Leerkrachten in het basisonderwijs willen hetzelfde verdienen als hun tweedegraads collega’s op middelbare scholen, die gemiddeld 20 procent meer krijgen, terwijl beide groepen minimaal een hbo-opleiding hebben afgerond.

Dat is de simpele eis van de onderwijzers in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, die deze woensdag in staking gaan.

Basisschoolleerkracht Jan van de Ven. Foto: David Vroom (voor De Correspondent)

Sinds de leraren zich ruim een jaar geleden verenigden in de actiegroep boekten ze al veel succes. Zo kregen ze voor elkaar dat de regering straks per jaar extra voor hen uittrekt. Ook sloten ze een met minister Arie Slob voor Onderwijs.

Het is een mooi resultaat, beamen de leraren achter PO in Actie. Maar het is niet genoeg. ‘Wij zijn PO in Actie begonnen om een vuist te maken tegen de werkdruk én de oneerlijke beloning’, zegt actieleider Jan van de Ven. Op beide fronten moet nog veel gebeuren om het lerarentekort, dat is ontstaan doordat door de lage betaling en hoge werkdruk het vak minder aantrekkelijk is geworden, werkelijk terug te dringen.

Wordt lesgeven op een basisschool een hobbyvak?

De leraren vechten niet alleen voor zichzelf. Het oplopende lerarentekort is bovenal een maatschappelijk probleem, dat iedere ouder aangaat. En daarmee elke Nederlander.

Ik ben er een van. Een mail van de directeur van de basisschool van mijn zoon in Amsterdam maakte me duidelijk hoe nijpend het probleem van de lage lonen is. De directeur sprak in de mail zijn zorgen uit over het lerarentekort. Zijn grootste hindernis bij het invullen van vacatures? Nieuwe docenten kunnen het zich niet meer veroorloven in de omgeving van Amsterdam te wonen.

En Amsterdam is geen uitzondering, zegt Paul de Brouwer van PO in Actie. Leerkrachten hebben op veel meer plaatsen moeite om een hypotheek te krijgen.

De gevolgen hiervan zijn enorm. Hoe idealistisch – en financieel onafhankelijk – moet je zijn om te kiezen voor het basisonderwijs? Wordt lesgeven op een basisschool straks een hobbyvak, dat alleen partners van goedbetaalde artsen of advocaten nog kunnen uitoefenen?

Zelfs als je geen kinderen hebt, moet het lerarentekort je zorgen baren. Want wat zal er terechtkomen van onze kenniseconomie als we al niet in staat zijn voldoende leerkrachten te werven?

De werkdruk op scholen is enorm, terwijl (potentiële) leraren in vrijwel elke andere sector fors meer kunnen verdienen

De acties in het basisonderwijs draaien vooral om de ongelijke strijd die scholen voeren op de arbeidsmarkt. In een recent over marktwerking in het onderwijs in Het Parool beschrijft schooldirecteur Rienkje van den Eijnden waarom scholen dit gevecht zonder extra geld uit Den Haag nooit kunnen winnen. Om kort te gaan: de werkdruk op scholen is enorm, terwijl (potentiële) leerkrachten in vrijwel elke andere sector fors meer kunnen verdienen.

In mijn boek noem ik PO in Actie als inspirerend voorbeeld van bevlogen mannen en vrouwen, die met constructieve acties het beleid weer de juiste kant op duwen.

Blijft de vraag: hoe hebben ze dat geflikt? En: wat kunnen andere beroepsgroepen leren van de strijd van PO in Actie? Want niet alleen de onderwijzers kampen met een te hoge werkdruk, te veel bureaucratie en te lage lonen. De hele publieke sector, van de politie tot de zorg, klaagt inmiddels over onderbetaling en ondoordacht of mislukt politiek beleid.

In deze eerste aflevering in een serie verhalen over acties in de publieke sector tegen ondoordacht beleid, zoals de doorgeschoten marktwerking, de lessen die PO in Actie ons kan leren.

Het begin: een Facebookgroep

De Arnhemse schoolmeester Paul de Brouwer had geen idee van wat hij in beweging zette, toen hij op 27 februari vorig jaar om half elf ’s avonds een Facebookgroep aanmaakte.

Hij wist dat hij niet alleen stond in zijn onvrede over de ontwikkelingen in het basisonderwijs. Het lerarentekort neemt toe. De werkdruk is hoog. En de lonen in het basisonderwijs zijn 20 procent lager dan die van tweedegraads leraren in het middelbaar onderwijs, die net als zij een hbo-opleiding hebben voltooid.

