Ergens op reis rond de wereld is soja zijn goede imago verloren. De boon wordt nu geassocieerd met ontbossing van de waar de boon met honderden hectaren tegelijk wordt verbouwd, met een plantveredelingstechniek die in Europa de facto verboden is, en met waarbij grote bedrijven kleine boeren hun land afnemen.

De beroemde auto-ontwikkelaar Henry Ford had deze imagoverandering vast niet aan zien komen. In de jaren veertig was hij een van de grootste voorstanders van wat hij ‘de wonderboon’ noemde - op zijn 78ste verjaardag liep hij zelfs rond in een gemaakt van soja. Die werd in die jaren naar Amerika gehaald om toekomstige ontberingen ten gevolge van crises en oorlogen te voorkomen. De Amerikanen waren op zoek gegaan naar nieuw multifunctioneel gewas en de boon voldeed aan alle eisen:

  • hij was voedzaam vanwege het hoge eiwitgehalte;
  • hij vulde het tekort aan plantaardige oliën op;
  • en hij fungeerde als grondstof voor de (militaire) industrie.

Eeuwenlang was soja vooral een Aziatische basis voor tofu en tempé, nu hij via Amerika de wereld. Importeerden de Verenigde Staten eerst nog soja uit China, al snel gingen boeren het gewas in eigen land verbouwen. Nu zijn de Verenigde Staten een van de belangrijkste producenten en exporteurs van het gewas, terwijl China een soja-importerend land is geworden.

Ondanks het slechte imago dat de boon nu heeft, zit hij wel bijna overal in. Loop een supermarkt in en probeer eens producten te vinden die geen ingrediënten afkomstig van soja bevatten. In chocolade zit het additief lecithine, dat fungeert als emulgator. In een krentenbol is sojabloem een belangrijk ingrediënt. Een gehaktbal bevat soja, zelfs als die niet vegetarisch is. Het blijft niet bij voedingsmiddelen: producenten van dagcrèmes prijzen soja als een antirimpelwondermiddel en veel verf heeft soja-olie als basis. Kortom: het is bijna onmogelijk om zonder soja te leven.

Dat geldt vooral voor de dieren die we houden: die eten meer dan 90 procent van onze soja op. ‘Aan het begin van deze eeuw kwamen boeren en producenten erachter dat soja de perfecte samenstelling aan eiwitten, vezels en vitamines heeft om koeien, kippen en varkens snel groot en sterk te maken,’ zegt Robert Hoste, varkenseconoom aan Wageningen University.

In het begin gebruikte de veevoerindustrie alleen de overblijfselen van de soja-olieproductie. Uit een sojaboon wordt ongeveer 20 procent olie gewonnen, de 80 procent die overblijft heet sojaschroot. De veevoerindustrie groeide zo snel, dat die schroot ook lucratief werd en de markt explodeerde: werd er in 1995 nog maar 32 miljoen ton soja over de wereld vervoerd, in 2014 was dat 114,2 miljoen

Om al die soja te produceren, is landbouwgrond nodig. Eind vorige eeuw bleek dat het Zuid-Amerikaanse klimaat op veel plekken perfect was om soja te verbouwen, veel beter dan West-Europa, waar vooral in de Alpen en in het zuiden van Duitsland en Polen wat geproduceerd wordt. Snel waren de beide Amerika’s grote exporteurs van de boon: in de EU komt 80 procent van alle soja uit de Verenigde Staten, Brazilië en Argentinië.

Maar voor die sojavelden moest vaak natuur wijken. Tot schrik van het groene deel van de wereld zorgde de honger naar soja voor grootschalige ontbossing van de Amazone. De foto’s van afgebrande gebieden met op de achtergrond het regenwoud bepaalden de beeldvorming rond soja de afgelopen In 2004, op de top van de expansie, legden boeren maar liefst 28.000 vierkante kilometer bos plat, overigens voor meer dan alleen sojavelden. Dat is iets minder dan het totale landoppervlak van Nederland.

Veevoer uit het project SOY van Annette Behrens

Het is belangrijk te beseffen dat de sojasector de betreffende landen geen windeieren legt. Zo is de boon op dit moment het belangrijkste exportproduct van In Argentinië is de hele sojaketen verantwoordelijk voor 5,5 procent van het Waar het voor ons misschien onbegrijpelijk is dat een land zijn kostbare natuur om zeep helpt, kunnen er door economische groei duizenden mensen een beter leven krijgen.

De penibele situatie van de Zuid-Amerikaanse natuur bereikte ook non-gouvernementele en milieuorganisaties. Onder leiding van Greenpeace kwam in 2004 een aantal belangrijke Europese soja-importerende bedrijven (Cargill) en grote gebruikers (McDonald’s) bijeen om de ontbossing voor de sojateelt in de Amazone te stoppen. Dat resulteerde in 2006 in het zogenoemde een overeenkomst waarin bedrijven beloofden geen soja te accepteren waarvoor nieuw bos gekapt was.

Die afspraak werd een succes. Het ontboste areaal daalde van de piek in 2004 tot onder de 5.000 vierkante kilometer in Helaas steeg het areaal daarna weer licht, maar het ligt nog steeds ver beneden de piek van 2004. Die goede resultaten waren het gevolg van striktere controle door de Braziliaanse overheid, maar werden ook geboekt doordat boeren hun land intensiever gingen gebruiken.

