Beste Wilfred,

Hoe gaat het met je? Ben je inmiddels geïnstalleerd in Berlijn? Ik ving op dat je in Wedding bent gaan wonen. Wat is dat voor een wijk?

Na wat omzwervingen zit ik sinds een paar dagen op mijn oude stek in Parijs, een driekamerappartementje in het dertiende arrondissement. Sinds oktober 2004 woon ik in de Lichtstad. Ik werkte er als Frankrijkcorrespondent en vanaf 2011 werd het mijn basis voor reportagereizen naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Van de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo deed ik verslag en toen Islamitische Staat toesloeg in de Bataclan, was ik toevallig in het land. Maar de grote aanslag in Nice van afgelopen zomer volgde ik van grote afstand: vanuit Istanbul, waar ik afgelopen jaar woonde.

Ik las wel de reportages verhalen over anti-islamitische sentimenten en En natuurlijk zag ik de alarmerende berichten over een eventuele winst van

Mij leek dat aanvankelijk zeer onwaarschijnlijk (ze staat weliswaar al een jaar stabiel maar van een dynamiek is geen sprake), maar na de Brexit en Donald Trump kan je niets uitsluiten, heet het.

De Correspondent vroeg ons of we via een mailwisseling wilden nadenken over de vraag in hoeverre Frankrijk en Duitsland na de Brexit in staat zullen zijn de Europese Unie te dragen. Dat weer aan de hand van allerlei thema’s als populisme, immigratie, terrorisme en identiteit.

Eervol en uitdagend, al was mijn urgentste probleem hoe ik zo snel mogelijk weer grip op het land kon krijgen waar ik het afgelopen jaar nauwelijks was. Welke boeken te lezen, welke mensen op te zoeken, op welke plekken poolshoogte te nemen?

Daar dacht ik over na toen mijn aandacht werd getrokken door een repetitief getik vanaf de etage boven me. Alsof er iemand een houten bal door de kamer liet stuiteren. Nu ik erop lette: gisteren was dat geluid er ook geweest, en de dag ervoor. ’s Nachts had babygehuil geklonken. Het kon niet anders dan dat ik nieuwe bovenburen had.

‘Gewoon direct even beleefd iets van zeggen,’ weet ik nog dat ik dacht, ‘voordat ik me op ga fokken en ergernis de overhand krijgt.’ Ik nam de trap en belde aan. Een gedrongen man met kortgeschoren haar posteerde zich argwanend in de deuropening. In de gang kwam een peuter met vlasblond haar aankruipen. Omstandig legde ik uit dat ik Nederlander was, journalist en of zijn kind wellicht bepaald lawaaiig speelgoed had waardoor ik moeite had me te concentreren bij deze mail.

Waarom verabsoluteert u deze kwestie zo,’ vroeg ik hem. ‘U bent wel heel Frans’

‘Denk maar niet dat ik overal tapijt ga leggen. En waarom kom je nu eigenlijk klagen? Ik heb nog nooit iemand horen klagen.’

‘Ik verbleef in het buitenland. Het is een heel specifiek geluid, een balletje of zo,’ legde ik nog uit.

‘Ik laat mijn kind spelen zodat hij daar iets van kan leren. En nu wil u mijn zoon zijn speelgoed ontnemen.’ Hij keek me agressief aan. ‘Ik woon hier nu, en als u wat te klagen hebt, doet u dat maar bij de huiseigenaar, daar is een procedure voor.’

Zijn onwil om mijn klacht serieus te nemen, intimideerde me. Ik kende dat van politici, vakbonden en de talloze demonstraties en stakingen die ik versloeg. Nu was het alsof dat Frankrijk in mijn zorgvuldig opgebouwde filterbubbel binnendrong.

‘Waarom verabsoluteert u deze kwestie zo,’ vroeg ik hem. ‘U bent wel heel Frans.’

Dat had ik natuurlijk beter niet kunnen zeggen.

‘O ja, en nu gaat u zeker mijn land erbij halen.’

Hij deed dreigend een stap naar voren. Dat hij bijna twee koppen kleiner was dan ik, leek hem niet te deren.

