Na een paar mooie uren wandelen in de natuur zit ik in de trein. Het landschap raast voorbij, de vierzits deel ik met een ouder stel. Hij pakt iets uit zijn tas, zij zegt dat ze Chocomel wil. Secuur prikt ze haar rietje door het pakje, hij trekt een blikje open. Cassis.

Ik vind de aanblik zoet.

Zijdelings observeren wat zij doen vind ik eigenlijk ook veel interessanter dan wat ik op dat moment zelf doe: scrollen door mijn tijdlijn. Zoekend, naar wat precies weet ik niet. Gedachteloos.

‘Wat zou je doen als je niet op Facebook zat?’

Het duurt even voor ik doorheb dat de meneer het tegen mij heeft. Als dat kwartje eenmaal valt, ben ik de boodschap alweer kwijt.

‘Pardon?’

‘Wat zou je doen als je niet op Facebook zat?’

Ik denk aan de laptop die in mijn tas zit. Werken misschien, maar dat had ik op de heenweg al gedaan. Mijn hoofd staat daar ook niet naar. Een boek heb ik die dag niet mee, mijn oren zitten niet te wachten op geluid uit mijn telefoon.

We zijn van verschillende generaties, dat onze wegen elkaar eerder in de geschiedenis hebben gekruist fascineert me

Achter de meneer raast het landschap voorbij. Nog steeds. Dat het mooi is zie ik nu. Ik zie nu ook de vriendelijkheid in de ogen met witte wimpers van de man die naast me zit. Die was me ontgaan toen ik neerplofte. Gedachteloos.

‘Misschien zou ik uit het raam staren. Of misschien, waarschijnlijk, kletsen. Met u.’

Hij gniffelt. Zijn vrouw tegenover ons ook. We kletsen, van Den Bosch naar Amsterdam.

We kletsen.

Over reizen. Zij komt uit het zuiden van het land, hij uit het noorden. Ze trouwden en wonen nu ergens in het midden. Binnenkort gaan ze naar Zuid-Afrika. Ik wil er ook ooit eens heen en vertel over mijn laatste reis. De meren waren er mooi, en even zijn we er samen.

Over het verleden. Staalfabrieken die hun families van inkomen voorzagen, staalfabrieken die ook mijn familie ooit van inkomen voorzagen. We zijn van verschillende generaties, dat onze wegen elkaar eerder in de geschiedenis hebben gekruist fascineert me.

Over talen, de verschillende dialecten die we spreken. Zij mist haar moederdialect en zegt dat dat haar nog steeds het dichtst bij het hart ligt, hij werpt haar een liefdevolle blik toe. Taal kent soms geen woorden.

We kletsen, van Den Bosch naar Amsterdam.

Als we afscheid moeten nemen pak ik mijn telefoon die ik in mijn tas had weggestopt. Ik overhandig die aan meneer die in een blauw schermpje zijn naam tikt. Pas dan weet ik hoe hij heet. Ik vraag dan naar haar naam, zij naar de mijne. We maken kennis en nemen afscheid.

We worden vrienden. Ook op Facebook.

Meer lezen?

Ode aan de oudere vrienden Intergenerationele vriendschappen kunnen niet alleen mooie verhalen opleveren, maar ook emotionele intelligentie voeden. Daarom deze ode aan dergelijke vriendschappen. Lees het verhaal van David hier terug Iemand die ik niet ken: Utrecht Centraal Ontmoetingen met onbekenden kunnen betoveringen verbreken of het ongrijpbare verklaren. In een vierzits, of bij een fikse vertraging op station Utrecht Centraal. Lees het verhaal van Vera hier terug Wat je terugkrijgt als je van Facebook gaat Facebook is zo ontworpen dat we er verslaafd aan raken. Zo zijn we constant afgeleid. Maar als niemand zich kan concentreren, komt ook niemand meer met een goed uitgewerkt idee. Tijd om onze aandacht terug te eisen. Lees het verhaal van Bregje hier