Het is donderdagmiddag halféén. Ik geef les aan 3 havo en een leerling heeft in twintig minuten tijd voor een schrijfopdracht twee woorden op papier gekregen.

‘Kom na het achtste uur maar even langs om die opdracht af te maken.’

‘Dat kan niet. Dan moet ik werken.’

Het is me de afgelopen jaren veel vaker overkomen: leerlingen die hun schoolwerk niet afkrijgen omdat ze moeten werken.

Niet alleen als ze moeten nablijven, trouwens. Om dezelfde reden kon ik afgelopen jaren bijlessen niet geven, konden leerlingen toetsen niet inhalen en vroegen leerlingen tijdens het laatste lesuur of ze misschien iets eerder weg mochten - er moesten vakken gevuld worden.

En dan zijn er nog al die leerlingen die niet aan hun huiswerk toekomen omdat ze na school direct naar hun werk gaan en pas ’s avonds laat weer thuiskomen.

‘Sorry, meneer.’

Werk is belangrijker dan school

Ik vraag me vaak af hoe het al mijn leerlingen lukt om naast een fulltime baan als leerling ook nog te werken. Ruim vier op de tien scholieren (vijftien tot twintig jaar) hebben een bijbaan, Verreweg het grootste deel werkt tot twaalf uur per week, en bijna vijftien procent van de scholieren met een bijbaan werkt tussen de twaalf en vijfendertig uur per week. Onder hen zijn vooral veel vakkenvullers.

Wat veel leerlingen het belangrijkste vak vinden? Niet geschiedenis, maar het vak dat gevuld wordt met frisdrank

Prima natuurlijk: je ontmoet er nog eens leerlingen van andere scholen en je leert er vast van alles wat je op school niet leert.

Maar leerlingen vinden dat werk wel érg belangrijk, is mijn ervaring. In een aflevering van de podcast die mijn leerlingen in 5 vwo maken over hun schooljaar, vertelt Yasmine (17) dat ze een paar keer per week om 6 uur opstaat, omdat ze nog voordat haar lessen om half 9 beginnen eerst even werkt in de supermarkt. In erkent Sam (17) zelfs dat werk belangrijker voor hem is dan school.

Wat veel leerlingen het belangrijkste vak vinden? Niet geschiedenis of natuurkunde, maar het vak dat gevuld wordt met frisdrank of Japanse mix.

De chef Vleeswaren is compromisloos

Natuurlijk hebben leerlingen ook wel door dat ze na een week of twee wel weten hoe je een schap en hoe de assemblageband werkt, terwijl ze bij biologie of aardrijkskunde iedere week iets nieuws leren. Dat ze hun werk belangrijker vinden komt dan ook niet door de inhoud, maar doordat leraren van kasjmier zijn in vergelijking met de bedrijfsleider van de supermarkt.

Ik ook. Natuurlijk, haal die toets maar op een ander moment in. Weet je wat? We doen die bijles wel in de pauze. En als je het tegen niemand zegt, mag je best vijf minuutjes eerder het lokaal uit sluipen.

Maar tegenover iedere meedenkende leraar, staat een compromisloze chef Vleeswaren. Bij hem moet je het drie weken van tevoren aangeven als je een keer niet kan komen werken. Hij geeft je een officiële waarschuwing als je te laat komt. En als je de yoghurt met kwark blíjft verwarren, stuurt hij je de laan uit. Hij appt je onder schooltijd of je eerder kan beginnen met werken, en verwacht dat je direct reageert.

Voor leerlingen is de boodschap duidelijk: de leraar is een lieverd, maar voor het koelschap, dat is waar echte mannen (m/v) gemaakt worden.

Het zou goed zijn als in ieder schoolreglement komt te staan: op schooldagen zijn leerlingen tot 5 uur ’s middags van ons. En chef Vleeswaren: laat mijn leerlingen met rust. Opdat ze nog genoeg leren om niet hun hele leven voor het koelschap te moeten slijten.

Lees ook:

Podcast: Manou (17) kreeg de filosofielessen die ze zo graag wilde. Wat leerde ze? Manou (17) kreeg filosofieles. Nu probeert ze met leeftijdgenoten de filosofische vraag ‘wat is het ware ik?’ te beantwoorden. Hoor En NU luisteren! voor de verrassende antwoorden. Luister hier terug Staken? De leraar doet liever een cursus mindfulness Een op de vier leraren heeft last van burn-outklachten. Wat te doen? In deze column schrijf ik over het gevaar van mindfulness om burn-outs te voorkomen. Lees m’n column hier