In een poging de burgers te betrekken bij de besluitvorming organiseerde de gemeente Hardenberg een ‘Eigen huis en buurt-avond’ onder het systeemplafond van het futuristische, goudkleurige gemeentehuis. Grote troef was een vel papier met concentrische cirkels waarop het eigen huis en de eigen buurt in het middelste cirkel lagen.

Met de ontwikkeling van ‘het concept’ waren zeven ambtenaren maanden bezig geweest.

‘Wat leuk is,’ zei communicatieadviseur Carina van der Veen, ‘is het bijbehorende stickervel…’

Haar collega Jan Nabers – ‘projecttrekker omgevingsvisie Hardenberg’ en vanwege zijn ‘verbindingskracht’ ooit winnaar van ‘de gouden haring’ – vouwde het stickervel uit op een van de statafels in het restaurant van het gemeentehuis waar dat deel van de Hardenbergers dat graag wilde meedenken – een stuk of 45 – werd ontvangen met een consumptie naar keuze en een onbeperkte hoeveelheid M&M’s die vreemd genoeg in wijnglazen waren gestopt.

‘Sticker je rot; eerst alleen, daarna in groepsverband, dan kweek je coherentie’

‘Er is heel veel vergaderkracht in gaan zitten,’ zei Jan. ‘Alleen al om tot zeven verschillende categorieën te komen waren we al dagen bezig.’

Het had uiteindelijk geresulteerd in tientallen stickers. Jan somde alle categorieën op. ‘Eigen huis en buurt, leefomgeving, mensen om mij heen, werk, vrije tijd, hoe verplaats ik mij, energie… En dat is per categorie dan weer onderverdeeld in subthema’s met eigen stickers. Wij zeggen tegen de mensen: kom naar het gemeentehuis en sticker je rot. Eerst alleen, daarna in groepsverband. Dan kweek je coherentie.’

Hij keek naar Carina.

‘Ben ik duidelijk, Carina?’

‘Je bent heel duidelijk, Jan!’

Ze deed voor hoe of het moest. Ze pulkte een blauw stickertje met de tekst ‘theater’ (uit de categorie ‘vrije tijd’) van het vel en ging hardop filosoferen hoe belangrijk ‘theater’ voor haar was. ‘Een avondje vermaak, ik hou daarvan. Ik ben een fan van kunst en cultuur. Ik plak deze sticker in de middelste cirkel. Het is belangrijk voor me.’

Ze keek naar Jan.

‘Waar plak jij ‘theater,’ Jan?’

Jan: ‘Ook in de middelste cirkel, definitely.’

Carina: ‘Zo gaat dat dus. De mensen mogen zoveel stickeren als ze willen. Ook al wonen ze in een van onze kleine dorpen of buurtschappen. Een wens is een wens en een droom is een droom, daar komen wij als gemeente verder niet aan. Ook als ze allemaal een theater willen, dan wil dat nog niet zeggen dat het er ook daadwerkelijk komt.’

Jan: ‘Dat is onbetaalbaar, maar de wens is wel in kaart gebracht. En een in kaart gebrachte wens nemen we in Hardenberg serieus!’

Even later riep Carina de opgekomen inwoners op om ‘lekker vrij’ en ‘out of the box’ te denken. Om de creativiteit te prikkelen liet ze plaatjes zien. Eentje van een jaguar en een leeuw. Ze las voor vanaf een papier: ‘Voor je staat een jaguar en achter je staat een leeuw. Je hebt maar een verdovingspijl. Hoe kun je jezelf uit deze benarde situatie redden?’

Daarna een tekening. ‘Een bij en een vlieg zitten samen in een fles. Welke van de twee is op deze zonnige dag als eerste uit de fles? En waarom?’

Antwoord uit de zaal: ‘Geen van de twee, want zo’n fles flikker ik in het vuur. Vieze kutbeesten.’

Daarna werden de mensen in groepjes onderverdeeld. Het ‘stickeren’ leidde eerst tot misverstanden, maar door de goede begeleiding van betrokken ambtenaren, van wie een deel een vrije avond had geofferd, ontsponnen discussies waar ‘projecttrekker’ Jan Nabers ‘blij’ van werd.