‘Als je Frankrijk erbij haalt, ben je af. Je houdt ervan of je maakt je uit de voeten.’

Dat was nota bene de slogan van Le Pens Nooit eerder had ik me in Parijs zozeer buitenlander gevoeld, en nooit eerder zo onwelkom. Het was heel onwerkelijk, Wilfred.

Vlak daarop kwam er een jonge vrouw met blonde krulletjes uit de lift. Het was de echtgenote van de boze buurman. ‘O, we leggen wel een tapijt neer,’ zei ze toen ze eenmaal doorkreeg wat er speelde. ‘Geen enkel probleem.’

Ik glimlachte flauwtjes, iedere indruk van opluchting vermijdend, laat staan triomf. De man wimpelde de woorden van zijn vrouw weg, begon opnieuw zijn riedel af te draaien.

Het was tijd om afscheid te nemen. Werktuigelijk pakte ik zijn hand en schudde die. Hij beantwoordde mijn gebaar, al had ik op geen enkel moment het idee dat we een verstandhouding hadden. Vervolgens liep ik terug naar beneden, eerder leeg dan voldaan.

Ik was terug in Frankrijk.

Groet, Marijn

Ha Marijn,

Tjonge, wat een welkom. Mijn buurman was een stuk minder vijandig toen ik vorige maand aankwam in Berlijn en bij hem aanbelde om mij voor te stellen. De lange, magere man van in de veertig leek vooral overrompeld. In zijn ogen schemerde lichte paniek. Hij keek om de paar seconden over zijn schouder de gang in, waar een agressief hondje blafte.

Nu goed, dit verhaal gaat verder nergens heen. Behalve dan naar een deurmat die een week later opeens voor mijn deur lag. Briefje erbij, had de buurman nog liggen. Sindsdien groet hij me allervriendelijkst. Dat is fijn, maar ik had natuurlijk liever gehad dat uit zijn mond ook een straffe nationalistische leus was gerold.

Ik bedoel, wat moet ik in deze brief met een deurmat?

Mijn verzameling van bruikbare anekdotes is sowieso nog behoorlijk leeg. Ik zeg het je maar eerlijk. Misschien is dat niet eens zo slecht: journalisten hebben er een handje van om de dingen die ze zelf meemaken meteen symbool te laten staan voor iets groters. Karel van het Reve schreef dat als je in een vreemde stad iemand met een houten poot tegenkomt, je niet meteen aan het thuisfront moet gaan schrijven dat er in die stad zo opvallend veel mensen met houten poten wonen. Ik wil die valkuil vermijden, als beginnend correspondent.

De buurman leek me trouwens wel iemand die op de Alternative für Deutschland maar dat dacht ik vermoedelijk vooral vanwege dat ongastvrije hondje. Waarschijnlijker is dat hij op een linkse partij stemt, zoals de meeste Berlijners: sinds de verkiezingen vorig jaar zwaait een rood-rood-groene coalitie de scepter over de stad.

In Wedding, de oude arbeiderswijk in het noordwesten van de stad waar ik woon, kreeg de AfD zo’n 14 procent van de stemmen, rond het Berlijnse gemiddelde. AfD-stemmers vind je vooral in verder gelegen oostelijke delen van de stad. Wedding is – in antwoord op jouw vraag – een ruwe en tegelijk saaie wijk met lange hoofdstraten, er wonen veel Turken. Al zeker tien jaar schijnen er op huisfeestjes weddenschappen te worden gesloten wanneer Wedding het volgende hippe stadsdeel wordt. Erg hard lijkt die ontwikkeling niet te gaan.

Nog even over jouw buurman: had je werkelijk het idee dat Le Pen-sympathisanten niet in jouw buurt zouden kunnen wonen? Is er iets te zeggen over waar de ‘gemiddelde’ Le Pen-aanhanger woont en wat zijn of haar profiel is?

Het stelt me enigszins gerust dat jij nog steeds momenten van desoriëntatie beleeft, na twaalf jaar Parijs

Maar nu zit ik er meteen al middenin. Gisteren vertelde ik een vriend over onze briefwisseling. ‘Leuk plan,’ vond hij. Hij bleef even stil. ‘Maar eh. Waar gaan jullie dan precies over schrijven?’

