Onder het systeemplafond van een schoolgebouw in Amsterdam-Zuid zaten drie ex-studenten van Guard Academy in ruimvallende uniformen achter een tafel. Twee mannen en een vrouw.

Een van de mannen had het grijze haar opgestoken in een knotje. ‘Kansenparels,’ zei Louis Maas, ‘vestigingsmanager Amsterdam’ van Guard Academy, over hen. ‘We hebben ze ingehuurd zodat de bezoekers van onze selectie- en adviesdag kunnen zien hoe of het kan aflopen als je onze opleiding tot beveiliger afrondt.’

Hij maakte een gebaar met wijsvinger en duim. ‘Verdienen ze weer een leuk zakcentje.’

In een vorig leven was Maas ‘opperhoofd beveiliging’ bij V&D, maar na het faillissement van het warenhuis stapte hij ‘met heel veel plezier’ over naar Guard om er naar eigen zeggen ‘een steentje bij te dragen aan een veiliger samenleving.’

‘Want ondertussen heb ik met mijn ervaring natuurlijk wel wat ideetjes over hoe je als beveiliger en hoffelijk en waakzaam bent, alles binnen de wettelijke kaders natuurlijk.’

Hij vond beveiliger ‘een beroep van uitersten’ en er waren er steeds meer van nodig.

‘Soms denk je: is de rek er al uit? Maar dan gebeurt er weer iets in de wereld en dan concludeer je: nog lang niet. Het is niet zo dat we ons bij Guard bij iedere aanslag in de handen wrijven, maar slecht voor de branche is het natuurlijk niet.’

Links in beeld Louis Maas, ‘vestigingsmanager Amsterdam’ van Guard Academy, met naast hem twee afgestudeerde beveiligers.

Guard Academy, een opleiding op MBO2-niveau, levert meer en betere beveiligers af dan de andere (internet)opleidingen. Maas monsterde de belangstellenden die zich bij zijn ex-studenten achter de inschrijftafel meldden en zag in iedereen de potentie.

Over een oudere vrouw: ‘Die zie ik in een museum staan, onder een schilderij.’

Over een donkere, gespierde man: ‘Kun je overal neerzetten.’

Over een onopvallende jongen: ‘Type grijze muis, vind ik persoonlijk een pluspunt. Zeker in combinatie met een vriendelijke uitstraling.’

Over een jong meisje: ‘Aaah, ja-ja-ja… Dat zien we graag. Als ik nog bij V&D zat zou ik zeggen: inpakken en op de parfumerie-afdeling uit de verpakking halen. Een talentje, dat zie ik meteen.’

Tegen het meisje: ‘Goeiemorgen! Prettige reis gehad?’ Het meisje: ‘Ja hoor, dank u wel.’

Tegen de verslaggever: ‘Spreekt met twee woorden, nog beleefd ook!’

De rotte vissen pik je er zo uit

De selectie- en adviesdag bestond uit verschillende onderdelen: een inleidend praatje van Maas, een praktijktoets, een psychologische test en een persoonlijk intakegesprek. Maas stelde ons voor aan ‘praktijkopleiders’ Henk Baars en Franck Bosch.

Franck Bosch had een grijze baard die alle kanten opgroeide. Hij werkte in een vorige leven bij de Amsterdamse politie - ‘afdeling onraad en ellende’ - en was nu docent ‘wettelijke kaders,’ een vak wat hij zelf omschreef als ‘alles wat met recht te maken heeft, maar dan zonder de moeilijke dingen.’

Praktijkopleider Franck Bosch.

Hij zei ook: ‘Ik voer de intakegesprekken. Als je, zoals ik, honderd jaar bij de Amsterdamse politie hebt gewerkt, pik je de rotte vissen er zo uit. Heb ik een neus voor. Ik ruik onraad.’

Alsof hij wilde illustreren hoe of hij dat deed haalde hij nadrukkelijk zijn neus op.

‘Welkom!’, zei Maas een halfuur later tegen een halfvol klaslokaal. De meeste belangstellenden waren lager opgeleide mannen die al verschillende carrières achter zich hadden. Er zaten er ook tussen die hun ouders hadden meegenomen. Een van hen, een jongen die veel in de sportschool kwam, had bij de toiletten zijn hand tussen een deur gekregen. Zijn moeder had een bloedende vinger verbonden met toiletpapier. Ze zei: ‘Hij vergaat van de pijn, maar hij zit hier toch gewoon!’

Maas zei dat de opleiding aan de prijs was, maar dat iedereen die ‘normaal’ de lessen bezocht in staat moest zijn om binnen een jaar z’n papiertje te halen. Daarna wachtte hem of haar dan een werkend leven met ‘bijna honderd procent baangarantie.’

‘De vraag blijft het aanbod maar overtreffen, je hoeft geen voorspeller te zijn om te weten dat dat doorzet.’

Wat hij daarna zei verstond ik even niet, omdat Franck Bosch die naast me in de schoolbankjes zat tegen me aan begon te ouwehoeren: ‘Bij een ander beroep selecteer je de rokers eruit, maar die laat ik er hier juist lekker tussen zitten. Juist op de plekken waar je een sigaretje gaat doen, vang je van alles op. Is een oude politietruc.’

Hij gaf me een por in de zij. ‘De meeste criminelen roken. Dat wist jij niet, he? Nee, dat wist je niet.’ Daarna: ‘Met boeven vang je boeven.’

Maas had het ondertussen over ‘de groene kaart,’ een identificatiebewijs dat bij de opleiding tot beveiliger kwam en die een jaar geldig was. Met de groene kaart kon je overal stage lopen. Zelf vond hij het praktijkgedeelte ‘het mooiste.’

