Op de boulevard van Aden treedt een zanger op voor massaal toegestroomd publiek. Zijn Arabische popsongs oogsten luid gejuich, dat het geklots van de golven verre overtreft. Intussen danst een als Minnie Mouse verkleed personage om de bezoekers heen.

Een jonge vrouw met hoofddoek heeft een Youtube-kanaal en vraagt in goed Engels of we iets willen zeggen tegen haar volgers. Jongens op smetteloos witte sneakers willen met fotograaf Andreas Staahl en mij een selfie maken. De sfeer lijkt ontspannen. Totdat je de tien gewapende mannen ziet, die de omgeving scherp in de gaten houden.

Hun aanwezigheid is hard nodig sinds eind januari dit jaar het regeringsleger werd verdreven door zuidelijke rebellen, gevolgd door een reeks aanslagen en liquidaties in de stad. Dat blijkt even later al tijdens de lunch in een restaurant even verderop.

Als een schaal gegrild vlees net op tafel is gezet, klinkt een luide explosie. Een serveerster begint te gillen. Wanneer ik een ober vraag wat er aan de hand is, zegt hij dat het waarschijnlijk ‘slechts een bom’ is. Dan verexcuseert hij zich voor zijn gillende collega. Ze is nieuw en ‘nog niet zoveel gewend’.

‘Als zoiets in jouw land gebeurt, ben je bang. Niet hier in Aden’, legt Mohammed Jalal uit, een 20-jarige Informatica-student op de boulevard. ‘We zien geweld iedere dag. We zijn niet meer bang om te sterven. Als het gebeurt, gebeurt het’, lacht hij.

De boulevard in Aden. Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Aanslag op het leger

De bevolking van Aden is sinds begin 2015 gewend aan oorlog, toen in Jemen een burgeroorlog uitbrak. Maar sinds 28 januari dit jaar is de situatie wezenlijk veranderd. Zuidelijke separatisten, die zich de Southern Transitional Council (STC) noemen, verdreven toen het regeringsleger uit de stad. Sindsdien hebben bijna wekelijks liquidaties, schietpartijen en explosies plaats.

Half maart dit jaar reed een auto vol explosieven een militaire keuken in Aden binnen die STC-strijders gebruikten. Bij de die volgde, kwamen tien personen om en raakten ruim vijftien anderen gewond. Islamitische Staat eiste de aanslag op – de groep heeft in Jemen een lokale ‘afdeling’ net als Al-Qaida – maar niemand durft met zekerheid te zeggen dat zij er echt achter zit.

Het kunnen evengoed salafistische milities zijn, verbonden aan de regering. Of criminelen, buitenlandse machten dan wel ‘hij wiens naam niet genoemd mag worden’.

Het kunnen salafistische milities zijn die erachter zitten. Of criminelen, of ‘hij wiens naam niet genoemd mag worden’

De Adenaren doelen daarmee op generaal Ali Mohsen Saleh al-Ahmar (72), vicepresident en officieel tweede man van Jemen. Hij richtte de op, die lokaal veel invloed heeft en door veel zuiderlingen in verband wordt gebracht met dodelijke politieke intriges. Vandaar dat veel mensen zijn naam in het openbaar niet uitspreken. Je weet nooit wie er meeluistert.

Die angstige onzekerheid is kenmerkend voor de situatie in de stad. Op het oog speelt het conflict zich af tussen twee partijen. Aan de ene kant de regering en het regeringsleger, die politiek en militair worden gedekt door een internationale coalitie onder leiding van het machtige buurland Saudi-Arabië.

Daar staan de rebellen van de STC tegenover. Zij krijgen steun van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), die daarmee hun invloed in de regio willen verstevigen.

Dat is opmerkelijk, omdat de VAE ook deel uitmaakt van de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië. Waarom de Saoedi’s dit toelaten, is voer voor speculatie. Mogelijk passen sterke zuidelijke rebellen in een verdeel-en-heers-strategie van het koninkrijk, om bepaalde machtsblokken binnen de regering van Jemen in toom te houden. Maar misschien zijn de regionale grootmachten met elkaar in onmin geraakt, en valt dit bondgenootschap in Jemen uiteen.