Ik snapte hem wel. Het is me nogal een onderwerp, de Frans-Duitse as, je kunt er zoveel kanten mee op. Daarbij voel ik me in Duitsland nog een nieuwkomer, al volgde ik het land de afgelopen jaren natuurlijk wel op afstand. Ik werkte bij Trouw, eerst als filosofieredacteur en daarna op de binnenlandredactie, waar ik over vluchtelingen en integratie schreef en bijvoorbeeld het proces tegen Geert Wilders versloeg. Het stelt me enigszins gerust dat jij nog steeds momenten van desoriëntatie beleeft, na twaalf jaar Parijs.

Dus hoe gaan we het aanpakken, Marijn? De aanleiding voor onze brieven lijkt me min of meer duidelijk. Duitsland en Frankrijk vormen de spil van het Europese project, sinds en in de jaren zestig de vriendschap tussen de vroegere aartsvijanden bezegelden.

Maar nu is in beide landen sprake van een opleving van anti-Europese sentimenten. Economisch is er steeds minder evenwicht: Frankrijk zwabbert, Duitsland dendert maar door. Beide kampen met terreurdreiging, maar gaan er anders mee om. Hoe houdbaar is de tandem Frankrijk-Duitsland?

Wat wij om te beginnen zouden kunnen onderzoeken, is in hoeverre het opkomende nationalisme in beide landen zich spiegelt. Want ‘Als dit land je niet bevalt, dan vertrek je maar’ - De bewegingen in beide landen lijken vergelijkbaar. Is dat ook zo?

Hartelijke groet, Wilfred

Ha Wilfred,


Terecht punt, die houten poten van Van het Reve. Ja, het is belangrijk je oordeel op te schorten. Tegelijk zijn eerste indrukken vaak het krachtigst. In die zin ben ik wel jaloers op jou: Duitsland ligt aan je voeten, jij hebt verse ogen.

Toch heb ik na zes jaar voornamelijk buiten Frankrijk gewerkt te hebben ook het gevoel dat ik het land opnieuw moet ontdekken. In die zin was ik blij met die aanvaring met mijn buurman. Ze zette me direct terug in de werkelijkheid. Of hij ook echt Front National-stemmer is, weet ik niet. Maar dat hij de slogan van Le Pen gebruikte, vond ik toch veelzeggend.

Ik heb het stemgedrag in mijn wijk nog even nagezocht. Het arrondissement waar ik woon, telt ruim 100.000 geregistreerde kiezers. Daarvan stemde in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 2012 meer dan 40 procent op François Hollande, vér boven het landelijk gemiddelde. De linkse partijen gezamenlijk (PS, Groenen, Front de Gauche en communisten) behaalden meer dan 60 procent. Ook dat is in het geheel niet representatief voor een land dat al jaren naar rechts overhelt. Wat het Front National betreft: dat behaalde vijf jaar geleden slechts 8 procent. Op landelijk niveau was dat bijna 18 procent.

Benieuwd hoeveel dat bij de komende verkiezingen in april zal zijn. Zoals ik eerder schreef staat Marine Le Pen eigenlijk al het hele jaar stabiel rond 25 procent. Dat er in dat opzicht echt iets aan het veranderen was, merkte Frankrijk voor het eerst tijdens de Europese verkiezingen van 2014. Toen kwam het Front National als de grootste partij uit de bus. Die opkomst ging gepaard met een normaliseringsproces van de partij dat tot op de dag van vandaag voortduurt.

Tekenend daarvoor vond ik de verkiezingsaffiches van het Front op de pilaren van de metrolijn hier om de hoek. Er was een tijd dat die stelselmatig werden weggescheurd, hoe hoog ze ook werden opgehangen. In 2014 waren ze niet alleen op ooghoogte opgehangen, het duurde ook nog eens een volle week voordat ze waren weggehaald.

Jij stelde voor om het AfD te vergelijken met het Front National. Ergens is dat natuurlijk lastig omdat het Front National alweer vijftig jaar oud is en het AfD een heel jonge beweging. Tegelijk is het interessant omdat beide partijen, die geassocieerd worden met xenofobie, eng-nationalisme en racisme, in veel opzichten zo ‘normaal’ lijken te zijn geworden.

