Bloemkoolteler Manus Laan stapt in het voorjaar van 2015 een eengezinswoning in Enkhuizen binnen. Hij heeft vijf Spaanse seizoenskrachten in zijn kielzog, die hij, zo is de afspraak, hier kan onderbrengen.

Tot zijn verbazing is er al een bewoner: in de woonkamer zit een man op de bank met een pul bier in zijn hand. ‘Jullie zullen geen last van hem hebben, hij woont op zolder’, zegt de huisbaas, die de deur heeft opengedaan.

Maar hoewel er genoeg slaapkamers zijn, heeft hij duidelijk een te zonnige kijk op de situatie. ‘Het meissie kan wel bij mij’, zegt de man op de bank en werpt een gretige blik op de enige vrouw in het groepje Spanjaarden. Laan blaast de huur af. Hij moet op stel en sprong een ander onderkomen vinden voor zijn tijdelijke personeel.

Wie komt werken, moet ergens wonen

Het is dat jaar niet het enige huisvestingsprobleem voor de 39-jarige bloemkoolteler uit Andijk in de kop van Noord-Holland, die net als veel andere boeren extra mensen nodig heeft. De betaling voor in weer en wind trekt weinig Nederlanders, maar is hoog genoeg om een migratiestroom binnen de EU op gang te houden.

Die tijdelijke werknemers moeten wel In de gemeente Medemblik, waar Andijk onder valt, mogen daarom op het erf van boerenbedrijven sinds jaar en dag enkele wooncontainers of barakken staan. Maar als de bedrijven groeien, kunnen ze er niet genoeg mensen onderbrengen. ‘Ik had veel werk en genoeg jongens, maar geen huisvesting’, zegt Laan.

‘Huizen die ik zou huren, waren verkocht. Sommige van mijn mensen moesten dat seizoen zeven keer verhuizen’

Tijdens de crisis kon hij gemakkelijk woningen tijdelijk huren in stadjes en dorpen in de omgeving, maar toen de economie in 2015 weer ging draaien, merkte de agrarische sector dat direct. ‘Huizen die ik zou huren, werden verkocht. We moesten uitwijken naar een vakantiepark, wat eigenlijk niet mag. Sommige van mijn mensen moesten dat seizoen zeven keer verhuizen. Je hebt wel onderdak, we zorgden voor vervoer en boodschappen, maar ik schaamde me tegenover die jongens.’

Laan vertelt dit in wat uiteindelijk de oplossing bracht: een gebouwtje van twee verdiepingen dat hij in 2015 met toestemming van de gemeente neerzette op het achtererf van het bedrijf dat hij met zijn broer runt. Het bevat tien appartementen, die worden verwarmd met geothermie. Het dak is bedekt met zonnepanelen.

Elke woning is geschikt voor drie personen en telt twee koelkasten. ‘Anders moet ik steeds bemiddelen over het aantal planken dat iedereen heeft voor zijn spulletjes’, zegt Laan.

Er is een gezamenlijke ruimte met vier wasmachines en drie drogers, en een kleedruimte met kluisjes. De aangrenzende bedrijfskantine is ’s avonds beschikbaar voor wie ‘apart’ vrienden wil ontvangen.

Een modelplan dat iedereen helpt

Voor VVD-gemeenteraadslid Andrea van Langen is dit gebouwtje een prachtig voorbeeld van een oplossing die ondernemer én werknemer helpt, terwijl ook het dorp profiteert. De arbeidsmigranten komen immers hun boodschappen halen bij een van de supermarkten.

Van Langen ziet de huisvesting bij de bedrijven zelf als het onvermijdelijke gevolg van de schaalvergroting in de groenteteelt, waar ondernemers als Laan succesvol op inspelen.

Maar zo denkt niet iedereen erover. Het migrantencomplex bij Manus Laan mocht er pas komen na langdurig overleg met de omwonenden. En in december 2017 leek het er zelfs op dat niemand in de gemeente Medemblik ooit nog eens zoiets zou mogen neerzetten.

Voor dit ene geval had het gemeentebestuur de randjes opgezocht van het oude dat strenge eisen stelde aan woningen in ‘het buitengebied’. Dat vonden ze op het stadhuis geen probleem, omdat er een nieuw bestemmingsplan in de maak was, dat meer ruimte bood voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

Alleen, dat was de raadsleden nooit duidelijk

‘Bestemmingsplannen komen om een of andere reden altijd in december of juli in de raad, op een overvolle agenda’

Integendeel, doordat de ambtelijke term ‘conserverend’ in de toelichting bij het bestemmingsplan was opgenomen en in de tekst zes keer werd herhaald, leek het alsof er niets nieuws in zou staan. ‘Om de een of andere reden komen bestemmingsplannen altijd in juli of in december in de raad, op een overvolle agenda. Dit plan telde zevenhonderd kantjes A4. Als ze dan de term ‘conserverend’ zien, gaan veel raadsleden er alleen vluchtig doorheen’, blikt Van Langen terug.