De straat in Aden waar in januari gevechten uitbraken tussen de zuidelijke rebellen en het regeringsleger. Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Wat hieraan vooraf ging

Om dit alles enigszins te begrijpen, moet je terug naar de periode vóór 1990.

1990: Hereniging en waren voor 1990 twee onafhankelijke landen. Het zuiden was socialistisch en kreeg steun van de Sovjet-Unie, het noorden was sinds de jaren zestig een op Egypte gerichte republiek. In het jaar dat ook Oost- en West-Duitsland zich herenigen, en de Sovjet-Unie haar steun aan zijn vroegere satellietstaten opgeeft, besluiten Noord- en Zuid-Jemen samen te gaan.

1994: Burgeroorlog, Saleh wint

De hereniging brengt de zuiderlingen echter niet wat ze ervan hadden en belangrijke politieke figuren uit het zuiden worden Dat leidt in 1994 al tot een korte burgeroorlog, waarin het noorden onder leiding van als winnaar uit de bus komt. Hij verstevigt zijn grip op het zuiden, laat standbeelden van vrouwen zonder hoofddoek omver halen en zet overal moskeeën neer, die de leer verspreiden van de salafistische islam zoals die in het noorden geldt.

2007: Zuidelijke Beweging komt op

In 2007 leeft het zuidelijke verzet op als gepensioneerde zuidelijke generaals uitbetaling van hun pensioen eisen. Dit groeit uit tot een massaprotest tegen de economische en politieke achterstelling van het zuiden, en uiteindelijk tot de oprichting van de dat jaar, een samenraapsel van groepen die onafhankelijkheid van het zuiden nastreven.

2015: Houthi-rebellen komen...

Hun invloed groeit verder als begin 2015 met steun van de inmiddels afgezette president Saleh vanuit het noorden de regering in Sanaa verdrijven. Wanneer zij verder oprukken en de zuidelijke havenstad Aden veroveren, is het de Zuidelijke Beweging die de burgers mobiliseert om de Houthi-rebellen te verdrijven.

...en worden verdreven

Halverwege 2015 hebben strijders verbonden aan de Zuidelijke Beweging de Houthi-rebellen uit Aden en grote delen van het zuiden verdreven. Ze deden dat met steun van het regeringsleger, dat loyaal is aan de internationaal erkende regering van, inmiddels, president De regering maakt van Aden de de facto nieuwe regeringsstad, nu ze uit Sanaa is verdreven. Maar hoewel de zuiderlingen dat mogelijk hebben gemaakt, blijft de beloning door de regering uit: veel zuiderlingen houden het gevoel dat de regering het zuiden leegrooft. Zuidelijke politici die zich daartegen verzetten, worden ontslagen.

2017: Ontslag gouverneur Aden

De maat is vol als de regering-Hadi in april 2017 ontslaat, de gouverneur van Aden, omdat hij volgens Hadi alleen oog heeft voor de belangen van het zuiden. Al-Zoubaidi laat het er niet bij zitten en richt op, de politieke tak van de Zuidelijke Beweging.

2018: Al-Zoubaidi heerst in Aden

Begin dit jaar eist Al-Zoubaidi dat de regering-Hadi vóór 28 januari aftreedt. Het leidt tot een politieke crisis. Een geplande demonstratie op die dag in Aden tegen het regeringsbeleid wordt verboden, en het regeringsleger sluit de toegangswegen naar de stad af. Toch weten duizenden burgers het centrale plein van de stad te bereiken. Het blijkt een cruciaal moment, waarop lokale machtsverhoudingen verschuiven in het voordeel van de zuiderlingen.

Een nieuwe oorlog

Niran Hassan Sooki was er bij, die dag dat de demonstratie zo uit de hand liep. ‘De sfeer was gespannen’, herinnert de ervaren activist zich, terwijl hij met weidse armgebaren door de woonwijk vol betonnen huizen-achter-muren loopt, die grenst aan het centrale plein. ‘Leden van de Presidentiële Garde reden in pick-up trucks langs de mensen en zwaaiden met hun wapens.’

