Beste,

Allereerst: veel dank voor jullie reacties op voor het verspreiden van de vragenlijst. Heel fijn dat jullie meedenken en -helpen.

Nu maar wachten, refreshen, antwoorden zien binnendruppelen, nog even wachten.

Ondertussen in Google Drive...

De ene zin na de andere verschijnt. Langzaamaan dijt het eerste concepthoofdstuk van uit.

Ik probeer de juiste toon te vinden. De juiste voorbeelden. En ook: de tijd. Want voor je het weet, ben je aan het mailen of twitteren, aan het keuvelen bij de koffieautomaat of op conferenties.

Hoeveel tijd besteed ik nou echt aan schrijven? Ik installeerde die ik aanzet als ik aan de slag ga.

Al op dag één liep ik tegen een probleem aan: wat telt als ‘schrijven’? Oké, woorden typen in een document. Check. Dat was twee uur en een kwartier.

Daarna ging ik artikelen lezen over Stephen Jay Gould, die een belangrijke rol speelt in het concept. Over hem schreef ik iets in waar collega René me vervolgens weer over aanschoot met een interessant inzicht.

Als het leidt tot schrijven, is het dan ook schrijven?

Ik had zoveel meer gedaan dan twee uur en een kwartier. Om mezelf toch een klopje op de schouder te geven, typte ik ‘zonder research naar Gould’ in de tekstruimte van de timer.

Maar toen ik een week later de timer aan liet staan tijdens het researchen, voelde ik me schuldig. Om mezelf eraan te herinneren dat ik toch echt niet ruim vier uur had zitten tikken, noteerde ik ‘2:14 schrijven.’

En ik maar dat het bbp niet goed gedefinieerd is. Ik kom niet eens op een definitie van mijn eigen werk.

Natuurlijk heb ik nog wel het een en ander te zeggen over de moeilijkheid van definiëren en daarmee de inherente onzekerheid van alle getallen die je ziet. Maar dat is voor mijn boek. En mijn timer staat niet aan.

Lies, damned lies, and lijstjes

Dinsdag had ik een mooie middag bij de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KMHW). Een chique club met een navenant gebouw.

Onder de kroonluchters zat ik tussen de hoogleraren die Jan Tinbergen nog hadden gekend, en hadden we het over ‘de meetlat en de meetindustrie.’ Oftewel: In de zorg, in de wetenschap, in de kunsten, in de boekenwereld.

Ik had een ouderwets middagje ranglijst-bashen verwacht - en gebasht werd er - maar toch kwam ik thuis met een hernieuwde waardering voor rangschikken (al was het maar omdat ik anders niet had geweten dat ik bij het oudste geleerde genootschap van Nederland was geweest).

Want die lijstjes kunnen ook een prikkel geven om de wereld te verbeteren. Tenminste, dat stelde Jayasree Iyer, de directeur van de Die club zet elk jaar farmaceutische bedrijven op een rijtje naar hoeveel ze doen om medicijnen toegankelijker te maken in ontwikkelingslanden.

Of dat dingen echt verandert? Daar hoop ik dit najaar in te duiken als ik me ga verdiepen in ranglijstjes. Tips zijn alvast welkom. Wie het eerst is.

Jayasree Iyer bij de KMHW. Foto: Hilde de Wolf

#NerdAlert

Het jaar is weer doormidden! Gisteren, 2 juli, was de middelste dag van het jaar. Medianer wordt het niet. Nog 182 dagen tot oud en nieuw.

Afgerond zitten we al in 2018.

Tot slot...

...zag ik ooit voedingsprofessor en medialieveling Brian Wansink schitteren op een symposium. Maar na het speurwerk van drie ‘data-detectives’ blijkt:

Een mooie week gewenst!

Wil je op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Ontcijferen onderzoek ik de getallenwereld. In mijn wekelijkse mail houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, zie, hoor en lees. Een vast onderdeel: #NerdAlert, voor de getallenliefhebbers. Schrijf je in voor mijn wekelijkse mail