De grootste collectie sojazaden in de VS bevat ruim 18.000 variaties. University of Illinois, VS. Uit het project SOY van Annette Behrens

Nadeel is wel dat het sojamoratorium alleen van kracht is in Brazilië, terwijl de Amazone zich uitstrekt over negen landen. Daarnaast trad er een waterbedeffect op, weet Gert van der Bijl, soja-expert bij Solidaridad: ‘Brazilië heeft niet alleen de Amazone als bijzonder natuurgebied, maar ook de Cerrado, een savanneachtige vlakte. In de afgelopen tien jaar heeft de sojateelt zich daar enorm uitgebreid.’

Pijnstillers en verf uit het project SOY van Annette Behrens.

Maar toen was daar die andere overeenkomst: de Een initiatief van onder andere Cordaid, WNF, en Unilever, waar later ook en Nevedi, de Nederlandse vereniging voor diervoederindustrie, zich bij aansloten. RTRS gaat verder dan het moratorium: niet alleen strekt het zich over de wereld uit, het gaat ook om meer dan alleen ontbossing. Land- en arbeidsrechten zijn evengoed belangrijk en er worden eisen gesteld aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Wereldwijd is er nu 3 miljoen ton soja RTRS-gecertificeerd. Dat komt overeen met 1 procent van de wereldwijde productie. Volgens Henk Flipsen, directeur van Nevedi, heeft dat vooral met bewustwording te maken: ‘In Nederland is ontbossing van de Amazone een echt thema, maar in zuidelijk Europa speelt het al een stuk minder, laat staan in Azië.’ Van der Bijl vult aan: ‘Soja is een moeilijk product om te verduurzamen. De bulk ervan zit niet rechtstreeks in een product, zoals palmolie. Consumenten zien het dus niet, en voeren daardoor minder druk uit om bedrijven te dwingen RTRS-soja te gebruiken.’

Dan de vraag: hoe duurzaam is Met de haven van Rotterdam speelt Nederland een belangrijke rol in de globale sojaketen. In totaal wordt er hier jaarlijks 8 miljoen ton gelost, een klein kwart van de totale EU-import. Daarvan blijft maar zo’n 2 miljoen ton in Nederland, de rest wordt doorgevoerd naar bijvoorbeeld Duitsland. Van de binnenlandse soja is 1,8 miljoen ton bestemd voor diervoederindustrie. laten zien dat ongeveer twee derde van deze soja uit Zuid-Amerika komt.

60.000 ton ‘Soybean meal’ uit Brazilië komt binnen in de haven van Rotterdam. Uit het project SOY van Annette Behrens

Nu heeft de Nederlandse veehouderij over het algemeen geen goed imago, maar op het gebied van duurzame soja is ze een voorloper in de wereld. Vooral de zuivelindustrie doet het goed: voor alle producten kan de sector garanderen dat er voor de gebruikte soja geen boom is geveld. De varkens- en pluimveesector loopt iets achter. Daar zijn alle dieren die vers vlees leveren dat in de Nederlandse schappen terechtkomt wel gevoed met duurzame soja, maar het deel dat gefokt wordt voor de export niet.

Een sojaboon uit het project SOY van Annette Behrens

Volgens Van der Bijl komt dat voor een belangrijk deel doordat er achter zuivel merken zitten, en achter vlees niet. ‘Zuivelbedrijven als Arla of Campina kunnen zich via RTRS profileren als duurzaam, en hebben dus een stimulans om zich aan te sluiten,’ zegt hij. ‘Vlees heeft van zichzelf geen merk, het ligt in de winkel als een AH-worst, of een Jumbo-kippetje. De druk om te verduurzamen moet dus van de supermarkten komen.’ Hoe het ook zij: als Nederlander hoef je je weinig zorgen te maken of het stuk vlees dat je eet bijzondere dieren in de Amazone de kop kost.

Nu het Nederlandse sojagebruik met dat van een groot deel van Noordwest-Europa langzaam maar zeker verduurzaamt, is het zaak de rest van de wereld te overtuigen. Volgens Van der Bijl kan er aan de productiezijde ook nog veel gewonnen worden, soms op onconventionele manier. ‘Het aantal hectares dat gebruikt wordt voor soja in Brazilië valt nog steeds in het niet bij dat van de veehouderij, die in Brazilië enorm Er lopen daar koeien rond op in totaal 200 miljoen hectare, tegen 20 miljoen voor soja,’ zegt hij. ‘Als de Braziliaanse veesector, misschien met Nederlandse kennis, wat intensiveert, dan kan er veel ruimte vrijkomen om meer soja te verbouwen om de groeiende en steeds welvarendere bevolking te voeden.’

Henry Ford had volgens hem dan ook gelijk met zijn bewondering voor de boon. ‘Het is een prachtig product. Maar het is de methode waarop het geproduceerd wordt die het imago zou moeten bepalen, niet de boon zelf.’

Het project SOY van Annette Behrens, die het beeld en archiefonderzoek voor dit verhaal verzorgde, is mede tot stand gekomen met ondersteuning van de

Lees ook:

Een beetje veeteelt is júist duurzaam (en nog 3 inzichten over vlees) De afgelopen maanden deed ik onderzoek naar de verduurzaming van onze vleesindustrie. Ik schreef over voedselkilometers, insecten, een vleesvrije wereld en meer. In dit stuk zet ik mijn belangrijkste inzichten op een rij. Lees het verhaal hier terug Het wantrouwen tegen de wetenschap, wat kunnen we daar aan doen? Genetische modificatie, vaccins, kunstmest - allemaal zegeningen die de wetenschap ons heeft gebracht, maar die door een groeiende groep neo-romantici worden gewantrouwd. Tijd voor een herwaardering van de labjassen (die zelf ook onafhankelijker moeten worden). Lees het essay hier terug