In de ochtend wordt er geschoten op de betogers. Als dit tegen het middaguur opnieuw gebeurt, zet Sooki het op een rennen en belandt hij in de smalle straat waar we nu zijn. haasten zich in tegengestelde richting, om de betogers op het plein te beschermen. De confrontatie leidt tot een nieuwe oorlog, waarin tegen de avond zelfs tanks worden ingezet.

‘Vooral in deze wijk werd hard gevochten’, zegt hij, terwijl hij naar een betonnen muur wijst die vol zit met kogelgaten. ‘Aan het eind van de tweede dag werd het even rustig en gingen kinderen naar buiten om te spelen. Rond vijf uur ’s middags die dag hoorden we hoe hier een mortiergranaat ontplofte.’

Bomscherven verwondden een tiental kinderen die op straat aan het voetballen waren

Die granaat kwam tot ontploffing op een paar meter van Hassan Mohammed (60), die even verderop op een bankje voor een muur zit. De scherven verwondden hem en een tiental kinderen die op straat aan het voetballen waren. Ook nu trappen ze weer een balletje, sommige nog altijd met verband om hun wonden.

Hassan Mohammed. Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Mohammed wijst naar de gaten in de muur achter hem: ‘Precies hier kwamen de scherven terecht. We hadden het geluk dat we slechts lichte verwondingen op liepen.’

Na twee dagen bereiken de strijdende partijen een staakt-het-vuren en mag Mohammed het ziekenhuis verlaten, waar hij aan een wond op zijn been en hand is behandeld. Tot zijn opluchting krijgt het gewone leven weer vorm. Alleen controleren zuidelijke rebellen nu de stad. Ze eisen onafhankelijkheid voor het zuiden, al zijn ze niet duidelijk hoe snel dat ingevoerd zou De regering is woest en noemt het een coup.

Hassan lijkt zich er niet erg druk over te maken. Het belangrijkste is dat de rust terugkeert, zegt hij. Die onafhankelijkheid is voor hem niet zo belangrijk. ‘Ik steun de regering, maar de premier moet opstappen’, zegt hij. ‘Net als de baas van de centrale bank. Zij zijn corrupt.’

Aanslagen en liquidaties

Sinds de strijd die eind januari begon op het plein, hangt er een vreemde spanning in de stad. Het regeringsleger houdt zich op in de haven. Daar hangen de soldaten rond enkele tanks, roken ze sigaretten en maken ze hun wapens schoon. Vertegenwoordigers van de regering hebben huisarrest in het presidentieel paleis op een berg in het centrum van de stad.

In de straten heersen de zuidelijke rebellen, die overal checkpoints hebben ingericht en de Jemenitische vlag hebben vervangen voor die van het voormalige Zuid-Jemen. Wantrouwig controleren ze identiteitskaarten van bestuurders, en inspecteren ze alle bagage.

Zuidelijke rebellen poseren met hun vlag. Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Honderden noorderlingen zou de toegang tot het zuiden al zijn ontzegd, en uit de door de STC gecontroleerde delen van Jemen

Maar veiligheid kunnen ze niet garanderen. Een paar honderd meter van ons hotel wordt als wij er verblijven een geestelijke geliquideerd.

Een paar honderd meter van het hotel waar we verblijven wordt een islamitische geestelijke geliquideerd

Niemand weet waarom, al houdt een lokale journalist het erop dat de man vermoord is omdat hij afstand had genomen van de regering-Hadi: zijn moord zou een waarschuwing moeten zijn voor iedereen die zich wil distantiëren van de

In een kantoor aan de rand van de stad spreken we mensenrechtenadvocaat en STC-lid Niran Sooqi. Zij had zulke aanvallen wel verwacht, zegt ze. ‘Telkens als zuiderlingen iets ondernemen, volgen er aanslagen en liquidaties. Bepaalde personen binnen de regering-Hadi willen de regio destabiliseren en de bevolking angst aanjagen.’

Sinds de oorlog in 2015 begon, hadden meer dan honderd liquidaties en aanslagen in de stad plaats, vervolgt ze. Ze worden vaak opgeëist door Al-Qaida of IS, maar Sooqi is ervan overtuigd dat machtige personen binnen de regering erachter zitten, en dan vooral vicepresident Ali Mohsen, ‘wiens naam je niet mag noemen’.