Zij zag echter veel wijzigingen en vroeg, nu dit geen hamerstuk bleek te zijn, om uitstel van behandeling. Dat lukte niet, een raadsmeerderheid wilde het plan toch bespreken.

Intussen had ook Anneke van der Geest van de linkse eenmansfractie PW 2010 in de gaten wat er stond te gebeuren. In de raadsvergadering van december vond zij gehoor voor haar bezwaren. Appartementencomplexen horen niet in het buitengebied, poneerde Van der Geest, ze maken het landschap rommelig. Bovendien was het bestaande beleid voor huisvesting van arbeidsmigranten nog niet geëvalueerd. Vandaar dat ze voorstelde de regels niet te verruimen voordat die evaluatie er was.

Tot ieders verrassing ging van CDA, D66 en GemeenteBelangen mee in die gedachte en zo kreeg het voorstel van de linkse oppositie ineens de steun van 20 van de 26 stemmen. voor boerenbedrijven om hun tijdelijke personeel onder te brengen.

Schaalvergroting heeft gevolgen

Stonden de ondernemers weer met lege handen? Mochten ze niet zelf huisvesting regelen voor hun arbeidsmigranten, zoals bloemkoolteler Laan had gedaan?

Raadslid Van Langen, wier VVD juist vóór die verruiming had gestemd, had wel een advies aan de agrariërs: laat op zo veel mogelijk plekken van je horen, zeker nu de verkiezingen eraan komen. En zoek de steun van het in Medemblik traditioneel machtige CDA. Want als de argumenten alleen van oppositiepartij VVD komen, kan dat de weerstand opwekken van andere fracties.

Terwijl de VVD werkte aan een nieuw voorstel over huisvesting van tijdelijke krachten, liep begin februari alle politieke partijen af die zich hadden aangemeld voor de Promobeurs Wervershoof, een soort jaarmarkt in Medemblik en omstreken.

In de volgende commissievergadering liet hij een Poolse kracht de boodschap overbrengen: waar mensen werken, zijn woningen nodig

In de daaropvolgende commissievergadering had hij een bij zich om de over te brengen: waar mensen werken, en dat ook mógen volgens de EU-regels, is huisvesting nodig. Ondernemers willen dat fatsoenlijk regelen op hun eigen erf, zodat verder niemand er last van heeft. Daar moeten ze dan wel de mogelijkheden voor krijgen.

Verdonk snapte na die beurs ‘heus wel’ dat partijen tegen hadden gestemd: als de indruk wordt gewekt dat het bestemmingsplan nauwelijks verandert, terwijl het nieuwe voorstel daarvoor juist allerlei verruimingen bevat, gaan de hakken in het zand. ‘Maar wij moeten onze mensen kunnen huisvesten.’

Het agrarisch landschap is niet meer zo kleinschalig als dertig jaar geleden, voegt Laan toe. Dat zijn bedrijf nu 400 hectare telt, komt door zijn eigen ondernemerslust maar ook door de gegroeide vraag. ‘Je kunt terugverlangen naar tientallen jaren geleden, maar dat heeft geen zin. Ik zie kleine bedrijven alleen maar verdwijnen.’

Ondernemers zijn hun eigen beste ambassadeurs, merkte raadslid Van Langen. Na de Promobeurs Wervershoof volgde een commissievergadering waarin de spijt overheerste. En dus diende Van Langen een nieuw initiatiefvoorstel in over het bestemmingsplan. Strekking: terug naar en een streep door de eerder opgelegde beperkingen zodat ondernemers hun plannen kunnen uitvoeren. Het werd aangenomen.

En de evaluatie? Die blijft belangrijk, vindt zij. Er valt voor de toekomst nog genoeg uit te leren.

En de overlast?

Op het broccolibedrijf van René Verdonk is zijn eigen migrantengebouw in aanbouw. In mei, als de oogst losbarst, moet het klaar zijn. De basis vormen containers die eerder dienst deden als kantoor. ‘We zijn nog duurzaam ook’, zegt hij trots.