Hoe dat in Frankrijk ging? Dat land kent een lange traditie van nationalisme. Alles kwam samen in de collaboratie met de nazi’s van het beruchte Vichy-regime. Na de oorlog raakte die denktraditie vanzelfsprekend in diskrediet. Toch was iemand als Jean-Marie Le Pen er nooit te beroerd voor om Franse als of te citeren.

En met zijn opmerkingen over gaskamers (een ‘detail’ in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog) en zijn openlijke antisemitisme maakte Le Pen père het simpelweg onmogelijk dat zijn partij als een normale, ‘republikeinse’ partij kon worden gezien.

Maar onder leiding van zijn dochter Marine veranderde dat. Niet in de laatste plaats omdat zij daarbij hulp kreeg van figuren als Éric Zemmour, de controversiële publicist en auteur van de bestseller Le Suicide français.

Daar vertel ik graag meer over, maar misschien moet je eerst iets vertellen over het AfD.

Veel groeten,

Marijn

P.S. Van mijn bovenburen heb ik eerlijk gezegd nauwelijks last meer gehad.

Ha Marijn,

Ik schrijf je vanuit een dorpje in Nedersaksen. Het is al bijna nacht, ik zit in het enige restaurant dat nog open is en staar vertwijfeld naar mijn bord. Daarop ligt, in een poel van bruingeel vet, de minst aanlokkelijke vleesstok die ik in tijden geserveerd kreeg.

Alarmerend gepiep vanuit het dashboard dwong me de snelweg te verlaten. Het is de eerste rit in mijn nieuwe auto, een Volkswagen uit 2001. Ik weet niet wat er mis is, ik weet alleen dat ik niet verder kan en de nacht zal doorbrengen in een hotel dat vermoedelijk even deprimerend is als dit restaurant. ‘U moet er ook bier bij drinken,’ zegt de ober. ‘Dat doet iedereen hier. Dan smaakt het lekker.’

Maar om op je brief in te gaan: je kunt je afvragen hoe nieuw het opkomende nationalisme in Duitsland is. In het buitenland spreekt men vaak met bewondering over hoe de Duitsers een nieuwe start maakten na de oorlog en de maatschappij van het nazisme reinigden. Dat klopt maar half: velen bleven op hun posten zitten.

Wat de laatste tijd wel lijkt veranderd, is dat het nationalisme openlijker geuit wordt

Het nationalistisch denken verdween evenmin. Het ging ook niet alleen ondergronds. Zo had je de Nationaldemokratische Partei Deutschlands (de NPD) die vergelijkbare dingen riep als Pegida en in enkele bondslanden boven de kiesdrempel kwam. In 2003 werd zonder succes geprobeerd de partij te verbieden.

Wat de laatste tijd wel lijkt veranderd, is dat het nationalisme openlijker geuit wordt en bij bredere lagen van de bevolking lijkt aan te slaan. Melanie Amann schrijft erover in het boek Angst für Deutschland. Ze volgt de AfD al vanaf de oprichting voor weekblad Der Spiegel.

Als ik haar bezoek, praat ze lang over Björn Höcke, AfD-fractievoorzitter in deelstaat Thüringen. Duitsers moeten op school juist weer leren over ‘de helden uit het verleden,’ het is tijd dat ze weer trots kunnen zijn als Duitsers.

was geruchtmakend. Geen politicus durfde eerder zo openlijk met de traditie van ‘Vergangenheitsbewältigung’ (het verleden verwerken door die openlijk te erkennen) te breken, aldus Amann. Hij tornde aan hét taboe.

AfD-partijleider Frauke Petry probeerde hem uit de partij te zetten, maar prominente partijkopstukken steunen Höcke. Petry zou weleens aan het kortste eind kunnen trekken. ‘De partij staat op een fundamenteel kruispunt,’ zegt Amann. Slaat de partij definitief af richting extreemrechts?

Die koers was in ieder geval niet voorbestemd. De AfD-achterban is een bonte mix, van gematigd tot radicaal, al vanaf het begin is er onenigheid over de ideologie. Een van de weinige bindende kenmerken is dat de meesten volgens Amann uit een min of meer welvarend, kleinburgerlijk milieu komen.