Op die winteravond in 2017 besloot De Brouwer daarom een actiegroep voor leerkrachten in het basisonderwijs op te richten op Facebook. Het leek hem een zinvolle manier om het debat op gang te brengen met collega’s en schoolleiders die zich net als hij zorgen maken over de staat van het primair onderwijs (PO in jargon) in Nederland.

De doelstellingen van de Facebookgroep formuleerde hij bondig. De werkdruk moest omlaag, de salarissen omhoog. De Brouwer hoopte tweehonderd gelijkgestemden te treffen. Een naam was snel gevonden. PO in Actie. Toen ging hij naar bed.

Foto: David Vroom (voor De Correspondent)

De teller bleef maar lopen

De Brouwer wist niet wat hem overkwam toen hij de volgende ochtend Facebook opende. In een paar uur tijd hadden vijfhonderd collega’s uit het hele land zich aangemeld, en de teller bleef maar lopen.

‘Ik heb toen direct contact gezocht met Jan van de Ven en Thijs Roovers met de vraag of zij het gezicht van PO in Actie wilden zijn’, zegt De Brouwer.

Op Twitter had hij de verrichtingen van deze collega’s uit respectievelijk Limburg en Amsterdam gevolgd. Van de Ven had opzien gebaard met een opiniestuk in De Limburger over de loonkloof tussen het basis- en het voortgezet onderwijs. Roovers schreef een over hetzelfde onderwerp.

De Brouwer wilde alleen docenten, klassenassistenten en schooldirecteuren uit het basisonderwijs toelaten tot de actiegroep, maar de belangstelling was zo overweldigend dat hij in zijn eentje onmogelijk kon screenen of alle aanmeldingen aan die eis voldeden.

Een paar collega’s schoten te hulp. Na een week hadden ze vijftienduizend leraren uit het basisonderwijs toegelaten tot de groep. En de aanmeldingen bleven binnenstromen.

Het drietal was niet bedacht op het snelle succes. Het was pionieren. ‘Er lag geen boekje voor ons klaar waarin stond welke stappen we moesten nemen om onze eisen politiek ingewilligd te krijgen’, zegt Van de Ven.

‘Vanwege onze enorme aanhang op Facebook waren we in tien dagen vanuit het niets een grote speler geworden’

‘We waren drie gewone leraren met een grote bek’, blikt De Brouwer terug. Maar de enorme respons vanuit hun beroepsgroep schiep verplichtingen. ‘Vanwege onze enorme aanhang op Facebook waren we in tien dagen vanuit het niets een grote speler geworden’, aldus De Brouwer. ‘Vanaf dat moment voelden we ons verantwoordelijk tegenover al die collega’s die ons steunden om daadwerkelijk iets te veranderen.’

Achteraf hadden ze toen nog geen idee hoe ze de eisen die ze hadden geponeerd op Facebook moesten realiseren. De oprichters van PO in Actie hadden de beroepsgroep gemobiliseerd voordat het aanvalsplan gereed was.

Ze moesten als de wiedeweerga naar de tekentafel.

Basisschoolleerkracht Paul de Brouwer. Foto: David Vroom (voor De Correspondent)

Als het drietal wat wilde bereiken, moesten ze snel zijn. Ze hadden hun Facebookpagina slechts enkele weken voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer opgericht, de verkiezingsprogramma’s waren al geschreven.

En daar waren hun eisen om de loonkloof tussen de basisscholen en het voortgezet onderwijs te dichten niet in opgenomen.

Een tweede belangrijk agendapunt stond in september 2017 op de agenda. Dan zou de cao voor het primair onderwijs aflopen. Maar PO in Actie was vakbond noch werkgever, en had daarmee geen plek aan de cao-tafel. Dat was het domein van de professionele polderaars, die zelf niet voor de klas staan.

Bovendien lag het niet in de lijn der verwachting dat de werkgevers en werknemers veel konden veranderen aan de situatie. Ze kunnen tenslotte geen geld uitgeven dat er niet is.

De sleutel lag in Den Haag

Oftewel, aan de cao-tafel zou het probleem van de leraren niet worden opgelost. De sleutel daarvoor lag in Den Haag.

‘We kwamen toen op het idee om een Coalition of the Willing te smeden’, zegt Van de Ven. De strategie was even simpel als effectief: het drietal benaderde de vakbonden en de werkgevers aan de cao-tafel namens hun vijftienduizend volgers op Facebook en stelde hun voor om gezamenlijk op te trekken tegen politiek Den Haag.

