Het gezicht van Mark Zuckerberg is gehavend. Zijn rechteroog is blauw, een voortand afgebrokkeld. Iemand heeft de Facebook-oprichter duidelijk een paar rake klappen gegeven. Maar dat deert Mark Zuckerberg niets. Zijn brede, onmiskenbare lach is - letterlijk - niet van zijn gezicht af te slaan.  

Mark Zuckerberg, door de kunstenaar KATSU.

Het kunstwerk van de New Yorkse graffitikunstenaar Katsu is op verschillende manieren te interpreteren. Eén lezing is dat de kunstenaar wil laten zien dat anonimiteit in het Facebooktijdperk niet bestaat. Wat je ook probeert, je blijft herkenbaar.

Een andere mogelijkheid is dat het blauwe oog van Zuckerberg staat voor de felle kritiek op het bedrijf en Zuckerbergs zelfgenoegzame lach het tandeloze karakter van die kritiek verbeeldt: ondanks het geklaag blijft iedereen Facebook tóch gebruiken. 

Hoe dan ook, het werk roept veel associaties op, zoals de meeste werken die zijn tentoongesteld op de prachtige expositie Faceless in Mediamatic in Amsterdam. De tentoonstelling bestaat uit een verzameling kunstwerken, foto’s en mode-attributen die Het Gezicht als thema hebben. En dan vooral: de menselijke drang om ons gezicht te verbergen.

Op Faceless zijn maskers te zien, bivakmutsen, boerka’s. Er is een prachtig zelfportret van Marina Abramović, waarop de wereldberoemde kunstenares met een zwarte handschoen de helft van haar gezicht bedekt. En er zijn videobeelden van een kunstenaar die zijn gezicht middels plastische chirurgie laat verbouwen. 

De wens aan anderen een ander gezicht te tonen is uiteraard geen recente ontwikkeling. Toch is Faceless een hoogst actuele expositie: veel werken spelen met het moderne euvel dat het in tijden van Facebook en NSA nagenoeg onmogelijk is om onszelf te verbergen. Tegelijkertijd laten de geëxposeerde werken zien dat juist kunstenaars in staat zijn om daar een passend antwoord op te geven.

Mooi is bijvoorbeeld het fag mask (‘flikkermasker’) van de Amerikaanse kunstenaar een amorf roze rubberen masker dat, zo schrijft Blas op zijn eigen site, ervoor zorgt dat de drager niet herkend kan worden door gezichtsherkenningstechnologie. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de gezichten van homo’s door slimme software redelijk goed zijn te onderscheiden van die van hetero’s. Blas’ flikkermasker is een waarschuwing voor wat hij ‘biometrisch racisme’ noemt: in een niet al te verre toekomst rubriceert technologie ons op basis van onze gelaatstrekken. 

Vimeo
Het ‘flikkermasker’ of ‘Facial Weaponization Suite’ van Zach Blas

De tientallen werken op Faceless maken voelbaar en concreet wat moeilijk in woorden is te vatten: de gevaren van surveillance en het belang van privacy en anonimiteit. 

Twee weken geleden de Turkse technieksociologe Zeynep Tufekci een prikkelend essay waarin zij haar lezers oproept nieuwe metaforen te zoeken voor de moderne surveillancestaat. 1984 van George Orwell, het boek waar ongeveer iedereen naar verwijst om de wereld van nu te beschrijven, voldoet niet meer, volgens Tufekci. ‘Deep and pervasive surveillance is real. It is likely worse than what we know, and is becoming more pervasive by the day. But Nineteen Eighty-Four has very little to do with it.’ 

Tufecki pleit voor nieuwe verhalen en andere beelden. Ik zou zeggen: begin eens bij het blauwe oog en de brede lach van Mark Zuckerberg. 

Faceless in Mediamatic Faceless is nog te bezichtigen tot 13 april in Mediamatic in Amsterdam. Meer informatie over de tentoonstelling Nee, je hebt wél iets te verbergen In discussies over privacy duikt steeds dit argument op: ‘Ik heb niets te verbergen’. Waarom zou je je dan zorgen maken over de NSA of Facebook? Rob Wijnberg en ik geven elf redenen waarom dit een fundamenteel verkeerd argument is. Lees hier ons stuk over het belang van privacy terug Hoe wapenen we ons tegen de machine die nooit vergeet? De Amerikaanse hoogleraar en activist Eben Moglen wil ons wakker schudden over de gevaren van de surveillancestaat. ‘Met de technologie van de NSA is het mogelijk om de menselijke vrijheid uit te roeien. Onze gedachten verdwijnen in een machine die nooit vergeet.’ Lees hier mijn interview met Eben Moglen terug