen waarop het silhouet van Theo Bos was gestickerd. Hij begon aan een gesprek waarbij het niet de bedoeling was dat hij werd onderbroken. Dat hij er ook maar ‘in was geluisd’ omdat hij er met geld in zat en dat hij van plan was om de oude meuk - het stadion - te renoveren.

Over Elisa zei hij dat hij haar als mens een waardig afscheid en zelfs een afscheidscadeau - ‘een seizoenskaart’ - gunde.

‘Als professional denk ik in rechte lijnen, van A naar B.’

Hij moedigde ons aan om door het stadionnetje te dwalen, de rotzooi te onthouden en pas terug te komen als ‘de halve nieuwbouw’ was gerealiseerd. In het spelershome zagen we spelers van het eerste elftal vechten om het laatste beetje chocoladepasta, ook dat is profvoetbal in Nederland.

Als directie moet je dezelfde kant op lopen

Technisch directeur Marco Boogers ontving me in zijn hok. ‘Ik zit in een kooi. Ik mag niet zeggen wat ik wil. Het clubbelang staat voorop. Als directie moet je dezelfde kant op lopen. Dus ik steun De Zeeuw, hoeveel pijn me dat ook doet. Als mens.’

Hij had de afgelopen jaren veel voor z’n kiezen gehad. Kort nadat zijn beste vriend Theo Bos was overleden was zijn goede vriend en oud-eigenaar van ADO Den Haag Paul Beijersbergen verongelukt.

Boogers, emotioneel: ‘Als ik nu dood neerval is er niemand meer om de kist te dragen.’

De tragische gebeurtenissen hadden hem veranderd.

‘Ik ben menselijker geworden, het keiharde is eraf.’

Hij vertelde dat hij soms uren in zijn kantoortje zat en dat hij dan niet wist of het nou goed of slecht was dat zijn winnaarsmentaliteit was verdwenen.

‘We staan wel bijna onderaan.’

Over Elisa zei hij dat hij met haar, toen FC Dordrecht nog in de Eredivisie speelde, een conflict had gehad over haar Twittergedrag.

‘We stonden stijf onderaan en zij heeft toen de term ‘rode-lantaarn-drager’ gecommuniceerd. Een rode lantaarn is voor mij geen prijs om trots op te zijn.’

Niettemin was haar ontslag en ook dat van Kaatje hem ‘keihard op het dak gevallen.’

‘Als ik daaraan denk springen de tranen in mijn ogen, echt waar. Ik waardeer haar enorm vanwege haar hart voor de club.’

Wel verzette hij zich tegen het gebruik van de term ‘clubicoon.’

‘Een clubicoon is ze niet. Die term is gereserveerd voor oud-spelers, zoals Theo Bos bij Vitesse. Bij FC Dordrecht hebben we ook diverse clubiconen, maar dat is niet iemand van de kaartverkoop.’

Hij wees naar het systeemplafond en zei: ‘Ik hoor hier weleens een muisje over het plafond trippelen. Na de dramatische wedstrijd tegen RKC, in de laatste minuut een doelpunt tegen, had ik me hier teruggetrokken. Zat die muis ineens voor me. Hij knikte van ‘nee.’ Misschien dat hij als Elisa weg is nog een keer langskomt.’

Aan de keeper ligt het niet

We liepen terug naar de keet waar Elisa druk was met haar papierwinkel.

‘En?’ vroeg ze.

Ik zei haar maar eerlijk dat ze misschien maar blij moest zijn dat ze weg moest bij FC Dordrecht. ‘Je hebt wel een clubhart, maar je bent geen icoon van de club.’

‘Deze club heeft maar één icoon,’ zei Elisa, ‘die heet Marco Boogers.’

Voor het luik aan de zijkant van de keet stond opeens keeper Tim Coremans, geleend van ADO Den Haag. Hij zette zijn toilettas op het plankje en vroeg of hij kaartjes kon kopen voor zijn familie die graag naar de belangrijke wedstrijd tegen MVV wilde.

‘Lieve jongen,’ zei Elisa toen ze even later veertig euro in een envelopje stopte. ‘Goede keeper ook, aan hem ligt het niet dat we zo laag staan. Die weet ook niet waar hij terecht is gekomen.’

Even later kwam Hans de Zeeuw fotograaf Jan Dirk terugbrengen. Hij zei het niet met zoveel woorden, maar zou het toch wel prettig vinden als we zouden oprotten nu.

‘Kan Elisa ook weer door met haar werkje.’

‘Dag Elisa,’ riepen we. ‘Succes tegen MVV!’

‘Ja,’ antwoordde ze. ‘Misschien maken we wel een doelpunt.’

Pas nou op met dat soort grapjes, dacht ik.

Meer lezen?

Onder het systeemplafond in Arnhem kan het alleen maar meevallen Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag zijn we in Arnhem, waar ze altijd het zwartste scenario als uitgangspunt nemen. Lees ons verhaal hier terug Een nieuwe FEBO, ‘best een cultdingetje’ Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag: de nieuwe FEBO in het ‘Stadshart’ van Zoetermeer, die de VVD-wethouder opent door symbolisch een rookworstkroket uit de snackmuur te trekken. Lees ons verhaal hier terug