‘Hardenberg is een gemeente met zestigduizend zielen,’ fluisterde hij, ‘maar qua oppervlakte vele malen groter dan Amsterdam. Om zo’n gebied warm te krijgen voor een project als dit hebben we de gemeente onderverdeeld in vier kwadranten met van elke discipline een ambtenaar in de kerngroep. Dan sijpelt het multidisciplinair in de organisatie door. Dus een sectorale aanpak doorsneden met een gebiedgerelateerde aanpak.’

‘U wilt echt een natuurpark in het centrum?’

De inwoners hadden een meer directe vorm van communiceren. Een vrouw met een bril plakte bijna al haar stickers in de binnenste cirkel.

‘In het centrum gebeurt geen zak. Ik wil leven in de brouwerij.’

Daar waren de andere bewoners het eigenlijk allemaal mee eens.

‘Het is hier veel te grijs. Er gebeurt niets, de inwoners zijn te oud. Je kunt niet eens meer fietsen vanwege de grote hoeveelheid mensen met rollators.’

Een van de ambtenaren begon over de ‘red zone,’ als je iets beslist niet in je leefomgeving wilde, kon je die sticker ook naast de cirkels plakken.

Daarna, tegen een wat oudere man: ‘U wilt echt een natuurpark in het centrum?’

Tussen de stickerende inwoners bewoog zich opeens ook Douwe Prinsse, al een eeuwigheid wethouder namens het CDA. Hij keek en zag dat het goed was.

‘Ik vier de betrokkenheid.’

Hij vond inspraak ‘schitterend,’ zolang dat maar niet tot beslissingsbevoegdheid leidde. Een mooi voorbeeld daarvan vond hij het enorme goudkleurige gemeentehuis dat hij hoogstpersoonlijk door de raad had gedrukt. ‘Heel veel bewoners vinden het potsierlijk en protserig. Ik hou daarentegen wel van aparte gebouwen.’

Dat het gemeentehuis in 2015 door de lezers van het blad Cobouw werd gekozen tot ‘lelijkste gebouw van Nederland’ zag hij als een ‘blessing in disguise.’

‘Ik heb de gemeenteraad in een spoedvergadering bij elkaar geroepen en gezegd: ‘Dit is aandacht voor Hardenberg, dit is schitterend.’ Naar de bevolking toe hebben we gecommuniceerd dat ons gemeentehuis het meest markante gemeentehuis van Nederland is. Dat slikten ze. Nu vinden ze het mooi.’

Hij kon zich niet voorstellen dat ‘het gesticker’ ging leiden tot nieuwe besluitvorming - ‘dan moeten ze wel heel gek gaan plakken,’ – maar daar ging het volgens hem ook niet om. ‘Je moet inwoners af en toe bij de kladden pakken om ze erbij te betrekken. Dan beseffen ze zelf ook dat je niet alles kunt verwezenlijken.’

Daarna: ‘Tegen de tijd dat alles is uitgeëvalueerd, ben ik allang met pensioen.’

Meer lezen?

Onder het systeemplafond van het windcongres ziet de toekomst er zonnig uit Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Vandaag zijn we op een bijeenkomst over windmolens. De vraag hoe omwonenden enthousiast te krijgen blijkt er makkelijker te stellen dan te beantwoorden. Lees het verhaal van Marcel en Jan Dirk hier terug Onder het systeemplafond van de beveiligersopleiding is bijna iedereen geschikt Het systeemplafond is Nederland in een notendop: saai, efficiënt en gemakkelijk om dingen in te verbergen. Vandaag zijn we bij een beveiligersopleiding met ‘bijna honderd procent’ baangarantie. ‘De vraag blijft het aanbod maar overtreffen, je hoeft geen voorspeller te zijn om te weten dat dat doorzet.’ Lees het verhaal van Marcel en Jan Dirk hier terug Drie redenen waarom de participatieverklaring een heel slecht idee is Vanaf morgen moeten vluchtelingen superburgers zijn. Ze moeten onze normen en waarden niet alleen respecteren, ze moeten die waarden ook expliciet uitdragen en actief een bijdrage leveren aan de maatschappij. Dat is geen goed idee. Lees het verhaal van Tamar hier terug