Bij de presentatie van het regeerakkoord over een passage die, zo meende ik toen, ‘de komende jaren tot veel debat zal leiden’.

Het gaat om deze zin: ‘Om het lerarenregister tot een succes te maken moet het straks van, voor en door de docent zijn. Dit zal voor het kabinet een harde voorwaarde zijn in de verdere uitwerking.’

Afgelopen weken laaide dat debat in alle hevigheid op.

Wat is het lerarenregister?

Maar eerst: hoe zat het ook alweer? In het lerarenregister moet iedereen die in het basis-, voortgezet- en het middelbaar beroepsonderwijs werkt in de toekomst de bijscholing die hij volgt, noteren in een openbaar register.

Dat register zou beheerd worden door de In die club zijn vier vakbonden en vakorganisaties verenigd, en de slogan van de coöperatie is ‘van, voor en door de leraar’. Het bestuur bestaat uit de voorzitters van die lerarenorganisaties.

Een soort superlerarenorganisatie dus.

Maar veel leraren weten niet dat de Onderwijscoöperatie bestaat, en sommige verzetten zich juist tegen het lerarenregister. Uit de documenten die ik ontving na een beroep te hebben gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur, bleek dat het ministerie van Onderwijs een flinke vinger in de pap had bij de totstandkoming van het lerarenregister.

Toch zei voormalig staatssecretaris Sander Dekker (VVD) in de Tweede Kamer stellig: de Onderwijscoöperatie is voor het lerarenregister, dus leraren zijn voor het lerarenregister. Ook de PvdA gebruikte dat argument om voor de invoering van het lerarenregister te stemmen.

Nu zegt de Tweede Kamer: de lerarenorganisaties zijn niet van leraren

Nu de wet die het lerarenregister regelt is aangenomen, gaan er steeds meer stemmen op die zeggen: leraren willen dat register niet en de Onderwijscoöperatie vertegenwoordigt de leraar niet.

De nieuwe onderwijsminister Arie Slob (ChristenUnie) En tijdens het overleg van de vaste Kamercommissie Onderwijs kondigde Paul van Meenen (D66) aan met een motie te komen om de Onderwijscoöperatie af te schaffen.

Met die motie in het vooruitzicht trok de coöperatie haar handen af van het lerarenregister. Want, schrijft het bestuur in een brief aan de minister: ‘De implementatie van de wet moet volledig in handen van leraren worden gelegd’.

Oftewel: ook de Onderwijscoöperatie - die dus al die tijd de slogan ‘van, voor en door de leraar’ voerde - geeft nu toe zelf niet ‘volledig in handen van leraren’ te zijn.

Dinsdag werd in de Tweede Kamer die nog een stapje verder gaat in de veroordeling.

De twee Kamerleden constateren dat ‘door de bestuurlijke constructie de Onderwijscoöperatie nooit van, voor en door de leraren zal zijn’ en verzoeken de regering ‘te bevorderen dat op een zo kort mogelijke termijn het bestuur van de Onderwijscoöperatie wordt overgedragen aan een interim-bestuur van leraren die het vertrouwen hebben van de beroepsgroep’.

Als de Tweede Kamer de motie aanneemt, zegt zij dus eigenlijk: niet alleen de Onderwijscoöperatie, maar ook de afzonderlijke vakbonden en vakorganisaties hebben het vertrouwen van de beroepsgroep niet.

Dat is nogal wat.

Hoe nu verder?

Toch is die constatering niet helemaal onterecht: vakbonden en vakorganisaties weigerden in aanloop naar de behandeling van het lerarenregister in de Tweede Kamer de mening te peilen van hun leden, terwijl er ook toen al waren dat leraren geen register wilden.

Ik blijf veel vragen hebben. De belangrijkste: waarom heeft de Onderwijscoöperatie het register zo sterk verdedigd, terwijl de vakbonden en vakorganisaties die de coöperatie vormen wisten dat zo veel leraren geen register willen?

Een andere belangrijke vraag is hoe het nu verder moet met dat lerarenregister. De Onderwijscoöperatie was niet van, voor en door de leraar, maar er is geen alternatief dat dit wel zou kunnen worden.

Van Meenen en Rog noemen POinactie, die de stakingen in het basisonderwijs initieerden, in hun motie als voorbeeld van een organisatie die laat zien dat leraren zich wel degelijk kunnen verenigen. Dat is niet helemaal zuiver: POinactie strijdt voor betere arbeidsvoorwaarden, niet voor een register waar leraren het nut niet van inzien.

Dat de Onderwijscoöperatie de taak om het lerarenregister in te voeren heeft teruggegeven aan de minister, kan er toe leiden dat het ministerie meer invloed gaat uitoefenen op dat register. Of juist dat wordt afgezien van een register, omdat er geen club is die het kan organiseren.

Ik blijf de ontwikkelingen rond het lerarenregister volgen, en heb opnieuw een openbaarheidsverzoek gedaan om dat zo goed mogelijk te kunnen doen.

Lees verder

Hoe de leraar verplicht werd zich bij te scholen In de toekomst moeten leraren in een register onder andere hun bijscholing bijhouden. In het regeerakkoord dat deze week gepresenteerd werd, staat dat dit lerarenregister ‘van, voor en door de leraar’ moet zijn. Het probleem: dat register kan niet van, voor en door de leraar zijn. Lees het verhaal van Johannes hier terug Factcheck: 60.000 leraren hebben zich ingeschreven in het Lerarenregister Een wet die leraren verplicht hun bijscholing te registreren in een Lerarenregister, werd vorige week door de Tweede Kamer aangenomen. Volgens staatssecretaris Sander Dekker (VVD) is er onder docenten draagvlak voor zo’n register, omdat al 60.000 leraren zich vrijwillig hebben ingeschreven - ongeveer één op de vier. Klopt dit? Lees het verhaal van Johannes hier terug