De de werkgevers in het basisonderwijs, hoefden niet lang na te denken over het voorstel. Inhoudelijk waren ze het volmondig eens met de eisen van de activisten. Maar dat was niet de enige reden. Waar De Brouwer zich het liefst achter de schermen ophoudt, ontpopten de welbespraakte Roovers en Van de Ven zich als uitstekende ambassadeurs van het basisonderwijs.

‘De frisheid van Jan en Thijs opende nieuwe deuren’, zegt woordvoerder Ad Veen van de PO-Raad. Zo kregen Van de Ven en Roovers uitgebreid de gelegenheid om hun zaak te bepleiten in de talkshows van Jeroen Pauw en Humberto Tan. Veen: ‘Bovendien zagen wij het als een mooie kans om als één front naar buiten te treden.’

Voor de vakbonden was de opkomst van PO in Actie wel even slikken

Voor de bonden was de opkomst van PO in Actie wel even slikken, erkent woordvoerder Thijs den Otter van de Algemene Onderwijsbond. ‘Zeker omdat ze ons ook wel verwijten maakten.’

Kern van die kritiek? Vakbondbestuurders staan zelf niet voor de klas staan en zouden mede daardoor onvoldoende in de gaten hebben waar de schoen wringt. Bovendien zou de achterban van de bonden vooral bestaan uit oudere en gepensioneerde leerkrachten, terwijl PO in Actie juist veel aanhang heeft onder twintigers en dertigers in het onderwijs.

‘Wij voeren actie voor problemen die al twintig jaar niet zijn opgelost’, zegt Van de Ven. Anders gezegd, als de bonden hun werk beter hadden gedaan had PO in Actie niet bestaan.

Uiteindelijk stond de initiële kritiek op de bonden samenwerking niet in de weg. Het succes van PO in Actie op de sociale media was simpelweg te groot om te negeren. Den Otter: ‘Natuurlijk zagen we ze ook wel een beetje als onze concurrent, maar we vechten voor hetzelfde.’

Met de coalitie stelde PO in Actie zijn manifest op. De uitgangspunten bleven ongewijzigd: minder werkdruk en een eerlijker loon.

De strijd kon beginnen.

Werken aan bewustwording

Over één verklaring van het succes van PO in Actie zijn vriend en vijand het eens: hun eisen zijn alleszins redelijk. Want waarom zouden docenten met een hbo-opleiding op een basisschool tot ruim 20 procent minder mogen verdienen dan hun collega’s op de middelbare school?

‘Wij merkten dat veel leerkrachten zich eigenlijk niet bewust waren van die cijfers’, zegt Van de Ven. Dit veranderde plotsklaps toen PO in Actie op 20 maart 2017 zijn manifest publiceerde op PO in Actie.

‘Binnen een dag hing ons manifest in de helft van de lerarenkamers in Nederland’

De boodschap werd ook verspreid door onderwijscorrespondent Johannes Visser, die diezelfde dag publiceerde over PO in Actie. ‘Wij zagen dat leerkrachten het verhaal van Johannes massaal met elkaar deelden’, zegt Van de Ven. ‘Dat hielp ons enorm om collega’s bewust te maken van de loonkloof met het voortgezet onderwijs.’

‘Binnen een dag hing ons manifest in de helft van de lerarenkamers in Nederland’, zegt Van de Ven. ‘Het was echt een eye-opener voor docenten’, vult De Brouwer aan. ‘Veel collega’s wisten wel dat er in het voortgezet onderwijs beter wordt betaald, maar niemand had in de gaten dat het verschil zo groot was.’

De verontwaardiging vertaalde zich online. Nog eens duizenden nieuwe leraren meldden zich op Facebook aan bij PO in Actie.

De loonkloof stond in geen enkel verkiezingsprogramma

Intussen hadden Roovers en Van de Ven in Den Haag de woordvoerders van de Tweede Kamerfracties onder handen genomen. ‘De loonkloof stond in geen enkel verkiezingsprogramma’, zegt Van de Ven. ‘Zelfs de onderwijswoordvoerders hadden geen idee hoe groot het gat was.’

De leiders van PO in Actie spraken met de Kamerleden af dat ze hun manifest op 18 april officieel zouden overhandigen in Den Haag. Tegelijkertijd vroeg SP-Kamerlid Peter Kwint een debat aan met Sander Dekker, destijds staatssecretaris van Onderwijs.