Zijn afkeer tegen de zuidelijke separatisten is nog even sterk als in de tijd dat de beweging nog bloedig werd onderdrukt en ondergronds moest opereren, zegt ze.

Sooqi: ‘Ze raken mensen op belangrijke posities. In instituties, of belangrijke personen binnen de gemeenschap. Als zij iets zeggen wat de regering niet wil, lopen ze het risico een doelwit te worden. Op deze manier proberen ze mensen het zwijgen op te leggen.’

Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Checkpoints met bewapende jongens

Fawzi Abukhail (27) moet dit geweld zien te voorkomen. Met vijf leeftijdsgenoten bemant hij een checkpoint even buiten het kantoor. De zwaar bewapende jongens stoppen auto’s en vragen de bestuurder naar hun papieren.

Abukhail: ‘We proberen hier mensen tegen te houden die geweld plegen. Al-Qaida, IS of andere criminelen. We hielden laatst iemand tegen die door onze afzetting reed en explosieven bij zich had.’

‘De corruptie bleef en het regeringsleger keerde zich tegen de burgers. Ik kan niet accepteren dat ze ons bestelen en beschieten’

De voormalige student Bedrijfskunde heeft naar eigen zeggen geen andere keuze dan de wapens op te pakken. Werk is er niet, en hij kon niet afzijdig blijven terwijl de regering de bevolking in het zuiden slecht behandelde.

‘Toen de Houthi-rebellen in 2015 uit het zuiden waren verdreven, hoopten we dat het beter werd. Maar de corruptie bleef, en het leger keerde zich tegen de burgers. Ik kan niet accepteren dat ze ons bestelen en beschieten’, zegt hij.

Zijn hoop richt hij nu op STC-leider Al-Zoubaidi, met wie hij zich sterk identificeert. ‘Hij is anders dan de andere politici. Die zie je nooit en komen uit de politieke klasse. Al-Zoubaidi zat en at met ons, sprak met ons. Hij wil vrede en riskeert zijn leven voor ons. Ik vertrouw hem.’

Afhankelijk van de Emiraten

Of Al-Zoubaidi dat vertrouwen kan inlossen is de vraag. Zo is hij erg afhankelijk van steun van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Dit land maakt deel uit van de Arabische coalitie die onder leiding van Saoedi-Arabië de regering-Hadi steunt in haar strijd tegen de Houthi-rebellen.

De Emiraten investeerden miljoenen in de oorlog en controleren via door hen gesteunde milities grote delen van het zuiden. Ze runnen geheime verloren tientallen soldaten in de oorlog en voerden duizenden luchtaanvallen uit. Hun invloed is zo groot dat president Hadi vorig jaar foeterde dat de Emiraten zich gedragen als

Die invloed bleek ook 28 januari. Toen leden van de presidentiële Garde, loyaal aan president Hadi, op betogers begonnen te schieten, schoten zuidelijke strijders, hen als eersten te hulp.

Een van de zuiderlijke rebellen onder leiding van Fawzi Abukhail bij een checkpoint in Aden. Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Een dag later beschoten Emirati-straaljagers een legerbasis van pro-Hadi-strijders. Daarmee riskeerden ze een breuk binnen de door Saoedi-Arabië geleide coalitie, die pal achter president Hadi blijft staan.

De openlijke steun aan de STC laat duidelijk zien op wie de Emiraten hun geld hebben gezet

Maar die breuk bleef opvallend genoeg uit. Onder druk van Saoedi-Arabië werd al snel een staakt-het-vuren afgedwongen, en werd publiekelijk verklaard dat Saoedi-Arabië en de Emiraten nog steeds bondgenoten zijn en in Jemen.

De openlijke steun aan de STC laat echter duidelijk zien op wie de Emiraten hun geld hebben gezet. Voor die steun willen ze waarschijnlijk wat terug: invloed in het zuiden. En dan vermoedelijk vooral toegang tot havens, om hun gas- en olietransport naar Europa en Noord-Afrika veilig te stellen.

