1. Waar gaat WIL over?

De 93-jarige Wilfried Wils kijkt terug op zijn leven, en dan vooral op de periode ’40-’45, Antwerpen in bezettingstijd. Wils vertelt zijn verhaal in de eerste persoon aan zijn achterkleinzoon, die, net als de rest van zijn familie, compleet van hem vervreemd is.

Het is een verhaal over goed en kwaad, schuld en boetedoening, over moed, lafheid en verantwoordelijkheid, over de onmogelijkheid om aan het geheugen te ontsnappen.

Dat mag wat moralistisch of hoogdravend klinken – de roman zelf is dat beslist níet.

2. Wie is Jeroen Olyslaegers?

Voor zijn doorbraak als romancier maakte Olyslaegers (1967) naam in de theaterwereld – hij schreef en herschreef teksten en werkte de laatste jaren veel samen met de Vlaamse kunstenaar WIL is Olyslaegers’ vijfde roman – zijn twee vorige romans, Wij en Winst, verschenen respectievelijk in 2009 en

Ruim daarvoor, in 1996, verscheen al een verhalenbundel, en Olyslaegers schrijft al jaren voor verschillende tijdschriften. Een veelzijdig, productief auteur kortom, die bovendien nadrukkelijk maatschappelijk

3. Op welke schrijvers lijkt hij?

Zijn rauwe, vlammende zinnen vol Vlaamse spreektaal doen denken aan die van Louis Paul Boon. De thematiek van WIL – lafheid, moed en onverschilligheid, verzet en collaboratie in oorlogstijd – doet af en toe denken aan de oorlogsromans van W.F. Hermans – in het bijzonder De tranen der acacia’s en De donkere kamer van Damokles.

4. Waar is hij goed in?

Spanning opbouwen. Een krachtige verteltoon neerzetten vanaf de eerste zin – zo krachtig dat je alleen al door die toon het hele personage voor je ziet. Het midden zoeken tussen moed en lafheid, goed en kwaad. Grote, afschuwelijke zonden sterk invoelbaar maken, zonder ze te vergoelijken of te veroordelen. Soepel en helder heen en weer springen tussen heden en verleden.

5. Wat is een typische Olyslaegers-zin?

Deze zin is een goed voorbeeld van Wilfried Wils’ stem, zijn kijk op het leven en de onverbiddelijke geschiedenis: ‘Ik voelde me bij mijn haren terug de geschiedenis in getrokken door duivels, zo ge wilt, die me toen voor het eerst na al die jaren lieten weten wat ik nu voor waarheid beschouw: het houdt nooit op.’

6. Hoe is WIL ontvangen?

Met in Nederland en Vlaanderen. De Standaard vergeleek de roman met Hugo Claus’ Het verdriet van België en met De Kapellekensbaan van Louis Paul Boon – misschien wel dé Grote Vlaamse Romans.

Het NRC Handelsblad, de Volkskrant en (de recensie bevat een spoiler) waren eenstemmig enthousiast. Vorige week werd onthuld dat de roman op de longlist van de Fintro Literatuurprijs staat (de grootste Vlaamse boekenprijs, voorheen de Gouden Uil). Hij wordt vertaald in het Tsjechisch, Frans, Duits en Engels.

7. Wat maakt WIL zo’n sterke roman?

Wie WIL heeft gelezen, zal niet al te verbaasd zijn over Olyslaegers’ theaterachtergrond. Je kunt de roman opvatten als een lange monoloog, een ritmische, swingende, meeslepende biecht, die de toeschouwer van begin tot eind geboeid houdt.

Verteller Wilfried Wils is tegelijk grimmig en grappig, hoogdravend en platvloers, volks en intellectueel. Ondanks zijn cynische toon, zijn mensenhaat, zijn onverwacht opvlammende wreedheid, blijven we sympathie voor hem houden. Olyslaegers combineert een spannend, vrijwel continu nieuwsgierigmakend verhaal met grote vragen, niet alleen over de Tweede Wereldoorlog, maar ook over onze tijd.

8. Was er ook kritiek op?

Eigenlijk niet – in elk geval niet in de recensies. Wat niet betekent dat er niet over te discussiëren valt. Doordat Olyslaegers de parallellen met de huidige tijd zelden direct benoemt, maar continu suggereert, geeft hij de lezer alle ruimte om zélf conclusies te trekken – en te delen.

9. Wat maakt WIL tot zo’n actuele roman?

Wilfried Wils benadrukt steeds dat de geschiedenis zich blijft herhalen – dat de smeerlapperij nooit overgaat. Alleen die nadruk al nodigt de lezer uit om de ellende van het bezette Antwerpen te vergelijken met de hedendaagse rampen – om de manier waarop de Antwerpse bevolking de joden behandelde, te vergelijken met onze omgang met vluchtelingen, bijvoorbeeld. Hij zet je subtiel aan het denken over collectieve behoudzucht, over intolerantie en onverschilligheid, en de potentiële gruwelijke gevolgen daarvan.

10. Wat moeten we nog meer van Jeroen Olyslaegers weten?

In 2013 pleitte hij, in een voor meer solidariteit met mensen die in armoede leven – een solidariteit die zich niet alleen uit in een afstandelijk medeleven, maar in concrete, simpel te realiseren daden.

Correctie 22-3-2017: Een eerdere versie vermeldde een onjuist geboortejaar en een onjuist aantal gepubliceerde romans. Dit is aangepast.

Schrijf je in voor de boekenclub Wil je meelezen? Meediscussiëren? En als eerste horen welk boek we komende maand gaan lezen? Schrijf je deze week in voor de boekenclub, en ontvang het nieuws en de updates in je mailbox.
Naar het aanmeldformulier
Dit is de boekenclub van De Correspondent in dertien veelgestelde vragen De veellezer klaagt dat hij hoogstens één roman per week leest. De weiniglezer klaagt dat hij alleen nog maar op vakantie leest. Voor beide groepen ben ik de leesclub van De Correspondent begonnen. Ruim 2.700 lezers werden al lid. Lees je mee? Lees het verhaal van Dries hier terug

Eerder in deze boekenclub:

Ons boek van de maand laat zien: de Tweede Wereldoorlog is nog niet voorbij Officieel gaat het nieuwe boek van de maand, WIL van Jeroen Olyslaegers, alleen over de Tweede Wereldoorlog. Toch ontdek je bij het lezen al snel: de ethische kwesties die het aansnijdt, zeggen net zo veel over de wereld waarin we nu leven. Lees en discussieer je mee? Lees het verhaal hier terug