De broccoliteler pakt het iets anders aan dan de bloemkoolteler. Bij Verdonk krijgt elke arbeidsmigrant een eigen kamer met bed, tv en koelkast. Wel delen ze keuken, douche en wc met vier anderen. Ook komt er een gezamenlijke ruimte voor de dertig bewoners, een kleine boomgaard en wat moestuinen.

De ondernemers kennen de vrees voor dronken, lawaaiige en vrouwen nafluitende rouwdouwers

Beide ondernemers kennen de vrees voor dronken, lawaaiige en vrouwen nafluitende rouwdouwers: elk gesprek over arbeidsmigranten gaat deels over de angst voor overlast, mede dankzij mediaberichten over verkeersongelukken en vechtpartijen.

Maar juist huisvesting op de bedrijven kan zulke narigheid voorkomen, zegt Laan. ‘Ik woon zelf aan de voorkant, mijn broer ernaast en we hebben allebei ons gezin. Als er iets zou gebeuren, hebben wij daar als eerste last van. Dus wij zorgen wel dat het niet zover komt.’

Hij kent ook de beschuldiging dat ondernemers hun arbeidskrachten afhankelijk maken door ze op het eigen terrein te huisvesten. Uitbuiting ligt op de loer, erkent Laan, evenals de gedwongen winkelnering, zoals gebeurde bij de fabrieksdorpen uit de negentiende eeuw. Maar, relativeert hij, ‘wij zijn net zo afhankelijk van hen. Als we ze niet goed behandelen, gaan ze weg. Bedrijven die het minder goed doen, moeten steeds nieuw personeel inwerken. Dan vallen ze af.’

Hoe verder in Medemblik?

In de verkiezingsstrijd is de huisvesting van arbeidsmigranten geen groot punt, zegt raadslid Andrea van Langen. De partijen in afwachting van de evaluatie.

Hoelang kunnen de boerenbedrijven zich redden met de net nieuw vastgestelde regels, die huisvesting van maximaal dertig personen op hun erf mogelijk maken?

Laan zou wel graag kunnen ‘meebewegen’ met de eisen van klanten. ‘Dertig is ook maar een getal’

Broccoliteler Verdonk kan uit de voeten met het verruimde bestemmingsplan, zegt hij. Ook Laan kan voorlopig voort. Maar hij zou wel graag kunnen ‘meebewegen’ met de eisen van klanten. ‘Dertig is ook maar een getal.’

Van Langen, voor haar partij ook lid van de Provinciale Staten, weet dat Medemblik een van de strengere gemeenten is. Zo zijn in het aangrenzende Drechterland, tussen Hoorn en Enkhuizen, per bedrijf 120 logeerplekken voor arbeidsmigranten toegestaan. ‘De vraag naar nieuwe vormen van huisvesting zal zeker aan de orde komen in de evaluatie, ook grootschalige’, zegt ze. ‘Al zie ik daar in deze gemeente geen draagvlak voor.’

Het maximum van dertig plekken kan mogelijk naar veertig of vijftig, na deze evaluatie, verwacht ze. Als een bedrijf de noodzaak kan aantonen, hoeft het geen bezwaar te zijn om er iets meer goede huisvesting bij te plaatsen. ‘Maar voor we zover zijn, is het hard werken om te laten zien dat het op de huidige manier goed gaat.’

Meer lezen?

Dit raadslid ging de gemeenteraad juist uít om iets te bereiken Heeft onze stem bij de gemeenteraadsverkiezingen echt invloed op ons dagelijks leven? Vandaag: hoe raadslid Esther Grondijs na acht jaar uit de raad van De Ronde Venen stapte om zich daarna juist intensiever met de politiek bezig te houden. ‘Luisteren naar de burgers betekent loslaten. Daar hebben lokale politici moeite mee.’ Lees het verhaal van Miro hier terug Dit raadslid bewijst: zelfs met één zetel kan je verschil maken Verandert onze stem echt iets voor ons dagelijks leven? Dat onderzoek ik aan de hand van lokale voorbeelden. Vandaag deel 2: het eenmanssucces van Johnas van Lammeren van de Partij voor de Dieren in Amsterdam. Lees het verhaal van Miro hier terug Waar gemeentepolitiek over gaat: het lot van 7.000 bomen in Lochem Heeft onze stem bij de gemeenteraadsverkiezingen echt invloed op ons dagelijks leven? Dat onderzoek ik de komende weken. Vandaag: hoe de geplande kap van 7.000 bomen de emoties doet oplopen in de Achterhoek. Lees het verhaal van Miro hier terug