In amper twee maanden tijd waren de leraren erin geslaagd de beroepsgroep te mobiliseren én hun strijd op de politieke agenda te plaatsen. Maar ze kregen pas echt de wind in de zeilen toen staatssecretaris Dekker zich tijdens een Kamerdebat op 10 mei met hen begon te bemoeien.

Veel leraren voelden zich geschoffeerd door de opmerking van de staatssecretaris. Een geschenk uit de hemel

‘Wij waren met zevenhonderd leraren naar de Tweede Kamer gekomen om het debat te volgen’, zegt Van de Ven. De leraren deden bovendien op Facebook live verslag van het debat, zodat hun tienduizenden volgers geen woord hoefden te missen. In het debat verdedigde Dekker de loonkloof door te stellen dat werken met pubers in het middelbaar onderwijs niet te vergelijken is met de taken van leraren in het basisonderwijs.

De opmerking was een geschenk uit de hemel voor PO in Actie. Veel leraren voelden zich ronduit geschoffeerd door de staatssecretaris. ‘Na het debat op 10 mei was de actiebereidheid enorm.’

Steun van vicepremier Asscher

Het simpelweg aankondigen van een eerste staking van een uur, bleek vervolgens al voldoende om een eerste toezegging los te krijgen in Den Haag.

Op zaterdag 16 juni kondigde toenmalig vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) aan extra geld vrij te willen maken voor leraren. De timing was pikant. Het kabinet was demissionair en de winnaars van de verkiezingen waren volop in onderhandeling over een nieuw regeerakkoord. Asschers PvdA was daar niet bij.

Asscher maande de onderhandelaars zich te haasten. Want als de PvdA met Prinsjesdag nog verantwoordelijk zou zijn voor de begroting, moest er extra geld worden uitgetrokken voor de docenten. Zo niet, dan zou de PvdA-leider het demissionaire kabinet opblazen.

Voor Lodewijk Asscher speelde de desastreuze verkiezingsuitslag mee. PO in Actie kwam op een politiek opportuun moment

Voor Asscher speelde de desastreuze verkiezingsuitslag van een paar maanden eerder mee. PO in Actie kwam op een politiek opportuun moment, de PvdA kon zich dankzij hun strijd beter profileren.

Hoe groot de invloed achteraf zou zijn, had hij echter niet voorzien. ‘Ik deed de toezegging in juni’, zegt de PvdA-leider desgevraagd. Hij ging er zonder meer van uit dat de formatie ruim voor Prinsjesdag voltooid zou zijn. Toen dat niet gebeurde, liep de spanning op. ‘Pas toen de onderhandelaars mij hadden verzekerd dat het extra geld voor de leraren er zou komen, konden wij als PvdA instemmen met de begroting.’

Foto: David Vroom (voor De Correspondent)

Een mooie opsteker

De steun van Asscher was een sleutelmoment in de strijd van PO in Actie. Het regeerakkoord voorziet nu in de helft van de 1,4 miljard euro per jaar die volgens de leraren jaarlijks nodig is om hun eisen te realiseren.

Een mooie opsteker, vinden Van de Ven en De Brouwer nog altijd. Maar ze willen doorgaan tot de volledige 1,4 miljard op tafel ligt.

Als gezegd: PO in Actie bestaat niet uit polderaars die genoegen nemen met een compromis van 700 miljoen. Zij vechten door tot het hele bedrag is toegezegd.

In 2017 hebben de leraren tot nu toe twee dagen gestaakt. Met de estafettestaking komt daar in 2018 vooralsnog per provincie een dag bij.

Onhandig voor ouders. Toch lijkt de steun voor PO in Actie onder hen vooralsnog groot. Online tekenden 350.000 ouders en sympathisanten het manifest van PO in Actie. Ik ben er een van. De steun voor een Facebookgroep van ontevreden ouders, die zich juist tegen de stakingen verzetten, is ondanks ruime media-aandacht minimaal. Die pagina telde deze dinsdag 133 likes.

‘Als het aan ons had gelegen, hadden we op veel meer plekken en langer gestaakt’

‘Als het aan ons had gelegen, hadden we op veel meer plekken en langer gestaakt’, zegt Jan van de Ven. Aan enthousiasme bij de achterban geen gebrek. Maar om de steun van de werkgevers, de bonden en - niet onbelangrijk - de ouders van basisschoolkinderen te behouden, moest PO in Actie zich matigen.

En die steun is cruciaal om effectief te kunnen staken. Maar liefst 94 procent van de schoolbesturen is aangesloten bij de PO-Raad. Dankzij hun steun krijgen de docenten bij stakingen hun loon gewoon doorbetaald. Essentieel voor een Facebookgroep zonder stakingskas.

