In deze journalistieke zoektocht naar een duurzame voedselvoorziening stond de afgelopen maanden vis centraal. Binnenkort verschijnt een voorlopig laatste artikel over vis (over het welzijn van vissen en een Urks bedrijf dat ‘visvriendelijk fileert’), daarna richten we ons op andere aspecten van de voedselproductie.

Eerst: drie recente berichten over voedsel en duurzaamheid die ik verrassend, hoopgevend of verontrustend vond – en in ieder geval het delen waard.

Het land dat de wereld voedt

A tiny country feeds the world,’ kopte de internationale editie van National Geographic in het septembernummer. Dit landje is ‘een agriculturele gigant die een overvloed aan gewassen produceert terwijl hij steeds minder grondstoffen gebruikt – en pioniert zo met nieuwe manieren om honger te bestrijden.’

Dit kleine landje is… Nederland.

In 27 fraai geïllustreerde pagina’s steekt het tijdschrift de loftrompet over de Nederlandse high-tech-landbouw. Zo lezen we over een aardappelboer die met behulp van een op afstand bestuurbare tractor en een drone precies weet hoe het staat met de chemische samenstelling van de grond en de groei van elke plant.

Nederland is ’s werelds op een na grootste voedselexporteur terwijl het 270 keer minder landmassa heeft dan de nummer 1

Dankzij deze precisielandbouw zijn diens opbrengsten twee keer groter dan het mondiale gemiddelde. Een ander voorbeeld is het ‘aardse paradijs’ van de gebroeders Duijvestijn nabij Delft, die hun zeventig jaar oude familiebedrijf op de schop gooiden om er een duurzaam kassencomplex van te maken dat onafhankelijk wil zijn van externe grondstoffen. Zo produceert het bedrijf bijna alle mest en energie die het nodig heeft en zelfs een deel van de verpakkingsmaterialen door de vezels van oude tomatenplanten te gebruiken.

National Geographic beschrijft verder de merites van ‘Food Valley,’ met als epicentrum Wageningen University & Research (WUR), bijzonder aanstekelijk. Het is dan ook een indrukwekkende prestatie: Nederland is ’s werelds op een na grootste voedselexporteur (gemeten in waarde van de producten) terwijl het 270 keer minder landmassa heeft dan de nummer 1, de Verenigde Staten.

En sinds 2000 is de afhankelijkheid van water in de Nederlandse agrarische sector voor enkele belangrijke gewassen met 90 procent afgenomen, verdween het gebruik van chemische pesticiden in de glastuinbouw bijna volledig en gebruikt de kippen- en veehouderij 60 procent minder antibiotica.

Toch miste ik enkele keerzijden die we in Nederland helaas maar al te goed kennen. Zo was de verslaggever onder de indruk van de kippenhouderij die 150 duizend dieren op ‘humane wijze’ op een kleine oppervlakte houdt. Maar waarom niet vermelden dat dit soort bio-industrie voor omwonenden gezondheidsproblemen oplevert en dat Noord-Brabant de buik vol heeft van de tientallen miljoenen dieren die het herbergt? Of dat de Nederlandse glastuinbouw nog altijd voor een groot deel op fossiel aardgas draait? Ook woorden als mestoverschot, ammoniakuitstoot, Q-koorts, grondwaterdalingen en fipronil komen in het artikel niet voor.

Oordeel

Liever vega leverworst dan een gewone leverworst

Als de slager vegetarisch wordt, weet je dat er iets aan de hand is. Zwanenberg Food Group, producent van Zwan boterhamworst en Kips leverworst (je weet wel, van die reclame met het liedje ‘Liever Kips leverworst dan een gewone leverworst’) maakte eerder deze maand bekend dat het niet langer louter vlees wil verkopen. De vleesverwerker wil op termijn 50 procent van zijn omzet halen uit niet-vleesproducten, zoals groenteburgers, vleesvervangers en soepen.

Nu komt circa 90 procent uit de verkoop van boterhamworst, knakworst, leverworst en andere vleeswaren. En Zwanenberg is een grote vleesverwerker; ik denk dat vrijwel elke Nederlandse carnivoor ooit iets van het bedrijf heeft gegeten.

De reden? De opkomst van de vega- en flexitariër. ‘Het is heel normaal voor jongeren om drie dagen per week geen vlees te eten,’ zegt ceo Ronald Lotgerink in het Zwanenburg ziet ‘een sterke verschuiving’ naar vleesvrije producten. ‘Die trend is onomkeerbaar en daar gaan wij als foodbedrijf op inspelen,’ zegt directeur en eigenaar Aldo van der Laan.

Halleluja! Want dat we meer vlees eten dan goed is voor de aarde,

Terug in de Noordzee: de blauwvintonijn

Het is een klein wonder dat nog niemand kan verklaren: de Atlantische blauwvintonijn is na zestig jaar terug in de Noordzee. Deense en Zweedse onderzoekers gaan met het Wereld Natuur Fonds (WNF) veertig van deze warmbloedige vissen vangen en van een satellietzender voorzien. Zo hopen ze erachter te komen waarom de luipaard van de zee – Atlantische blauwvintonijn kan tot wel 80 kilometer per uur zwemmen – weer terug in de Noordzee is en hoe hij het best beschermd kan worden.

De Atlantische blauwvintonijn is na zestig jaar terug in de Noordzee

Deze majestueuze vis – die ruim 3 meter lang en 725 kilo zwaar kan worden – is een van meest commercieel waardevolle vissen ter wereld. Met name Japanners hebben er gigantische bedragen voor over om van deze supervis sushi te maken. De Atlantische blauwvintonijn is dan ook een van de meest bedreigde diersoorten ter wereld.

En nu zwemt hij ineens weer in de Noordzee. Hoe kan dat? ‘Waarom ze nu terugkeren weten we niet,’ zegt professor Brian MacKenzie, verbonden aan een Deense Universiteit in ‘Waarschijnlijk hebben beschermingsmaatregelen geholpen.’ Zo is het sinds enkele decennia verboden om in de Noordzee op de blauwvintonijn te vissen, en ook maatregelen in de Middellandse Zee (waar de tonijnen die nu in de Noordzee zwemmen waarschijnlijk vandaan komen) lijken hun vruchten af te werpen.

Als dat zo is, zou dat een prachtige opsteker zijn voor visbeschermers (en verklaren waarom het WNF vol trots de media opzocht met dit onderzoek). Waarom vissen beschermd moeten worden en hoe dat kan, lees je in

Lees ook:

Door deze oplossingen kan vis de hele wereld voeden Het was altijd een groot bezwaar tegen kweekvis: die eet zelf wilde vis. Maar het lukt steeds beter visetende kweekvis vegetarisch (!) te laten eten. Ook op andere vlakken is de kweekvis een duurzaam alternatief, leert viswetenschapper Johan Verreth mij. Lees het interview hier terug We kunnen honderd keer zoveel vis kweken als we doen. Ik zocht uit hoe dat duurzaam kan De meeste vis die wereldwijd wordt gegeten komt niet uit zee, maar wordt gekweekt. Nu deze week uit onderzoek blijkt dat we honderd keer zoveel vis kunnen kweken als we doen, vraag ik me af: hoe doen we dat duurzaam? Lees de analyse hier terug