‘Helemaal in de zomer! Zwarte Cross, de Nijmeegse Vierdaagse, Gaypride voor de liefhebbers, noem maar op, je kunt het zo gek niet bedenken. Beveiligers zijn overal nodig. Voetbalsteward worden kan ook! Wij leveren stagiairs aan Vitesse uit Arnhem.’

Niet álles kan

Er waren een paar dingen die, hoewel hij dat liever niet deed, toch gezegd moesten worden, zoals dat het hebben van in het oog springende tatoeages en piercings geen aanbeveling was. ‘Dan val ik zeker af,’ zei een wat oudere man die op een boorplatform had gewerkt. Hij had gotische letters in zijn nek.

‘Ik vind het vanaf hier wel meevallen,’ zei Maas. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. ‘Vanaf hier kan ik het bijvoorbeeld niet lezen…’

‘Een oud zeemansgezegde,’ zei de man. ‘Ik ben Iers.’

Maas zei dat een strafblad ook niet kon. Dezelfde man stak zijn vinger op. ‘Ik heb een keer gezeten, omdat ik iemand helemaal in elkaar heb geslagen.’

Maas: ‘Hoe lang is dat geleden?’

De man: ‘Twaalf jaar geleden.’

Maas: ‘Dan is het geen probleem. Was het noodweer?’

De man: ‘Dat zou je officieel aan het slachtoffer moeten vragen, maar die kan niet meer praten.’

Gelach.

Wat echt niet kon, en daar was Maas wel heel streng in, was het niet beheersen van de Nederlandse taal. In het Engels: ‘You have to speak Dutch! Speak Dutch! Understand? When you don’t speak Dutch, learn it. Or otherwise: finish!’

De donkere, gespierde man, in wie hij bij binnenkomst nog een talent zag, zei dat hij op Schiphol wilde werken, omdat de voertaal daar Engels was. Maas: ‘Please learn Dutch.

We kregen twee keer een filmpje te zien van een inbraak in een bedrijfspand, waarna een schriftelijke overhoring volgde.

In een ander lokaal nam een geüniformeerde vrouw met blond haar een psychologische test af. Ze deelde papieren uit en zei: ‘Mondje dicht en probeer je te concentreren.’

Er werd onder andere gevraagd om de woorden te onderstrepen die verkeerd gespeld waren in deze zin: ‘Bevijligingsdiensten hebben bevijligde taken en dienstverlenende taken.’

Na de karaktertest

Op de gang hing Maas informeel rond tussen zijn leerlingen in spe. Ze stonden te wachten op een intakegesprek. Hij sprak over het vak. ‘Afwisselend werk, lekker buiten of binnen, leuke collega’s...’

Hij deelde complimentjes uit, herhaalde tot vervelens toe hoe haalbaar het diploma was en begroette me als een oude vriend. ‘Aah, de meneer van de internetsite. Hoe vond u de psychologische toets?’

Ik antwoordde dat ik het meer een taal- en rekentest vond. Hij nam me direct apart. ‘Wat je uit die toets haalt is bijvoorbeeld of iemand het Nederlands wel of niet voldoende beheerst, dat vind ik behoorlijk psychologisch…’

Op fluistertoon: ‘Ik sta hier toevallig net een behoorlijk intensief gesprek te voeren met een jongen die de test hartstikke moeilijk vond, die kukelt bij een paar negatieve opmerkingen zo van de rand van het zwembad het diepe in. Die verzuipt als hij dit soort opmerkingen hoort… Heb ik geen behoefte aan op een zaterdagochtend.’

De vader en moeder van de zoon met de vinger in het verband kwamen even zeggen dat ze voortijdig gingen. ‘Het gaat echt niet meer,’ zei de moeder, ‘straks valt hij waarschijnlijk flauw. We komen op een andere open dag nog wel een keer terug.’

‘Waar is uw zoon?’, vroeg Maas.

De vader: ‘Die ligt in de auto waarschijnlijk dood te bloeden.’

De deur van het klaslokaal waar de intakegesprekken werden gevoerd vloog open. Praktijkopleider Franck Bosch kwam naar buiten. Hij zei dat het goed ging. ‘De meerderheid is geschikt, zeg ik met duizend jaar politiewerkervaring, maar dat is altijd zo. Behalve een liegbeestje ben ik nog geen ongedierte tegengekomen.’

De twee afgestudeerde beveiligers die nog steeds achter hun tafel zaten, probeerden een filmpje te starten. Die met het knotje zei: ‘Ik vond het een te gekke opleiding, echt waar, maar ondanks dat ze overal mensen nodig hebben, ben ik nog nergens ingehuurd.’

De andere bewaker: ‘Ik ook niet.’

Meer lezen?

Onder het systeemplafond bij FC Dordrecht, waar de pleuris is uitgebroken Het systeemplafond is Nederland in een notendop. Vandaag zijn we bij FC Dordrecht, waar de ziel van de club dreigt te worden aangetast met het ontslag van manusje-van-alles Elisa en cateringmedewerkster Kaatje. Lees het verhaal van Marcel en Jan Dirk hier terug Onder het systeemplafond in Arnhem kan het alleen maar meevallen Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Samen brengen we het Nederland eronder in beeld. Vandaag zijn we in Arnhem, waar ze altijd het zwartste scenario als uitgangspunt nemen. Lees het verhaal van Marcel en Jan Dirk hier terug Als mensen helpen een gevangenisstraf tot gevolg kan hebben Vorige maand vond een opzienbarende rechtszaak plaats. Een Franse boer werd aangeklaagd omdat hij migranten de grens over hielp. Hoe kon de burgerplicht van de man op gespannen voet komen te staan met de rechtsstaat? Bekijk de film hier