Dit soort geruchten voedt het wantrouwen van veel Jemenieten tegen de Emiraten. Zo verdenken sommige inwoners van Aden het land ervan achter de moorden op geestelijken De meeste slachtoffers zijn namelijk verbonden aan de Islah-partij (Jemenitische Moslimbroeders) waarmee de Emiraten op gespannen voet staan.

In de straten van Aden kun je sinds kort een nieuwe politieke slogan op de muren zien: ‘Weg met de bezetting door de VAE!’.

‘Het is weer begonnen’

In een kleine kamer in de wijk Khormakser zit emeritus-professor Ali Yehia op de grond tussen zijn boeken. Poëzie en literatuur heeft zijn voorkeur, politiek noemt hij ‘gevaarlijk’.

Toen hij nog columnist was bij een lokale krant kwam vicepresident Mohsen, ‘hij wiens naam je niet mag noemen’, bij hem langs en bood hem veel geld als hij hem in zijn columns wilde steunen. Dat weigerde hij. ‘Als je iets met politiek doet hier, leef je niet lang’, zegt hij.

Die politiek zorgde ervoor dat er twee weken eerder een tank door zijn straat reed en begon te schieten. Het huis trilde, een paar boeken vielen van hun plank. Het is weer begonnen, dacht hij toen hij door een kier van zijn deur keek.

‘Ik mis die tijd. We lagen op het strand, dronken whiskey in jazzclubs aan de boulevard, en meisjes konden gewoon korte rokjes dragen’

Maar toen de rook ging liggen en de zuidelijke rebellen de macht bleken te hebben gegrepen, bekroop hem ook een gevoel van hoop. Want toen Zuid-Jemen nog onafhankelijk was, was het leven beter, zegt hij.

Zijn ogen twinkelen. ‘Ik mis die tijd. We lagen op het strand, dronken whiskey in jazzclubs aan de boulevard, en meisjes konden gewoon korte rokjes dragen. En kijk nu eens. We leven zoals honderden jaren geleden. Niets mag meer.’

Hij wijst naar een onafgebouwd gebouw verderop in de straat. Daarnaast staat een gebouw dat tijdens de aanval door Houthi-rebellen in 2015 zwaar beschadigd werd, maar nooit is hersteld. ‘De regering geeft niet om ons’, zegt hij. ‘Ik hoop dat de tijd is gekomen dat we zelf aan onze toekomst kunnen werken.’

Youtube en Selfies

De jonge generatie heeft de tijd waarover de oude professor mijmert nooit gekend. Op het muziekfestival op de boulevard drommen ze om ons heen om een foto te maken voor hun Instagram-kanaal. Een jongen met een glimmende vetkuif doet de meest onmogelijke trucs met een voetbal.

Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Maar net als Yehia vroeger willen ze niets liever dan nieuwe mensen ontmoeten, genieten van muziek en wat van de wereld zien. Alleen maakt het constante geweld en de politieke chaos dat vrijwel onmogelijk.

‘Iedereen die ons paspoort ziet, denkt aan Al-Qaida en aanslagen. De wereld ziet ons als terroristen, we kunnen nergens heen’

ICT-student Mohammed Jalal: ‘Iedereen die ons paspoort ziet, denkt aan al-Qaida, bomaanslagen en oorlog. De wereld ziet ons als terroristen, als een gevaar. We kunnen nergens heen omdat we nergens meer welkom zijn.’

Hij is even stil, zegt dan dat de situatie in Aden ‘een bende’ is. Het land lijkt met de dag te vervallen in meer chaos, terwijl zijn stad tot het centrum van een nieuwe oorlog is gebombardeerd.

Is er iets aan te doen? Hij haalt zijn schouders op, in een machteloos gebaar. ‘Het is politiek, we kunnen het niet begrijpen. Het ene moment is er geweld, dan stopt het weer. Intussen ga je door met je leven. Dat leer je als je hier woont.’

Een vredesevenement in het centrum van Aden. Foto: Andreas Staahl (voor De Correspondent)

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van en beheerd door Free Press Unlimited.