Vorige week bleek uit een studie van het ‘Institut der deutschen Wirtschaft’ dat AfD-stemmers net iets boven het Duits gemiddelde verdienen en ook heel gemiddeld zijn opgeleid. AfD-stemmers onderscheiden zich vooral door een bovengemiddelde ‘angst voor de toekomst,’ niet door sociale achterstand. Het is, kortom, een partij van pessimisten.

Een wat onbevredigende analyse, die indruist tegen de neiging om te ‘duiden,’ om naar diepere redenen te zoeken: burgers zijn terecht ‘bezorgd,’ ze zijn de ‘verliezers van de globalisering’ of iets dergelijks. Zo eenvoudig ligt het bij de AfD dus alvast niet.

Al eerder sloeg de partij een radicalere richting in. Dat was in de zomer van 2015, toen de als gematigd bekendstaande oprichter Bernd Lucke het veld moest ruimen. De econoom Lucke was vooral tegen de euro, na zijn vertrek verschoof de vijand van Europa naar buitenlanders. Preciezer: naar de islam. Toch was de breuk minder groot dan hij lijkt, zegt Amann. Onder het anti-Europeanisme van de oprichters school dezelfde populistische neiging een ‘vijand’ te scheppen waar het ‘volk’ tegen in opstand moest komen.

Wie ervoor zorgde dat dit denken in Duitsland ‘normaal’ werd? Een sleutelrol geeft Amann aan de econoom Thilo Sarrazin. Dat is de kruispuntdenker, de man die iets openbrak in Duitsland, zegt ze. In 2010 publiceerde Sarrazin het boek Deutschland schafft sich ab, waar 1,5 miljoen exemplaren van werden verkocht.

Sarrazin waarschuwde: als we niets doen, nemen de migranten/moslims het over, alleen al doordat ze meer kinderen maken. Zijn boek leidde tot een storm van kritiek, maar hij kreeg óók duizenden bedankbrieven: eindelijk durft iemand te zeggen waar het op staat.

Zelf ontmoette ik hem eind 2012 in Amsterdam. Ik interviewde hem voorafgaand aan een lezing. Daarna stonden we bij de bar en goot hij bierglas na bierglas leeg in zijn keel. Hij begon dingen over Turken te zeggen, racistische dingen, die hij nooit in zijn boek zou zetten. Toch geloof ik dat ik toen onderschatte wat zijn uitspraken in Duitsland teweegbrachten.

Ik bevroedde in ieder geval niet dat nog geen halfjaar later bij Sarrazin een man op de stoep zou staan die Bernd Lucke heette: hij wilde een anti-Europapartij oprichten, of Sarrazin die wilde leiden? Sarrazin bedankte, maar dat Lucke eerst naar hem toe ging, zegt veel.

Ik hoor graag meer over die Éric Zemmour, de titel van zijn boek lijkt op dat van Sarrazin.

Groet, Wilfred

PS: Mijn vriendins vader, een echte Volkswagenfanaat, had me al verzekerd dat die auto’s onverwoestbaar zijn. Hij krijgt voorlopig gelijk: na een dag in de garage reed mijn auto weer zonder haperen.

Ha Wilfred,

Ook Duitse auto’s gaan dus kennelijk stuk. Ik zou heel wat Fransen geruststellen met die constatering! Hier bestaat toch het idee dat Duitse producten superieur zijn aan de Franse. BMW versus Peugeot, zeg maar.

Ook voor de politiek geldt dat nu. Nicolas Sarkozy wist de fictie nog in stand te houden dat Frankrijk en Duitsland in Europa op gelijke voet stonden; François Hollande nam niet langer de moeite.

Het verhaal erachter is inmiddels vaak verteld: na een periode van ongekende naoorlogse bloei kreeg Frankrijk te maken die eigenlijk nooit meer over is gegaan.

Wie had schuld? Frankrijk of de wereld?

Anderen wijzen naar de wereld. Eric Zemmour bijvoorbeeld. In Le Suicide français, het boek waar hij in 2014 in korte tijd meer dan een half miljoen exemplaren van verkocht, betoogt hij dat Frankrijk gewoon Frankrijk had moeten blijven.

