‘Mag ik dit eigenlijk wel zien?’

Dat is de vraag die het eerste kwartier centraal staat tijdens de besloten bijeenkomst die afgelopen zondag werd georganiseerd na afloop van de IDFA-documentaire Alicia van Maasja Ooms. Producent Willemijn Cerutti heeft zo’n tweehonderd ‘jeugdprofessionals’ – psychiaters, voogden, kinderrechters, mensen van de kinderbescherming, beleidsmakers, pleegouders, gedragswetenschappers etc. – opgetrommeld om samen door te praten over de zeer indringende documentaire. Een verhaal waarin de onmacht van de jeugdzorg pijnlijk wordt blootgelegd.

In de film volg je als kijker een meisje – Alicia – van haar tiende tot haar dertiende. In de openingsscène zie je haar huilend in bed. ‘Wat is een wachtlijst?’ vraagt ze wanhopig. ‘Niemand is aan het zoeken!’ De leidster van de jeugdinstelling waar Alicia al vanaf haar vijfde woont, zit op haar bed en legt uit dat ze een ‘heel speciaal’ meisje is. ‘We moeten daarom heel goed zoeken naar een plekje dat bij jou past.’ Daarop wordt Alicia nog wanhopiger. ‘Maar ik bén gewoon. Ik ben niet speciaal. Ik ben gewoon een meisje.’

Mama komt niet, de benzine is te duur

Wat Alicia ‘speciaal’ maakt is dat ze de grote pech heeft gehad dat haar moeder haar al op zeventienjarige leeftijd kreeg en - vanwege haar eigen instabiele jeugd - niet in staat is om voor haar te zorgen. Daarna had Alicia, die vanaf haar eerste in een pleeggezin woonde, de pech dat ze, vanwege omstandigheden in dat gezin, daar weer weg moest. Ze was toen vier. Sindsdien woont ze in de jeugdinstelling.

Contact met haar moeder is er wel, maar Alicia kan er niet op bouwen. ‘Mijn moeder komt nooit. Ze heeft geen geld voor benzine. Daarom is het bezoek al drie keer niet doorgegaan’. Als Alicia op haar verjaardag zelf bij haar moeder op bezoek gaat, zie je de onmacht van de moeder. Ze wil wel, maar ze kan niet.

In de loop van de film zie je dat Alicia zich steeds onmogelijker gaat gedragen. Tot het niet meer gaat. ‘Als niemand zich aan de regels houdt, kunnen we niet voor jou zorgen. Dan moeten we een ander plekje voor jou zoeken,’ zegt een van de leidsters in de jeugdinstelling. ‘Doei,’ zegt Alicia op een quasi onverschillige toon. ‘Ik ga jullie in elkaar slaan.’

Hoe goed de voogd ook haar best doet, er is geen pleeggezin voor Alicia

Wat ik het meest pijnlijk vond aan de film is dat het zo duidelijk maakt dat je kinderen zoals Alicia eigenlijk alleen kunt helpen met iets dat soms niet te bieden valt: iemand die van haar houdt én betrouwbaar is. Met Alicia praten over haar ‘leerdoelen,’ wat op een gegeven moment gebeurt in de film, steekt dan ook bijna potsierlijk af tegen de nood van dit meisje.

Maar hoe treurig ook, dit soort gedragsregulerende gesprekken zijn, naast liefdevol en respectvol handelen, het enige wat jeugdzorg echt kan bieden. Hoe goed voogd Machteld van Rooij haar best ook doet, er is geen pleeggezin voor Alicia. En hoe ouder ze wordt, hoe kleiner de kans dat dat er ooit gaat komen.

‘Niemand vindt mij lief. Ik kan er net zo goed niet zijn’, zegt Alicia op een gegeven moment tegen een leidster.

Wachten op een pleeggezin duurde jaren

Alle jeugdprofessionals die aanwezig zijn bij de nabespreking zijn het met elkaar eens: de film is heel integer gemaakt. Maar een deel van de aanwezigen blijft toch worstelen met de vraag: mag ik dit wel zien? Is dit niet te privé?

Documentairemaker Maasja Ooms, die zelf haar eerste vier jaar in een tehuis woonde, snapt deze aarzeling. Ze legt uit waarom deze film er toch moest komen; volgens haar maar óók volgens de inspecteur van de jeugdzorg: ‘Ik wilde een film maken over hechting. En over hoe dat werkt als een kind in een pleeggezin terechtkomt. Toen ik Alicia leerde kennen, dacht men nog dat dat pleeggezin er snel zou komen. Dat was niet zo. Ik heb er met Alicia drie jaar op gewacht.’

Ik scheld wel veel hè, da’s niet zo netjes van me

Ondertussen bouwden Ooms en producent Willemijn Cerutti wel een band op met Alicia. Zij heeft de film al voor een deel bekeken (‘ik scheld wel veel hè, da’s niet zo netjes van me’). Het niet uitbrengen van de film, omdat het leven van Alicia toch anders liep dan verwacht, zou een soort verraad betekenen.

Maar het belangrijkste argument om de film uit te brengen, was dat Alicia zélf graag wilde dat dit verhaal verteld zou Dan zou er voor haar misschien eens wat veranderen. En voor de ongeveer duizend kinderen die in een vergelijkbare situatie verkeren.

Meer lezen?

We hebben de gelukkigste kinderen ter wereld, maar dat is bepaald geen zegen Nederland heeft de gelukkigste kinderen ter wereld, maar dat feit slaat meteen elke discussie over ons kindbeleid dood. Terwijl dat beleid nog veel te wensen over laat. Lees het verhaal van Marilse hier terug Tot wat voeden we eigenlijk op? Zeven jaar geleden werd ik voor het eerst geconfronteerd met mijn gebrek aan opvoedidealen. Een gemiste kans: nadenken over de vraag wat je wilt bereiken met opvoeden, vergroot de kans dat je dichter bij die idealen uitkomt. Lees het verhaal van Marilse hier terug