Ook de steun van de bonden was cruciaal, bleek bij de eerste landelijke staking op 5 oktober in Den Haag. ‘Zij hebben het busvervoer en het podium geregeld en betaald’, zegt De Brouwer. Voor 65.000 man. Het drietal achter PO in Actie heeft zelf tijd noch middelen of ervaring om zo’n operatie op poten te zetten.

De voltallige oppositie heeft zich inmiddels geschaard achter de eis van het PO-front om de loonkloof met het voortgezet onderwijs te dichten. De leraren staken door totdat ook de coalitie over de brug komt.

De kracht schuilt in het collectief

‘PO in Actie is begonnen als een Facebookgroep, maar simpelweg een groep op Facebook oprichten is niet voldoende om te bereiken wat wij hebben bereikt’, zegt Paul de Brouwer.

De belangrijkste lessen over constructief activisme van PO in Actie zijn:

  1. Denk nooit dat je de enige bent. Als jij ook voortdurend tegen bureaucratie, te hoge werkdruk of onderbetaling aanloopt, dan hebben waarschijnlijk meer vakgenoten daar last van. Durf collega’s in de kantine of op internet te vragen naar hun mening en ervaringen. En durf een actie te beginnen, al weet je niet of je succes hebt. De leraren van PO in Actie bewijzen dat je geen groots op voorhand uitgedacht plan hoeft te hebben om de bal aan het rollen te brengen.
  2. Inventariseer de voornaamste problemen, en concentreer je daarop. De mannen van PO in Actie zien er op hun Facebookpagina strak op toe dat het debat alléén gaat over werkdruk en gelijke beloning met het middelbaar onderwijs.
  3. Druk zo veel mogelijk collega’s met de neus op de feiten. Veel leerkrachten in het basisonderwijs stonden gelaten in de salarisdiscussie. In het onderwijs zijn de lonen nu eenmaal laag, hielden ze zichzelf voor. Totdat PO in Actie hun vertelde dat er in het voortgezet onderwijs wel degelijk fors meer wordt betaald. De woede over het loonverschil is een belangrijke drijvende kracht achter PO in Actie.
  4. Zoek bondgenoten in je sector. Natuurlijk put PO in Actie kracht uit de enorme aanhang onder leerkrachten, maar de steun van de werkgevers, bonden en ouders is minstens zo belangrijk voor het slagen van de actie. Door als gezamenlijk front op te trekken, was het voor de regering lastig om gaten te schieten in het pleidooi van de leraren.
  5. Zoek bondgenoten in het parlement. Zonder brede steun in de Tweede Kamer zijn acties als die van de leerkrachten gedoemd te mislukken. Het extra geld moet tenslotte uit Den Haag komen. Informeer Kamerleden. Als je eisen redelijk zijn, zetten ze deze maar wat graag op de politieke agenda.
  6. Eis een plek op aan de onderhandelingstafel. Tegen wil en dank is PO in Actie officieel een vakbond geworden. Alleen daardoor konden ze meebeslissen over de besteding van de 700 miljoen euro die beschikbaar is gekomen dankzij hun acties.
  7. Blijf communiceren met je achterban. De mannen van PO in Actie zetten geen stap zonder hun achterban via Facebook te informeren. Dit kost hun veel tijd, maar levert nog meer op. De kracht van PO in Actie schuilt in het collectief.

Want dat is de belangrijkste les die andere beroepsgroepen in de publieke sector kunnen leren van PO in Actie, als ze in actie willen komen tegen, bijvoorbeeld, de doorgeschoten marktwerking. Eendracht maakt macht. Ook anno 2018.

Lees meer over het nut van actie:

Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u Waarom kijkt de dokter meer naar de computer dan naar jou? Waarom is de kinderopvang zo duur? Waarom is je post weer niet aangekomen? En waarom ligt bij de eerste sneeuwbui het hele spoor plat? Het antwoord: mislukte marktwerking. Dat ontdekte Sander Heijne (1982) na zeven jaar journalistiek onderzoek voor de Volkskrant en De Correspondent. Waarom politici er dan toch in blijven geloven? Dat kun je lezen in het nieuwe boek Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u - Dertig jaar marktwerking in Nederland. Bestel het boek hier Verzet je en hou vol: het verliezen van hoop is geen optie Geloof in je eigen kracht en invloed. Want de geschiedenis leert dat zelfs de allerkleinste daden van verzet nog tientallen jaren kunnen doorwerken. Lees het verhaal van Rebecca hier terug.