Met veel brille schetst hij hoe opeenvolgende elites, van rechts tot links, in veertig jaar tijd zijn geliefde Frankrijk te grabbel hebben gegooid.

Het gezag van de staat was ondermijnd geraakt, mannen zijn onzekere watjes geworden, individualisme en consumentisme hebben meer traditionele waarden vervangen.

Veel erger: dankzij ongecontroleerde immigratie uit de voormalige koloniën in Noord- en West-Afrika is de islam als een soort Paard van Troje binnengebracht.

Hier bestaat toch het idee dat Duitse producten superieur zijn aan de Franse

Geloof de politici niet die ons proberen wijs te maken dat islam en democratie kunnen samengaan, stelt Zemmour. De islam ligt als een fremdkörper in het Franse landschap, moslims vormen een vijfde colonne, een ‘ennemi intérieur,’ burgeroorlog ligt in het verschiet.

Wat aanvankelijk nog een gedocumenteerde kritiek op decennia falend integratiebeleid lijkt, ontaardt zo uiteindelijk in een reactionaire rant.

In mijn eerdere mail suggereerde ik dat Zemmour de Franse Sarrazin was. Maar nu ik erover nadenk, ben ik er niet langer zeker van of dat wel opgaat. Sarrazin was de ‘kruispuntdenker’ schrijf je, degene die het nationalisme en identiteitsdenken in Duitsland mainstream maakte.

Zemmour markeert juist een eindpunt. Alleen al omdat het debat over nationalisme en identiteit hier al jaren geleden losgebroken is. Dat weer vanuit de gedachte dat het politieke midden dit thema niet aan het Front National mocht overlaten.

Met zijn afkeer voor de euro en de Europese Unie, zijn weerzin tegen de erfenis van de en de islam en zijn pleidooi voor grenzen lijkt Zemmour een bondgenoot van Marine Le Pen.

Zemmour hield de boot beleefd af.

Dat was niet voor niets. Ik weet niet hoe het met Sarrazin zit, maar voor Zemmour is het namelijk al te laat. Het Frankrijk dat hij liefhad, het Frankrijk van De Gaulle, is ten onder gegaan en komt niet weer. Daarmee is hij veeleer de vertolker van de nostalgie die zich van veel Fransen meester heeft gemaakt. Nu ze niet langer zien waar het met hun land naartoe moet, zwelgen ze in een mythisch verleden.

Nationalisme, wat je er verder ook van denkt, heeft iets vitaals. Maar vitaliteit tref je bij Zemmour nauwelijks aan, eerder doodsdrift.

Groeten, Marijn

P.S. Alle Duitse technische vernuft ten spijt denk ik dat de Franse keuken nog wel even superieur zal blijven: het is ondenkbaar dat je hier in Frankrijk zo’n onsmakelijk stuk vlees zou krijgen voorgezet! ‘Vleesstok,’ het woord alleen al.

Meer lezen?

Marine Le Pen: een gevaar voor Frankrijk en de Europese Unie Marine Le Pen heeft het Front National van zijn scherpe kantjes ontdaan. Op antisemitische of racistische praatjes zul je haar niet betrappen. Haar partij is op het oog een nette, normale partij geworden. Maar vergis je niet. Lees het verhaal van Tomas hier terug Frankrijk krijgt waarschijnlijk de meest pro-Europese president ooit (ja, je leest het goed) Brussel kijkt met schrik toe: wat als Marine Le Pen de Franse presidentsverkiezingen wint? Stapt Frankrijk dan echt uit de EU? Vreemd genoeg pleit haar belangrijkste opponent, Emmanuel Macron, juist voor méér Europa. En ja, hij maakt nog een goede kans ook. Hoe is dat mogelijk? Lees het verhaal van Tomas hier terug Nog ééntje dan... Waarom we series bingewatchen Welke ervaringen scheppen het moderne leven? Eindeloos series kijken, bijvoorbeeld. Bingewatching is hét tijdverdrijf voor een generatie die tegelijkertijd hypersociaal en geïsoleerd is. Lees het verhaal van Nina hier terug